Etaamb.openjustice.be
Wet van 21 augustus 2022
gepubliceerd op 09 november 2022

Wet tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, wat betreft de onderzoekers, stagiairs en vrijwilligers

bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
numac
2022042195
pub.
09/11/2022
prom.
21/08/2022
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

21 AUGUSTUS 2022. - Wet tot wijziging van de wet van 15 december 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/1980 pub. 20/12/2007 numac 2007000992 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/12/1980 pub. 12/04/2012 numac 2012000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, wat betreft de onderzoekers, stagiairs en vrijwilligers (1)


****, **** der Belgen, **** allen die nu zijn en hierna wezen zullen, **** Groet.

De **** van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en **** bekrachtigen, hetgeen volgt : HOOFDSTUK 1. - **** bepalingen

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

Art. 2.Deze wet voorziet in de gedeeltelijke omzetting van richtlijn 2016/801 van het **** **** en de **** van 11 mei 2016 betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van **** met het oog op onderzoek, studie, stages, vrijwilligerswerk, ****, educatieve projecten of au-**** (****). HOOFDSTUK 2. - **** van de wet van 15 december 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/1980 pub. 20/12/2007 numac 2007000992 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/12/1980 pub. 12/04/2012 numac 2012000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen Afdeling 1. - **** bepalingen

Art. 3.**** artikel 1/1, § 2, van de wet van 15 december 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/1980 pub. 20/12/2007 numac 2007000992 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/12/1980 pub. 12/04/2012 numac 2012000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, ingevoegd bij de wet van 19 december 2014 en laatstelijk gewijzigd bij wet van 11 juli 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/07/2021 pub. 05/08/2021 numac 2021031853 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, wat betreft de studenten sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: ****) de bepaling onder 9° wordt vervangen als volgt: "9° artikel 61/12;"; ****) de paragraaf wordt aangevuld met de bepalingen onder 15° tot 18°, ****: "15° artikel 61/13/8;16° artikel 61/13/12;17° artikel 61/13/18; 18° artikel 61/13/27.".

Art. 4.**** artikel 1/2 van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 18 december 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/12/2016 pub. 08/02/2017 numac 2017010505 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot invoering van een algemene verblijfsvoorwaarde in de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen type wet prom. 18/12/2016 pub. 16/01/2017 numac 2017030051 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot invoering van een algemene verblijfsvoorwaarde in de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen sluiten en laatstelijk gewijzigd bij wet van 11 juli 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/07/2021 pub. 05/08/2021 numac 2021031853 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, wat betreft de studenten sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: ****) in paragraaf 1, tweede lid, wordt de bepaling onder 12° vervangen als volgt: "12° artikel 10bis, §§ 4 tot 6;"; ****) paragraaf 1, tweede lid, wordt aangevuld met de bepalingen onder 15° tot 19°, ****: "15° artikel 61/12;16° artikel 61/13/8;17° artikel 61/13/12;18° artikel 61/13/18; 19° artikel 61/13/27.".

Art. 5.**** artikel 10bis van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 8 juli 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/07/2011 pub. 12/09/2011 numac 2011000547 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen wat betreft de voorwaarden tot gezinshereniging sluiten en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 11 juli 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/07/2021 pub. 05/08/2021 numac 2021031853 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, wat betreft de studenten sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 5 worden de woorden "artikel 61/34" vervangen door de woorden "artikel 61/39 of artikel 61/48";2° paragraaf 5 wordt aangevuld met een lid, ****: "Wanneer een familie echter al is gevormd of opnieuw is gevormd in een andere lidstaat van de **** ****, legt het familielid de volgende informatie en documenten voor: 1° de geldige **** afgeleverd door de eerste lidstaat; 2° het bewijs dat hij in de hoedanigheid van familielid in de eerste lidstaat heeft verbleven."; 3° paragraaf 6 wordt vervangen als volgt: " § 6.Paragraaf 2 is eveneens van toepassing op de in artikel 10, § 1, eerste lid, 4° tot 6°, bedoelde familieleden van de vreemdeling die met toepassing van artikel 61/13/3 of artikel 61/13/10 gemachtigd werd tot verblijf.

Wanneer een familie echter al is gevormd of opnieuw is gevormd in een andere lidstaat van de **** ****, legt het familielid van de vreemdeling die met toepassing van artikel 61/13/10 gemachtigd werd tot verblijf, de volgende informatie en documenten voor: 1° de geldige **** afgeleverd door de eerste lidstaat; 2° het bewijs dat hij in de hoedanigheid van familielid in de eerste lidstaat heeft verbleven.".

Art. 6.**** artikel 10ter van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet 15 september 2006 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 31 juli 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 31/07/2020 pub. 28/08/2020 numac 2020031279 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen wat binnen een onderneming overgeplaatste personen betreft en tot wijziging van de wet van 6 mei 2009 houdende diverse bepalingen betreffende asiel en immigratie wat de inhaling van de achterstand met betrekking tot de betwistingen betreft sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 2****, eerste lid, worden de woorden "artikel 10bis, §§ 5 en 6" vervangen door de woorden "artikel 10bis, § 5";2° het artikel wordt aangevuld met een paragraaf 2**** ****: " § 2****.**** afwijking van paragraaf 2 wordt de beslissing over de aanvraag voor een machtiging tot verblijf van de in artikel 10bis, § 6, bedoelde familieleden ten laatste binnen negentig dagen volgend op de indiening van de aanvraag zoals in paragraaf 1 wordt gedefinieerd, ter kennis gebracht.

Wanneer de aanvraag bedoeld in het eerste lid op hetzelfde ogenblik wordt ingediend als de aanvraag ingediend overeenkomstig artikel 61/12 of artikel 61/13/8, van de onderdaan van een derde land bij wie zij zich willen vervoegen, behandelt de minister of zijn gemachtigde deze aanvragen tegelijk.".

Art. 7.**** artikel 19 van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 25 april 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/2007 pub. 10/05/2007 numac 2007000465 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen sluiten en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 24 februari 2017, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 wordt tussen het derde en het vierde lid een lid ingevoegd, ****: "**** vreemdeling bedoeld in artikel 61/12 en die gebruik heeft gemaakt van zijn recht op lange-**** in een andere lidstaat behoudt zijn recht op terugkeer zolang zijn **** vergunning voor onderzoeker geldig is."; 2° het artikel wordt aangevuld met een een paragraaf 5, ****: " § 5.Wanneer de onderdaan van een derde land die **** van het recht op mobiliteit, niet of niet langer voldoet aan de voorwaarden voor mobiliteit in de tweede lidstaat of indien de door de minister of zijn gemachtigde afgegeven vergunning tijdens de periode van mobiliteit in de tweede lidstaat is verstreken, beëindigd of ingetrokken, wordt de onderdaan van een derde land door de minister of zijn gemachtigde, op verzoek van de tweede lidstaat, zonder formaliteiten en onverwijld, toegelaten het Rijk opnieuw binnen te komen.

De Koning kan bepalen: 1° in welke gevallen een document aan deze onderdaan van een derde land wordt afgegeven; 2° welk document in voorkomend geval wordt afgeleverd.".

Art. 8.**** artikel 61/1 van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 11 juli 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/07/2021 pub. 05/08/2021 numac 2021031853 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, wat betreft de studenten sluiten, wordt paragraaf 3 opgeheven. Afdeling 2. - Onderzoekers

Art. 9.In titel ****, hoofdstuk ****, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 21 april 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/04/2007 pub. 26/04/2007 numac 2007021045 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen sluiten, wordt een afdeling 1 ingevoegd die de artikelen 61/10 en 61/11 bevat, ****: "Afdeling 1. **** bepalingen.".

Art. 10.**** artikel 61/10 van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 21 april 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/04/2007 pub. 26/04/2007 numac 2007021045 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen sluiten, wordt paragraaf 1 vervangen als volgt: " § 1. Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder: 1° onderzoeker: de onderdaan van een derde land bedoel in artikel 37, 1°, van het **** van 6 december 2018;2° erkende ****: de **** bedoeld in artikel 37, 2°, van het **** van 6 december 2018;3° onderzoek: het werk bedoeld in artikel 37, 8°, van het **** van 6 december 2018;****: de overeenkomst bedoeld in artikel 37, 3°, van het **** van 6 december 2018;5° eerste lidstaat: de lidstaat bedoeld in artikel 37, 4°, van het **** van 6 december 2018;6° tweede lidstaat: de lidstaat bedoeld in artikel 37, 5°, van het **** van 6 december 2018;7° vergunning voor onderzoeker: de **** bedoeld in artikel 37, 6°, van het **** van 6 december 2018;8° vergunning voor lange-**** voor onderzoekers: de **** bedoeld in artikel 37, 7°, van het **** van 6 december 2018;9° korte-****: het recht bedoeld in artikel 37, 9°, van het **** van 6 december 2018; 10° lange-****: het recht bedoeld in artikel 37, 10°, van het **** van 6 december 2018.".

Art. 11.Artikel 61/11 van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 21 april 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/04/2007 pub. 26/04/2007 numac 2007021045 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen sluiten en gewijzigd bij de wet van 4 mei 2016, wordt vervangen als volgt: "

Art. 61/11.**** bepalingen van dit hoofdstuk zijn van toepassing op: 1° de onderdanen van een derde land die verzoeken gemachtigd te worden of reeds gemachtigd zijn om meer dan negentig dagen op het grondgebied van het Rijk te verblijven in de hoedanigheid van onderzoeker verbonden door een **** met een erkende ****;2° de onderdanen van een derde land die in een andere lidstaat van de **** **** een vergunning voor onderzoeker hebben gekregen en het Rijk willen binnenkomen om hier te verblijven en te werken in het kader van korte-****;3° de onderdanen van een derde land die in een andere lidstaat van de **** **** een vergunning voor onderzoeker hebben gekregen en het Rijk willen binnenkomen om hier te verblijven en te werken in het kader van lange-****, op basis van een **** met een erkende ****;4° de onderdanen van een derde land bedoeld in de bepalingen onder 1° en 2° die gemachtigd worden om in één van deze hoedanigheden in het Rijk te verblijven en er te werken;5° de onderdanen van een derde land die gemachtigd werden om in de hoedanigheid van onderzoeker in het Rijk te verblijven en te werken en die hun verblijf tijdelijk willen voortzetten teneinde werk te zoeken of een onderneming op te richten; 6° de in artikel 10, § 1, eerste lid, 4° tot 6°, bedoelde familieleden van een onderzoeker die in een andere lidstaat van de **** **** gemachtigd werden tot verblijf als familieleden van deze onderzoeker voor zover zij zich bij deze vervoegen in het kader van korte-****.".

