gepubliceerd op 21 november 2014
Wet houdende instemming met de Overeenkomst betreffende de sociale zekerheid tussen het Koninkrijk België en de Federale Republiek Brazilië, ondertekend te Brussel op 4 oktober 2009 (2)
19 JANUARI 2014. - Wet houdende instemming met de Overeenkomst betreffende de sociale zekerheid tussen het Koninkrijk België en de Federale Republiek Brazilië, ondertekend te Brussel op 4 oktober 2009 (1) (2)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.
Art. 2.De Overeenkomst betreffende de sociale zekerheid tussen het Koninkrijk België en de Federale Republiek Brazilië, ondertekend te Brussel op 4 oktober 2009, zal volkomen gevolg hebben.
Art. 3.De wijzigingen van de bepalingen van de artikelen 7 tot 9 van de Overeenkomst, voorzien in artikel 10 van de Overeenkomst, zullen volkomen gevolg hebben.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met `s Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 19 januari 2014.
FILIP Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Buitenlandse Zaken, D. REYNDERS De Vice-Eerste Minister en Minister van Pensioenen, A. DE CROO De Vice-Eerste Minister en Minister van Sociale Zaken, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Zelfstandigen, Mevr. S. LARUELLE Gezien en met `s Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, Mevr. A. TURTELBOOM _______ Nota's (1) Parlementaire referenties. Senaat (www.senate.be) : Stukken : 5-1785 - Handelingen van de Senaat : 08/11/2012.
Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be) : Stukken : 53-2490 - Integraal verslag : 19/12/2012, 20/12/2012. (2) Inwerkingtreding : 01/12/2014
Overeenkomst betreffende de sociale zekerheid tussen het Koninkrijk België en de Federale Republiek Brazilië Het Koninkrijk België en De Federale Republiek Brazilië, Bezield met het verlangen de wederzijdse betrekkingen tussen beide Staten op het gebied van de sociale zekerheid te regelen, Zijn de hierna volgende bepalingen overeengekomen : TITEL I.- Algemene bepalingen Artikel 1 Definities 1. Voor de toepassing van deze Overeenkomst : a) verstaat men onder "Overeenkomstsluitende Staten" : het Koninkrijk België en de Federale Republiek Brazilië;b) verstaat men onder "België", het Koninkrijk België, Verstaat men onder "Brazilië", de Federale Republiek Brazilië;c) verstaat men onder "onderdaan" : i.voor België, een persoon van Belgische nationaliteit, ii. voor Brazilië, een Braziliaan volgens de Grondwet en de wetten van de Federale Republiek Brazilië; d) verstaat men onder "wetgeving" de wetten en reglementeringen bedoeld in artikel 2 van deze Overeenkomst;e) verstaat men onder "bevoegde autoriteit" : i.voor België de ministers die, ieder wat hem betreft, belast zijn met de uitvoering van de wetgeving bedoeld in artikel 2, paragraaf 1 b) van deze Overeenkomst, ii.voor Brazilië de Minister van Sociale Voorzorg; f) verstaat men onder "bevoegde instelling" het orgaan dat of de autoriteit die ermee belast is de in artikel 2 bedoelde wetgevingen geheel of gedeeltelijk toe te passen;g) verstaat men onder "verbindingsorgaan" het orgaan dat zorgt voor de coördinatie en de informatie tussen de bevoegde instellingen van de beide overeenkomstsluitende Staten die betrokken zijn bij de toepassing van deze Overeenkomst en bij het informeren van de betrokken personen op het vlak van de rechten en verplichtingen die eruit voortvloeien;h) verstaat men onder "verzekeringstijdvak" elke periode die als dusdanig wordt erkend bij de wetgeving onder dewelke dit tijdvak werd vervuld, alsook elke periode die bij deze wetgeving wordt erkend als gelijkgesteld aan een verzekeringstijdvak;i) verstaat men onder "prestatie" gelijk welk pensioen, rente of andere uitkering waarin is voorzien krachtens de wetgevingen bedoeld in artikel 2 van deze Overeenkomst, met inbegrip van alle aanvullingen, verhogingen of indexeringen bedoeld in artikel 2 van deze Overeenkomst;j) verstaat men onder "nagelaten betrekking" alle personen die als dusdanig worden omschreven of erkend bij de wetgeving krachtens dewelke de prestaties worden verleend.2. Elke term die niet is gedefinieerd in paragraaf 1 van dit artikel heeft de betekenis die daaraan wordt gegeven in de wetgeving die van toepassing is. Artikel 2 Materiële werkingssfeer 1. Deze Overeenkomst is van toepassing : a) in Brazilië, op de wetgeving betreffende de Algemene socialevoorzorgsregeling en op de Eigen socialevoorzorgsregelingen, wat betreft de voordelen van invaliditeits-, ouderdoms- en overlevingspensioen;b) in België, op de wetgevingen betreffende : i.de ouderdoms- en overlevingspensioenen van werknemers en zelfstandigen, ii. de invaliditeitsuitkeringen van de werknemers, de zeelieden ter koopvaardij en de zelfstandigen; en, enkel wat Titel II betreft, op de wetgevingen betreffende : iii. de sociale zekerheid voor werknemers, iv. het sociaal statuut van de zelfstandigen. 