Etaamb.openjustice.be
Wet van 21 november 2021
gepubliceerd op 26 november 2021

Wet tot wijziging van de wet van 15 juli 2016 tot uitvoering van de Verordening nr. 98/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2013 over het op de markt brengen en het gebruik van precursoren voor explosieven en houdende bepalingen betreffende de leningen toegekend aan reisorganisatoren voor de terugbetalingen van de tegoedbonnen uitgegeven conform het ministerieel besluit van 19 maart 2020 betreffende de terugbetaling van opgezegde pakketreizen

bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
numac
2021033908
pub.
26/11/2021
prom.
21/11/2021
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

21 NOVEMBER 2021. - Wet tot wijziging van de wet van 15 juli 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/07/2016 pub. 28/07/2016 numac 2016011317 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot uitvoering van de Verordening nr. 98/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2013 over het op de markt brengen en het gebruik van precursoren voor explosieven (1) type wet prom. 15/07/2016 pub. 21/12/2017 numac 2017031912 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot uitvoering van de Verordening nr. 98/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2013 over het op de markt brengen en het gebruik van precursoren voor explosieven. - Duitse vertaling sluiten tot uitvoering van de Verordening (EU) nr. 98/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2013 over het op de markt brengen en het gebruik van precursoren voor explosieven en houdende bepalingen betreffende de leningen toegekend aan reisorganisatoren voor de terugbetalingen van de tegoedbonnen uitgegeven conform het ministerieel besluit van 19 maart 2020Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 19/03/2020 pub. 20/03/2020 numac 2020040676 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Ministerieel besluit betreffende de terugbetaling van opgezegde pakketreizen sluiten betreffende de terugbetaling van opgezegde pakketreizen


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt : TITEL 1 - Algemene bepaling

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

TITEL - 2 Bepalingen tot wijziging van de wet van 15 juli 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/07/2016 pub. 28/07/2016 numac 2016011317 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot uitvoering van de Verordening nr. 98/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2013 over het op de markt brengen en het gebruik van precursoren voor explosieven (1) type wet prom. 15/07/2016 pub. 21/12/2017 numac 2017031912 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot uitvoering van de Verordening nr. 98/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2013 over het op de markt brengen en het gebruik van precursoren voor explosieven. - Duitse vertaling sluiten tot uitvoering van de Verordening (EU) nr. 98/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2013 over het op de markt brengen en het gebruik van precursoren voor explosieven

Art. 2.Het opschrift van de wet van 15 juli 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/07/2016 pub. 28/07/2016 numac 2016011317 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot uitvoering van de Verordening nr. 98/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2013 over het op de markt brengen en het gebruik van precursoren voor explosieven (1) type wet prom. 15/07/2016 pub. 21/12/2017 numac 2017031912 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot uitvoering van de Verordening nr. 98/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2013 over het op de markt brengen en het gebruik van precursoren voor explosieven. - Duitse vertaling sluiten tot uitvoering van de Verordening (EU) nr. 98/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2013 over het op de markt brengen en het gebruik van precursoren voor explosieven wordt vervangen als volgt: "Wet tot uitvoering van de Verordening (EU) 2019/1148 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 over het op de markt brengen en het gebruik van precursoren voor explosieven, tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1907/2006 en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 98/2013".

Art. 3.In artikel 2 van dezelfde wet wordt het eerste lid vervangen als volgt: "Deze wet beoogt de uitvoering van Verordening (EU) 2019/1148 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 over het op de markt brengen en het gebruik van precursoren voor explosieven, tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1907/2006 en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 98/2013, hierna genoemd "de Verordening"."

Art. 4.In artikel 3 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de woorden "van artikel 4" worden vervangen door de woorden "van artikel 5";2° de woorden "vergunnings- en/of registratieregeling vastleggen" worden vervangen door de woorden "vergunningsregeling vastleggen, in overeenstemming met artikel 6 van de Verordening,";3° in de Franstalige tekst worden de woorden "aux particuliers" vervangen door de woorden "aux membres du grand public".

Art. 5.In artikel 4 van dezelfde wet worden de woorden "de artikelen 3, 8° " vervangen door de woorden "de artikelen 3, 7)".

Art. 6.In dezelfde wet wordt een artikel 4/1 ingevoegd, luidende: "

Art. 4/1.De Koning kan het model bepalen van de verklaring van de klant zoals bedoeld in artikel 8, paragraaf 2, van de Verordening." TITEL 3 - Bepalingen betreffende de leningen toegekend aan reisorganisatoren voor de terugbetalingen van de tegoedbonnen uitgegeven conform het ministerieel besluit van 19 maart 2020Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 19/03/2020 pub. 20/03/2020 numac 2020040676 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Ministerieel besluit betreffende de terugbetaling van opgezegde pakketreizen sluiten betreffende de terugbetaling van opgezegde pakketreizen HOOFDSTUK 1 - Definities