Art. 12.In titel ****, hoofdstuk ****, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 21 april 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/04/2007 pub. 26/04/2007 numac 2007021045 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen sluiten, wordt een afdeling 2 ingevoegd, ****: "Afdeling 2. **** voor onderzoeker.".

Art. 13.**** afdeling 2, ingevoegd bij artikel 12, wordt een onderafdeling 1 ingevoegd die de artikelen 61/12 tot 61/13/2 bevat, ****: "Onderafdeling 1. - Bepalingen met betrekking tot de gezamenlijke procedure met de overheid die bevoegd is voor de tewerkstelling van buitenlandse werknemers.".

Art. 14.Artikel 61/12 van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 21 april 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/04/2007 pub. 26/04/2007 numac 2007021045 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen sluiten en gewijzigd bij de wet van 25 april 2014, wordt vervangen als volgt: "

Art. 61/12.§ 1. De onderdaan van een derde land die, in de hoedanigheid van onderzoeker, meer dan negentig dagen op het grondgebied **** te verblijven, dient een aanvraag in bij de bevoegde regionale overheid, in de vorm van een aanvraag voor een toelating tot arbeid.

**** aanvraag voor een toelating tot arbeid geldt als aanvraag voor machtiging tot verblijf in de hoedanigheid van onderzoeker. § 2. De documenten die toelaten de voorwaarden bedoeld in artikel 61/13/3 vast te stellen, worden bij de aanvraag gevoegd.

**** voorgelegde stukken dienen, indien zij in een andere taal dan één van de drie landstalen of het **** zijn opgesteld, vergezeld te zijn van een gelegaliseerde vertaling in één van de drie landstalen of het ****. § 3. **** aanvraag wordt ingediend wanneer de onderdaan van een derde land zich buiten het grondgebied van de lidstaten bevindt.

**** afwijking van het eerste lid, kan de onderdaan van een derde land die overeenkomstig titel ****, hoofdstuk ****, reeds toegelaten of gemachtigd is om niet langer dan negentig dagen op het grondgebied van het Rijk te verblijven of die reeds in een andere hoedanigheid toegelaten of gemachtigd is om langer dan negentig dagen op het grondgebied van het Rijk te verblijven, zijn aanvraag indienen bij de bevoegde regionale overheid, indien de aanvraag ingediend wordt voor het verstrijken van de geldigheidsduur van deze toelating of machtiging. § 4. **** artikel 40, § 1, van het **** van 6 december 2018 neemt de minister of zijn gemachtigde ten laatste binnen zestig dagen na de kennisgeving van het volledig karakter van de aanvraag een beslissing met betrekking tot de machtiging tot verblijf of de vernieuwing ervan. § 5. De minister of zijn gemachtigde kan van de onderdaan van een derde land eisen dat deze binnen een termijn van vijftien dagen aanvullende inlichtingen of documenten voorlegt.

**** in paragraaf 4 bedoelde termijn wordt opgeschort totdat de gevraagde aanvullende informatie werd ontvangen. § 6. **** artikel 33 van het **** van 2 februari 2018, worden de toelating tot arbeid en de machtiging tot verblijf in de vorm van een gecombineerde administratieve akte aan de betrokkene betekend, indien hij gemachtigd is om meer dan negentig dagen op het grondgebied in de hoedanigheid van onderzoeker te verblijven en te werken.".

Art. 15.Artikel 61/13 van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 21 april 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/04/2007 pub. 26/04/2007 numac 2007021045 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen sluiten en gewijzigd bij de wet van 25 april 2014, wordt vervangen als volgt: "

Art. 61/13.§ 1. De onderdaan van een derde land die in de hoedanigheid van onderzoeker gemachtigd is tot een verblijf van meer dan negentig dagen en die zijn verblijf in deze hoedanigheid **** te vernieuwen, dient overeenkomstig artikel 21 van het **** van 2 februari 2018 ten laatste twee maanden voor het verstrijken van zijn machtiging tot verblijf een aanvraag in bij de bevoegde regionale overheid, in de vorm van een aanvraag voor een toelating tot arbeid. § 2. Indien de geldigheidsduur gedurende dewelke de betrokkene tot een verblijf in de hoedanigheid van onderzoeker gemachtigd is, tijdens het onderzoek van de aanvraag verstrijkt en indien de aanvraag volledig is en werd ingediend voor het verstrijken van de geldigheidsduur van de vergunning voor onderzoeker, wordt een document aan hem afgeleverd dat zijn verblijf voorlopig dekt, totdat er een beslissing over zijn aanvraag wordt genomen.

De **** bepaalt de voorwaarden en de nadere regels van de afgifte van het ****.".

Art. 16.In dezelfde onderafdeling 1 wordt een artikel 61/13/1 ingevoegd, ****: "Art. 61/13/1. De minister of zijn gemachtigde betekent de volgende beslissingen aan de onderdaan van een derde land: 1° de beslissingen tot weigering van de machtiging tot verblijf, om de machtiging tot verblijf niet te vernieuwen of die een einde maken aan de machtiging tot verblijf of die deze intrekt, die krachtens deze afdeling worden genomen;2° de beslissing tot toekenning of vernieuwing van de toelating tot arbeid en de machtiging tot verblijf in de vorm van een gecombineerde administratieve akte. In de gevallen en onder de voorwaarden vastgesteld in de artikelen 26 tot 36 van het **** van 2 februari 2018 informeert de minister of zijn gemachtigde de werkgever over de beslissing bedoeld in het eerste lid, 2°. ".

Art. 17.In dezelfde onderafdeling 1 wordt een artikel 61/13/2 ingevoegd, ****: "Art. 61/13/2. § 1. **** artikel 34, tweede lid, van het **** van 2 februari 2018, en artikel 41, tweede lid, van het **** van 6 december 2018, wordt, wanneer de onderdaan van een derde land bedoeld in artikel 61/12 zich in het buitenland bevindt op de datum van de beslissing waarbij hij gemachtigd wordt in de hoedanigheid van onderzoeker op het grondgebied te verblijven en te werken, op zijn verzoek, een visum lang verblijf aan hem afgeleverd.

De **** bepaalt de voorwaarden en de nadere regels met betrekking tot het afleveren van dit visum. § 2. **** artikel 41, derde lid, van het **** van 6 december 2018, wordt de onderdaan van een derde land die gemachtigd is om meer dan negentig dagen op het grondgebied in de hoedanigheid van onderzoeker te werken en te verblijven, in het **** ingeschreven en wordt een vergunning voor onderzoeker aan hem afgeleverd.

De **** bepaalt: 1° het model van de vergunning voor onderzoeker;2° de geldigheidsduur van de vergunning voor onderzoeker;3° het **** dat wordt afgeleverd aan de onderdaan van een derde land in afwachting van de aflevering van zijn vergunning voor onderzoeker. § 3. In geval van vernieuwing van het verblijf met toepassing van artikel 61/13 wordt de vergunning voor onderzoeker vernieuwd met een duur die gelijk is aan de toegestane duur van zijn verblijf.".

Art. 18.In dezelfde afdeling 2 wordt een onderafdeling 2 ingevoegd, die de artikelen 61/13/3 en 61/13/4 bevat, ****: "Onderafdeling 2. - Bepalingen met betrekking tot de machtiging tot verblijf in de hoedanigheid van onderzoeker.".