2. Deze Overeenkomst is ook van toepassing op alle wetgevende of reglementaire akten die de in dit artikel vermelde wetgevingen zullen wijzigen of aanvullen.3. Deze Overeenkomst is ook van toepassing op de wetgevende of reglementaire akten waarbij de bestaande regelingen tot nieuwe categorieën van gerechtigden uitgebreid zullen worden, indien de overeenkomstsluitende Staat die zijn wetgeving heeft gewijzigd zich daartegen niet verzet;in geval van verzet moet dit binnen een termijn van zes maanden met ingang van de officiële bekendmaking van bedoelde akten aan de andere overeenkomstsluitende Staat worden betekend. 4. Deze Overeenkomst is niet van toepassing op de wetgevende of reglementaire akten tot dekking van een nieuwe tak van de sociale zekerheid, behalve indien te dien einde tussen de bevoegde autoriteiten van de overeenkomstsluitende Staten een akkoord wordt getroffen. Artikel 3 Persoonlijke werkingssfeer Tenzij deze Overeenkomst anders bepaalt, is ze van toepassing op de personen, ongeacht hun nationaliteit, op wie de wetgevingen vermeld in artikel 2 van toepassing zijn of die krachtens die wetgevingen rechten hebben verworven, alsmede op hun rechthebbenden, hun gezinsleden en hun nagelaten betrekkingen.
Artikel 4 Gelijke behandeling Tenzij in deze Overeenkomst anders bepaald wordt hebben de in artikel 3 bedoelde personen de rechten en verplichtingen voortvloeiende uit de wetgeving van elke overeenkomstsluitende Staat onder dezelfde voorwaarden als de onderdanen van deze Staat.
Artikel 5 Uitvoer van prestaties 1. Tenzij in deze Overeenkomst anders bepaald wordt, mogen de prestaties verworven krachtens de wetgeving van een van beide overeenkomstsluitende Staten, niet geschorst worden noch verminderd of gewijzigd op grond van het feit dat de gerechtigde verblijft of woont op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat.2. De ouderdoms- en overlevingsprestaties die op basis van de Belgische wetgeving verschuldigd zijn, worden aan Braziliaanse onderdanen die wonen op het grondgebied van een derde Staat uitbetaald onder dezelfde voorwaarden als gold het Belgische onderdanen die wonen op het grondgebied van deze derde Staat.3. De invaliditeits-, ouderdoms- en overlevingsprestaties die op basis van de Braziliaanse wetgeving verschuldigd zijn, worden aan Belgische onderdanen die wonen op het grondgebied van een derde Staat uitbetaald onder dezelfde voorwaarden als gold het Braziliaanse onderdanen die wonen op het grondgebied van deze derde Staat. Artikel 6 Verminderings- of schorsingsclausules 1. De bepalingen inzake vermindering of schorsing waarin de wetgeving van één van de overeenkomstsluitende Staten voorziet in geval van samenloop van een prestatie met andere prestaties van sociale zekerheid of met andere inkomsten verworven door de uitoefening van beroepsarbeid, zijn op de rechthebbenden van toepassing, zelfs indien het gaat om prestaties die krachtens een regeling van de andere overeenkomstsluitende Staat zijn verkregen of om inkomsten verworven uit beroepsarbeid uitgeoefend op het grondgebied van deze andere Staat.2. Voor de toepassing van paragraaf 1 van dit artikel wordt er evenwel geen rekening gehouden met gelijkaardige prestaties die worden uitbetaald door de bevoegde organen van de beide overeenkomstsluitende Staten, overeenkomstig de bepalingen van artikelen 12, 14 en 19 van deze Overeenkomst. TITEL II. - bepalingen betreffende de toepasselijke wetgeving Artikel 7 Algemene regels 1. Onder voorbehoud van artikelen 8 tot 10 van deze Overeenkomst, wordt de toepasselijke wetgeving bepaald overeenkomstig de hierna volgende bepalingen : a) op de persoon die een beroepsactiviteit verricht op het grondgebied van een overeenkomstsluitende Staat is de wetgeving van deze Staat van toepassing;b) op de persoon die loonarbeid verricht aan boord van een schip dat onder de vlag vaart van een overeenkomstsluitende Staat is de wetgeving van de Staat waar hij zijn woonplaats heeft van toepassing;c) op de persoon die deel uitmaakt van het vliegend personeel van een onderneming die voor rekening van een derde of voor eigen rekening internationaal luchtvervoer van passagiers of goederen verricht en waarvan de zetel gevestigd is op het grondgebied van een overeenkomstsluitende Staat, is de wetgeving van deze Staat van toepassing.Wanneer de onderneming echter een filiaal of een permanente vertegenwoordiging heeft op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat, is op de werknemers die ze tewerkstelt de wetgeving van de overeenkomstsluitende Staat op het grondgebied waarvan dit filiaal of deze permanente vertegenwoordiging zich bevindt van toepassing. 