Art. 7.Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder: ministerieel besluit van 19 maart 2020Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 19/03/2020 pub. 20/03/2020 numac 2020040676 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Ministerieel besluit betreffende de terugbetaling van opgezegde pakketreizen sluiten: het ministerieel besluit van 19 maart 2020Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 19/03/2020 pub. 20/03/2020 numac 2020040676 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Ministerieel besluit betreffende de terugbetaling van opgezegde pakketreizen sluiten betreffende de terugbetaling van opgezegde pakketreizen, zoals gewijzigd door het ministerieel besluit van 3 april 2020 en bevestigd door het koninklijk besluit van 18 juni 2020 tot bevestiging van ministeriële besluiten op grond van boek XVIII van het Wetboek van economisch recht;2° organisator: de reisorganisator zoals bedoeld in artikel 1, paragraaf 1, van het ministerieel besluit van 19 maart 2020Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 19/03/2020 pub. 20/03/2020 numac 2020040676 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Ministerieel besluit betreffende de terugbetaling van opgezegde pakketreizen sluiten, waarvan de zetel gevestigd is in België;3° tegoedbon: de tegoedbon verstrekt door een organisator in overeenstemming met het ministerieel besluit van 19 maart 2020Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 19/03/2020 pub. 20/03/2020 numac 2020040676 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Ministerieel besluit betreffende de terugbetaling van opgezegde pakketreizen sluiten;4° in aanmerking komende tegoedbon: de tegoedbon die nog niet werd terugbetaald of die nog niet werd gebruikt door de reiziger op het ogenblik dat de organisator de informatie en documenten voor de aanvraag van de lening overeenkomstig artikel 17 heeft overgemaakt;5° reiziger: de titularis van een in aanmerking komende tegoedbon;6° lening: een leningsovereenkomst afgesloten tussen de Staat, in de hoedanigheid van kredietgever, en de organisator, in de hoedanigheid van kredietnemer;7° verzekeraar: een verzekeringsonderneming die de terugbetaling van de tegoedbonnen dekt zoals voorzien in artikel 3 van het ministerieel besluit van 19 maart 2020Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 19/03/2020 pub. 20/03/2020 numac 2020040676 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Ministerieel besluit betreffende de terugbetaling van opgezegde pakketreizen sluiten;8° toekenningsvoorwaarden: het geheel van criteria bedoeld in artikel 14 waaraan voldaan moet zijn door de organisatoren om de leningen te kunnen verkrijgen;9° informatie en documenten voor de aanvraag van de lening: het geheel van informatie en documenten als bedoeld in artikel 15, paragraaf 1, die verstrekt moeten worden door elke organisator om een lening te kunnen verkrijgen;10° beslissing genomen omtrent de lening: een beslissing die individueel en schriftelijk gericht is aan elke organisator waarin de toekenning van de lening wordt bevestigd of geweigerd;11° leningsovereenkomst: geschreven overeenkomst die een lening formaliseert;12° bewijsstukken: het geheel van documenten aan de hand waarvan kan worden vastgesteld dat een organisator het bedrag van de lening wel degelijk heeft aangewend voor de terugbetalingen van de tegoedbonnen overeenkomstig artikel 8, tweede lid;13° jaarlijkse termijn: jaarlijkse betalingstermijn te respecteren door een organisator voor de terugbetaling van de lening die aan hem is toegekend;14° verordening (EU) nr.651/2014: de Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard; 15° verordening (EU) 2016/679: de Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming);16° wet van 30 juli 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/07/2018 pub. 05/09/2018 numac 2018040581 bron federale overheidsdienst justitie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken en ministerie van landsverdediging 30 JULI 2018 - Wet betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens type wet prom. 30/07/2018 pub. 05/09/2018 numac 2018031589 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende diverse bepalingen inzake Economie type wet prom. 30/07/2018 pub. 10/08/2018 numac 2018031637 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse financiële bepalingen sluiten: de wet van 30 juli 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/07/2018 pub. 05/09/2018 numac 2018040581 bron federale overheidsdienst justitie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken en ministerie van landsverdediging 30 JULI 2018 - Wet betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens type wet prom. 30/07/2018 pub. 05/09/2018 numac 2018031589 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende diverse bepalingen inzake Economie type wet prom. 30/07/2018 pub. 10/08/2018 numac 2018031637 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse financiële bepalingen sluiten betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens;17° persoonsgegevens: de persoonsgegevens in de zin van artikel 4, 1) van de Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming);18° verklaring op eer: een schriftelijke verklaring waarvan het model ter beschikking wordt gesteld door de Staat en die wordt afgelegd in naam en voor rekening van een organisator door een natuurlijk persoon die bevoegd is om die organisator jegens derden te verbinden en hem in rechte te vertegenwoordigen;19° Europese tijdelijke kaderregeling: de Mededeling van de Commissie "Tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun ter ondersteuning van de economie vanwege de huidige COVID-19-uitbraak". HOOFDSTUK 2 - De leningen

Art. 8.De Staat kan een lening toekennen aan elke organisator om hem in staat te stellen de in aanmerking komende tegoedbonnen terug te betalen.

De organisatoren die leningen aangaan, gebruiken de geleende middelen uitsluitend voor de terugbetalingen van de tegoedbonnen zoals bedoeld in het eerste lid en maken deze terugbetalingen rechtstreeks over aan de reizigers.

Art. 9.Het totale en gecumuleerde bedrag van de leningen mag niet hoger zijn dan 210 miljoen euro.

Art. 10.Het bedrag van de lening toegekend aan elke organisator overeenkomstig artikel 8 mag niet meer bedragen dan 80 % van de totale waarde van de in aanmerking komende tegoedbonnen uitgegeven door deze organisator.

De leningen worden toegekend tegen een jaarlijkse rentevoet van 3 %.

De leningen hebben een looptijd van vijf jaar te rekenen vanaf de dag van ondertekening van de leningsovereenkomst. Zij worden terugbetaald in vier gelijke jaarlijkse termijnen, met inbegrip van het nominale bedrag en de intresten berekend overeenkomstig artikel 24, tweede lid, die elk jaar worden betaald aan de Staat uiterlijk op de jaarlijkse vervaldatum van de leningsovereenkomst. De eerste jaarlijkse termijn wordt uiterlijk op de tweede vervaldatum van de leningsovereenkomst terugbetaald. De laatste jaarlijkse termijn wordt uiterlijk op de vijfde vervaldatum van de leningsovereenkomst terugbetaald.

De leningen kunnen vervroegd worden terugbetaald door middel van een eenmalige terugbetaling van het uitstaande saldo en de lopende rente.

De Minister van Economie is bevoegd om de leningsovereenkomsten af te sluiten, of, in voorkomend geval, te beëindigen. Hij kan aan de ambtenaren van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie de bevoegdheid geven om leningsovereenkomsten te ondertekenen of te beëindigen.

Art. 11.§ 1. Het bedrag van de lening toegekend aan elke organisator mag niet hoger zijn dan het hoogste van de volgende bedragen: 1° het dubbele van de jaarlijkse loonkosten van de organisator (inclusief sociale lasten en de kosten van het personeel dat op de locatie van de organisator werkt, maar officieel als onderaannemers worden beschouwd) voor 2019 of voor het meest recente beschikbare jaar.In het geval van organisatoren die op of na 1 januari 2019 zijn opgericht, mag het maximumbedrag van de lening niet hoger zijn dan de geraamde jaarlijkse loonkost voor de eerste twee jaar van activiteit; of 2° 25 % van de totale omzet van de organisator in 2019;of 3° het bedrag van de liquiditeitsbehoeften van de organisator: a) voor een periode van 18 maanden voor kmo's in de zin van verordening (EU) nr.651/2014; of b) voor een periode van 12 maanden voor andere ondernemingen. § 2. De liquiditeitsbehoeften van de organisator bedoeld in § 1, 3°, worden door de organisator beoordeeld in een naar behoren gemotiveerde verklaring op eer, waarin de organisator tevens aangeeft of en in welke mate hij, of een met hem verbonden persoon, andere kredietaanvragen heeft ingediend of voornemens is in te dienen ter dekking van die liquiditeitsbehoeften.

Art. 12.§ 1. Het bedrag van elke lening die toegekend is aan een organisator wordt gestort op een derdenrekening die door de organisator werd geopend bij een financiële instelling van zijn keuze.