Art. 19.In onderafdeling 2, ingevoegd bij artikel 18, wordt een artikel 61/13/3 ingevoegd, ****: "Art. 61/13/3. § 1. De onderdaan van een derde land die een aanvraag met toepassing van artikel 61/12 of artikel 61/13 indient, wordt gemachtigd om, in de hoedanigheid van onderzoeker, meer dan negentig dagen op het grondgebied te verblijven of om zijn verblijf in die hoedanigheid te vernieuwen, indien hij de hiernavolgende documenten voorlegt ter staving van zijn aanvraag: 1° het bewijs van de betaling van de in artikel 1/1 bedoelde retributie;2° een kopie van zijn geldig paspoort of een daarmee gelijkgestelde **** dat of die voldoet aan de voorwaarden vastgesteld in artikel 6, § 1, ****), van de **** en geldig is voor ten minste de duur van het geplande verblijf;3° een met een in **** erkende **** afgesloten ****;4° het bewijs dat hij gedurende het geplande verblijf zal beschikken over voldoende bestaansmiddelen om de kosten van zijn terugreis te dekken en om te voorkomen dat hij tijdens zijn verblijf ten laste komt van het sociale **** van het Rijk.Er wordt met name rekening gehouden met de inkomsten die hij tijdens zijn verblijf in de hoedanigheid van onderzoeker zal ontvangen; 5° behalve bij het vernieuwen van de aanvraag voor de machtiging tot verblijf in de hoedanigheid van onderzoeker, een geneeskundig getuigschrift waaruit blijkt dat hij niet lijdt aan één der in bijlage bij deze wet opgesomde ziekten;6° behalve bij het vernieuwen van de aanvraag voor de machtiging tot verblijf in de hoedanigheid van onderzoeker en indien hij ouder is dan achttien jaar, een uittreksel uit het strafregister of een gelijkwaardig document, en in voorkomend geval zijn gelegaliseerde vertaling, afgegeven door het land van oorsprong of het land van zijn laatste verblijfplaats, dat niet ouder is dan zes maanden en bevestigt dat hij niet veroordeeld is geweest voor misdaden of wanbedrijven van gemeen recht. **** behoorlijk wordt aangetoond dat de documenten bedoeld in het eerste lid, 5° en 6°, niet kunnen worden voorgelegd, kan de minister of zijn gemachtigde de machtiging tot verblijf in de hoedanigheid van onderzoeker, rekening houdend met de omstandigheden, echter toekennen. § 2. De minister of zijn gemachtigde weigert de machtiging tot verblijf in de hoedanigheid van onderzoeker van meer dan negentig dagen toe te kennen in de volgende gevallen: 1° de betrokkene voldoet niet aan de voorwaarden vastgesteld in paragraaf 1;2° de betrokkene bevindt zich in één van de gevallen bedoeld in artikel 3, eerste lid, 5° tot 10° ;3° de betrokkene heeft valse of misleidende informatie of valse of vervalste documenten gebruikt of heeft fraude gepleegd of andere onwettige middelen gebruikt die bijdragen tot het verkrijgen van het verblijf;4° de betrokkene heeft de documenten of aanvullende informatie niet binnen de voorgeschreven termijn geleverd;5° de erkende **** is opgericht of opereert met als voornaamste doel onderdanen van een derde land toegang tot het Rijk te verschaffen;6° er is bewijs of er zijn ernstige en objectieve redenen om vast te stellen dat het verblijf van de onderdaan van een derde land andere doeleinden zou dienen dan die waarvoor hij een machtiging aanvraagt. § 3. De minister of zijn gemachtigde weigert de machtiging tot verblijf in de hoedanigheid van onderzoeker te vernieuwen in de volgende gevallen: 1° de betrokkene voldoet niet of niet meer aan de voorwaarden vastgesteld in paragraaf 1, met uitzondering van paragraaf 1, eerste lid, 1°, 5° en 6° ;2° de onderzoeker verblijft in het land met andere doeleinden dan die waarvoor hij tot het verblijf werd gemachtigd;3° de erkende **** is opgericht of opereert met als voornaamste doel onderdanen van een derde land toegang tot het Rijk te verschaffen;4° de betrokkene heeft valse of misleidende informatie of valse of vervalste documenten gebruikt of fraude gepleegd of heeft andere onwettige middelen gebruikt die hebben bijgedragen tot het verkrijgen van het verblijf. § 4. De minister of zijn gemachtigde stelt een einde aan het verblijf in de hoedanigheid van onderzoeker, in de volgende gevallen: 1° de onderzoeker voldoet niet of niet meer aan de gestelde voorwaarden, met uitzondering van paragraaf 1, eerste lid, 1°, 4° en 5° ;2° de onderdaan van een derde land heeft valse of misleidende informatie of valse of vervalste documenten gebruikt of heeft fraude gepleegd of andere onwettige middelen gebruikt die bij hebben bijgedragen tot het verkrijgen van het verblijf;3° de betrokkene verblijft in het land met andere doeleinden dan die waarvoor hij tot het verblijf werd gemachtigd;4° de erkende **** is opgericht of opereert met als voornaamste doel onderdanen van een derde land toegang tot het Rijk te verschaffen. § 5. **** beslissing die krachtens dit artikel genomen wordt, wordt genomen na een individueel onderzoek dat rekening houdt met alle omstandigheden die eigen zijn aan elk geval, met inbegrip van het belang van de onderdaan van een derde land, en met respect voor het ****.".

Art. 20.In dezelfde onderafdeling 2 wordt een artikel 61/13/4 ingevoegd, ****: "Art. 61/13/4. § 1. **** artikel 17, derde lid, van het **** van 2 februari 2018, wanneer de onderdaan van een derde land met toepassing van de bepalingen van deze onderafdeling tot een verblijf wordt gemachtigd, is de machtiging tot verblijf enkel geldig als de bevoegde regionale overheid een definitieve beslissing neemt waarbij de onderdaan van een derde land toegelaten wordt om op het grondgebied van het Rijk te werken.

**** artikel 3 van het **** van 6 december 2018, wordt de duur van de machtiging tot verblijf, die met toepassing van de bepalingen van deze onderafdeling wordt toegekend, beperkt tot de duur van de toelating tot arbeid.

Indien de erkenning van de **** tijdens het verblijf van de onderzoeker wordt ingetrokken of de verlenging van de erkenning wordt geweigerd, eindigt zijn verblijf van rechtswege negentig dagen na deze gebeurtenis, en dit onverminderd de bevoegdheid van de minister of zijn gemachtigde om overeenkomstig deze wet een einde te maken aan het verblijf.

Indien er gedurende deze periode geen einde wordt gemaakt aan het verblijf, wordt de onderdaan van een derde land in het bezit gesteld van een voorlopig **** waarvan de Koning het model bepaalt.".

Art. 21.In titel ****, hoofdstuk ****, van dezelfde wet, wordt een afdeling 3 ingevoegd, ****: "Afdeling 3. **** binnen de **** ****.".

Art. 22.**** afdeling 3, ingevoegd bij artikel 21, wordt een onderafdeling 1 ingevoegd, die de artikelen 61/13/5 tot 61/13/7 bevat, ****: "Onderafdeling 1. Korte-****.".

Art. 23.In onderafdeling 1, ingevoegd bij artikel 22, wordt een artikel 61/13/5 ingevoegd, ****: "Art. 61/13/5. § 1. Een onderdaan van een derde land die door een andere lidstaat van de **** **** werd gemachtigd tot een verblijf in de hoedanigheid van onderzoeker, wordt in het kader van korte-****, toegelaten op het grondgebied van het **** voor een verblijf van ten hoogste **** dagen binnen een periode van **** dagen om er een deel van zijn onderzoek te voltooien, mits het voornemen tot mobiliteit door de **** in **** ter kennis werd gebracht aan de minister of zijn gemachtigde.

De kennisgeving gebeurt ofwel op het moment van de aanvraag in de eerste lidstaat, indien er in dat stadium al een voornemen tot mobiliteit naar **** bestaat, of nadat de onderzoeker in de eerste lidstaat is toegelaten, zodra de voorgenomen mobiliteit naar **** bekend is.

De korte-**** kan aanvangen zodra de kennisgeving werd ingediend en voor zover de onderzoeker in het bezit is van een geldige vergunning voor onderzoeker, afgeleverd door de eerste lidstaat. § 2. Bij de kennisgeving worden de hiernavolgende documenten voorgelegd: 1° een kopie van zijn geldig paspoort of een daarmee gelijkgestelde **** dat of die voldoet aan de voorwaarden vastgesteld in artikel 6, § 1, ****), van de **** en geldig is voor ten minste de duur van het geplande verblijf;2° een met een in **** erkende **** afgesloten **** of, indien hij hierover niet beschikt, de met de **** in de eerste lidstaat afgesloten ****;3° indien dit niet uit de in de bepaling onder 2° bedoelde **** blijkt, het bewijs van de beoogde duur en data van de mobiliteit;4° het bewijs dat hij gedurende het geplande verblijf zal beschikken over voldoende bestaansmiddelen om zijn reiskosten naar de eerste lidstaat te kunnen dragen in de in artikel 61/13/7 bedoelde gevallen en om te voorkomen dat hij tijdens zijn verblijf ten laste komt van het sociale **** van het Rijk.Er wordt hierbij met name rekening gehouden met de inkomsten die hij tijdens zijn verblijf in de hoedanigheid van onderzoeker zal ontvangen; 5° indien hij ouder is dan achttien jaar, een uittreksel uit het strafregister of een gelijkwaardig document, en in voorkomend geval zijn gelegaliseerde vertaling, afgegeven door het land van oorsprong of het land van zijn laatste verblijfplaats, dat niet ouder is dan zes maanden en bevestigt dat hij niet veroordeeld is geweest voor misdaden of wanbedrijven van gemeen recht;6° een geldige vergunning voor onderzoeker afgeleverd door de eerste lidstaat die minstens de periode van korte-**** dekt. **** behoorlijk wordt aangetoond dat het document bedoeld in het eerste lid, 5°, niet kan worden voorgelegd, kan de minister of zijn gemachtigde de machtiging tot verblijf in de hoedanigheid van onderzoeker binnen het kader van korte-****, rekening houdend met de omstandigheden, echter toekennen.

**** voorgelegde stukken dienen, indien zij in een andere taal dan één van de drie landstalen of het **** zijn opgesteld, vergezeld te zijn van een beëdigde vertaling in één van de drie landstalen of het ****.

De Koning kan het paspoort en de daarmee gelijkgestelde **** onderwerpen aan **** die preciezer of aanvullend zijn. § 3. **** in artikel 10, § 1, eerste lid, 4° tot 6°, bedoelde familieleden van een onderzoeker, die onderdaan zijn van een derde land en die door een andere lidstaat werden gemachtigd tot een verblijf in de hoedanigheid van familielid van een onderzoeker, worden in het kader van korte-**** toegelaten op het grondgebied van het **** voor een verblijf van ten hoogste **** dagen binnen een periode van **** dagen om zich bij hun familielid dat overeenkomstig dit artikel in **** verblijft, in het kader van korte-**** te vervoegen, mits het voornemen tot mobiliteit door de **** in **** ter kennis werd gebracht aan de minister of zijn gemachtigde.

**** in paragraaf 1 bedoelde kennisgeving wordt aangevuld zodra het voornemen tot mobiliteit naar **** bekend is. § 4. **** in paragraaf 1 bedoelde kennisgeving wordt aangevuld met de volgende documenten: 1° een kopie van zijn geldig paspoort of een daarmee gelijkgestelde **** dat of die voldoet aan de voorwaarden vastgesteld in artikel 6, § 1, ****), van de **** en geldig is voor ten minste de duur van het geplande verblijf;2° het bewijs dat de onderzoeker of zijn familielid gedurende het geplande verblijf zal beschikken over voldoende bestaansmiddelen om zijn reiskosten naar de eerste lidstaat te kunnen dragen in de in artikel 61/13/7 bedoelde gevallen en om in zijn levensonderhoud te voorzien zonder een beroep te hoeven doen op het sociale **** van het Rijk.Hierbij wordt met name rekening gehouden met de inkomsten die de onderzoeker tijdens zijn verblijf in de hoedanigheid van onderzoeker zal ontvangen; 3° indien het familielid ouder is dan achttien jaar, een uittreksel uit het strafregister of een gelijkwaardig document en in voorkomend geval zijn gelegaliseerde vertaling, afgegeven door het land van oorsprong of het land van zijn laatste verblijfplaats, dat niet ouder is dan zes maanden en bevestigt dat hij niet veroordeeld is geweest voor misdaden of wanbedrijven van gemeen recht;4° de geldige vergunning voor familielid van een onderzoeker afgeleverd door de eerste lidstaat die minstens de periode van korte-**** dekt. **** behoorlijk wordt aangetoond dat het document bedoeld in het eerste lid, 3°, niet kan worden voorgelegd, kan de minister of zijn gemachtigde de machtiging tot verblijf in de hoedanigheid van onderzoeker binnen het kader van korte-****, rekening houdend met de omstandigheden, echter toekennen.