2. In geval van gelijktijdige uitoefening van een zelfstandige beroepsbezigheid in België en loonarbeid in Brazilië, wordt de in Brazilië uitgeoefende activiteit, voor de vaststelling van de verplichtingen die voortvloeien uit de Belgische wetgeving betreffende het sociaal statuut van de zelfstandigen, gelijkgesteld met loonarbeid in België. Artikel 8 Bijzondere regels 1. De werknemer die, in dienst zijnde van een onderneming die op het grondgebied van een van de overeenkomstsluitende Staten haar hoofdzetel of een filiaal heeft, waaronder hij normaal ressorteert, door deze onderneming tijdelijk wordt gedetacheerd naar het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat om er een werk uit te voeren voor rekening van deze onderneming, valt enkel onder de toepassing van de wetgeving van de eerste overeenkomstsluitende Staat, alsof hij werkzaam bleef op diens grondgebied, op voorwaarde dat de te verwachten duur van het door hem uit te voeren werk geen vierentwintig maanden overschrijdt en dat hij niet gezonden wordt ter vervanging van een andere werknemer wiens detacheringsperiode is afgelopen.Deze bepalingen zijn eveneens van toepassing op de gezinsleden die deze werknemer vergezellen op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat, tenzij ze loonarbeid of een zelfstandige beroepsbezigheid uitoefenen op het grondgebied van deze overeenkomstsluitende Staat. 2. Wanneer de in paragraaf 1 van dit artikel bedoelde detachering langer duurt dan 24 maanden, kunnen de bevoegde autoriteiten van beide overeenkomstsluitende Staten of de bevoegde instellingen aangeduid door deze bevoegde autoriteiten overeenkomen dat enkel de wetgeving van de eerste overeenkomstsluitende Staat van toepassing blijft op de werknemer.Deze verlenging mag evenwel niet worden toegekend voor een periode van meer dan zesendertig maanden en moet worden aangevraagd voor het einde van de aanvankelijke periode van vierentwintig maanden. 3. Paragraaf 1 van dit artikel is van toepassing wanneer een persoon, nadat hij door zijn werkgever van het grondgebied van een overeenkomstsluitende Staat naar het grondgebied van een derde land is gestuurd, door deze werkgever van het grondgebied van het derde land naar het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat wordt gestuurd.4. Artikel 7, paragraaf 1, littera b), is niet van toepassing voor niet gewoonlijk op volle zee tewerkgestelde personen die binnen de territoriale wateren of in een haven van een van de overeenkomstsluitende Staten tewerkgesteld zijn op een schip dat de vlag voert van de andere Staat.Naargelang van het geval is artikel 7, paragraaf 1, littera a), of paragraaf 1 littera a) van dit artikel van toepassing. 5. Wanneer een persoon op wie de wetgeving van een overeenkomstsluitende Staat van toepassing is en die gewoonlijk als zelfstandige werkt op het grondgebied van deze overeenkomstsluitende Staat, tijdelijk een gelijkaardige zelfstandige activiteit uitoefent, enkel op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat, is op deze persoon enkel de wetgeving van de eerste Overeenkomstsluitende Staat van toepassing, alsof deze persoon werkzaam bleef op het grondgebied van de eerste overeenkomstsluitende Staat, op voorwaarde dat de te verwachten duur van de zelfstandige activiteit op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat geen vierentwintig maanden overschrijdt.6. Wanneer de in paragraaf 5 van dit artikel bedoelde zelfstandige activiteit langer duurt dan 24 maanden, kunnen de bevoegde autoriteiten van beide overeenkomstsluitende Staten of de bevoegde instellingen aangeduid door deze bevoegde autoriteiten overeenkomen dat enkel de wetgeving van de eerste overeenkomstsluitende Staat van toepassing blijft op de zelfstandige.Deze verlenging mag evenwel niet worden toegekend voor een periode van meer dan zesendertig maanden en moet worden aangevraagd voor het einde van de aanvankelijke periode van vierentwintig maanden.