Deze bankrekening moet door de organisator specifiek en uitsluitend worden gebruikt voor de toekenning van het geleende bedrag en voor de terugbetalingen van de in aanmerking komende tegoedbonnen. § 2. In geval van faillissement van een organisator, maakt het geleende bedrag dat op de in paragraaf 1 bedoelde rekening werd gestort geen deel uit van de boedel en kan het dus geen voorwerp uitmaken van een samenloop tussen de schuldeisers van de organisator. § 3. In geval van faillissement van een organisator tussen het tijdstip waarop de in paragraaf 1 bedoelde rekening werd gecrediteerd met het geleende bedrag en het tijdstip waarop deze organisator de mogelijkheid had om de in aanmerking komende tegoedbonnen terug te betalen, moet de curator, vanaf het moment van zijn aanstelling, onverwijld en zonder dat de reizigers hun vorderingen moeten aangeven overeenkomstig artikel XX.155 van het Wetboek van economisch recht, het geleende bedrag aanwenden voor de terugbetalingen van de in aanmerking komende tegoedbonnen.

Indien de curator in het in het eerste lid bedoelde geval niet in staat is om over te gaan tot de integrale terugbetalingen van de in aanmerking komende tegoedbonnen aan de reizigers of indien één of meerdere van deze in aanmerking komende tegoedbonnen werden terugbetaald of werden gebruikt door de reizigers tussen het tijdstip waarop de lening werd toegekend en het faillissement van de organisator, betaalt de curator aan de Staat het ongebruikte saldo van het bedrag van de lening dat niet gebruikt werd, terug. Deze terugbetaling wordt verricht op de bankrekening van de Staat vermeld in de leningsovereenkomst.

Art. 13.§ 1. De Minister van Economie of zijn afgevaardigde kunnen, zonder voorafgaande ingebrekestelling, de lening beëindigen en vervroegde terugbetaling van het saldo van de lening alsook de opgelopen rente eisen in de volgende gevallen: 1° indien de organisator frauduleuze informatie en documenten voor de aanvraag van de lening heeft verstrekt;2° in geval van niet-naleving door de organisator om een jaarlijkse termijn te betalen;3° wanneer de organisator het geleende bedrag heeft aangewend voor een ander doeleinde dan dat voorzien in artikel 8, tweede lid;4° indien de in artikel 23 bedoelde afrekening frauduleus blijkt te zijn;5° in geval van faillissement, insolventie, ontbinding, vrijwillige of gedwongen vereffening, overname of wijziging van controle van de organisator;6° in geval van stopzetting of tijdelijke of definitieve onderbreking van de activiteiten van de organisator;7° in geval van een verhuizing van de zetel of verplaatsing van de activiteiten van de organisator naar het buitenland;8° in geval van niet-nakoming door de organisator van de verplichting tot het bewaren van bewijsstukken, bedoeld in artikel 29, paragraaf 1; of 9° in geval van weigering van de organisator om zich aan de in artikel 29, paragraaf 3, bedoelde controle te onderwerpen. § 2. De organisator is verplicht de Staat in kennis te stellen van de gebeurtenissen bedoeld in § 1, 5°, 6° en 7°, voordat zij zich voordoen of zodra het redelijkerwijs te verwachten is dat zij zich zullen voordoen. § 3. De Staat kan eveneens de betaling van een schadevergoeding eisen van de organisator indien de gevallen bedoeld in § 1, 1°, 2°, 3°, 4°, 8° en 9° zich voordoen. § 4. De eventuele beëindiging van een lening door de Staat verhindert deze laatste niet om een beroep te doen op de in artikel 26 bedoelde garantie op eerste verzoek, indien aan de voorwaarden voor een dergelijk beroep is voldaan. HOOFDSTUK 3 - Toekenningsvoorwaarden en informatie en documenten voor de aanvraag van de lening

Art. 14.§ 1. Om voor een lening in aanmerking te komen, voldoet de organisator aan de volgende toekenningsvoorwaarden: 1° de organisator mocht niet reeds op 31 december 2019 in moeilijkheden verkeren in de zin van artikel 2, punt 18 van verordening (EU) nr.651/2014; 2° In afwijking van 1°, komen micro- of kleine ondernemingen in de zin van bijlage I bij verordening (EU) nr.651/2014 die op 31 december 2019 reeds in moeilijkheden verkeerden, in aanmerking op voorwaarde dat deze micro- of kleine ondernemingen niet het voorwerp uitmaken van een collectieve insolventieprocedure op het moment van de toekenning van de leningen en geen reddings- of herstructureringssteun hebben genoten. § 2. Teneinde de elementen genoemd in paragraaf 1 aan te tonen, leggen de organisatoren de volgende documenten voor: 1° een kopie van hun jaarrekeningen van 2019 en 2020;2° een verklaring op eer waaruit blijkt dat de organisator voldoet aan de voorwaarden bedoeld in paragraaf 1;en 3° een kopie van hun volledige bestand uit de Kruispuntbank van Ondernemingen die hun situatie weergeeft van 31 december 2019 tot de datum waarop de organisator de informatie en documenten voor de aanvraag van de lening overeenkomstig artikel 17 heeft overgemaakt.

Art. 15.§ 1. Om te bepalen of een lening kan worden toegekend, en in voorkomend geval, welk bedrag van de lening, verstrekt de organisator de volgende informatie en documenten voor de aanvraag van de lening: 1° de informatie uit de tabel opgenomen in bijlage 1;2° de documenten bedoeld in artikel 14, paragraaf 2;3° een verklaring op eer of enig ander document dat het mogelijk maakt vast te stellen dat het bedrag van de aangevraagde lening daadwerkelijk overeenstemt met maximaal 80 % van de totale waarde van de in aanmerking komende tegoedbonnen uitgegeven door die organisator;4° de documenten waaruit blijkt dat het bedrag van de aangevraagde lening de criteria bedoeld in artikel 11, § 1, 1°, en 2° niet overschrijdt;5° in voorkomend geval, de verklaring op eer bedoeld in artikel 11, paragraaf 2;6° een kopie van het bestand bedoeld in artikel 2 van het ministerieel besluit van 19 maart 2020Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 19/03/2020 pub. 20/03/2020 numac 2020040676 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Ministerieel besluit betreffende de terugbetaling van opgezegde pakketreizen sluiten, aangevuld met een rubriek die de lijst van de in aanmerking komende tegoedbonnen uiteenzet die werden uitgegeven door deze organisator;7° een attest afgeleverd door de relevante financiële instelling waaruit blijkt dat de bankrekening, waarvan het nummer door de organisator wordt meegedeeld om het bedrag van de lening te ontvangen, voldoet aan de criteria van artikel 12, paragraaf 1;en 8° een verklaring op eer waarin de organisator verklaart dat hij niet reeds van staatssteun heeft genoten, of niet bezig is staatssteun te verkrijgen, ingevoerd op grond van artikel 3.2 van de Europese tijdelijke kaderregeling (steun in de vorm van garanties voor leningen) met betrekking tot andere leningen gebruikt voor de terugbetaling van de in aanmerking komende tegoedbonnen. Deze verklaring op eer geeft eveneens aan of de organisator genoten heeft van of rekent op het verkrijgen van andere staatssteun ingevoerd op grond van artikel 3.3 van de Europese tijdelijke kaderregeling (steun in de vorm van rentesubsidie voor leningen). In dat geval duidt de verklaring op eer de rechtsgrondslag voor de staatssteun en het bedrag dat de organisator genoten heeft of zal genieten, aan. § 2. De organisator houdt een kopie van de in aanmerking komende tegoedbonnen die door hem zijn uitgegeven ter beschikking van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie en de ambtenaren bedoeld in artikel 33, paragraaf 1. HOOFDSTUK 4 - Afsluitingsmodaliteiten van de leningen