**** voorgelegde stukken dienen, indien zij in een andere taal dan één van de drie landstalen of het **** zijn opgesteld, vergezeld te zijn van een gelegaliseerde vertaling in één van de drie landstalen of het ****.

De Koning kan het paspoort en de daarmee gelijkgestelde **** onderwerpen aan **** die preciezer of aanvullend zijn. § 5. Indien er geen of niet tijdig een schriftelijk bezwaar werd gemaakt overeenkomstig artikel 61/13/6, wordt de mobiliteit geacht goedgekeurd te zijn.

De **** bepaalt: 1° het model van het **** dat in dat geval aan de onderzoeker wordt afgeleverd en de procedure;2° het model van het **** dat in dat geval aan het familielid van de onderzoeker wordt afgeleverd en de procedure. **** in het tweede lid bedoelde **** is maximaal **** dagen geldig. De Koning kan deze geldigheidsduur nader bepalen.

Art. 24.In dezelfde onderafdeling 1 wordt een artikel 61/13/6 ingevoegd, ****: "Art. 61/13/6. § 1. De minister of zijn gemachtigde maakt schriftelijk bezwaar tegen de mobiliteit van de onderzoeker en **** zijn familielid, uiterlijk dertig dagen na ontvangst van de volledige kennisgeving, indien: 1° niet aan de voorwaarden in verband met de kennisgeving is voldaan, overeenkomstig artikel 61/13/5, §§ 1 tot 4;2° de maximale **** van **** dagen op **** dagen is bereikt in ****;3° de **** is opgericht of opereert met als voornaamste doel onderzoekers toegang tot het Rijk te verschaffen;4° de betrokkene wordt geacht een bedreiging te vormen voor de openbare orde, de nationale veiligheid of de volksgezondheid;5° er bewijs is of ernstige en objectieve redenen zijn om vast te stellen dat het verblijf van de onderdaan van het derde land andere doeleinden zou dienen dan die waarvoor hij een machtiging aanvraagt;6° hij niet voldoet aan de voorwaarden vastgelegd door de gewestelijke of **** die van toepassing is inzake de tewerkstelling van onderzoekers;7° bij de kennisgeving in het kader van de korte-**** valse of misleidende informatie of valse of vervalste documenten werden gebruikt, of fraude werd gepleegd of andere onwettige middelen werden gebruikt die hebben bijgedragen tot het verkrijgen van de toelating tot korte-****. Wanneer de minister of zijn gemachtigde een bezwaar maakt overeenkomstig dit artikel, mag de mobiliteit niet aanvangen.

Indien de korte-**** al aanving, wordt deze onmiddellijk beëindigd.

Indien de korte-**** aan de onderzoeker wordt geweigerd, wordt automatisch ook de korte-**** aan het familielid geweigerd.

**** bezwaar is gericht aan de bevoegde autoriteiten van de eerste lidstaat, de erkende **** in **** die de kennisgeving heeft gedaan, evenals aan de onderzoeker en **** het familielid zelf.

Wanneer de kennisgeving later wordt aangevuld met de datum waarop een familielid zich bij de onderzoeker zal vervoegen, heeft de minister of zijn gemachtigde een termijn van dertig dagen om bezwaar te maken na ontvangst van de volledige kennisgeving.".

Art. 25.In dezelfde onderafdeling 1 wordt een artikel 61/13/7 ingevoegd, ****: "Art. 61/13/7. In de volgende gevallen stelt de minister of zijn gemachtigde een einde aan het in artikel 61/13/5 bedoelde verblijf van de onderdaan van een derde land: 1° de betrokkene voldoet niet of niet meer aan de voorwaarden vastgesteld in artikel 61/13/5;2° de betrokkene wordt geacht een bedreiging te vormen voor de openbare orde, de nationale veiligheid of de volksgezondheid;3° bij de kennisgeving in het kader van korte-****, werden valse of misleidende informatie of valse of vervalste documenten gebruikt of werd fraude gepleegd of werden andere onwettige middelen gebruikt die hebben bijgedragen tot het verkrijgen van de toelating tot korte-****. Indien er een einde wordt gesteld aan het verblijf van de onderzoeker of dit wordt ingetrokken, wordt automatisch ook het verblijf van het familielid beëindigd of ingetrokken, tenzij het familielid een autonoom **** geniet.

**** beslissing die krachtens dit artikel genomen wordt, wordt genomen na een individueel onderzoek dat rekening houdt met alle omstandigheden die eigen zijn aan elk geval, met inbegrip van het belang van de onderdaan van een derde land, en met respect voor het ****.".

Art. 26.In dezelfde afdeling 3 wordt een onderafdeling 2 ingevoegd, die de artikelen 61/13/8 tot 61/13/11 bevat, ****: "Onderafdeling 2. **** voor lange-****.".

Art. 27.In onderafdeling 2, ingevoegd bij artikel 26, wordt een artikel 61/13/8 ingevoegd, ****: "Art. 61/13/8. § 1. De onderdaan van een derde land die, in de hoedanigheid van onderzoeker in het kader van lange-**** op basis van een **** bij een erkende ****, meer dan **** dagen op het grondgebied **** te verblijven, dient een aanvraag in bij de bevoegde regionale overheid, in de vorm van een aanvraag voor een toelating tot arbeid.

**** aanvraag om een toelating tot arbeid geldt als aanvraag voor een vergunning voor lange-**** voor onderzoekers. § 2. **** volgende documenten worden bij de aanvraag gevoegd: 1° het bewijs van de betaling van de in artikel 1/1 bedoelde retributie;2° de documenten die toelaten de voorwaarden bedoeld in artikel 61/13/10 vast te stellen. § 3. **** artikel 40, § 1, tweede lid, van het **** van 6 december 2018, neemt de minister of zijn gemachtigde ten laatste binnen zestig dagen na de kennisgeving van het volledig karakter van de aanvraag een beslissing met betrekking tot de machtiging tot verblijf. § 4. De minister of zijn gemachtigde kan van de onderdaan van een derde land eisen dat deze binnen een termijn van vijftien dagen aanvullende inlichtingen of documenten voorlegt.

**** in paragraaf 3 bedoelde termijn wordt opgeschort totdat de gevraagde aanvullende informatie werd ontvangen. § 5. **** artikel 33 van het **** van 2 februari 2018, worden de toelating tot arbeid en de machtiging tot verblijf in de vorm van een gecombineerde administratieve akte aan de betrokkene betekend, indien hij gemachtigd is om meer dan **** dagen op het grondgebied in de hoedanigheid van onderzoeker in het kader van lange-**** te verblijven en te werken. § 6. De eerste lidstaat die de vergunning voor onderzoeker heeft afgeleverd, wordt door de minister of zijn gemachtigde op de hoogte gebracht van het afleveren van de vergunning voor lange-**** voor onderzoekers. § 7. **** aanvraag voor een vergunning voor lange-**** voor onderzoeker moet minstens dertig dagen voor aanvang van de lange-**** van de onderzoeker in **** worden ingediend. § 8. **** aanvraag voor lange-**** mag niet tegelijk met een kennisgeving voor korte-**** worden ingediend.

Wanneer de noodzaak van lange-**** zich aandient nadat de korte-**** van de onderzoeker is ingegaan, wordt de aanvraag van lange-**** minstens dertig dagen voor de afloop van de korte-**** ingediend.".

Art. 28.In dezelfde onderafdeling 2 wordt een artikel 61/13/9 ingevoegd, ****: "Art. 61/13/9. **** artikel 43 van het **** van 6 december 2018, wordt de onderdaan van een derde land die gemachtigd is om meer dan **** dagen op het grondgebied in de hoedanigheid van onderzoeker in het kader van lange-**** te werken en te verblijven, in het **** ingeschreven en wordt, op zijn verzoek, een vergunning voor lange-**** voor onderzoekers aan hem afgeleverd.

De **** bepaalt: 1° het model van de vergunning voor lange-**** voor onderzoekers;2° de geldigheidsduur van de vergunning voor lange-**** voor onderzoekers; 3° het **** dat wordt afgeleverd aan de onderdaan van een derde land in afwachting van de afgifte van de vergunning voor lange-**** voor onderzoekers.".