Artikel 9 Ambtenaren, leden van diplomatieke missies en consulaire posten 1. Op de personeelsleden van de diplomatieke missies en consulaire posten zijn de bepalingen van de Conventie van Wenen inzake diplomatieke betrekkingen van 18 april 1961 en van de Conventie van Wenen inzake consulaire betrekkingen van 24 april 1963 van toepassing.2. De personen die in dienst zijn genomen door een diplomatieke missie of een consulaire post van een van de overeenkomstsluitende Staten op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat, zijn onderworpen aan de wetgeving van laatstgenoemde overeenkomstsluitende Staat.3. Wanneer de diplomatieke missie of de consulaire post van een van de overeenkomstsluitende Staten personen tewerkstelt die, overeenkomstig paragraaf 2 van dit artikel, onderworpen zijn aan de wetgeving van de andere overeenkomstsluitende Staat, moet de missie of de post rekening houden met de verplichtingen die de wetgeving van laatstgenoemde overeenkomstsluitende Staat de werkgevers oplegt.4. De bepalingen van paragraaf 2 en 3 van dit artikel zijn naar analogie toepasselijk op de personen die tewerkgesteld zijn in private dienst van een persoon bedoeld in paragraaf 1 van dit artikel.5. De bepalingen van paragrafen 1 tot 4 van dit artikel zijn niet van toepassing op de ereleden van een consulaire post, noch op de personen tewerkgesteld in private dienst van deze personen.6. Op de ambtenaren en het gelijkgesteld personeel is de wetgeving van toepassing van de overeenkomstsluitende Staat waaronder de administratie valt die hen tewerkstelt.Deze personen worden, met het oog hierop, beschouwd als wonend op het grondgebied van deze overeenkomstsluitende Staat, zelfs indien ze zich op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat bevinden. 7. De bepalingen van dit artikel zijn ook toepasselijk op de gezinsleden die de personen bedoeld in paragrafen 1 en 6 vergezellen, tenzij ze zelf een beroepsactiviteit uitoefenen. Artikel 10 Afwijkingen In het belang van bepaalde verzekerden of categorieën van verzekerden kunnen de bevoegde autoriteiten of de door deze autoriteiten aangewezen instelling, bij gemeenschappelijk akkoord, voorzien in afwijkingen van de bepalingen van artikelen 7 tot 9, op voorwaarde dat op de betrokken personen de wetgeving van een van de overeenkomstsluitende Staten van toepassing is.
TITEL III. - Bepalingen betreffende de prestaties HOOFDSTUK 1. - Bepalingen betreffende de Belgische prestaties Afdeling A. - Prestaties voor ouderdom en overleving
Artikel 11 Samentelling 1. Voor het verkrijgen van het recht op Belgische prestaties voor ouderdom en overleving door een persoon die verzekeringsperiodes heeft vervuld overeenkomstig de Belgische wetgeving, telt de Belgische bevoegde instelling, onder voorbehoud van paragraaf 2 van dit artikel, de verzekeringstijdvakken vervuld overeenkomstig de Braziliaanse wetgeving inzake prestaties in de nodige mate samen met de verzekeringsperiodes vervuld overeenkomstig de Belgische wetgeving, op voorwaarde dat zij niet overlappen met de onder de Belgische wetgeving vervulde verzekeringstijdvakken.2. Wanneer de Belgische wetgeving de toekenning van bepaalde Belgische prestaties voor ouderdom en overleving afhankelijk stelt van de voorwaarde dat de verzekeringstijdvakken in een bepaald beroep werden vervuld, worden, voor het genieten van deze prestaties, slechts de verzekeringstijdvakken samengeteld die vervuld zijn overeenkomstig de Braziliaanse wetgeving en die door de Belgische bevoegde instelling worden beschouwd als vervuld in hetzelfde beroep.3. Wanneer de Belgische wetgeving de toekenning van bepaalde Belgische prestaties voor ouderdom en overleving afhankelijk stelt van de voorwaarde dat de verzekeringstijdvakken in een bepaald beroep werden vervuld en wanneer de overeenkomstig paragraaf 2 van dit artikel samengetelde verzekeringstijdvakken geen recht op deze prestaties hebben kunnen geven, worden deze samengetelde verzekeringstijdvakken door de Belgische bevoegde instelling beschouwd als geldig voor de vaststelling van de prestaties waarin is voorzien bij de Belgische algemene regeling voor werknemers. Artikel 12 Berekening van het bedrag van de prestaties 1. Wanneer een persoon recht heeft op een Belgische prestatie voor ouderdom of overleving zonder te moeten overgaan tot de samentelling, berekent de Belgische bevoegde instelling het bedrag van die prestatie op basis van de verzekeringstijdvakken enkel vervuld ingevolge de Belgische wetgeving.De Belgische bevoegde instelling berekent ook het bedrag van de prestatie dat zou bekomen worden na toepassing van de regels voorzien in paragraaf 2 van dit artikel. Enkel het hoogste van de beide bedragen wordt in aanmerking genomen. 