gepubliceerd op 11 april 2003
Wet tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen
18 MAART 2003. - Wet tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen (1)
**** ****, **** der ****, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK ****. - Algemene bepalingen
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
Art. 2.De huidige wet zet de richtlijn 2001/55/EG van de Raad van de **** **** van 20 juli 2001 betreffende minimumnormen voor het verlenen van tijdelijke bescherming in geval van massale toestroom van ontheemden en maatregelen ter bevordering van een evenwicht tussen de inspanning van de lid-Staten voor de opvang en het dragen van de consequenties van de opvang van deze personen, om in de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. HOOFDSTUK ****. - Wijzigingen van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen
Art. 3.In de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, wordt een artikel 50bis ingevoegd, **** : «
Art. 50bis.De vreemdeling die tijdelijke bescherming geniet zoals bedoeld in artikel 57/29, kan op elk ogenblik een verklaring afleggen of een aanvraag om erkenning van zijn hoedanigheid van vluchteling richten tot één van de door de Koning ter uitvoering van artikel 50, eerste lid, aangewezen overheden.
De vreemdeling die op grond van artikel 57/29 een tijdelijke bescherming heeft genoten en het statuut van vluchteling **** te verkrijgen, moet zijn verklaring afleggen of zijn aanvraag om erkenning van de hoedanigheid van vluchteling richten tot een van de overheden aangewezen door de Koning ter uitvoering van artikel 50, eerste lid, binnen acht werkdagen die volgen op het einde van de regeling van tijdelijke bescherming in een van de gevallen bepaald bij artikel 57/36, § 1.
De overheid waarvoor de in het eerste of tweede lid bedoelde vreemdeling zijn verklaring aflegt, verleent hem daarvan schriftelijk akte en brengt haar ter kennis van de minister of zijn gemachtigde die daarvan onmiddellijk de Commissaris-generaal voor de Vluchtelingen en de **** inlicht. »
Art. 4.Artikel 51/5, § 1, van dezelfde wet, ingevoegd door de wet van 15 juli 1996, wordt aangevuld met het volgende lid : «*****»
Art. 5.In titel ****, hoofdstuk ****, afdeling 1, van dezelfde wet, wordt een artikel 51/9 ingevoegd, **** : «
Art. 51/9.Het onderzoek van de **** van een vreemdeling die tijdelijke bescherming geniet, zoals bedoeld in hoofdstuk ****, wordt opgeschort totdat de regeling inzake tijdelijke bescherming beëindigd wordt in één van de gevallen voorzien in artikel 57/36, § 1. »
Art. 6.Artikel 52, § 4, 1°, van dezelfde wet, gewijzigd door de wet van 15 juli 1996, wordt vervangen als volgt : « 1° indien de vreemdeling, zonder verantwoording, zijn aanvraag heeft ingediend nadat het verblijf of de vestiging opgehouden heeft regelmatig te zijn of na de afloop van de termijn vastgesteld bij artikel 50bis, tweede lid, of indien hij niet heeft voldaan, zonder verantwoording, aan de meldingsplicht overeenkomstig artikel 51/6, eerste lid, of artikel 51/7, tweede lid; »
Art. 7.**** artikel 54, §§ 1 en 2, van dezelfde wet, vervangen door de wet van 6 mei 1993 en gewijzigd door de wetten van 24 mei 1994, 15 juli 1996 en 7 mei 1999, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1, eerste lid, wordt aangevuld als volgt : « 6° gemachtigd zijn tot een verblijf in het Rijk op grond van artikel 57/30, § 1, of artikel 57/34.» 2° § 1, tweede lid, wordt vervangen als volgt : «*****» 3° § 2 wordt vervangen als volgt : « § 2.In ernstige omstandigheden, indien de minister het nodig acht voor de handhaving van de openbare orde of de veiligheid van het land, kan hij de vreemdeling die de hoedanigheid van vluchteling heeft aangevraagd, verplichten in een bepaalde plaats te verblijven tijdens het onderzoek van zijn aanvraag.
In uitzonderlijk ernstige omstandigheden kan de minister de betrokkene voorlopig ter beschikking stellen van de **** indien hij het nodig acht voor de handhaving van de openbare orde of de veiligheid van het land. »
Art. 8.In titel **** van dezelfde wet wordt er een hoofdstuk ******** ingevoegd met als opschrift «*****».
