Etaamb.openjustice.be
Wet van 21 december 2006
gepubliceerd op 29 december 2006

Wet houdende omzetting van richtlijn 2004/52/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de interoperabiliteit van elektronische tolheffingssystemen voor het wegverkeer in de Gemeenschap

bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie en federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer
numac
2006014293
pub.
29/12/2006
prom.
21/12/2006
ELI
eli/wet/2006/12/21/2006014293/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

21 DECEMBER 2006. - Wet houdende omzetting van richtlijn 2004/52/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de interoperabiliteit van elektronische tolheffingssystemen voor het wegverkeer in de Gemeenschap (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2.§ 1. Deze wet bepaalt de voorwaarden waaraan de in § 2 bedoelde en op Belgisch grondgebied geïnstalleerde elektronische tolheffingssystemen moeten voldoen om hun interoperabiliteit te garanderen met elektronische tolheffingssystemen die op het grondgebied van andere Lidstaten van de Europese Unie zijn geïnstalleerd. § 2. Onverminderd de bevoegdheid van de Gewesten inzake heffingen op de infrastructuur, inzake fiscaliteit, openbare werken en vervoer, is deze wet van toepassing op de elektronische inning van alle types van tolgelden op het gehele Belgische wegennet.

In afwijking van § 2, lid 1, is deze wet niet van toepassing op : - tolheffingssystemen voor het wegverkeer waarvoor geen elektronische manier van innen bestaat; - elektronische tolheffingssystemen voor het wegverkeer waarvoor geen uitrusting in voertuigen hoeft te worden ingebouwd; - kleine, strikt lokale tolheffingssystemen voor het wegverkeer waarvoor de kosten voor de aanpassing aan deze wet niet in verhouding zouden staan tot de opbrengst.

Art. 3.§ 1. Elk nieuw elektronisch tolheffingssysteem dat vanaf 1 januari 2007 in gebruik wordt genomen is voor de afhandeling van elektronische tolheffingstransacties gebaseerd op een of meer van de volgende technologieën : - plaatsbepaling per satelliet; - mobiele communicatie volgens de GSM-GPRS-norm (referentie GSM TS 03.60/23.060); - 5,8 GHz microgolven. § 2. De exploitanten stellen, volgens het in § 4 opgenomen tijdschema, aan geïnteresseerde gebruikers apparatuur ter beschikking die in het voertuig kan worden ingebouwd, die geschikt is voor alle in de lidstaten van de Europese Unie in gebruik zijnde elektronische tolheffingssystemen waarin de in § 1 genoemde technologieën worden aangewend en die geschikt is voor gebruik in alle types voertuigen.

Deze apparatuur is op zijn minst interoperabel en in staat te communiceren met alle in de lidstaten in gebruik zijnde systemen die gebaseerd zijn op een of meer van de in § 1 genoemde technologieën. § 3. Onverminderd § 1 kan de ingebouwde apparatuur ook geschikt zijn voor andere technologieën, op voorwaarde dat zulks niet tot extra last voor de gebruikers leidt of discriminatie tussen hen teweegbrengt.

Desnoods kan de ingebouwde apparatuur ook aan de elektronische tachograaf van het voertuig worden gekoppeld. § 4. De exploitanten en dienstverleners bieden de Europese elektronische tolheffingsdienst volgens onderstaand tijdschema aan hun klanten aan : - voor alle voertuigen van meer dan 3,5 ton en voor alle voertuigen die meer dan negen personen (bestuurder + 8) mogen vervoeren, uiterlijk drie jaar nadat de Europese Commissie de besluiten tot definiëring van de Europese elektronische tolheffingsdienst heeft genomen; - voor alle andere voertuigtypes uiterlijk vijf jaar nadat deze besluiten genomen zijn.

Art. 4.De met het oog op het functioneren van de Europese elektronische tolheffingsdienst noodzakelijke verwerking van persoonsgegevens gebeurt in overeenstemming met de regels inzake de bescherming van de fundamentele rechten en vrijheden van personen, waaronder de persoonlijke levenssfeer en met naleving van de bepalingen van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens en de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie.

Art. 5.§ 1. De Koning kan de essentiële kenmerken bepalen waaraan de door deze wet bedoelde systemen en de in de voertuigen ingebouwde apparatuur moeten voldoen evenals de wijze waarop de exploitanten de goede werking van de door hen geïnstalleerde systemen en aangeboden apparatuur aantonen. § 2. In dit geval, duidt Hij de dienst(en) aan, belast met het nazicht van de overeenstemming van deze systemen en apparatuur met de overeenkomstig § 1 vastgelegde kenmerken. Hij kan bovendien een systeem van delegatie voorzien, waarvan Hij de voorwaarden van uitoefening bepaalt.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 21 december 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Economie, M. VERWILGHEN De Minister van Mobiliteit, R. LANDUYT Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Parlementaire verwijzingen : Stukken van de Kamer van volksvertegenwoordigers : 51-2717 - 2006/2007 : Nr.1 : Wetsontwerp. - Nr. 2 : Verslag. - Nr. 3 : Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Senaat.

Integraal verslag : 16 november 2006.

Stukken van de Senaat : 3-1917 - 2006/2007 : Nr. 1 : Ontwerp niet geëvoceerd door de Senaat.

^