2. Wanneer een persoon aanspraak kan maken op een Belgische prestatie voor ouderdom of overleving, waarvan het recht enkel is ontstaan ingevolge de samentelling van de verzekeringstijdvakken uitgevoerd overeenkomstig artikel 11, zijn de volgende regels van toepassing : a) de Belgische bevoegde instelling berekent het theoretische bedrag van de prestatie die verschuldigd zou zijn indien alle verzekeringstijdvakken vervuld krachtens de wetgevingen van beide overeenkomstsluitende Staten enkel zouden vervuld zijn geweest overeenkomstig de wetgeving die ze toepast;b) de Belgische bevoegde instelling berekent vervolgens het verschuldigd bedrag, op basis van het bedrag bedoeld in littera a), naar verhouding van de duur van de verzekeringstijdvakken enkel vervuld overeenkomstig zijn wetgeving tot de duur van alle verzekeringstijdvakken bedoeld in littera a). Afdeling B. - Invaliditeitsprestaties
Artikel 13 Samentelling Voor het verkrijgen van het recht op een Belgische invaliditeitsprestatie door een persoon wiens verzekeringstijdvakken zijn vervuld overeenkomstig de Belgische wetgeving, is artikel 11 naar analogie van toepassing.
Artikel 14 Berekening van het bedrag van de invaliditeitsprestatie 1. Wanneer een persoon aanspraak kan maken op een Belgische invaliditeitsprestatie, waarvan het recht enkel is ontstaan ingevolge de samentelling van de verzekeringstijdvakken vervuld krachtens de Belgische wetgeving en de verzekeringstijdvakken vervuld krachtens de Brazaliaanse wetgeving uitgevoerd overeenkomstig artikel 11, is artikel 12, paragraaf 1 naar analogie van toepassing op de berekening van het bedrag van de verschuldige prestatie.2. Wanneer een persoon recht heeft op een Belgische invaliditeitsprestatie zonder beroep te moeten doen op artikel 11 en het bedrag dat resulteert uit de optelling van de Braziliaanse invaliditeitsprestatie en de Belgische invaliditeitsprestatie berekend overeenkomstig paragraaf 1 van dit artikel lager is dan het bedrag van de prestatie die verschuldigd is op basis van enkel de Belgische wetgeving, kent de Belgische bevoegde instelling een aanvulling toe die gelijk is aan het verschil tussen de som van deze beide prestaties en het bedrag dat verschuldigd is op basis van enkel de Belgische wetgeving. Artikel 15 Minimaal verzekeringstijdvak In de gevallen bedoeld in artikel 14, paragraaf 1, is er geen Belgische invaliditeitsprestatie verschuldigd door de Belgische bevoegde instelling wanneer de totale duur van de verzekeringstijdvakken, die overeenkomstig de Belgische wetgeving vervuld zijn vóór de gebeurtenis, minder dan een jaar bedraagt.
Artikel 16 Bijzondere bepalingen betreffende de invaliditeitsprestaties De gerechtigde op een Belgische invaliditeitsprestatie geniet deze prestatie verder tijdens een tijdelijk verblijf op het grondgebied van Brazilië wanneer dit tijdelijk verblijf vooraf werd toegestaan door de bevoegde Belgische instelling. Deze toelating kan evenwel enkel worden geweigerd wanneer het verblijf plaatsheeft in de periode tijdens dewelke de bevoegde Belgische instelling krachtens de Belgische wetgeving de invaliditeitstoestand moet evalueren of herzien. Afdeling C. - Gemeenschappelijke bepalingen betreffende de Belgische
prestaties Artikel 17 Herberekening van het bedrag van de prestaties 1. Indien wegens de verhoging van de kosten voor levensonderhoud, de schommeling van het loonpeil of om andere redenen de bedragen van de Braziliaanse ouderdoms-, overlevings- of invaliditeitsprestaties worden gewijzigd met een bepaald percentage of bedrag, is de Belgische bevoegde overheid niet verplicht om over te gaan tot een nieuwe berekening van de bedragen van de Belgische ouderdoms-, overlevings- of invaliditeitsprestaties.2. Daarentegen, in geval van verandering van de wijze van vaststelling van de rechten of van de berekeningsregels van de Braziliaanse ouderdoms-, overlevings- of invaliditeitsprestaties, wordt er door de Belgische bevoegde instelling een nieuwe berekening gemaakt overeenkomstig artikel 12 of 14. HOOFDSTUK 2. - Bepalingen betreffende de Braziliaanse prestaties Artikel 18 Prestaties voor overleving Indien de Braziliaanse wetgeving het recht op een prestatie voor overleving afhankelijk stelt van de voorwaarde dat het overlijden van de verzekerde geschiedt tijdens een verzekeringstijdvak, dan wordt de voorwaarde voor de vaststelling van het recht op de prestatie als vervuld beschouwd wanneer het overlijden geschiedt op een moment waarop de Belgische wetgeving van toepassing was op de persoon.
