gepubliceerd op 08 april 2022
Omzendbrief betreffende de controle van de kandidaat-huisvesters van personen die vluchten voor het gewapend conflict in Oekraïne
FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN EN FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE
18 MAART 2022. - Omzendbrief betreffende de controle van de kandidaat-huisvesters van personen die vluchten voor het gewapend conflict in Oekraïne
Aan de Dames en Heren Provinciegouverneurs, Aan Mevrouw de Hoge Ambtenaar belast met de uitoefening van bevoegdheden van de Brusselse Agglomeratie, Aan de Dames en Heren Burgemeesters, Aan de Dames en Heren Voorzitters van de Politiecolleges, Aan de Dames en Heren Korpschefs van de Lokale Politie, Aan de Heer Commissaris-generaal van de Federale Politie, Aan de Heer Inspecteur-generaal van de Algemene inspectie van de Federale Politie en van de Lokale Politie, Ter informatie : Aan de Heer Directeur-generaal van de Algemene Directie Veiligheid en Preventie, Aan de Heer Voorzitter van de Vaste Commissie van de Lokale Politie, Aan Mevrouw de Voorzitster van het Comité P, Aan de Heer Voorzitter van het Controleorgaan op de politionele informatie, Mevrouw, Mijnheer de Gouverneur, Mevrouw de Hoge Ambtenaar, Mevrouw, Mijnheer de Burgemeester, Mevrouw, Mijnheer de Voorzitter, Mevrouw, Mijnheer de Korpschef, Mijnheer de Commissaris-generaal, Mijnheer de Inspecteur-generaal, Dames, Heren, Overwegende dat de Raad van de Europese Unie bij een uitvoeringsbesluit dd. 4 maart 2022 het bestaan heeft vastgesteld van een massale toevloed in de Unie van ontheemden die Oekraïne wegens het gewapende conflict hebben verlaten;
Dat, overeenkomstig de richtlijn 2001/55/EG van de Raad dd. 20 juli 2001 betreffende minimumnormen voor het verlenen van tijdelijke bescherming in geval van massale toestroom van ontheemden en maatregelen ter bevordering van een evenwicht tussen de inspanning van de lidstaten voor de opvang en het dragen van de consequenties van de opvang van deze personen, omgezet in Belgisch recht bij wet van 18 februari 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/02/2003 pub. 11/04/2003 numac 2003000235 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen type wet prom. 18/02/2003 pub. 10/04/2003 numac 2003000236 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van artikel 71 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen sluiten tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, en bij bovengenoemd uitvoeringsbesluit, tijdelijke bescherming wordt verleend aan de volgende personen, hierna "de personen op de vlucht" genoemd: - Oekraïense onderdanen en hun gezinsleden die vóór 24 februari 2022 hun hoofdverblijf in Oekraïne hadden; - staatlozen en onderdanen van andere derde landen dan Oekraïne, aan wie in Oekraïne internationale bescherming of daarmee gelijkwaardige nationale bescherming is verleend, alsmede hun gezinsleden die vóór 24 februari 2022 hun hoofdverblijf in Oekraïne hadden;
Overwegende dat de massale toevloed in ons land van personen die het gewapende conflict in Oekraïne ontvluchten, kwaadwillenden de gelegenheid kan bieden ernstige misdrijven te plegen, met name in het kader van mensenhandel of -uitbuiting;
Dat de nodige maatregelen moeten worden genomen om de uitbuiting van de kwetsbare situatie van deze personen op de vlucht, voor een groot deel vrouwen en kinderen, maximaal te voorkomen en te bestrijden;
Overwegende dat de (tijdelijke) huisvesting voor deze kwetsbare personen ook wordt verstrekt bij families of particulieren;
Overwegende dat de overheid bepaalde aspecten van deze huisvesting organiseert, in die zin dat kandidaat-huisvesters worden verzocht zich kenbaar te maken en zich in te schrijven volgens een procedure die ze vaststelt;
Overwegende dat het de taak van de overheid is op te treden als een goede huisvader en de strikt noodzakelijke maatregelen te treffen om maximaal te voorkomen dat deze personen, die zich in een kwetsbare positie bevinden, in het kader van deze huisvesting zouden worden geconfronteerd met situaties die manifest gevaarlijk zijn voor hun fysieke integriteit;
Overwegende dat dergelijke manifest gevaarlijke situaties voor de fysieke integriteit objectief kunnen worden vastgesteld wanneer de kandidaat-huisvesters of de personen die wettelijk onder hun dak verblijven, definitief veroordeeld zijn geweest wegens ernstige nog niet uitgewiste wanbedrijven of misdaden;