Art. 9.In titel ****, hoofdstuk ****, van dezelfde wet, wordt een artikel 57/29 ingevoegd, **** : «
Art. 57/29.§ 1. In geval van een massale toestroom of een **** massale toestroom van ontheemden naar lid-Staten van de **** **** die is vastgesteld bij een besluit van de Raad van de **** **** dat is uitgevaardigd met toepassing van richtlijn 2001/55/EG van de Raad van de **** **** van 20 juli 2001 betreffende minimumnormen voor het verlenen van tijdelijke bescherming in geval van massale toestroom van ontheemden en maatregelen ter bevordering van een evenwicht tussen de inspanning van de lidstaten voor de opvang en het dragen van de consequenties van de opvang van deze personen, genieten de personen die tot de in dat besluit omschreven bijzondere groepen behoren vanaf de daarin vastgestelde datum tijdelijke bescherming. § 2. Onder voorbehoud van de toepassing van artikel 57/32 en op voorwaarde dat een besluit van de Raad van de **** ****, aangenomen overeenkomstig de richtlijn 2001/55/EG van de Raad van de **** **** van 20 juli 2001, bedoeld in § 1, niet eerder een einde maakt aan de tijdelijke bescherming, wordt deze tijdelijke bescherming verleend aan de bedoelde personen voor een periode van één jaar vanaf de datum van de **** van de tijdelijke bescherming en wordt deze automatisch verlengd met zes maanden voor een tweede periode van één jaar.
Deze totale periode van twee jaar kan verlengd worden voor een nieuwe periode van maximaal 1 jaar door een nieuw besluit van de Raad van de **** ****, aangenomen overeenkomstig de richtlijn 2001/55/EG van de Raad van de **** **** van 20 juli 2001, bedoeld in § 1.
Art. 10.In titel ****, hoofdstuk ****, van dezelfde wet, wordt een artikel 57/30 ingevoegd, **** : «
Art. 57/30.§ 1 Onder voorbehoud van de toepassing van § 2 of van artikel 57/32 machtigt de minister of zijn gemachtigde de vreemdeling die tijdelijke bescherming geniet, zoals bedoeld in artikel 57/29, tot een verblijf van een jaar. **** machtiging wordt hernieuwd, met periodes van zes maanden, zolang de tijdelijke bescherming niet beëindigd is in een van de gevallen omschreven in artikel 57/36, § 1.
De duur van de machtiging kan worden beperkt tot de periode voorafgaand aan de automatische beëindiging van de tijdelijke bescherming die in werking werd gesteld door het besluit van de Raad van de **** **** bedoeld in artikel 57/29, § 1, of kan verlengd worden door een besluit van de Raad van de **** **** bedoeld in artikel 57/29, § 2, tweede lid.
De Koning bepaalt de wijze van de indiening van de aanvraag tot het verkrijgen van deze machtiging tot verblijf bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad.
Bij de aanvraag om een machtiging tot verblijf wordt aan de vreemdeling die tijdelijke bescherming geniet, een document overhandigd, opgesteld in een taal die hij begrijpt, waarin de bepalingen over de tijdelijke bescherming die op hem van toepassing zijn, duidelijk worden uiteengezet.
**** inschrijving in het **** van de vreemdeling die tijdelijke bescherming geniet en die gemachtigd is tot een verblijf, en de afgifte van de ****, die hiervan bewijs oplevert, gebeuren overeenkomstig de bepalingen van artikel 12.
**** afgegeven **** blijft geldig tot het einde van de geldigheidsduur van de machtiging. Hij wordt op verzoek van de betrokkene verlengd of vernieuwd door het gemeentebestuur van de verblijfplaats op voorwaarde dat de aanvraag werd ingediend vóór het verstrijken van de **** van de **** en voorzover de minister of zijn gemachtigde de machtiging niet heeft beëindigd op grond van artikel 57/32, § 1, of artikel 57/36, § 2.
De Koning bepaalt de termijnen en de voorwaarden voor de vraag om vernieuwing of verlenging van de ****. § 2. **** minister of zijn gemachtigde kan de machtiging tot verblijf weigeren aan de vreemdeling die tijdelijke bescherming geniet zoals bedoeld in artikel 57/29 : 1° indien de aanvraag om een machtiging tot verblijf in het buitenland wordt ingediend en indien het aantal personen die genieten van de tijdelijke bescherming in het Rijk de **** van België, vermeld in het besluit van de Raad van de **** **** bedoeld in artikel 57/29, § 1, overschrijdt;2° indien hij gemachtigd is tot verblijf in een andere lid-Staat van de **** **** die verplicht is om het besluit van de Raad van de **** ****, bedoeld in artikel 57/29, § 1, toe te passen, onverminderd de bepalingen van artikel 57/35. Het eerste lid, 1°, is niet van toepassing op de vreemdelingen die in aanmerking komen voor de bepalingen van artikel 57/34.