Artikel 19 Samentelling 1. Indien er overeenkomstig de Braziliaanse wetgeving geen recht is op prestaties enkel op basis van de verzekeringstijdvakken vervuld ingevolge de Braziliaanse wetgeving, worden deze tijdvakken samengeteld met de verzekeringstijdvakken vervuld ingevolge de Belgische wetgeving, op voorwaarde dat ze elkaar niet overlappen.2. Indien het recht op een prestatie enkel ontstaat door samentelling van de verzekeringstijdvakken, zijn de de volgende regels van toepassing voor de berekening van het bedrag van de prestatie : a) de Braziliaanse bevoegde instelling berekent eerst het bedrag van de prestatie op basis van de veronderstelling dat alle tijdvakken vervuld overeenkomstig de wetgevingen van de beide overeenkomstsluitende Staten zijn vervuld ingevolge de Braziliaanse wetgeving.Voor de berekening van het bedrag van de prestatie, neemt de Braziliaanse instelling enkel de lonen en bezoldigingen in aanmerking die als basis hebben gediend voor de betalingen van de bijdragen gedurende de verzekeringstijdvakken vervuld krachtens de Braziliaanse wetgeving (theoretisch bedrag); b) wanneer het theoretische bedrag lager is dan het minimumbedrag van de prestatie, wordt het theoretische bedrag verhoogd tot het minimumbedrag van de prestatie;c) tot slot berekent de Braziliaanse bevoegde instelling de proportionele prestatie die overeenkomstig de Braziliaanse wetgeving dient te worden uitbetaald, op basis van het theoretische bedrag van de prestatie, naar verhouding van de duur van de verzekeringstijdvakken vervuld overeenkomstig de Braziliaanse wetgeving tot de duur van alle verzekeringstijdvakken vervuld krachtens de wetgevingen van de beide overeenkomstsluitende Staten (pro-rataprestatie).3. Wat betreft Brazilië zal er geen enkele prestatie verschuldigd zijn door de bevoegde Braziliaanse instelling wanneer de totale duur van de verzekeringstijdvakken, die overeenkomstig de Braziliaanse wetgeving vervuld zijn, minder dan één jaar bedraagt, tenzij de procedures voorzien in de Braziliaanse wetgeving vervuld zijn. TITEL IV. - Diverse bepalingen Artikel 20 Taken van de bevoegde autoriteiten De bevoegde autoriteiten : a) nemen bij administratieve schikking de nodige maatregelen voor de toepassing van deze Overeenkomst en duiden de verbindingsorganen en de bevoegde instellingen aan;b) leggen de procedures van administratieve samenwerking vast evenals de betalingsmodaliteiten voor de kosten voor het verkrijgen van adviezen van medische expertises, administratieve en andere getuigschriften die noodzakelijk zijn voor de toepassing van deze Overeenkomst;c) verstrekken elkaar rechtstreeks alle inlichtingen met betrekking tot de ter uitvoering van deze Overeenkomst getroffen maatregelen;d) verstrekken elkaar rechtstreeks en zo spoedig mogelijk alle wijzigingen van hun wetgeving die van aard zijn invloed te hebben op de toepassing van deze Overeenkomst. Artikel 21 Administratieve samenwerking 1. Voor de toepassing van deze Overeenkomst bieden de bevoegde autoriteiten en de bevoegde instellingen van elk van beide overeenkomstsluitende Staten elkaar hun goede diensten aan, als gold het de toepassing van hun eigen wetgeving.Deze onderlinge samenwerking is in principe kosteloos; de bevoegde autoriteiten kunnen evenwel overeenkomen bepaalde kosten te vergoeden. 2. Alle voor de toepassing van deze Overeenkomst over te leggen akten en documenten worden vrijgesteld van het geldigverklaringsvisum van de diplomatieke of consulaire overheden.3. Voor de toepassing van deze Overeenkomst zijn de bevoegde autoriteiten en de verbindingsorganen van de overeenkomstsluitende Staten ertoe gemachtigd rechtstreeks met elkaar te corresponderen.Het corresponderen mag geschieden in een van de officiële talen van de overeenkomstsluitende Staten.
