gepubliceerd op 14 augustus 2013
Wet tot wijziging van diverse bepalingen betreffende het statuut van de militairen
18 JULI 2013. - Wet tot wijziging van diverse bepalingen betreffende het statuut van de militairen (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepaling
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet. HOOFDSTUK 2. - Wijziging van de wet van 13 juli 1976 betreffende de getalsterkte aan officieren en de statuten van het personeel van de krijgsmacht
Art. 2.Dit hoofdstuk voorziet in de gedeeltelijke omzetting van Richtlijn 2010/18/EU van de Raad van 8 maart 2010 tot uitvoering van de door BUSINESSEUROPE, UEAPME, het CEEP en het EVV gesloten herziene raamovereenkomst inzake ouderschapsverlof en tot intrekking van Richtlijn 96/34/EG.
Art. 3.In artikel 53quinquies van de wet van 13 juli 1976 betreffende de getalsterkte aan officieren en de statuten van het personeel van de krijgsmacht, ingevoegd bij de wet van 27 maart 2003, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 2, eerste lid, vervangen bij de wet van 23 april 2010 en gewijzigd bij de wet van 20 juni 2012, worden de woorden « drie maanden » vervangen door de woorden « vier maanden »;2° paragraaf 3, gewijzigd bij de wet van 16 juli 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/07/2005 pub. 10/08/2005 numac 2005007190 bron ministerie van landsverdediging Wet tot wijziging van diverse wetten betreffende het statuut van de militairen sluiten, wordt aangevuld met een lid, luidende : « In afwijking van het eerste lid, opent de vierde maand verlof voor ouderschapsbescherming slechts een recht op een onderbrekingstoelage in hoofde van de militair die deze vierde maand opneemt voor kinderen geboren of geadopteerd vanaf 8 maart 2012.». HOOFDSTUK 3. - Wijziging van de wet van 6 februari 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/02/2003 pub. 27/02/2003 numac 2003007066 bron ministerie van landsverdediging Wet betreffende het vrijwillig ontslag vergezeld van een geïndividualiseerd beroepsomschakelingsprogramma ten behoeve van bepaalde militairen en houdende sociale bepalingen sluiten betreffende het vrijwillig ontslag vergezeld van een geïndividualiseerd beroepsomschakelingsprogramma ten behoeve van bepaalde militairen en houdende sociale bepalingen
Art. 4.In artikel 14, derde lid, van de wet van 6 februari 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/02/2003 pub. 27/02/2003 numac 2003007066 bron ministerie van landsverdediging Wet betreffende het vrijwillig ontslag vergezeld van een geïndividualiseerd beroepsomschakelingsprogramma ten behoeve van bepaalde militairen en houdende sociale bepalingen sluiten betreffende het vrijwillig ontslag vergezeld van een geïndividualiseerd beroepsomschakelingsprogramma ten behoeve van bepaalde militairen en houdende sociale bepalingen, ingevoegd bij de wet van 23 april 2010, worden de woorden « het grensbedrag A bedoeld in artikel 111, derde lid » vervangen door de woorden « het grensbedrag A bedoeld in artikel 111, tweede lid ». HOOFDSTUK 4. - Wijzigingen van de wet van 10 januari 2010Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/01/2010 pub. 12/02/2010 numac 2010007051 bron ministerie van landsverdediging Wet tot instelling van de vrijwillige militaire inzet en tot wijziging van verschillende wetten van toepassing op het militair personeel sluiten tot instelling van de vrijwillige militaire inzet en tot wijziging van verschillende wetten van toepassing op het militair personeel
Art. 5.In artikel 25 van de wet van 10 januari 2010Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/01/2010 pub. 12/02/2010 numac 2010007051 bron ministerie van landsverdediging Wet tot instelling van de vrijwillige militaire inzet en tot wijziging van verschillende wetten van toepassing op het militair personeel sluiten tot instelling van de vrijwillige militaire inzet en tot wijziging van verschillende wetten van toepassing op het militair personeel, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden « en voor zover de reglementaire bepalingen niet onverenigbaar zijn met de reglementaire bepalingen genomen in uitvoering van dit hoofdstuk » ingevoegd tussen de woorden « van dit hoofdstuk » en de woorden « zijn alle wettelijke »;2° in het tweede lid worden de woorden « en voor zover de reglementaire bepalingen niet onverenigbaar zijn met de reglementaire bepalingen genomen in uitvoering van dit hoofdstuk » ingevoegd tussen de woorden « van dit hoofdstuk » en de woorden « zijn alle wettelijke ».
Art. 6.Artikel 31 van dezelfde wet wordt aangevuld met de bepaling onder 3°, luidende : « 3° de voorwaarden om een wederdienstneming te kunnen aangaan. ».
Art. 7.Artikel 33 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt : «
Art. 33.De Koning bepaalt : 1° de concrete duur van de vormingscyclus van de kandidaten-EVMI in functie van hun personeelscategorie;2° de beoordelingsmomenten van de professionele hoedanigheden van de kandidaten-EVMI.».