Art. 16.Zodra de bepalingen van deze titel in werking treden, deelt de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie schriftelijk, desgevallend door middel van een e-mail, aan de organisatoren mee: 1° de wijze waarop deze organisatoren te werk moeten gaan om een lening toegekend te krijgen;2° de opsomming van de in artikel 15, paragraaf 1, bedoelde informatie en documenten voor de aanvraag van de lening;3° de verplichting van de organisatoren als bedoeld in artikel 15, paragraaf 2; 4° de werkwijze en de contactgegevens van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, die aan de organisatoren toelaat om de informatie en documenten voor de aanvraag van de lening over te maken alsook de afrekening bedoeld in artikel 23; en 5° het model van de verklaringen op eer bedoeld in de artikelen 11, paragraaf 2, 14, § 2, 2°, en 15, § 1, 3° en 8°.

Art. 17.Uiterlijk op 16 november 2021 maakt elke organisator die een lening wenst te verkrijgen, aan de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, de informatie en documenten over voor de aanvraag van de lening zoals bedoeld in artikel 15, paragraaf 1.

Art. 18.§ 1. Ten laatste tegen 3 december 2021, moet de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie: 1° overgaan tot de verificatie van de authenticiteit van de in artikel 15, paragraaf 1, bedoelde informatie en documenten voor de aanvraag van de lening overgemaakt door elke organisator overeenkomstig artikel 17;2° overgaan tot de verificatie van de naleving door de organisatoren die een lening wensen te verkrijgen, van de toekenningsvoorwaarden bedoeld in artikel 14;3° erop toezien dat het bedrag van de lening die door elke organisator wordt gevraagd, wel degelijk overeenstemt met maximum 80 % van de totale waarde van de in aanmerking komende tegoedbonnen uitgegeven door die organisator;4° erop toezien dat het bedrag van de door elke organisator aangevraagde lening de criteria bedoeld in artikel 11 niet overschrijdt;5° erop toezien dat de organisator correct het nummer heeft verstrekt van een bankrekening die voldoet aan de criteria van artikel 12, paragraaf 1;en 6° een beslissing nemen omtrent de lening. § 2. Elke beslissing omtrent de lening wordt naar behoren met redenen omkleed. § 3. Indien de lening wordt toegekend, bevat de beslissing omtrent de lening ten minste de volgende elementen: 1° de identiteit van de organisator;2° de juridische en feitelijke grond(en) die de toekenning van de lening rechtvaardigen;3° het bedrag van de lening;4° de verantwoording van het bedrag van de lening;5° de beroepsmogelijkheden;6° het feit dat de lening zal worden geformaliseerd in een leningsovereenkomst waarin de bijzondere voorwaarden van de lening zullen worden opgenomen;en 7° informatie over de procedure die moet worden gevolgd voor het daadwerkelijk sluiten van de leningsovereenkomst. § 4. In geval van weigering van een lening bevat de beslissing omtrent de lening ten minste de volgende elementen: 1° de identiteit van de organisator;2° de juridische en feitelijke grond(en) die de weigering van de lening rechtvaardigen;en 3° de beroepsmogelijkheden.

Art. 19.De toekenning van elke lening wordt geformaliseerd in een leningsovereenkomst die uiterlijk op 6 december 2021 wordt gesloten tussen de Staat en elk van de organisatoren aan wie een lening wordt toegekend.

Art. 20.Uiterlijk op 6 december 2021 bezorgt de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie aan de Algemene Administratie van de Thesaurie van de Federale Overheidsdienst Financiën een kopie van de leningsovereenkomsten en een tabel in elektronische vorm die het volgende bevat: 1° de lijst van organisatoren die een leningsovereenkomst hebben afgesloten alsook hun contactgegevens en adres;2° informatie met betrekking tot het bedrag van elke lening;3° de bankgegevens die de Staat in staat stellen om over te gaan tot de storting, aan de organisatoren die een leningsovereenkomst hebben afgesloten, op de bankrekeningen bedoeld in artikel 12, paragraaf 1; en 4° de identiteit en contactgegevens van de verzekeraar van elke organisator.

Art. 21.Uiterlijk op 31 december 2021, stort de Algemene Administratie van de Thesaurie van de Federale Overheidsdienst Financiën de geleende bedragen, aan de organisatoren die een leningsovereenkomst hebben afgesloten, op de bankrekeningen bedoeld in artikel 12, paragraaf 1. HOOFDSTUK 5 - Terugbetaling van de in aanmerking komende tegoedbonnen en opvolging van de leningen

Art. 22.Elke organisator gaat uiterlijk op 31 januari 2022 over tot de terugbetalingen aan de reizigers van de in aanmerking komende tegoedbonnen waarvoor hij een lening heeft aangevraagd.

Art. 23.Elke organisator legt ten laatste op 1 maart 2022 aan de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, een volledige afrekening voor van de bedragen gebruikt voor de in artikel 22 bedoelde terugbetalingen.

De Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie legt een kopie van deze afrekening voor aan de Algemene Administratie van de Thesaurie van de Federale Overheidsdienst Financiën.

Art. 24.Indien blijkt dat een organisator niet in staat is geweest om terugbetalingen te verrichten voor alle in aanmerking komende tegoedbonnen waarvoor hij een lening heeft aangevraagd, betaalt deze organisator de Staat uiterlijk op 1 maart 2022 het ongebruikte saldo van het bedrag van de lening terug.