Artikel 22 Uitwisseling van persoonlijke gegevens 1. De instellingen van de beide overeenkomstsluitende Staten zijn gemachtigd om voor de toepassing van deze overeenkomst persoonlijke gegevens uit te wisselen, met inbegrip van gegevens met betrekking tot het inkomen van de personen, die de instelling van een overeenkomstsluitende Staat nodig heeft voor de toepassing van een socialezekerheids- of socialebijstandswetgeving.2. Bij het meedelen van persoonlijke gegevens door de instelling van een overeenkomstsluitende Staat dient de wetgeving inzake bescherming van gegevens van deze overeenkomstsluitende Staat te worden nageleefd.3. Op de bewaring, de verwerking en de verspreiding van persoonlijke gegevens door de instelling van de overeenkomstsluitende Staat waaraan ze worden meegedeeld, is de wetgeving inzake de bescherming van gegevens van deze overeenkomstsluitende Staat van toepassing.4. De gegevens bedoeld in dit artikel mogen voor geen andere doelen worden gebruikt dan de toepassing van de socialezekerheids- of socialebijstandswetgevingen. Artikel 23 Aanvragen, verklaringen en rechtsmiddelen Aanvragen, verklaringen of rechtsmiddelen die, krachtens de wetgeving van een overeenkomstsluitende Staat, binnen een bepaalde termijn hadden moeten ingediend worden bij een autoriteit, orgaan of rechtscollege van deze Staat, zijn ontvankelijk indien zij binnen dezelfde termijn worden ingediend bij een autoriteit, orgaan of rechtscollege van de andere overeenkomstsluitende Staat. In dit geval laat de/het aldus aangezochte autoriteit, orgaan of rechtscollege deze aanvragen, verklaringen of rechtsmiddelen onverwijld geworden aan de autoriteit, het orgaan of het rechtscollege van de eerste overeenkomstsluitende Staat, ofwel rechtstreeks ofwel door toedoen van de bevoegde autoriteiten van de overeenkomstsluitende Staten. De datum waarop deze aanvragen, verklaringen of rechtsmiddelen werden ingediend bij een autoriteit, een orgaan of een rechtscollege van de andere overeenkomstsluitende Staat wordt beschouwd als datum van indiening bij de/het ten deze bevoegde autoriteit, orgaan of rechtscollege. Een aanvraag of een document mag niet van de hand worden gewezen omdat ze opgesteld zijn in een officiële taal van de andere overeenkomstsluitende Staat.
Artikel 2 Uitbetaling van de prestaties 1. De uitbetalingsinstellingen van prestaties ingevolge deze Overeenkomst kunnen er zich geldig van kwijten in de munt van hun Staat.2. Overdrachten ingevolge de toepassing van deze Overeenkomst worden verricht overeenkomstig de tussen beide overeenkomstsluitende Staten ter zake van kracht zijnde akkoorden.3. Indien een overeenkomstsluitende Staat monetaire beperkingen zou invoeren, dan zullen de bevoegde autoriteiten onmiddellijk en bij gemeenschappelijk akkoord de nodige maatregelen nemen ten einde de toepassing van deze Overeenkomst wat betreft de overdracht van prestaties te kunnen garanderen. Artikel 25 Terugvordering van niet-verschuldigde betalingen Wanneer de instelling van één van de Staten aan een rechthebbende op uitkeringen een groter bedrag heeft uitbetaald dan waarop hij recht heeft, kan deze instelling, op de wijze en binnen de grenzen als bepaald in de wetgeving die ze toepast, aan de instelling van de andere Staat die uitkeringen aan deze rechthebbende verschuldigd is, vragen om het te veel betaalde bedrag in te houden op de bedragen die ze aan bedoelde rechthebbende betaalt. Laatstgenoemde instelling houdt het bedrag in op de wijze en binnen de grenzen als voor een dergelijke schuldvergelijking is bepaald bij de wetgeving die ze toepast alsof het door deze instelling zelf te veel betaalde bedragen betreft en maakt het ingehouden bedrag over aan de crediteurinstelling.