Overwegende de noodzaak om alle kandidaat-huisvesters op dezelfde manier te behandelen op het gehele grondgebied;
Overwegende dat artikel 10, § 1, 5°, van de wet van 30 juli 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/07/2018 pub. 05/09/2018 numac 2018040581 bron federale overheidsdienst justitie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken en ministerie van landsverdediging 30 JULI 2018 - Wet betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens type wet prom. 30/07/2018 pub. 30/03/2021 numac 2021030655 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, de verwerking van persoonsgegevens in verband met strafrechtelijke veroordelingen toestaat indien de betrokkene uitdrukkelijk schriftelijk toestemming heeft gegeven voor de verwerking van die persoonsgegevens voor één of meerdere specifieke doeleinden en indien de verwerking zich beperkt tot deze doeleinden;
Overwegende dat het derhalve wettig en proportioneel is dat de door de burgemeester aangewezen persoon, die namens de overheid de opvang van deze kwetsbare personen coördineert en die toegang heeft tot de lijst van woningen/vakantieverblijven die ter beschikking worden gesteld door kandidaat-gastfamilies of particuliere kandidaat-huisvesters in zijn gemeente, op een duidelijke en transparante wijze kan verzoeken om van elk meerderjarig lid van de kandidaat-gastfamilie of van elke particuliere kandidaat-huisvester, de mededeling van een uittreksel uit het strafregister, uitgereikt op basis van artikel 595 van het Wetboek van Strafvordering, te verkrijgen, dan wel om door elk van de betrokkenen uitdrukkelijk te worden gemachtigd om een dergelijk uittreksel rechtstreeks te raadplegen;
Overwegende dat, zelfs bij gebreke aan een blanco uittreksel uit het strafregister uitgereikt op grond van artikel 595 van het Wetboek van Strafvordering, de door de burgemeester aangewezen persoon bovendien, teneinde alleen ter zake dienende, toereikende en niet overmatige gegevens in aanmerking te nemen, enkel de definitieve veroordelingen met betrekking tot de artikelen 322 tot en met 331bis, 347bis, 361 tot en met 363, 371/1 tot en met 389, 391quater tot en met 442quater en 454 tot en met 457 van het Strafwetboek, alsmede de bepalingen betreffende de bescherming van minderjarigen, in aanmerking zal moeten nemen, voor zover zij zijn vermeld op een uittreksel dat is uitgereikt op grond van artikel 595 van het Wetboek van Strafvordering, en dit teneinde te bepalen of er sprake is van een situatie die manifest gevaarlijk is of kan zijn voor de fysieke integriteit van de personen op de vlucht en die afdoende rechtvaardigt dat de kandidatuur niet in aanmerking wordt genomen;
Overwegende dat het eveneens wettig en proportioneel is, voor wat betreft de kandidaturen die reeds vóór de datum van deze omzendbrief werden ingediend en geregistreerd, dat de door de burgemeester aangewezen persoon de (kandidaat-) huisvesters verzoekt om een uittreksel uit het strafregister te bezorgen dan wel om een uitdrukkelijke machtiging te verlenen om dit uittreksel rechtstreeks te raadplegen;
Overwegende dat de gegevens opgenomen in de uittreksels uit het strafregister in het kader van deze procedure enkel mogen worden verwerkt gedurende de tijd die nodig is om de bovengenoemde verificatie uit te voeren, en onmiddellijk na de uitvoering van de verificatie moeten worden vernietigd, ongeacht het feit of de kandidatuur van de kandidaat-huisvester al dan niet in aanmerking wordt genomen;
Overwegende dat de verwerking van persoonsgegevens met betrekking tot de door deze omzendbrief bedoelde strafrechtelijke veroordelingen wordt uitgevoerd onder toezicht van de overheid in de zin van artikel 10 van de AVG, vertegenwoordigd door de persoon die door de burgemeester werd aangewezen;
Overwegende dat het Controleorgaan op de politionele informatie in een advies dd. 11 maart 2022 van oordeel is dat de vigerende wettelijke bepalingen geen voorafgaande systematische of ongedifferentieerde politiecontrole mogelijk maken van kandidaat-huisvesters van personen op de vlucht;