De jaarlijkse termijnen verschuldigd door elke organisator overeenkomstig artikel 10, derde lid, worden door de Algemene Administratie van de Thesaurie van de Federale Overheidsdienst Financiën vastgesteld op basis van de in artikel 23 bedoelde afrekening en de overeenkomstig het eerste lid verrichte terugbetalingen. Deze jaarlijkse termijnen worden door de Algemene Administratie van de Thesaurie van de Federale Overheidsdienst Financiën aan elke organisator meegedeeld. HOOFDSTUK 6 - Invordering van de leningen

Art. 25.Van zodra een organisator in gebreke blijft een verschuldigde jaarlijkse termijn te betalen, stuurt de Federale Overheidsdienst Financiën onmiddellijk een uitnodiging tot betaling naar de in gebreke blijvende organisator met het verzoek de verschuldigde jaarlijkse termijn te betalen binnen vijftien kalenderdagen te rekenen vanaf de ontvangst van deze uitnodiging tot betaling. De uitnodiging tot betaling wordt geacht te zijn ontvangen op de derde werkdag volgend op de afgifte ervan bij de universele postdienst.

De leningen, waarvan ten minste één jaarlijkse termijn niet binnen de in het eerste lid bedoelde termijn van vijftien dagen wordt betaald, worden ingevorderd door de administratie van de Federale Overheidsdienst Financiën belast met de inning en de invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen, overeenkomstig de artikelen 3 en volgende van de domaniale wet van 22 december 1949. HOOFDSTUK 7 - Zekerheid

Art. 26.§ 1. Elke lening maakt het voorwerp uit van een zekerheid in de vorm van een garantie op eerste verzoek, verstrekt door de verzekeraar waarbij de organisator de verzekeringsdekking bedoeld in artikel 3 van het ministerieel besluit van 19 maart 2020Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 19/03/2020 pub. 20/03/2020 numac 2020040676 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Ministerieel besluit betreffende de terugbetaling van opgezegde pakketreizen sluiten heeft afgesloten. § 2. De garantie op eerste verzoek bedoeld in paragraaf 1 doet geen afbreuk aan artikel 34 van de wet van 13 maart 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/03/2016 pub. 23/03/2016 numac 2016011092 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen sluiten op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen en het artikel 5, 14°, van de wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen. § 3. De garantie op eerste verzoek bedoeld in paragraaf 1 heeft betrekking op het gehele uitstaande bedrag alsook de lopende rente. § 4. Onverminderd paragraaf 2, is de in paragraaf 1 bedoelde garantie op eerste verzoek beperkt tot een bedrag van 3 miljoen euro per lening.

Indien meerdere leningen werden toegekend aan meerdere organisatoren die tot dezelfde « groep » behoren, mogen de garanties op eerste verzoek voor deze leningen samen een bedrag van 3 miljoen euro niet overschrijden.

Voor de toepassing van het tweede lid wordt onder de term « groep » verstaan: een organisator en zijn eventuele moederondernemingen of zijn eventuele dochterondernemingen in de zin van artikel 1:15 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen. § 5. De Staat kan zich op de garantie op eerste verzoek bedoeld in paragraaf 1 beroepen zodra een organisator financieel onvermogend is en hij niet langer in staat is om de lening terug te betalen. § 6. Een organisator wordt als financieel onvermogend beschouwd van zodra hij in gebreke blijft een verschuldigde jaarlijkse termijn te betalen binnen één maand te rekenen vanaf de datum van uitwerking van de aanmaning tot betaling zoals bedoeld in artikel 13, paragraaf 1, van het Wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen die werd verzonden door de administratie van de Federale Overheidsdienst Financiën belast met de inning en de invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen waaraan de invordering van de lening overeenkomstig artikel 25, tweede lid, werd toevertrouwd. § 7. Het beroep op de garantie op eerste verzoek bedoeld in paragraaf 1 neemt de vorm aan van een aanmaning tot betaling als bedoeld in artikel 13, paragraaf 2, van het Wetboek voor de minnelijke en gerechtelijke invordering van de fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen, gericht aan de verzekeraar waarbij de organisator de verzekeringsdekking bedoeld in artikel 3 van het ministerieel besluit van 19 maart 2020Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 19/03/2020 pub. 20/03/2020 numac 2020040676 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Ministerieel besluit betreffende de terugbetaling van opgezegde pakketreizen sluiten heeft afgesloten.

Art. 27.§ 1. Indien de Staat gebruik maakt van de garantie op eerste verzoek bedoeld in artikel 26, kan de verzekeraar die de garantie verstrekt, geen uitzondering, bezwaar of geschil opwerpen onder meer op grond van: 1° de onderliggende leningsovereenkomst;2° de beëindiging van de leningsovereenkomst door de Staat overeenkomstig artikel 13;3° elk geschil tussen de Staat en de in gebreke blijvende organisator; of 4° elke interpretatie van de Wet van 21 november 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/11/2017 pub. 01/12/2017 numac 2017014061 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de verkoop van pakketreizen, gekoppelde reisarrangementen en reisdiensten sluiten betreffende de verkoop van pakketreizen, gekoppelde reisarrangementen en reisdiensten. § 2. Onverminderd paragraaf 1, kan een verzekeraar zich geheel of gedeeltelijk verzetten tegen het beroep op de in artikel 26 bedoelde garantie op eerste verzoek, indien deze verzekeraar aantoont dat hij de reizigers van de in gebreke blijvende organisator reeds geheel of gedeeltelijk heeft vergoed overeenkomstig artikel 3 van het ministerieel besluit van 19 maart 2020Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 19/03/2020 pub. 20/03/2020 numac 2020040676 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Ministerieel besluit betreffende de terugbetaling van opgezegde pakketreizen sluiten. § 3. De verzekeraar die overeenkomstig artikel 26 een lening heeft terugbetaald, wordt onmiddellijk gesubrogeerd ten belope van het terugbetaalde bedrag, in het geheel van rechten van de Staat ten opzichte van de in gebreke blijvende organisator. § 4. Onverminderd artikel 26, paragraaf 3, wanneer het totaal van de bedragen waarop beroep is gedaan bij een verzekeraar door een garantie op eerste verzoek van de Staat meer bedraagt dan 70 % van de totale waarde van de leningenportefeuille gegarandeerd door deze verzekeraar, dan garandeert deze verzekeraar niet meer dan een derde (1/3) van de door de Staat op eerste verzoek gevorderde bedragen, voor elk bedrag dat deze drempel van 70 % overschrijdt.

Wanneer bij toepassing van paragraaf 3 de verzekeraar de schuldvorderingen geheel of gedeeltelijk recupereert bij de in gebreke blijvende organisatoren, wordt het door de Staat geleden verlies zodanig herberekend dat het nooit meer bedraagt dan twee derde (2/3) van het totaal van de wanbetalingen dat de in het eerste lid bedoelde drempel van 70% overschrijdt. Daartoe zendt elke verzekeraar de Staat elk jaar, vanaf het tijdstip waarop de in het eerste lid bedoelde drempel van 70% wordt overschreden tot de definitieve afsluiting van de laatste invorderingsprocedure die nog loopt tegen een in gebreke blijvende organisator, een nauwkeurige afrekening van het geheel van de betaalde bedragen aan de Staat in het kader van de garanties op eerste verzoek bedoeld in artikel 26, alsook een afrekening van de bedragen die werden gerecupereerd in het kader van invorderingsprocedures tegen in gebreke blijvende organisatoren.