Art. 8.In dezelfde wet wordt een artikel 34/1 ingevoegd, luidende : «
Art. 34/1.Onder de voorwaarden en volgens de procedure die de Koning bepaalt, kan de kandidaat-EVMI door de door de Koning aangewezen overheid geheroriënteerd worden naar een andere specifieke vormingscyclus in dezelfde personeelscategorie, in dezelfde hoedanigheid en in een gelijktijdige promotie. ».
Art. 9.In dezelfde wet wordt een artikel 34/2 ingevoegd, luidende : «
Art. 34/2.De kandidaat-EVMI die aan een latere promotie wordt aangehecht om zijn vorming te volbrengen of uitzonderlijk te herbeginnen, volgt het lot van de kandidaten van de nieuwe promotie waaraan hij gehecht wordt, behoudens wat betreft het einde van zijn vormingscyclus waarvoor hij het lot van de kandidaten-EVMI van zijn oorspronkelijke promotie volgt. ».
Art. 10.Artikel 46, eerste lid, van dezelfde wet wordt aangevuld met de bepaling onder 5°, luidende : « 5° niet meer dan twee keer afgewezen zijn met het oog op zijn opname omdat hij niet voldoet aan de voorwaarden bedoeld in 1° tot 4°. ».
Art. 11.In hoofdstuk 10 van dezelfde wet wordt een afdeling 7/1 ingevoegd, luidende « De professionele heroriëntering buiten de Krijgsmacht ».
Art. 12.In afdeling 7/1, ingevoegd bij artikel 11, wordt een artikel 49/1 ingevoegd, luidende : « Art 49/1. De militair EVMI kan in aanmerking komen voor een professionele heroriëntering, op voorwaarde dat : 1° hij daartoe een aanvraag indient;2° hij het volgende aantal dienstmaanden heeft volbracht : a) tweeënveertig voor een officier en een onderofficier EVMI;b) dertig voor een vrijwilliger EVMI;3° hij niet opgenomen is in een andere hoedanigheid van militair zoals bedoeld in afdeling 6;4° zijn wederdienstneming niet verbroken wordt. Elke aanvraag voor een professionele heroriëntering wordt ingediend bij de directeur-generaal human resources, via de korpscommandant : 1° voor de officier en de onderofficier EVMI, ten vroegste de eerste werkdag van de drieënveertigste dienstmaand en ten laatste de laatste werkdag van de zesenveertigste dienstmaand;2° voor de vrijwilliger EVMI, ten vroegste de eerste werkdag van de eenendertigste dienstmaand en ten laatste de laatste werkdag van de vierendertigste dienstmaand.».
Art. 13.In dezelfde afdeling 7/1 wordt een artikel 49/2 ingevoegd, luidende : « Art 49/2. § 1. De professionele heroriëntering omvat een gezamenlijke informatiesessie en een fase van professionele heroriëntering. § 2. De gezamenlijke informatiesessie beoogt aan de militairen EVMI de rechten uit te leggen waarop zij aanspraak kunnen maken in de loop van de fase van professionele heroriëntering, evenals de te respecteren nadere regels teneinde van deze rechten te kunnen genieten.
De gezamenlijke informatiesessie wordt georganiseerd binnen de vijf werkdagen vóór het begin van de fase van professionele heroriëntering. § 3. De fase van professionele heroriëntering omvat : 1° een verlof van professionele heroriëntering tijdens dewelke de militair EVMI geniet van een dienstvrijstelling;2° oriëntatie- en begeleidingsactiviteiten georganiseerd door de bevoegde diensten voor tewerkstelling en opleiding, overeenkomstig een akkoord afgesloten tussen deze diensten en de bevoegde autoriteiten enerzijds en de minister van Landsverdediging anderzijds. De fase van professionele heroriëntering begint de eerste dag van de laatste dienstmaand van de wederdienstneming tijdens dewelke de aanvraag voor een professionele heroriëntering werd ingediend en neemt van rechtswege een einde op de dag waarop de maximale duur bedoeld in artikel 21, tweede lid, wordt bereikt. ». HOOFDSTUK 5.- Slotbepaling
Art. 14.Deze wet treedt in werking de tiende dag na de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad, met uitzondering van de artikelen 2 en 3, die uitwerking hebben met ingang van 8 maart 2012.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 18 juli 2013.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landsverdediging, P. DE CREM Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, Mevr. A. TURTELBOOM _________ (1) Nota Zitting 2012 - 2013 : Kamer van Volksvertegenwoordigers. Parlementaire bescheiden : Wetsontwerp nr. 53-2821/1. - Verslag nr. 53-2821/2. - Tekst aangenomen nr. 53-2821/3-4.
Parlementaire handelingen : Tekst aangenomen in plenaire vergadering op 13 juni 2013.
Senaat.
Parlementaire bescheiden : Wetsontwerp overgezonden door de Kamer, nr. 53-2154/1. Niet geëvoceerd.