Art. 29.In dezelfde onderafdeling 2 wordt een artikel 61/13/10 ingevoegd, ****: "Art. 61/13/10. § 1. De onderdaan van een derde land die een aanvraag met toepassing van artikel 61/13/8 indient, wordt gemachtigd om, in de hoedanigheid van onderzoeker binnen het kader van lange-****, meer dan **** dagen op het grondgebied te verblijven, indien hij de hiernavolgende documenten voorlegt bij zijn aanvraag: 1° een kopie van zijn geldig paspoort of een daarmee gelijkgestelde **** dat of die voldoet aan de **** vastgesteld in artikel 6, § 1, ****), van de **** en geldig is voor ten minste de duur van het geplande verblijf;2° het bewijs dat hij beschikt over een geldige vergunning voor onderzoeker afgeleverd door de eerste lidstaat;3° de met de erkende **** in **** afgesloten ****;4° het bewijs dat de onderzoeker of zijn familielid gedurende het geplande verblijf zal beschikken over voldoende bestaansmiddelen om zijn reiskosten naar de eerste lidstaat te kunnen dragen in de in paragraaf 3 bedoelde gevallen en om in zijn levensonderhoud te voorzien zonder een beroep te hoeven doen op het sociale **** van het Rijk.Hierbij wordt met name rekening gehouden met de inkomsten die hij tijdens zijn verblijf in de hoedanigheid van onderzoeker zal ontvangen; 5° indien hij ouder is dan achttien jaar, een uittreksel uit het strafregister of een gelijkwaardig document en in voorkomend geval zijn gelegaliseerde vertaling, afgegeven door het land van oorsprong of het land van zijn laatste verblijfplaats, dat niet ouder is dan zes maanden en bevestigt dat hij niet veroordeeld is geweest voor misdaden of wanbedrijven van gemeen recht. **** behoorlijk wordt aangetoond dat de documenten bedoeld in het eerste lid, 5°, niet kunnen worden voorgelegd, kan de minister of zijn gemachtigde de machtiging tot verblijf in de hoedanigheid van onderzoeker binnen het kader van lange-****, rekening houdend met de omstandigheden, echter toekennen.

De Koning kan het paspoort en de daarmee gelijkgestelde **** onderwerpen aan **** die preciezer of aanvullend zijn.

**** voorgelegde stukken dienen, indien zij in een andere taal dan één van de drie landstalen of het **** zijn opgesteld, vergezeld te zijn van een gelegaliseerde vertaling in één van de drie landstalen of het ****. § 2. De minister of zijn gemachtigde weigert de machtiging tot verblijf in de hoedanigheid van onderzoeker binnen het kader van lange-**** van meer dan **** dagen toe te kennen in de volgende gevallen: 1° de betrokkene voldoet niet aan de voorwaarden vastgesteld in paragraaf 1;2° de betrokkene bevindt zich in één van de gevallen bedoeld in artikel 3, eerste lid, 5° tot 10° ;3° de betrokkene heeft valse of misleidende informatie of valse of vervalste documenten gebruikt of heeft fraude gepleegd of andere onwettige middelen gebruikt die hebben bijgedragen tot het verkrijgen van het verblijf;4° de betrokkene heeft de documenten of aanvullende informatie niet binnen de voorgeschreven termijn geleverd;5° de vergunning voor onderzoeker die door de eerste lidstaat afgeleverd is, vervalt tijdens de procedure. § 3. De minister of zijn gemachtigde stelt een einde aan de machtiging tot verblijf in de hoedanigheid van onderzoeker binnen het kader van lange-**** van meer dan **** dagen in de volgende gevallen: 1° de betrokkene voldoet niet of niet meer aan de **** bedoeld in paragraaf 1, met uitzondering van paragraaf 1, eerste lid, 5° ;2° de betrokkene heeft valse of misleidende informatie of valse of vervalste documenten gebruikt of heeft fraude gepleegd of andere onwettige middelen gebruikt die hebben bijgedragen tot het verkrijgen van het verblijf;3° de betrokkene verblijft in het land met andere doeleinden dan die waarvoor hij tot het verblijf werd gemachtigd;4° de erkende **** is opgericht of opereert met als voornaamste doel onderdanen van een derde land toegang tot het Rijk te verschaffen. § 4. **** beslissing die krachtens dit artikel genomen wordt, wordt genomen na een individueel onderzoek dat rekening houdt met alle omstandigheden die eigen zijn aan elk geval, met inbegrip van het belang van de onderdaan van een derde land, en met respect voor het ****. § 5. Wanneer de minister of zijn gemachtigde de vergunning voor lange-**** niet verlengt of intrekt, dan stelt hij, in voorkomend geval, de autoriteiten van de tweede lidstaat daar onmiddellijk van op de hoogte.".

Art. 30.In dezelfde onderafdeling 2 wordt een artikel 61/13/11 ingevoegd, ****: "Art. 61/13/11. § 1. De minister of zijn gemachtigde betekent de volgende beslissingen aan de onderdaan van een derde land: 1° de beslissingen tot weigering van de machtiging van verblijf of die een einde maken aan de machtiging tot verblijf die krachtens deze onderafdeling genomen worden;2° de beslissing tot toekenning van de toelating tot arbeid en de machtiging tot verblijf in de vorm van een gecombineerde administratieve akte. In de gevallen en onder de voorwaarden vastgesteld in de artikelen 26 tot 36 van het **** van 2 februari 2018 informeert de minister of zijn gemachtigde de werkgever over de beslissing bedoeld in het eerste lid, 2°. § 2. **** artikel 17, derde lid, van het **** van 2 februari 2018, wanneer de onderdaan van een derde land met toepassing van de bepalingen van deze onderafdeling tot een verblijf wordt gemachtigd, is de machtiging tot verblijf enkel geldig als de bevoegde regionale overheid een definitieve beslissing neemt waarbij de onderdaan van een derde land gemachtigd wordt om op het grondgebied van het Rijk te werken. § 3. **** artikel 3 van het **** van 6 december 2018, wordt de duur van de machtiging tot verblijf, die met toepassing van de bepalingen van deze onderafdeling wordt toegekend, beperkt tot de duur van de toelating tot arbeid. § 4. Indien de erkenning van de **** tijdens het verblijf van de onderzoeker binnen het kader van lange-**** wordt ingetrokken of de verlenging van de erkenning wordt geweigerd, eindigt zijn verblijf van rechtswege negentig dagen na deze gebeurtenis en dit onverminderd de bevoegdheid van de minister of zijn gemachtigde om overeenkomstig deze wet een einde te maken aan het verblijf.

Indien er gedurende deze periode geen einde wordt gemaakt aan het verblijf, wordt de onderdaan van een derde land in het bezit gesteld van een voorlopig ****.".

Art. 31.In titel ****, hoofdstuk ****, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 21 april 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/04/2007 pub. 26/04/2007 numac 2007021045 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen sluiten, wordt een afdeling 4 ingevoegd die de artikelen 61/13/12 tot 61/13/15 bevat, ****: "Afdeling 4. **** na voltooiing van het onderzoek teneinde werk te zoeken of een onderneming op te richten.".

Art. 32.**** afdeling 4, ingevoegd bij artikel 31, wordt een artikel 61/13/12 ingevoegd, ****: "Art. 61/13/12. § 1. Na de voltooiing van zijn onderzoek op het grondgebied van het Rijk overeenkomstig artikel 61/12 kan de onderzoeker een aanvraag indienen om gedurende een termijn van maximum twaalf maanden op het grondgebied van het Rijk te verblijven teneinde werk te zoeken of een onderneming op te richten.

Hij dient daartoe, uiterlijk vijftien dagen voor het verstrijken van de geldigheidsduur van zijn verblijfsvergunning, een aanvraag in bij het gemeentebestuur van zijn verblijfplaats op het grondgebied van het Rijk. § 2. Ter staving van zijn aanvraag legt de onderzoeker de hiernavolgende documenten voor: 1° het bewijs van de betaling van de in artikel 1/1 bedoelde retributie;2° een geldig paspoort of een daarmee gelijkgestelde **** dat of die voldoet aan de **** vastgesteld in artikel 6, § 1, ****), van de **** en geldig is voor ten minste de duur van het geplande verblijf;3° het bewijs dat hij over een ziektekostenverzekering beschikt die alle risico's in **** voor zichzelf en in voorkomend geval voor zijn familieleden dekt;4° het bewijs dat hij gedurende het geplande verblijf zal beschikken over voldoende bestaansmiddelen om te voorkomen dat hij tijdens zijn verblijf ten laste komt van het sociale **** van het Rijk;5° het bewijs, afgeleverd door de erkende **** in ****, dat de onderzoeksactiviteiten zijn voltooid. De Koning kan het paspoort en de daarmee gelijkgestelde **** onderwerpen aan **** die preciezer of aanvullend zijn.

**** voorgelegde stukken dienen, indien zij in een andere taal dan één van de drie landstalen of het **** zijn opgesteld, vergezeld te zijn van een gelegaliseerde vertaling in één van de drie landstalen of het ****.".

Art. 33.In dezelfde afdeling 4 wordt een artikel 61/13/13 ingevoegd, ****: "Art. 61/13/13. § 1. Na ontvangst van de aanvraag onderzoekt de burgemeester of zijn gemachtigde of de aanvraag volledig is overeenkomstig artikel 61/13/12. Indien dit het geval is, stelt hij de onderdaan van een derde land in het bezit van een ontvangstbewijs van de aanvraag. § 2. Indien de aanvraag werd ingediend binnen de termijn voorzien in artikel 61/13/12, § 1, tweede lid, maar niet alle vereiste documenten werden voorgelegd, dan stelt de burgemeester of zijn gemachtigde de onderdaan van een derde land schriftelijk in kennis van de te bezorgen documenten.

De onderdaan van een derde land beschikt over een termijn van vijftien dagen, te rekenen vanaf de kennisgeving bedoeld in het eerste lid, om zijn aanvraag te ****.

Indien hij de gevraagde documenten binnen de voorgeschreven termijn voorlegt, dan stelt de burgemeester of zijn gemachtigde de onderdaan van een derde land in het bezit van een ontvangstbewijs van de aanvraag overeenkomstig paragraaf 1. § 3. De minister of zijn gemachtigde verklaart de aanvraag onontvankelijk in de volgende gevallen: 1° de aanvraag werd niet ingediend binnen de termijn voorzien in artikel 61/13/12, § 1, tweede lid;2° de ontbrekende documenten werden niet voorgelegd binnen de termijn voorzien in paragraaf 2, tweede lid. **** burgemeester of zijn gemachtigde betekent deze beslissing aan de betrokkene en maakt een kopie van deze beslissing over aan de gemachtigde van de minister. § 4. Indien de aanvraag ontvankelijk is, maakt de burgemeester of zijn gemachtigde deze onverwijld over aan de minister of zijn gemachtigde. § 5. Indien tijdens de behandeling van de in artikel 61/13/12 bedoelde aanvraag, de verblijfsvergunning van de onderzoeker vervalt, ontvangt hij een document dat voorlopig zijn verblijf dekt in afwachting van een beslissing genomen door de minister of zijn gemachtigde. § 6. De **** bepaalt: 1° het model van het ontvangstbewijs afgeleverd overeenkomstig paragraaf 1;2° het model van de beslissing tot **** bedoeld in paragraaf 3; 3° het model van het document bedoeld in paragraaf 5.".