Deze afrekeningen maken het mogelijk om een actualisatie vast te stellen van de bedragen die door de verzekeraar verschuldigd zijn in het kader van het beroep op de garanties op eerste verzoek. Indien uit deze jaarlijkse actualisatie blijkt dat de bedragen betaald door de verzekeraar aan de Staat in het kader van de in artikel 26 bedoelde beroepen op garanties op eerste verzoek, lager zijn dan wat er normaal verschuldigd zou zijn aan de Staat, dan betaalt de verzekeraar het verschil. Omgekeerd, indien uit deze jaarlijkse actualisatie blijkt dat de bedragen betaald door de verzekeraar aan de Staat in het kader van de in artikel 26 bedoelde beroepen op de garanties op eerste verzoek, hoger zijn dan wat er normaal verschuldigd is aan de Staat, dan betaalt deze laatste de verzekeraar terug. Deze betalingen worden verricht in de maand die volgt op de vaststelling van de afrekeningen.

Het bedrag van deze betalingen wordt vanaf de tweede afrekeningen verhoogd met een interest, die berekend wordt vanaf de datum van de afrekeningen van het voorgaande jaar tot de datum van de huidige afrekeningen, tegen de OLO 1 jaar rentevoet die is vastgesteld op de datum van de afrekeningen van het voorgaande jaar.

Voor de berekening van de in het eerste lid bedoelde drempel wordt de totale waarde van de portefeuille van door de verzekeraar gegarandeerde leningen berekend zonder rekening te houden met de in artikel 26, paragraaf 4 bedoelde limiet van 3 miljoen euro.

Onverminderd het eerste, tweede en derde lid, is de Minister van Financiën bevoegd om op elk moment, met elke verzekeraar een transactie af te sluiten met het oog op de vaststelling van een voorafgaande, finale en definitieve afrekening van de bedragen die voorwerp uitmaken van de in artikel 26 bedoelde garanties op eerste verzoek. HOOFDSTUK 8 - Bewaring van documenten en controles

Art. 28.§ 1. De Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie bewaart gedurende de volledige terugbetalingstermijn van elke lening en 24 maanden daarna, de volgende documenten met betrekking tot elke lening: 1° de leningsovereenkomst;2° de beslissing omtrent de lening;3° de informatie en documenten voor de aanvraag van de lening;4° de afrekening bedoeld in artikel 23;en 5° in het algemeen, alle briefwisseling en communicatie uitgewisseld met de organisator die de lening heeft verkregen. § 2. Onverminderd artikel 6 van het Wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen en artikel 3 van de domaniale wet van 22 december 1949, mag de Federale Overheidsdienst Financiën de persoonsgegevens opgenomen in de documenten overgemaakt overeenkomstig in artikel 20 en de afrekeningen bedoeld in artikel 23 niet langer bewaren dan de duur van de volledige terugbetaling van elke lening en 24 maanden daarna. § 3. De documenten bedoeld in paragrafen 1 en 2 kunnen door de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie en de Federale Overheidsdienst Financiën worden meegedeeld aan de ambtenaren bedoeld in artikel 33, paragraaf 1.

Art. 29.§ 1. De organisator aan wie een lening werd verstrekt, heeft de verplichting om gedurende de volledige terugbetalingstermijn van de lening en tot 24 maanden daarna te bewaren: 1° de inlichtingen en documenten voor de aanvraag van de lening;2° de documenten bedoeld in artikel 15, paragraaf 2: 3° de bewijsstukken;4° een kopie van de in artikel 23 bedoelde afrekening;en 5° het bestand bedoeld in paragraaf 2. § 2. De organisator aan wie een lening werd toegekend, houdt permanent een bestand bij van alle in aanmerking komende tegoedbonnen die gedeeltelijk of volledig werden terugbetaald met deze lening. Dit bestand vermeldt, per in aanmerking komende tegoedbon, de volgende gegevens: 1° de totale waarde van de in aanmerking komende tegoedbon;2° de titularis van de in aanmerking komende tegoedbon;3° het bedrag dat werd terugbetaald op basis van de lening;en 4° de datum waarop de terugbetaling van de in aanmerking komende tegoedbon werd uitgevoerd. Dit permanent bestand kan desgevallend geïntegreerd worden in het permanent bestand bedoeld in artikel 2 van het ministerieel besluit van 19 maart 2020Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 19/03/2020 pub. 20/03/2020 numac 2020040676 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Ministerieel besluit betreffende de terugbetaling van opgezegde pakketreizen sluiten. § 3. Teneinde de Staat toe te laten om de naleving van de toekenningsvoorwaarden en de informatie en documenten voor de aanvraag van de lening doeltreffend te controleren, de Staat toe te laten zich te verzekeren dat elke organisator zijn lening correct heeft aangewend voor de terugbetalingen van de tegoedbonnen overeenkomstig artikel 8, tweede lid, en in het algemeen om te verzekeren dat er geen fraude is, moet de organisator aan wie een lening werd verstrekt, op elk moment gedurende de volledige terugbetalingstermijn van de lening en tot 24 maanden daarna, de informatie en documenten voor de aanvraag van de lening, de afrekening bedoeld in artikel 23 alsook de bewijsstukken en de in paragraaf 2 en artikel 15, paragraaf 2 genoemde informatie daarvan kunnen overmaken: 1° aan de ambtenaren bedoeld in artikel 33, paragraaf 1;of 2° aan elke andere entiteit die specifiek door de Staat werd gemachtigd om een dergelijke controle uit te voeren. HOOFDSTUK 9 - Opsporing en vaststelling van inbreuken en toepasselijke sancties

Art. 30.De bestuurders van een organisator die het geleende bedrag hebben aangewend voor een ander doeleinde dan voorzien in artikel 8, tweede lid, worden persoonlijk, en hoofdelijk met de organisator, aansprakelijk gesteld ten aanzien van de Staat voor de terugbetaling van de lening.

Art. 31.De organisator die het geleende bedrag voor een ander doeleinde dan het in artikel 8, tweede lid, voorziene doel heeft aangewend, alsook de bestuurders van deze organisator worden gestraft met een gevangenisstraf van één maand tot vijf jaar en een strafrechtelijke geldboete of een administratieve geldboete van zesentwintig euro tot vijfhonderd euro.

De vervolging van de inbreuk bedoeld in het eerste lid gebeurt overeenkomstig titel 1/1 van Boek XV van het Wetboek van economisch recht.

De administratieve geldboete bedoeld in het eerste lid wordt opgelegd overeenkomstig de procedure voorzien in titel 1/2 van Boek XV van het Wetboek van economisch recht.