In geval van weigering van de machtiging tot verblijf op grond van het eerste lid, 1°, ziet de minister of zijn gemachtigde erop toe dat de vreemdeling die tijdelijke bescherming geniet, binnen de kortste termijn wordt opgevangen in een andere lid-Staat van de **** ****, die verplicht is om het besluit van de Raad van de **** **** bedoeld in artikel 57/29, § 1, toe te passen. »
Art. 11.In titel ****, hoofdstuk ****, van dezelfde wet, wordt een artikel 57/31 ingevoegd, **** : «*****»
Art. 12.In titel ****, hoofdstuk ****, van dezelfde wet, wordt een artikel 57/32 ingevoegd, **** : «
Art. 57/32.§ 1 **** minister of zijn gemachtigde kan van de tijdelijke bescherming uitsluiten en naargelang het geval de toegang tot het grondgebied van het Rijk weigeren of beslissen dat de vreemdeling die gebruik **** te maken van de tijdelijke bescherming er niet of niet langer mag verblijven in deze hoedanigheid, in één van de volgende gevallen : 1° indien er ernstige redenen zijn om aan te nemen dat de vreemdeling een misdrijf tegen de vrede, een **** of een misdrijf tegen de menselijkheid heeft begaan in de zin van de **** overeenkomsten die België binden;2° indien er ernstige redenen zijn om aan te nemen dat de vreemdeling een ernstig niet-politiek misdrijf heeft gepleegd buiten het Belgisch grondgebied alvorens er toegelaten te zijn geweest als vreemdeling die tijdelijke bescherming geniet. De ernst van de verwachte vervolging wordt afgewogen tegen de aard van het misdrijf waarvan de betrokkene wordt verdacht. Bijzonder wrede handelingen kunnen, zelfs indien zij met een vermeend politiek oogmerk zijn uitgevoerd, als ernstige, niet-politieke misdrijven aangemerkt worden. Dit geldt zowel voor de deelnemers aan het misdrijf als voor de aanstichters; 3° indien er ernstige redenen zijn om aan te nemen dat de vreemdeling zich schuldig heeft gemaakt aan daden die in strijd zijn met de doeleinden en de beginselen van de Verenigde Naties;4° indien er redelijke gronden bestaan om aan te nemen dat de vreemdeling een gevaar voor de veiligheid van het land betekent of een bedreiging vormt voor de openbare orde aangezien hij definitief veroordeeld werd voor een bijzonder ernstig misdrijf of een bijzonder ernstige misdaad. De beslissing tot uitsluiting is uitsluitend gegrond op het persoonlijk gedrag van de vreemdeling en wordt genomen met inachtneming van het ****. § 2. In ernstige omstandigheden kan de minister de betrokkene verplichten in een bepaalde plaats te verblijven indien hij het nodig acht voor de handhaving van de openbare orde of de veiligheid van het land.
In uitzonderlijke ernstige omstandigheden kan de minister de betrokkene voorlopig ter beschikking stellen van de **** indien hij het nodig acht voor de handhaving van de openbare orde of de veiligheid van het land. »
Art. 13.In titel ****, hoofdstuk ****, van dezelfde wet, wordt een artikel 57/33 ingevoegd, **** : «
Art. 57/33.Onder voorbehoud van een bilaterale overeenkomst die België bindt, indien de vreemdeling die gemachtigd is tot een verblijf in het **** in de hoedanigheid van vreemdeling die tijdelijke bescherming geniet op basis van artikel 57/30, probeert om een andere lid-Staat van de **** **** die verplicht is om het besluit van de Raad van de **** **** bedoeld in artikel 57/29, § 1 toe te passen, binnen te komen of er zich op onregelmatige wijze bevindt, is de minister of zijn gemachtigde verplicht om hem opnieuw over te nemen, zelfs indien de **** van de **** van de betrokkene verstreken is.
De vreemdeling dient zich bij zijn binnenkomst in het Rijk of binnen acht werkdagen na zijn binnenkomst aan te bieden bij de minister of zijn gemachtigde die hem er schriftelijk akte van verleent. »
Art. 14.In titel ****, hoofdstuk ****, van dezelfde wet, wordt een artikel 57/34 ingevoegd, **** : «
Art. 57/34.§ 1. **** minister of zijn gemachtigde kent een machtiging tot verblijf van meer dan drie maanden toe aan de vreemde echtgenoot van een vreemdeling die gemachtigd is tot een verblijf in het **** in de hoedanigheid van vreemdeling die tijdelijke bescherming geniet op basis van artikel 57/30 en aan de minderjarige ongehuwde kinderen van de ene of de andere, die hiertoe een aanvraag indienen, voor zover de betrokkene zich niet bevindt in één van de gevallen voorzien in artikel 3, eerste lid, 5 tot 8°, of, wat de in § 4 bedoelde familieleden betreft, in één van de in artikel 57/32, § 1, bedoelde gevallen.