Artikel 26 Samenwerking inzake fraudebestrijding Naast de toepassing van de algemene principes inzake administratieve samenwerking, zullen de overeenkomstsluitende Staten in een administratieve schikking regels overeenkomen volgens welke ze hun medewerking verlenen aan de bestrijding van fraude inzake socialezekerheidsbijdragen en -prestaties die de grenzen van een overeenkomstsluitende Staat overschrijdt, in het bijzonder wat de werkelijke woonplaats van de personen, de raming van het inkomen, de berekening van de bijdragen en het cumuleren van prestaties betreft.
TITEL V. - Overgangs- en slotbepalingen Artikel 27 Gebeurtenissen voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Overeenkomst 1. Deze Overeenkomst is eveneens van toepassing op gebeurtenissen die zich hebben voorgedaan vóór zij van kracht werd.2. Deze Overeenkomst doet geen recht ontstaan op de betaling van prestaties voor een tijdvak dat aan haar inwerkingtreding voorafgaat.3. Ieder verzekeringstijdvak dat onder de wetgeving van een van de overeenkomstsluitende Staten werd vervuld vóór de inwerkingtreding van deze Overeenkomst wordt in aanmerking genomen voor het vaststellen van het recht op een overeenkomstig de bepalingen van voormelde Overeenkomst toegekende prestatie.4. Deze Overeenkomst is niet van toepassing op rechten die definitief werden vereffend door toekenning van een forfaitaire uitkering of door terugbetaling van bijdragen. Artikel 28 Herziening, verjaring, verval 1. Elke prestatie die niet werd vereffend of die werd geschorst wegens de nationaliteit van de belanghebbende of wegens diens woonplaats op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat dan die waar de uitbetalingsinstelling zich bevindt, wordt, op verzoek van de belanghebbende, vereffend of hervat met ingang van de inwerkingtreding van deze Overeenkomst.2. De rechten van de belanghebbenden die vóór de inwerkingtreding van voormelde Overeenkomst de vaststelling van een prestatie hebben verkregen, worden op hun verzoek herzien, rekening houdend met de bepalingen van voormelde Overeenkomst.In geen geval mag dergelijke herziening als gevolg hebben dat de vroegere rechten van de belanghebbenden verminderd worden. 3. Ingeval het verzoek bedoeld in paragraaf 1 of 2 van dit artikel wordt ingediend binnen een termijn van twee jaar ingaand op de datum dat deze Overeenkomst van kracht wordt, zijn de overeenkomstig de bepalingen van voormelde Overeenkomst verkregen rechten verworven met ingang van deze datum, zonder dat de bepalingen van de wetgeving van de ene of van de andere overeenkomstsluitende Staat betreffende het verval of de verjaring van rechten, tegen de belanghebbenden mogen ingeroepen worden.4. Ingeval het verzoek bedoeld in paragraaf 1 of 2 van dit artikel wordt ingediend na het verstrijken van een termijn van twee jaar ingaand op de datum dat deze Overeenkomst van kracht wordt, worden de rechten die vervallen noch verjaard zijn slechts verkregen vanaf de datum van het verzoek, onder voorbehoud van gunstigere bepalingen in de wetgeving van de betrokken overeenkomstsluitende Staat. Artikel 29 Bijleggen van geschillen Geschillen over de interpretatie en de uitvoering van deze Overeenkomst zullen in de mate van het mogelijke bijgelegd worden door de bevoegde autoriteiten.
Artikel 30 Duur Deze Overeenkomst wordt gesloten voor onbepaalde duur. Zij kan worden opgezegd door één van de overeenkomstsluitende Staten door middel van een schriftelijke kennisgeving die via diplomatieke weg aan de andere overeenkomstsluitende Staat wordt bezorgd, met een opzeggingstermijn van twaalf maanden.
Artikel 31 Waarborg voor verworven rechten of rechten in wording In geval van opzegging van deze Overeenkomst worden de rechten op en de uitkeringen van prestaties verworven krachtens voormelde Overeenkomst gehandhaafd. De overeenkomstsluitende Staten nemen de nodige schikkingen met betrekking tot de rechten in wording.
Artikel 32 Inwerkingtreding Deze Overeenkomst zal bekrachtigd worden overeenkomstig de interne wetgeving van elk van de overeenkomstsluitende Staten. Ze treedt in werking de eerste dag van de derde maand die volgt op de datum waarop de beide overeenkomstsluitende Staten via diplomatieke weg de bekrachtigingsinstrumenten hebben uitgewisseld.
Ten blijke waarvan de behoorlijk daartoe gemachtigden deze Overeenkomst hebben ondertekend.
Gedaan te Brussel, Koninkrijk België, op 4 oktober 2009, in tweevoud, in de Franse, Nederlandse en Portugese taal, de drie teksten zijnde gelijkelijk rechtsgeldig.