De inbreuk bedoeld in het eerste lid kan ook het voorwerp uitmaken van een transactieprocedure als bedoeld in artikel XV.61 van het Wetboek van economisch recht.

De opdeciemen bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de wet van 5 maart 1952Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/03/1952 pub. 13/01/2010 numac 2009000850 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de opdecimes op de strafrechtelijke geldboeten Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de opdeciemen op de strafrechtelijke geldboeten zijn eveneens van toepassing op de administratieve geldboetes bedoeld in het eerste lid.

De sancties voorzien in het eerste tot het vijfde lid kunnen eveneens worden opgelegd aan de organisatoren die weigeren om zich te onderwerpen aan de controles die de Staat overeenkomstig artikel 8, tweede lid, uitvoert om het correcte gebruik van de leningen na te gaan.

De sancties voorzien in het eerste tot het zesde lid kunnen eveneens worden opgelegd aan organisatoren die hun activiteiten als natuurlijke personen uitoefenen.

Art. 32.Boek 1 van het Strafwetboek, met inbegrip van hoofdstuk VII en artikel 85, is van toepassing op de in artikel 31 bedoelde inbreuk.

Art. 33.§ 1. Onverminderd de bevoegdheden van de politieambtenaren, zijn de ambtenaren van de Algemene Directie Economische Inspectie van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie bevoegd om de inbreuken op de bepalingen van deze titel op te sporen en vast te stellen en om de controles uit te voeren bedoeld in artikel 29, paragraaf 3. § 2. De processen-verbaal opgesteld door de ambtenaren bedoeld in paragraaf 1 hebben bewijskracht tot bewijs van het tegendeel.

Een afschrift van het proces-verbaal wordt binnen dertig dagen na de vaststelling van de inbreuk aan de overtreder overgemaakt, op de wijze voorzien in artikel XV.2, paragraaf 2, van het Wetboek van economisch recht. § 3. Een afschrift van het proces-verbaal wordt overgemaakt aan de Minister van Economie of zijn afgevaardigde die bevoegd zijn voor de formaliteiten bedoeld in artikel 13. § 4. De opsporing en vaststelling van inbreuken door de in paragraaf 1 bedoelde ambtenaren gebeurt overeenkomstig de bepalingen van boek XV, titel 1, hoofdstuk 1 van het Wetboek van economisch recht. § 5. Indien een inbreuk bedoeld in artikel 31 werd vastgesteld, wordt het proces-verbaal overgemaakt aan de Directeur-generaal van de Algemene Directie Economische Inspectie van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie om te bepalen of een transactie kan worden voorgesteld overeenkomstig paragraaf 7 dan wel of een strafrechtelijke of administratieve vervolging kan worden ingeleid. § 6. Indien de Directeur-generaal van de Algemene Directie Economische Inspectie van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie van oordeel is dat een strafvervolging moet worden ingesteld, verzendt hij het in paragraaf 2 bedoelde proces-verbaal aan het openbaar ministerie. § 7. Wanneer inbreuken op de bepalingen van deze titel worden vastgesteld, kan de Directeur-generaal van de Algemene Directie Economische Inspectie van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie aan de overtreders een transactie voorstellen overeenkomstig artikel XV.61 van het Wetboek van economisch recht. § 8. Het bedrag van de transactie bedoeld in paragraaf 7 mag niet hoger zijn dan het maximumbedrag van de strafrechtelijke geldboete die wegens de vastgestelde inbreuk kan worden opgelegd, verhoogd met de opdeciemen. § 9. De betalings- en inningswijzen van de in paragraaf 7 bedoelde transactie zijn deze bedoeld in het koninklijk besluit van 10 april 2014Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 10/04/2014 pub. 29/04/2014 numac 2014011287 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit betreffende de transactie bij inbreuken op de bepalingen van het Wetboek van economisch recht en zijn uitvoeringsbesluiten sluiten betreffende de transactie bij inbreuken op de bepalingen van het Wetboek van economisch recht en zijn uitvoeringsbesluiten.

Art. 34.Het openbaar ministerie stelt de bevoegde ambtenaren bedoeld in artikel XV.60/4 van het Wetboek van economisch recht in kennis van zijn beslissing om al dan niet een strafvervolging in te stellen, of al dan niet een minnelijke schikking bedoeld in artikel 216bis van het Wetboek van strafvordering of een bemiddeling in strafzaken bedoeld in artikel 216ter van hetzelfde Wetboek voor te stellen.

Wanneer het openbaar ministerie ervan afziet een strafvervolging in te stellen, of een minnelijke schikking bedoeld in artikel 216bis van het Wetboek van strafvordering of een bemiddeling in strafzaken bedoeld in artikel 216ter van hetzelfde Wetboek voor te stellen, of wanneer het openbaar ministerie geen beslissing heeft genomen binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de dag van ontvangst van het proces-verbaal waarin de inbreuk werd vastgelegd, beslissen de bevoegde ambtenaren bedoeld in artikel XV.60/4 van het Wetboek van economisch recht of de procedure inzake een administratieve geldboete moet worden opgestart.

Indien het openbaar ministerie ervan afziet een strafvervolging in te stellen, of een minnelijke schikking bedoeld in artikel 216bis van het Wetboek van strafvordering of een bemiddeling in strafzaken bedoeld bij artikel 216ter van hetzelfde Wetboek voor te stellen, bezorgt het een afschrift van de procedurestukken van de aanvullende onderzoeksdaden aan de bevoegde ambtenaren bedoeld in artikel XV.60/4 van het Wetboek van economisch recht. HOOFDSTUK 10 - Verwerkingen van persoonsgegevens en elektronische ondertekening

Art. 35.Teneinde de Federale Overheidsdienst Financiën, de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie en de verzekeraars in staat te stellen om hun verplichtingen uit hoofde van de bepalingen van deze titel na te leven, en in het bijzonder om hen in staat te stellen de organisatoren die als natuurlijke personen optreden, alsmede van de natuurlijke persoon-bestuurders van organisatoren die als rechtspersoon optreden, op geldige wijze te identificeren kunnen de Federale Overheidsdienst Financiën, de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie en de verzekeraars gebruik maken van het rijksregisternummer of, voor buitenlanders, hun equivalente officiële identificatienummer.