**** minister of zijn gemachtigde kan een machtiging tot verblijf van meer dan drie maanden toekennen aan andere naaste familieleden van een vreemdeling die gemachtigd is tot een verblijf in het **** in de hoedanigheid van vreemdeling die tijdelijke bescherming geniet op basis van artikel 57/30, die met het gezin samenwoonden ten tijde van de gebeurtenissen die tot de massale toestroom van ontheemden bedoeld in artikel 57/29, § 1, hebben geleid en die op dat tijdstip volledig of hoofdzakelijk ten laste van deze vreemdeling waren. § 2. De Koning bepaalt de wijze van indiening van de aanvraag tot het verkrijgen van deze machtiging tot verblijf bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad. § 3. De familieleden die gemachtigd zijn tot het verblijf op basis van § 1 worden in het bezit gesteld van een **** met dezelfde geldigheidsduur als die van de vreemdeling bij wie ze zich vervoegen.
**** **** wordt onder dezelfde voorwaarden verlengd of vernieuwd. § 4. De bepalingen betreffende de vreemdelingen die tijdelijke bescherming genieten, zijn van toepassing op de familieleden die zijn gemachtigd tot een verblijf op basis van § 1, met uitzondering van de familieleden die geen bescherming nodig hebben. § 5. Onder voorbehoud van de bepalingen van artikel 57/35, kan de minister of zijn gemachtigde de machtiging tot verblijf weigeren aan de in § 1 bedoelde vreemdeling, indien deze gemachtigd is tot verblijf in een andere lid-Staat van de **** ****, die verplicht is om het besluit van de Raad van de **** ****, bedoeld in artikel 57/29, § 1, toe te passen.
Art. 15.In titel ****, hoofdstuk **** , van dezelfde wet, wordt een artikel 57/35 ingevoegd, **** : «
Art. 57/35.§ 1. Vanaf de aankomst van een vreemdeling op het grondgebied, die tijdelijke bescherming geniet zoals bedoeld in artikel 57/29, § 1, en voorzover deze ermee instemt, kan de minister of zijn gemachtigde zich wenden tot een andere lid-Staat van de **** **** die verplicht is om het besluit van de Raad van de **** **** bedoeld in artikel 57/29, § 1, toe te passen, teneinde deze persoon over te brengen naar het grondgebied van deze Staat.
Op verzoek van deze lid-Staat van de **** **** verstrekt de minister of zijn gemachtigde de informatie met betrekking tot de vreemdeling die tijdelijke bescherming geniet, die noodzakelijk is voor de behandeling van de vraag om overname. **** **** om de **** van de betrokken vreemdeling, zijn **** en reisbescheiden, de documenten ten **** van de familiebanden, de overige gegevens die essentieel zijn voor het vaststellen van de identiteit of de familiebanden van de persoon, de besluiten tot toekenning of weigering van een verblijfsvergunning of een visum, die door de minister of zijn gemachtigde ten aanzien van de betrokken vreemdeling werden getroffen, alsmede de documenten op basis waarvan die besluiten zijn genomen, en de ****- en **** van de betrokken vreemdeling die door de minister of zijn gemachtigde behandeld worden en de **** waarin deze zich bevinden. § 2. Wanneer de afzonderlijke familieleden, in de zin van artikel 57/34, van een vreemdeling die gemachtigd is tot een verblijf in het **** in de hoedanigheid van vreemdeling die tijdelijke bescherming geniet op basis van artikel 57/30, tijdelijke bescherming genieten bedoeld in artikel 57/29 in een andere lid-Staat of in verschillende andere lid-Staten van de **** ****, kan de minister of zijn gemachtigde, rekening houdend met de wensen van de betrokkenen, zich wenden tot deze lid-Staat of één van deze lid-Staten teneinde deze familieleden over te brengen naar zijn grondgebied.