Art. 34.In dezelfde afdeling 4 wordt een artikel 61/13/14 ingevoegd, ****: "Art. 61/13/14. § 1. Indien de minister of zijn gemachtigde de machtiging tot verblijf toestaat, wordt deze beslissing betekend aan de onderdaan van een derde land binnen een termijn van negentig dagen na datum van het ontvangstbewijs van de aanvraag, bedoeld in artikel 61/13/13, § 1. § 2. De minister of zijn gemachtigde kan een aanvraag tot machtiging tot verblijf als bedoeld in artikel 61/13/12 weigeren indien de onderdaan van een derde land: 1° niet aan de in artikel 61/13/13 gestelde voorwaarden voldoet;2° geacht wordt een bedreiging te vormen voor de openbare orde, de nationale veiligheid of de volksgezondheid. § 3. De minister of zijn gemachtigde kan de machtiging tot verblijf afgegeven krachtens paragraaf 1 beëindigen indien de onderdaan van een derde land: 1° louter op verzoek van de minister of zijn gemachtigde, niet aantoont dat hij een gerede kans maakt om werk te vinden of om een onderneming op te starten.**** verzoek kan ten vroegste drie maanden na de afgifte van de verblijfsvergunning worden ingediend; 2° niet langer voldoet aan de in artikel 61/13/12 vastgestelde voorwaarden;3° geacht wordt een bedreiging te vormen voor de openbare orde, de nationale veiligheid of de volksgezondheid. § 4. De **** bepaalt: 1° het model van het **** dat in geval van een positieve beslissing aan de onderdaan van een derde land wordt afgeleverd en de geldigheidsduur ervan, zoals bedoeld in paragraaf 1; 2° het model van de beslissing waarmee het verblijf wordt geweigerd of beëindigd overeenkomstig de paragrafen 2 en 3.".

Art. 35.In dezelfde afdeling 4 wordt een artikel 61/13/15 ingevoegd, ****: "Art. 61/13/15. **** afdeling is ook van toepassing indien de onderzoeker **** of gebruik heeft gemaakt van zijn recht op mobiliteit en **** de tweede lidstaat is waar de onderzoeker verblijft of heeft verbleven.

**** aanvraag wordt ingediend uiterlijk vijftien dagen voor het verstrijken van de geldigheidsduur van zijn vergunning voor onderzoeker afgeleverd door de eerste lidstaat.

**** aanvraag kan ook ingediend worden bij de diplomatieke of consulaire post die bevoegd is voor zijn verblijfplaats in de lidstaat overeenkomstig de procedure vermeld in artikel 61/13/2.". Afdeling 3. - Stagiairs

Art. 36.In titel **** van dezelfde wet wordt een hoofdstuk ******** ingevoegd, ****: "**** ****.- Stagiairs.".

Art. 37.In hoofdstuk ********, ingevoegd bij artikel 36, wordt een afdeling 1 ingevoegd die de artikelen 61/13/16 en 61/13/17 bevat, ****: "Afdeling 1. **** bepalingen.".

Art. 38.**** afdeling 1, ingevoegd bij artikel 37, wordt een artikel 61/13/16 ingevoegd, ****: "Art. 61/13/16. § 1. Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder: 1° stagiair: de onderdaan van een derde land bedoeld in artikel 47, 1°, van het **** van 6 december 2018;2° vergunning voor stagiair: de **** bedoeld in artikel 47, 2°, van het **** van 6 december 2018; 3° stage: het opleidingsprogramma bedoeld in artikel 47, 3°, van het **** van 6 december 2018.".

Art. 39.In dezelfde afdeling 1 wordt een artikel 61/13/17 ingevoegd, ****: "Art. 61/13/17. **** bepalingen van dit hoofdstuk zijn van toepassing op de onderdanen van een derde land die verzoeken gemachtigd te worden of die gemachtigd zijn om meer dan negentig dagen op het grondgebied van het Rijk te verblijven in de hoedanigheid van stagiair.".

Art. 40.In hetzelfde hoofdstuk **** wordt een afdeling 2 ingevoegd die de artikelen 61/13/18 tot 61/13/24 bevat, ****: "Afdeling 2. **** voor stagiair.".

Art. 41.**** afdeling 2, ingevoegd bij artikel 40, wordt een artikel 61/13/18 ingevoegd, ****: "Art 61/13/18. § 1. De onderdaan van een derde land die op het grondgebied van het **** **** te verblijven in de hoedanigheid van stagiair, dient de aanvraag voor machtiging tot verblijf in bij de bevoegde regionale overheid, in de vorm van een aanvraag voor een toelating tot arbeid.

**** aanvraag voor een toelating tot arbeid geldt als aanvraag voor vergunning voor stagiair. § 2. Ter staving van zijn aanvraag legt de onderdaan van een derde land de hiernavolgende documenten voor: 1° behalve in het geval van verlenging van de aanvraag, het bewijs van de betaling van de in artikel 1/1 bedoelde retributie;2° de documenten die toelaten de voorwaarden bedoeld in artikel 61/13/23 vast te stellen. § 3. **** aanvraag moet worden ingediend wanneer de onderdaan van een derde land zich buiten het grondgebied van de lidstaten bevindt.

**** afwijking van het eerste lid kan de onderdaan van een derde land die reeds in een andere hoedanigheid toegelaten of gemachtigd is om langer dan negentig dagen op het grondgebied van het Rijk te verblijven, zijn aanvraag indienen bij de bevoegde regionale overheid op het grondgebied van het ****, indien de aanvraag ingediend wordt voor het verstrijken van de geldigheidsduur van deze toelating of machtiging. § 4. **** artikel 51, eerste lid, van het **** van 6 december 2018, neemt de minister of zijn gemachtigde ten laatste binnen negentig dagen na de kennisgeving van het volledige karakter van de aanvraag een beslissing met betrekking tot de machtiging tot verblijf of de vernieuwing ervan. § 5. De minister of zijn gemachtigde kan van de onderdaan van een derde land eisen dat hij binnen een termijn van vijftien dagen aanvullende inlichtingen of documenten voorlegt.

**** in paragraaf 4 bedoelde termijn wordt opgeschort totdat de gevraagde aanvullende informatie werd ontvangen. § 6. **** artikel 33 van het **** van 2 februari 2018 worden de toelating tot arbeid en de machtiging tot verblijf in de vorm van een gecombineerde administratieve akte aan de betrokkene betekend, indien hij gemachtigd is om op het grondgebied in de hoedanigheid van stagiair te verblijven en te werken.".

Art. 42.In dezelfde afdeling 2 wordt een artikel 61/13/19 ingevoegd, ****: "Art. 61/13/19. De duur van de machtiging tot verblijf komt overeen met de duur van de toelating tot arbeid.

De duur van de machtiging tot verblijf die in het kader van vernieuwing afgeleverd wordt, komt overeen met de duur van de toelating tot arbeid.

De Koning kan de duur van de vernieuwing nader bepalen.".

Art. 43.In dezelfde afdeling 2 wordt een artikel 61/13/20 ingevoegd, ****: "Art. 61/13/20. § 1. Behoudens de bepalingen van de toepasselijke regionale wetgeving, dient de onderdaan van een derde land die gemachtigd is tot verblijf in de hoedanigheid van stagiair overeenkomstig artikel 61/13/23, § 1, en die zijn verblijf in deze hoedanigheid wil voortzetten, overeenkomstig artikel 21 van het **** van 2 februari 2018, ten laatste twee maanden voor het verstrijken van zijn verblijf een aanvraag in bij de bevoegde regionale overheid, in de vorm van een aanvraag voor een toelating tot arbeid. § 2. Indien de geldigheidsduur gedurende dewelke de betrokkene tot een verblijf in de hoedanigheid van stagiair gemachtigd is, tijdens het onderzoek van de **** verstrijkt en de aanvraag tot vernieuwing ontvankelijk is, wordt een document aan hem afgeleverd dat zijn verblijf voorlopig dekt, totdat er een beslissing over de aanvraag bedoeld in paragraaf 1 wordt genomen.

De **** bepaalt de voorwaarden en de nadere regels voor het in het eerste lid bedoelde document.".

Art. 44.In dezelfde afdeling 2 wordt een artikel 61/13/21 ingevoegd, ****: "Art. 61/13/21. De minister of zijn gemachtigde betekent de volgende beslissingen aan de onderdaan van een derde land: 1° de beslissingen tot weigering van de machtiging tot verblijf, om de machtiging tot verblijf niet te vernieuwen of die een einde maken aan de machtiging tot verblijf, die krachtens de bepalingen van deze afdeling worden genomen;2° de beslissing tot toekenning of tot toekenning van de vernieuwing van de toelating tot arbeid en de machtiging tot verblijf, in de vorm van een gecombineerde administratieve akte. In de gevallen en onder de voorwaarden vastgesteld bij de artikelen 26 tot 36 van het **** van 2 februari 2018, informeert de minister of zijn gemachtigde de werkgever over de beslissing bedoeld in het eerste lid, 2°. ".

Art. 45.In dezelfde afdeling 2 wordt een artikel 61/13/22 ingevoegd, ****: "Art. 61/13/22. § 1. **** artikel 34, tweede lid, van het **** van 2 februari 2018, en artikel 52, tweede lid, van het **** van 6 december 2018, wordt, wanneer de onderdaan van een derde land, bedoeld in artikel 61/13/18, zich in het buitenland bevindt op de datum dat de beslissing waarbij hij gemachtigd wordt om in de hoedanigheid van stagiair op het grondgebied te verblijven en te werken, op zijn verzoek, een visum lang verblijf aan hem afgeleverd.