Dat een dergelijke algemene politiecontrole, zonder voorafgaande aanwijzing van het bestaan van een antecedent dat wijst op een risico voor de veiligheid van personen, een ernstige inbreuk vormt op het recht op eerbiediging van het privéleven en op de bescherming van gegevens (artikel 8 EVRM, artikelen 7 en 8 van het Handvest van de Europese Unie, artikel 22 van de Grondwet en artikel 1 van de wet op het politieambt) en dus alleen op basis van een specifieke en uitdrukkelijke rechtsgrond zou kunnen worden uitgevoerd;
Dat het Controleorgaan op de politionele informatie evenwel van oordeel is dat een gerichte steekproefcontrole kan worden uitgevoerd wanneer er redelijke aanwijzingen zijn dat een kandidaat-huisvester, een kandidaat-gastfamilie of één van de meerderjarige leden ervan een risico kunnen vormen voor de veiligheid van personen;
Overwegende dat, overeenkomstig de bepalingen van de wet op het politieambt, in het bijzonder de artikelen 14, 15, 44/1, § 1 en 44/7, eerste lid, 4°, de politiediensten informatie en persoonsgegevens mogen verwerken die toereikend, ter zake dienend en niet overmatig van aard zijn voor de uitoefening van hun opdrachten van bestuurlijke en gerechtelijke politie, in het bijzonder de opdrachten inzake bescherming van personen, voorkoming van strafbare feiten en opsporing van misdrijven;
Overwegende dat een sensibilisering plaatsvindt via de sociale media, de website www.info-ukraine.be, de vertegenwoordigers van de Dienst Vreemdelingenzaken in het registratiecentrum, de opvangcentra voor families op de vlucht en de Dienst voogdij voor niet-begeleide minderjarige vreemdelingen (NBMV);
Overwegende dat de procedure voor de opvang van personen op de vlucht door een gastfamilie te vinden is op de website www.info-ukraine.be of door contact op te nemen met het door de federale overheden opgezette callcenter op 02/488 88 88 (elke dag geopend van 9 tot 17 uur);
Overwegende het in de tijd beperkte en proportionele karakter van de maatregelen genomen in deze omzendbrief; 1. Richtlijnen aan de politiediensten 1.1. Op basis van de hen ter kennis gebrachte gegevens of op basis van vastgestelde feiten die wijzen op een risico voor de veiligheid van personen op de vlucht, en overeenkomstig de bepalingen van de wet op het politieambt, voeren de politiediensten de controles en onderzoeken uit die vallen binnen de reikwijdte van de hun wettelijk toegekende bevoegdheden. 1.2. In het kader hiervan kunnen zij de in artikel 44/2, §§ 1 en 2, van de wet op het politieambt bedoelde gegevensbanken raadplegen, alsmede andere relevante gegevensbanken waartoe zij wettelijk toegang hebben. 1.3. Teneinde te voldoen aan de voorwaarde dat de geraadpleegde gegevens en informatie toereikend, ter zake dienend en niet overmatig van aard mogen zijn, zal, in het kader van deze omzendbrief, enkel rekening worden gehouden met de gegevens die betrekking hebben op strafbare feiten als bedoeld in de artikelen 322 tot en met 331bis, 347bis, 361 tot en met 363, 371/1 tot en met 389, 391quater tot en met 442quater en 454 tot en met 457 van het Strafwetboek, alsmede de bepalingen betreffende de bescherming van minderjarigen. 1.4. Overeenkomstig artikel 44/1, §§ 3 en 4, van de wet op het politieambt brengt de politiedienst de bevoegde overheden van bestuurlijke en gerechtelijke politie op de hoogte van het resultaat van de controle. De informatie bedoeld in artikel 44/1, § 4, is beperkt tot de melding dat de betrokkene(n) bekend is (zijn) voor één of meerdere van de in het randnummer 1.3 bedoelde feiten. 2. Richtlijnen aan de lokale besturen 2.1. De door de burgemeester aangewezen persoon binnen de gemeentelijke overheid van de woonplaats van de natuurlijke persoon of van de referentiepersoon van een gezin, die vooraf de instemming heeft verkregen van elke meerderjarige die onder zijn dak woont, die personen op de vlucht wenst te huisvesten of hen een accommodatie ter beschikking wenst te stellen, moet verzoeken om: - ofwel een uittreksel uit het strafregister, model 595 van het Wetboek van Strafvordering, voor elke meerderjarige die op het attest van samenstelling van gezin wordt vermeld, - ofwel een uitdrukkelijke machtiging om het uittreksel uit het strafregister, model 595 van het Wetboek van Strafvordering, van de bovengenoemde personen rechtstreeks te raadplegen.