De bepalingen van § 1, tweede lid, zijn eveneens van toepassing in dit kader. § 3. Wanneer de vreemdeling die gemachtigd is tot een verblijf in het **** in de hoedanigheid van vreemdeling die tijdelijke bescherming geniet op basis van artikel 57/30, overgebracht dient te worden naar een andere Lidstaat, kan de minister of zijn gemachtigde de **** die hem werd afgegeven, afnemen en hem een bevel om het grondgebied te verlaten uitreiken. Hij kan hem eveneens bevelen om zich vóór een bepaalde datum aan te bieden bij de bevoegde overheden van die Staat. § 4. Wanneer een vreemdeling, die tijdelijke bescherming geniet zoals bedoeld in artikel 57/29, in een andere lid-Staat, dient overgebracht te worden naar België, dient hij zich bij zijn aankomst in het Rijk of ten minste binnen acht werkdagen na zijn aankomst aan te bieden bij de minister of zijn gemachtigde die hem hiervan schriftelijk akte verleent. »
Art. 16.In titel ****, hoofdstuk ****, van dezelfde wet, wordt een artikel 57/36 ingevoegd, **** : «
Art. 57/36.§ 1. De toegekende regeling inzake de tijdelijke bescherming wordt beëindigd, wanneer de maximale duur bepaald in artikel 57/29, § 2, bereikt werd, of op de datum vastgelegd bij een besluit van de Raad van de **** **** dat een einde maakt aan de tijdelijke bescherming en dat aangenomen werd overeenkomstig de richtlijn 2001/55/EG van de Raad van de **** **** van 20 juli 2001 bedoeld in artikel 57/29, § 1. § 2. Indien de regeling inzake tijdelijke bescherming beëindigd wordt in de gevallen voorzien in § 1, kan de minister of zijn gemachtigde de machtiging tot verblijf van meer dan drie maanden in het Rijk, die aan de vreemdeling die tijdelijke bescherming geniet, werd afgegeven op basis van artikel 57/30, beëindigen, de afgegeven **** intrekken en, onder voorbehoud van de toepassing van de bepalingen van hoofdstuk ****, aan de vreemdeling een bevel om het grondgebied te verlaten uitreiken.
Hij kan dezelfde maatregel nemen ten aanzien van de familieleden van de vreemdeling die werden gemachtigd tot een verblijf in het Rijk op basis van artikel 57/34. Het bevel om het grondgebied te verlaten vermeldt dat de bepalingen van dit artikel werden toegepast en de termijn waarbinnen de vreemdeling het grondgebied dient te verlaten, mag niet minder dan één maand mag zijn.
**** minister of zijn gemachtigde verlengt de machtiging tot verblijf van een vreemdeling die tijdelijke bescherming heeft genoten en voor wie het gelet op zijn gezondheidstoestand niet verantwoord is om te reizen.
**** minister of zijn gemachtigde kan bovendien de machtiging tot verblijf van een vreemdeling die tijdelijke bescherming heeft genoten, verlengen indien die vreemdeling deel uitmaakt van een gezin waarvan de minderjarige kinderen in het Rijk schoolgaan, zodat de betrokken kinderen de lopende **** kunnen afmaken.
In de in de voorgaande leden bedoelde gevallen zijn de bepalingen betreffende de vreemdelingen die tijdelijke bescherming genieten niet meer van toepassing.
Art. 17.Artikel 63, derde lid, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 6 mei 1993, wordt opgeheven.
Art. 18.**** artikel 68, eerste lid, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wetten van 6 mei 1993 en 15 juli 1996, wordt de opsomming van de artikelen aangevuld met de verwijzing naar artikel « 57/32, § 2, eerste lid ».
Art. 19.Artikel 74/4bis, § 2, eerste lid, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 8 maart 1995 en gewijzigd door de wet van 15 juli 1996, wordt aangevuld als volgt : «*****». HOOFDSTUK ****. - Inwerkingtreding
Art. 20.Met uitzondering van dit artikel, treedt deze wet in werking op de datum te bepalen door de Koning bij een in de Ministerraad overlegd besluit.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te ****, 18 februari 2003.
**** **** **** : **** Minister van Binnenlandse ****, ****. **** **** Minister van **** Integratie, ****. **** **** **** 's Lands zegel gezegeld : **** Minister van ****, ****. **** _______ Nota (1) Gewone Zitting 2002-2003 Kamer van volksvertegenwoordigers : Parlementaire stukken.- Ontwerp van wet, ****. 2044/1. - ****, ****. 2044/2. - **** aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de ****, ****. 2044/3.
Parlementaire handelingen. - Bespreking en aanneming. Vergadering van 28 november 2002.
Senaat Parlementaire stukken. - Ontwerp van wet **** door de ****, ****. 1367/1. - ****, ****. 1367/2. - Tekst verbeterd door de ****, ****. 1367/3. - Beslissing om niet te amenderen, ****. 1367/4.
Parlementaire handelingen. - Bespreking en aanneming. Vergadering van 23 januari 2003.