De **** bepaalt de voorwaarden en de nadere regels voor het afleveren van dit visum. § 2. **** artikel 52, derde lid, van het **** van 6 december 2018, wordt de onderdaan van een derde land die gemachtigd is om op het grondgebied in de hoedanigheid van stagiair te werken en te verblijven, in het **** ingeschreven en wordt een vergunning voor stagiair afgegeven.

De **** bepaalt: 1° het model van de vergunning voor stagiair;2° de geldigheidsduur van de vergunning voor stagiair;3° het **** dat wordt afgeleverd aan de onderdaan van een derde land in afwachting van de aflevering van zijn vergunning voor stagiair. § 3. In geval van vernieuwing van het verblijf wordt de vergunning voor stagiair overeenkomstig artikel 53, § 2, van het **** van 6 december 2018 vernieuwd met de duur die nodig is om de stage te kunnen voltooien.

De Koning kan de duur van de vernieuwing nader bepalen.".

Art. 46.In dezelfde afdeling 2 wordt een artikel 61/13/23 ingevoegd, ****: "Art 61/13/23. § 1. De onderdaan van een derde land die een aanvraag met toepassing van artikel 61/13/18 indient, wordt gemachtigd om in de hoedanigheid van stagiair op het grondgebied te verblijven of om zijn verblijf in die hoedanigheid te vernieuwen, indien hij de hiernavolgende documenten voorlegt ter staving van zijn aanvraag: 1° een kopie van zijn geldig paspoort of een daarmee gelijkgestelde **** dat of die voldoet aan de voorwaarden vastgesteld in artikel 6, § 1, ****), van de **** en geldig is voor ten minste de duur van het geplande verblijf;2° het bewijs dat hij gedurende het geplande verblijf zal beschikken over voldoende bestaansmiddelen om de kosten van zijn terugreis te dekken en om te voorkomen dat hij tijdens zijn verblijf ten laste komt van het sociale **** van het Rijk.**** voorkomend geval wordt hierbij met name rekening gehouden met de inkomsten die hij tijdens zijn verblijf in de hoedanigheid van stagiair zal ontvangen en de eventuele garantstelling bedoeld in de bepaling onder 3° ; 3° in voorkomend geval, het bewijs dat de **** de aansprakelijkheid voor de stagiair op zich neemt gedurende het gehele verblijf op het grondgebied van het ****, in het bijzonder voor zijn kosten van levensonderhoud en accommodatie;4° wanneer de stagiair gedurende het gehele verblijf bij de **** verblijft, het bewijs dat de stagiair tijdens zijn verblijf op een passende wijze zal worden gehuisvest, zodat hij een gepaste levensstandaard geniet, overeenkomstig de wetgeving inzake de huisvesting;5° het bewijs dat hij beschikt over een ziektekostenverzekering die alle risico's in **** dekt gedurende zijn verblijf;6° behalve bij het vernieuwen van de aanvraag voor de machtiging tot verblijf in de hoedanigheid van stagiair, een geneeskundig getuigschrift waaruit blijkt dat hij niet lijdt aan één der in bijlage bij deze wet opgesomde ziekten;7° behalve bij het vernieuwen van de aanvraag voor de machtiging tot verblijf in de hoedanigheid van stagiair en indien hij ouder is dan achttien jaar, een uittreksel uit het strafregister of een gelijkwaardig document, en in voorkomend geval zijn gelegaliseerde vertaling, afgegeven door het land van oorsprong of het land van zijn laatste verblijfplaats, dat niet ouder is dan zes maanden en bevestigt dat hij niet veroordeeld is geweest voor misdaden of wanbedrijven van gemeen recht;8° een schriftelijke verbintenis van de **** of de werkgever dat deze, in geval van onwettig verblijf van een stagiair op het grondgebied van het Rijk, de uit **** betaalde kosten voor diens verblijf en terugreis zal terugbetalen.De financiële aansprakelijkheid van de **** verstrijkt uiterlijk zes maanden na de beëindiging van de ****; 9° de door de stagiair afgesloten ****. **** behoorlijk wordt aangetoond dat de documenten bedoeld in het eerste lid, 6° en 7°, niet kunnen worden voorgelegd, kan de minister of zijn gemachtigde, rekening houdend met de omstandigheden, de vreemdeling echter machtigen op het grondgebied van het Rijk te verblijven om er een stage te volgen.

De Koning kan het paspoort en de daarmee gelijkgestelde **** onderwerpen aan **** die preciezer of aanvullend zijn. § 2. De minister of zijn gemachtigde weigert de machtiging tot verblijf in de hoedanigheid van stagiair toe te kennen in de volgende gevallen: 1° de betrokkene voldoet niet aan de voorwaarden vastgesteld in paragraaf 1;2° de betrokkene bevindt zich in één van de gevallen bedoeld in artikel 3, eerste lid, 5° tot 10° ;3° de betrokkene heeft valse of misleidende informatie of valse of vervalste documenten gebruikt of heeft fraude gepleegd of andere onwettige middelen gebruikt die bijdragen tot het verkrijgen van het verblijf;4° de betrokkene heeft de documenten of aanvullende informatie niet binnen de voorgeschreven termijn geleverd;5° de werkgever of **** is opgericht of opereert met als voornaamste doel onderdanen van een derde land toegang te verschaffen tot het Rijk;6° er is bewijs of er zijn ernstige en objectieve redenen om vast te stellen dat het verblijf van de betrokkene andere doeleinden zou dienen dan die waarvoor hij een machtiging aanvraagt. § 3. De minister of zijn gemachtigde weigert de machtiging tot verblijf in de hoedanigheid van stagiair te vernieuwen of stelt een einde aan het verblijf in de volgende gevallen: 1° de stagiair voldoet niet of niet meer aan de gestelde voorwaarden, met uitzondering de voorwaarden bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, 6° en 7° ;2° de stagiair verblijft in het land met andere doeleinden dan die waarvoor hij tot het verblijf werd gemachtigd;3° de werkgever of **** is opgericht of opereert met als voornaamste doel onderdanen van een derde land toegang te verschaffen tot het Rijk;4° de betrokkene heeft valse of misleidende informatie of valse of vervalste documenten gebruikt of heeft fraude gepleegd of andere onwettige middelen gebruikt die hebben bijgedragen tot het verkrijgen van het verblijf. § 4. **** beslissing die krachtens dit artikel genomen wordt, wordt genomen na een individueel onderzoek dat rekening houdt met alle omstandigheden die eigen zijn aan elk geval, met inbegrip van het belang van de onderdaan van een derde land, en met respect voor het ****.".

Art. 47.In dezelfde afdeling 2 wordt een artikel 61/13/24 ingevoegd, ****: "Art. 61/13/24. § 1. **** artikel 17, derde lid, van het **** van 2 februari 2018, wanneer de onderdaan van een derde land met toepassing van de bepalingen van dit hoofdstuk tot een verblijf wordt gemachtigd, is de machtiging tot verblijf enkel geldig als de bevoegde regionale overheid een definitieve beslissing neemt waarbij de onderdaan van een derde land toegelaten wordt om op het grondgebied van het Rijk te werken.

**** artikel 53 van het **** van 6 december 2018, wordt de duur van de machtiging tot verblijf, die met toepassing van de bepalingen van deze afdeling wordt toegekend, beperkt tot de duur van de stage en bedraagt deze maximaal zes maanden.". Afdeling 4. - Vrijwilligers

Art. 48.In titel **** van dezelfde wet wordt een hoofdstuk ******** ingevoegd, ****: "**** ****. **** in het kader van **** vrijwilligerswerk.".

Art. 49.In hoofdstuk ********, ingevoegd bij artikel 48, wordt een afdeling 1 ingevoegd die de artikelen 61/13/25 en 61/13/26 bevat, ****: "Afdeling 1. **** bepalingen.".

Art. 50.**** afdeling 1, ingevoegd bij artikel 49 wordt een artikel 61/13/25 ingevoegd, ****: "Art. 61/13/25. Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder: 1° vrijwilliger: de onderdaan van een derde land bedoeld in artikel 55, 1°, van het **** van 6 december 2018;2° vergunning voor vrijwilliger: de **** bedoeld in artikel 55, 3°, van het **** van 6 december 2018;****: het programma bedoeld in artikel 55, 2°, van het **** van 6 december 2018.".

Art. 51.In dezelfde afdeling 1 wordt een artikel 61/13/26 ingevoegd, ****: "Art. 61/13/26. **** bepalingen van dit hoofdstuk zijn van toepassing op de onderdanen van een derde land die verzoeken gemachtigd te worden of die gemachtigd zijn om meer dan negentig dagen op het grondgebied van het Rijk te verblijven in de hoedanigheid van vrijwilliger in het kader van **** vrijwilligerswerk.".

Art. 52.In hetzelfde **** **** wordt een afdeling 2 ingevoegd die de artikelen 61/13/27 tot 61/13/31 bevat, ****: "Afdeling 2. **** voor vrijwilliger.".

Art. 53.**** afdeling 2, ingevoegd bij artikel 52, wordt een artikel 61/13/27 ingevoegd, ****: "Art 61/13/27. § 1. De onderdaan van een derde land die op het grondgebied van het **** **** te verblijven in de hoedanigheid van vrijwilliger, dient de aanvraag voor machtiging tot verblijf in bij de bevoegde regionale overheid, in de vorm van een aanvraag voor een toelating tot arbeid.

**** aanvraag voor een toelating tot arbeid geldt als aanvraag voor vergunning voor vrijwilliger. § 2. De onderdaan van een derde land legt de hiernavolgende documenten voor ter staving van zijn aanvraag: 1° het bewijs van de betaling van de in artikel 1/1 bedoelde retributie;2° de documenten die toelaten de voorwaarden bedoeld in artikel 61/13/31 vast te stellen. § 3. **** aanvraag wordt ingediend wanneer de onderdaan van een derde land zich buiten het grondgebied van de lidstaten bevindt.