Indien één of meerdere rechtspersonen eigenaar zijn van een accommodatie die zij in het kader van deze procedure ter beschikking wensen te stellen, benadert de door de burgemeester aangewezen persoon de natuurlijke perso(o)n(en) die de rechtspersoon vertegenwoordigt (vertegenwoordigen) en elke andere meerderjarige die in die accommodatie verblijft, volgens de in het vorige lid beschreven procedure.
Bij gebrek aan de bezorging van een uittreksel of aan een machtiging om het uittreksel uit het strafregister te consulteren, zal de kandidatuur niet in aanmerking worden genomen.
Indien wordt vastgesteld dat de kandidaat-huisvester of een lid van de kandidaat-gastfamilie is veroordeeld voor minstens één van de feiten bedoeld in randnummer 1.3, dan wordt zijn kandidatuur niet in aanmerking genomen.
De kandidaat-huisvester wordt op de hoogte gebracht van het feit dat zijn kandidatuur niet in aanmerking wordt genomen. 2.2. De door de burgemeester aangewezen persoon is er eveneens toe gehouden contact op te nemen met de personen die op de datum van deze omzendbrief hun kandidatuur reeds hadden ingediend en, in voorkomend geval, reeds personen op de vlucht huisvesten, teneinde de in randnummer 2.1 bedoelde uittreksels uit het strafregister te verkrijgen, dan wel de uitdrukkelijke machtiging om het uittreksel uit het strafregister rechtstreeks te raadplegen.
Bij gebrek aan de bezorging van een uittreksel of aan een machtiging om het uittreksel van strafregister te consulteren, zal de kandidatuur niet langer in aanmerking worden genomen.
Indien wordt vastgesteld dat de kandidaat-huisvester of een lid van de kandidaat-gastfamilie is veroordeeld voor minstens één van de feiten bedoeld in randnummer 1.3, dan wordt zijn kandidatuur niet langer in aanmerking genomen.
De kandidaat-huisvester wordt op de hoogte gebracht van het feit dat zijn kandidatuur niet langer in aanmerking wordt genomen.
Indien de personen op de vlucht reeds bij de betrokken personen zijn gehuisvest, zal de gemeente een alternatieve huisvestingsoplossing aanbieden. 2.3. Eenieder die door een bevoegde overheid belast wordt met de opdracht om tussen te komen in de procedure voor de opvang en de begeleiding van personen op de vlucht in het kader van deze procedure, is verplicht bij de politie aangifte te doen van elk feit dat wijst op een risico voor de fysieke integriteit van de personen op de vlucht.
Hetzelfde geldt voor eenieder die door een bevoegde overheid belast wordt met het toezicht bedoeld in titel 3. 2.4. Indien nodig, komt het toe aan de burgemeester, om de modaliteiten te bepalen voor de verwerking van de gegevens die in het kader van deze omzendbrief onder zijn gezag worden uitgevoerd. In dit verband dient erop gewezen te worden dat deze gegevens alleen voor de bovengenoemde doeleinden mogen worden verwerkt, dat de gegevens niet langer zullen worden bewaard dan nodig is voor de verwerking en dat de vereiste beveiligings- en vertrouwelijkheidsmaatregelen zullen worden genomen. 3. Toezicht op de infrastructuur waar de personen op de vlucht worden gehuisvest 3.1. Het toezicht op de infrastructuur waar de personen op de vlucht worden gehuisvest en de veiligheids-, gezondheids-, kwaliteits- en/of uitrustingsnormen van de accommodatie behoort tot de bevoegdheid van de regionale overheden en gemeenten.
Brussel, 18 maart 2022.
De Minister van Justitie, V. VAN QUICKENBORNE De Minister van Binnenlandse Zaken, A. VERLINDEN De Staatssecretaris voor Asiel en Migratie, S. MAHDI