Art. 36.§ 1. Elke organisator is de verwerkingsverantwoordelijke voor persoonsgegevens die hij uitvoert met het oog op de naleving van verordening (EU) 2016/679, de wet van 30 juli 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/07/2018 pub. 05/09/2018 numac 2018040581 bron federale overheidsdienst justitie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken en ministerie van landsverdediging 30 JULI 2018 - Wet betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens type wet prom. 30/07/2018 pub. 05/09/2018 numac 2018031589 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende diverse bepalingen inzake Economie type wet prom. 30/07/2018 pub. 10/08/2018 numac 2018031637 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse financiële bepalingen sluiten en de artikelen 15,17, 22, 23 en 29. § 2. Elke organisator informeert, op een duurzame drager, zijn bestuurders, de reizigers alsook de natuurlijke personen van wie de gegevens moeten worden meegedeeld overeenkomstig artikel 15, § 1, 1° en 6° over: 1° het feit dat hij, overeenkomstig de artikelen 17 en 23, enkele van hun persoonsgegevens meedeelt aan de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie; 2° het feit dat deze overdracht van persoonsgegevens gebeurt opdat deze organisator een lening zou kunnen verkrijgen die hem toelaat over te gaan tot de terugbetalingen van de tegoedbonnen die ten voordele van de reizigers aan wie hij tegoedbonnen heeft toegekend, werden uitgegeven; 3° de contactgegevens van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie die overeenkomstig artikel 16, 4° worden meegedeeld; 4° het feit dat de Staat zich toegang kan verschaffen tot die persoonsgegevens in het kader van controles door de in artikel 33, paragraaf 1 bedoelde ambtenaren;5° hun rechten overeenkomstig de artikelen 12 tot 22 en 34 van verordening (EU) 2016/679;en 6° het feit dat deze persoonsgegevens worden bewaard gedurende de periode bedoeld in de artikelen 28, paragraaf 1, en 29, paragraaf 1.

Art. 37.De Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, vertegenwoordigd door de voorzitter van het Directiecomité, is de verwerkingsverantwoordelijke in de zin van verordening (EU) 2016/679 en de wet van 30 juli 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/07/2018 pub. 05/09/2018 numac 2018040581 bron federale overheidsdienst justitie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken en ministerie van landsverdediging 30 JULI 2018 - Wet betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens type wet prom. 30/07/2018 pub. 05/09/2018 numac 2018031589 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende diverse bepalingen inzake Economie type wet prom. 30/07/2018 pub. 10/08/2018 numac 2018031637 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse financiële bepalingen sluiten voor het verzamelen, overdragen, verwerken en opslaan, voor de doeleinden in de artikelen 17, 18, 19, 20, 23 en 31, van persoonsgegevens met betrekking tot organisatoren die hun activiteiten als natuurlijke personen uitoefenen alsook de persoonsgegevens van de bestuurders van de organisatoren evenals van de natuurlijke personen wiens gegevens noodzakelijk zijn om de tabel in elektronische vorm bedoeld in artikel 20 in te vullen en van de persoonsgegevens betreffende de reizigers.

De in het eerste lid bedoelde persoonsgegevens zijn het rijksregisternummer verzameld overeenkomstig artikel 35 alsook de persoonsgegevens die nodig zijn om de tabel in elektronisch formaat bedoeld in artikel 20 in te vullen, de gegevens die noodzakelijk zijn voor het opstellen van de afrekening bedoeld in artikel 23 en de gegevens die moeten worden meegedeeld in de vorm van informatie en documenten voor de aanvraag van een lening en die nodig zijn voor de leningsovereenkomsten af te sluiten en over te gaan tot de opvolging en de invordering van de leningen.

Het verzamelen, verwerken en opslaan van de in het eerste lid bedoelde persoonsgegevens geschiedt overeenkomstig de bepalingen van verordening (EU) 2016/679 en met inachtneming van de uitoefening, door de organisator die zijn activiteiten als natuurlijke persoon uitoefent alsook door de bestuurders van de organisatoren, door de natuurlijke personen wiens gegevens noodzakelijk zijn om de tabel in elektronische vorm bedoeld in artikel 20 in te vullen en door de reizigers, van de rechten bedoeld in de artikelen 12 tot 22 en 34 van verordening (EU) 2016/679.

De in het eerste lid bedoelde persoonsgegevens mogen niet langer worden bewaard dan 24 maanden na de periode van volledige terugbetaling van de lening toegekend aan de organisator die zijn activiteiten als natuurlijke persoon uitoefent.

Art. 38.De Federale Overheidsdienst Financiën, vertegenwoordigd door de voorzitter van het Directiecomité, is de verwerkingsverantwoordelijke voor de overeenkomstig artikelen 20 en 23 verstrekte persoonsgegevens met het oog op het vervullen van de in artikelen 21, 24, tweede lid, en 25, eerste lid, bedoelde formaliteiten.

Art. 39.De Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, vertegenwoordigd door de voorzitter van het directiecomité, is de verwerkingsverantwoordelijke van persoonsgegevens: 1° in het kader van de controles en vervolgingen uitgevoerd door de ambtenaren bedoeld in artikel 33, paragraaf 1;en 2° in het kader van de toepassing van artikel 33, paragraaf 3, met het oog op de implementatie van artikel 13.

Art. 40.De leningsovereenkomsten en, in het algemeen, alle contractuele documenten die nodig zijn voor de uitvoering van de bepalingen van deze titel, kunnen elektronisch worden afgesloten overeenkomstig artikel XII.15 van het Wetboek van economisch recht.

Daartoe mag alleen een gekwalificeerde elektronische handtekening, in de zin van Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt en tot intrekking van Richtlijn 1999/93/EG, gebruikt worden. HOOFDSTUK 11 - Protocollen

Art. 41.De Federale Overheidsdienst Financiën en de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie sluiten één of meerdere protocollen teneinde een efficiënte en gecoördineerde uitwisseling van informatie te verzekeren in het kader van de totstandkoming van de leningen, de betaling ervan, de opvolging en de invordering ervan en, indien nodig, om controles te waarborgen en het opleggen van sancties mogelijk te maken. HOOFDSTUK 12 - Slotbepalingen

Art. 42.De bepalingen van deze titel treden in werking de dag waarop ze in het Belgisch Staatsblad worden bekendgemaakt.

Art. 43.De Minister van Economie, de Minister van Financiën en de Staatssecretaris voor Begroting en Consumentenbescherming zijn, ieder voor wat hen betreft, belast met de uitvoering van de bepalingen van deze titel.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 21 november 2021.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Economie, P.-Y. DERMAGNE De Minister van Financiën, V. VAN PETEGHEM De Minister van Justitie, V. VAN QUICKENBORNE De Minister van Leefmilieu, Z. KHATTABI De Minister van Binnenlandse Zaken A. VERLINDEN De Staatssecretaris voor Consumentenbescherming E. DE BLEEKER Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, V. VAN QUICKENBORNE _______ Nota (1)Kamer van volksvertegenwoordigers : (www.dekamer.be) Stukken : 55-2163 (2020/2021) Integraal Verslag : 28 oktober 2021

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^