**** afwijking van het eerste lid kan de onderdaan van een derde land die reeds in een andere hoedanigheid toegelaten of gemachtigd is om langer dan negentig dagen op het grondgebied van het Rijk te verblijven, zijn aanvraag indienen bij de bevoegde regionale overheid van zijn verblijfplaats op het grondgebied van het **** indien de aanvraag ingediend wordt voor het verstrijken van de geldigheidsduur van deze toelating of machtiging. § 4. **** artikel 58, eerste lid, van het **** van 6 december 2018, neemt de minister of zijn gemachtigde ten laatste binnen negentig dagen na de kennisgeving van het volledig karakter van de aanvraag een beslissing met betrekking tot de machtiging tot verblijf. § 5. De minister of zijn gemachtigde kan van de onderdaan van een derde land eisen dat hij binnen een termijn van vijftien dagen aanvullende inlichtingen of documenten voorlegt.

**** in paragraaf 4 bedoelde termijn wordt opgeschort totdat de gevraagde aanvullende informatie werd ontvangen. § 6. **** artikel 33 van het **** van 2 februari 2018, worden de toelating tot arbeid en de machtiging tot verblijf in de vorm van een gecombineerde administratieve akte aan de betrokkene betekend, indien hij gemachtigd is om op het grondgebied in de hoedanigheid van vrijwilliger te verblijven en te werken.".

Art. 54.In dezelfde afdeling 2 wordt een artikel 61/13/28 ingevoegd, ****: "Art. 61/13/28. De duur van de machtiging tot verblijf komt overeen met de duur van de toelating tot arbeid.".

Art. 55.In dezelfde afdeling 2 wordt een artikel 61/13/29 ingevoegd, ****: "Art 61/13/29. De minister of zijn gemachtigde betekent de volgende beslissingen aan de onderdaan van een derde land: 1° de beslissing tot weigering van de machtiging tot verblijf of tot beëindiging van de machtiging tot verblijf;2° de beslissing tot toekenning van de toelating tot arbeid en de machtiging tot verblijf, in de vorm van een gecombineerde administratieve akte. In de gevallen en onder de voorwaarden vastgesteld bij de artikelen 26 tot 36 van het **** van 2 februari 2018, informeert de minister of zijn gemachtigde de werkgever over de beslissing bedoeld in het eerste lid, 2°. ".

Art. 56.In dezelfde afdeling 2 wordt een artikel 61/13/30 ingevoegd, ****: "Art. 61/13/30. § 1. **** artikel 34, tweede lid, van het **** van 2 februari 2018, en artikel 59, tweede lid, van het **** van 6 december 2018, wordt, wanneer de onderdaan van een derde land bedoeld in artikel 61/13/26 zich in het buitenland bevindt op de datum dat de beslissing waarbij hij gemachtigd wordt in de hoedanigheid van vrijwilliger op het grondgebied te verblijven en te werken, op zijn verzoek, een visum lang verblijf aan hem afgeleverd.

De **** bepaalt de voorwaarden en de nadere regels voor het afleveren van dit visum. § 2. **** artikel 59, derde lid, van het **** van 6 december 2018, wordt de onderdaan van een derde land die gemachtigd is om op het grondgebied in de hoedanigheid van vrijwilliger te werken en te verblijven, in het **** ingeschreven en wordt een vergunning voor vrijwilliger aan hem afgeleverd.

De **** bepaalt: 1° het model van de vergunning voor vrijwilliger;2° de geldigheidsduur van de vergunning voor vrijwilliger; 3° het **** dat wordt afgeleverd aan de onderdaan van een derde land in afwachting van de aflevering van zijn vergunning voor vrijwilliger.".

Art. 57.In dezelfde afdeling 2 wordt een artikel 61/13/31 ingevoegd, ****: "Art 61/13/31. § 1. De onderdaan van een derde land die een aanvraag met toepassing van artikel 61/13/26 indient, wordt gemachtigd om in de hoedanigheid van vrijwilliger op het grondgebied te verblijven, indien hij de hiernavolgende documenten voorlegt ter staving van zijn aanvraag: 1° een kopie van zijn geldig paspoort of een daarmee gelijkgestelde **** dat of die voldoet aan de voorwaarden vastgesteld in artikel 6, § 1, ****), van de **** en geldig is voor ten minste de duur van het geplande verblijf;2° het bewijs dat hij gedurende het geplande verblijf zal beschikken over voldoende bestaansmiddelen om te voorkomen dat hij tijdens zijn verblijf ten laste komt van het sociale **** van het Rijk. Hierbij wordt rekening gehouden met een eventuele garantstelling door de ****, in het bijzonder voor de kosten van levensonderhoud en accommodatie; 3° het bewijs dat hij beschikt over een ziektekostenverzekering die alle risico's in **** dekt;4° wanneer de vrijwilliger gedurende het gehele verblijf bij de **** verblijft, het bewijs dat de vrijwilliger tijdens zijn verblijf op een passende wijze zal worden gehuisvest, zodat hij een gepaste levensstandaard geniet, overeenkomstig de wetgeving inzake de huisvesting;5° een geneeskundig getuigschrift waaruit blijkt dat hij niet lijdt aan één der in bijlage bij deze wet opgesomde ziekten;6° indien hij ouder is dan achttien jaar, een uittreksel uit het strafregister of een gelijkwaardig document, en in voorkomend geval zijn gelegaliseerde vertaling, afgegeven door het land van oorsprong of het land van zijn laatste verblijfplaats, dat niet ouder is dan zes maanden en bevestigt dat hij niet veroordeeld is geweest voor misdaden of wanbedrijven van gemeen recht;7° de door de aanvrager afgesloten ****. **** behoorlijk wordt aangetoond dat de documenten bedoeld in het eerste lid, 5° en 6°, niet kunnen worden voorgelegd, kan de minister of zijn gemachtigde, rekening houdend met de omstandigheden, de vreemdeling echter machtigen op het grondgebied van het Rijk te verblijven om er een vrijwilligerswerk in het kader van **** vrijwilligerswerk te verrichten.

De Koning kan het paspoort en de daarmee gelijkgestelde **** onderwerpen aan **** die preciezer of aanvullend zijn.

**** **** legt een schriftelijke verklaring voor die haar financiële aansprakelijkheid bevestigt voor de uit **** betaalde kosten van het verblijf en de terugreis van de vrijwilliger in geval van onwettig verblijf van de vrijwilliger op het grondgebied van ****. § 2. De minister of zijn gemachtigde weigert de machtiging tot verblijf in de hoedanigheid van vrijwilliger toe te kennen in de volgende gevallen: 1° de betrokkene voldoet niet aan de voorwaarden vastgesteld in paragraaf 1;2° de betrokkene bevindt zich in één van de gevallen bedoeld in artikel 3, eerste lid, 5° tot 10° ;3° de betrokkene heeft valse of misleidende informatie of valse of vervalste documenten gebruikt of heeft fraude gepleegd of andere onwettige middelen gebruikt die bijdragen tot het verkrijgen van het verblijf;4° de betrokkene heeft de documenten of aanvullende informatie niet binnen de voorgeschreven termijn geleverd;5° de **** is opgericht of opereert met als voornaamste doel onderdanen van een derde land toegang te verschaffen tot het Rijk;6° er is bewijs of er zijn ernstige en objectieve redenen om vast te stellen dat het verblijf van de betrokkene andere doeleinden zou dienen dan die waarvoor hij een machtiging aanvraagt. § 3. De minister of zijn gemachtigde stelt een einde aan het verblijf in de hoedanigheid van vrijwilliger in de volgende gevallen: 1° de vrijwilliger voldoet niet of niet meer aan de gestelde voorwaarden, met uitzondering van de voorwaarden bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, 5° en 6° ;2° de vrijwilliger verblijft in het land met andere doeleinden dan die waarvoor hij tot het verblijf werd gemachtigd;3° de **** is opgericht of opereert met als voornaamste doel onderdanen van een derde land toegang te verschaffen tot het Rijk;4° de betrokkene heeft valse of misleidende informatie of valse of vervalste documenten gebruikt of heeft fraude gepleegd of andere onwettige middelen gebruikt die hebben bijgedragen tot het verkrijgen van het verblijf. § 4. **** beslissing die krachtens dit artikel genomen wordt, wordt genomen na een individueel onderzoek dat rekening houdt met alle omstandigheden die eigen zijn aan elk geval, met inbegrip van het belang van de onderdaan van een derde land, en met respect voor het ****.".

Art. 58.In dezelfde afdeling 2 wordt een artikel 61/13/32 ingevoegd, ****: "Art. 61/13/32. § 1. **** artikel 17, derde lid, van het **** van 2 februari 2018, wanneer de onderdaan van een derde land met toepassing van de bepalingen van dit hoofdstuk tot een verblijf wordt gemachtigd, is de machtiging tot verblijf enkel geldig als de bevoegde regionale overheid een definitieve beslissing neemt waarbij de onderdaan van een derde land toegelaten wordt om op het grondgebied van het Rijk te werken.

**** artikel 61 van het **** van 6 december 2018, wordt de duur van de machtiging tot verblijf, die met toepassing van de bepalingen van deze afdeling wordt toegekend, beperkt tot één jaar.". HOOFDSTUK 3. - Overgangsbepalingen

Art. 59.Aanvragen die nog hangende zijn op het moment van inwerkingtreding van de bepalingen van deze wet, worden behandeld overeenkomstig de oude regeling.

Art. 60.**** van een derde land die op grond van de oude bepalingen tot het verblijf gemachtigd werden, kunnen deze, indien zij aan de voorwaarden voldoen, vernieuwen overeenkomstig de bepalingen van deze wet. HOOFDSTUK 4. - Inwerkingtreding

Art. 61.Afdeling 2 van hoofdstuk 2 met als opschrift "Onderzoekers", met uitzondering van de bepalingen met betrekking tot het verblijf na voltooiing van het onderzoek teneinde werk te zoeken of een onderneming op te richten, treedt in werking op 1 maart 2023.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met `s Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te ****, 21 augustus 2022.

**** **** **** : De **** van **** ****, ****. **** **** **** voor Asiel en ****, ****. DE MOOR Met 's Lands zegel gezegeld : De **** van ****, ****. VAN **** _______ Nota (1) **** van volksvertegenwoordigers (****.****.****): Documenten: 55 2761

^