Etaamb.openjustice.be
Wet van 17 mei 2004
gepubliceerd op 10 juni 2004

Wet tot aanpassing van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 op het vlak van het pensioensparen

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2004003234
pub.
10/06/2004
prom.
17/05/2004
ELI
eli/wet/2004/05/17/2004003234/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

17 MEI 2004. - Wet tot aanpassing van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 op het vlak van het pensioensparen (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2.Artikel 14511 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, ingevoegd bij de wet van 28 december 1992 en gewijzigd bij de wet van 6 juli 1994 en bij het koninklijk besluit van 20 juli 2000, wordt vervangen als volgt : «

Art. 14511.De beheersvennootschap van de overeenkomstig artikel 14516 erkende pensioenspaarfondsen moet de activa van dat fonds en de inkomsten van die activa, na aftrek van de kosten, uitsluitend beleggen in de investeringen vermeld en binnen de grenzen vastgelegd in 1° tot 4° hierna : 1° ten hoogste 20 pct.van de in bezit zijnde investeringen die hierna zijn omschreven in 2° tot 4°, mogen in een andere munt dan de euro uitgedrukt zijn; 2° ten hoogste 75 pct.van de in bezit zijnde activa mogen worden geïnvesteerd in obligaties en andere schuldinstrumenten die op de kapitaalmarkt verhandelbaar zijn, in hypothecaire leningen en in gelddeposito's binnen de volgende grenzen en overeenkomstig de volgende modaliteiten : - in obligaties en andere schuldinstrumenten in euro of in de munt van een Lidstaat van de Europese Economische Ruimte, uitgegeven of onvoorwaardelijk gewaarborgd, in hoofdsom en in interest, door een Lidstaat van de Europese Economische Ruimte, door een van zijn politieke onderafdelingen, door andere openbare lichamen of instellingen van een Lidstaat van de Europese Economische Ruimte of door een supranationale organisatie waarvan een of meer leden van de Europese Economische Ruimte deel uitmaken of in hypothecaire leningen in euro of in de munt van een Lidstaat van de Europese Economische Ruimte; - maximum 40 pct. van het totaal van die obligaties en andere schuldinstrumenten die op de kapitaalmarkt verhandelbaar zijn, van die hypothecaire leningen en van die gelddeposito's mag bestaan uit activa, in euro of in de munt van een Lidstaat van de Europese Economische Ruimte, uitgegeven door publiek- of privaatrechtelijke vennootschappen uit een Lidstaat van de Europese Economische Ruimte, of uit gelddeposito's, in euro of in de munt van een Lidstaat van de Europese Economische Ruimte, met een looptijd van meer dan één jaar bij een kredietinstelling die is erkend en wordt gecontroleerd door een toezichthoudende overheid van deze Lidstaat; - maximum 40 pct. van het totaal van die obligaties en andere schuldinstrumenten die op de kapitaalmarkt verhandelbaar zijn, van die hypothecaire leningen en van die gelddeposito's mag bestaan uit activa, in de munt van een Staat die geen lid is van de Europese Economische Ruimte, uitgegeven of onvoorwaardelijk gewaarborgd, in hoofdsom en in interest, door een Staat die geen lid is van de Europese Economische Ruimte, door andere openbare lichamen of instellingen van een Staat die geen lid is van de Europese Economische Ruimte, of door een supranationale organisatie waarvan geen enkel lid van de Europese Economische Ruimte deel uitmaakt, of uit activa in de munt van een Staat die geen lid is van de Europese Economische Ruimte, met een looptijd van meer dan één jaar, uitgegeven door publiek- of privaatrechtelijke vennootschappen uit diezelfde Staat, of uit gelddeposito's, in de munt van een Staat die geen lid is van de Europese Economische Ruimte, met een looptijd van meer dan één jaar bij een kredietinstelling die is erkend en wordt gecontroleerd door een toezichthoudende overheid van deze Staat; 3° ten hoogste 75 pct.van de in bezit zijnde activa mogen rechtstreeks worden geïnvesteerd in de volgende aandelen en andere met aandelen gelijk te stellen waarden binnen de volgende grenzen en overeenkomstig de volgende modaliteiten : - maximum 70 pct. van het totaal van die aandelen en waarden mag rechtstreeks bestaan uit aandelen en andere met aandelen gelijk te stellen waarden van vennootschappen naar het recht van een Lidstaat van de Europese Economische Ruimte waarvan de beurskapitalisatie meer bedraagt dan 1.000.000.000 EUR of de tegenwaarde daarvan uitgedrukt in de munt van een Lidstaat van de Europese Economische Ruimte en die genoteerd zijn op een gereglementeerde markt; - maximum 30 pct. van het totaal van die aandelen en waarden mag rechtstreeks bestaan uit aandelen en andere met aandelen gelijk te stellen waarden van vennootschappen naar het recht van een Lidstaat van de Europese Economische Ruimte en waarvan de beurskapitalisatie minder bedraagt dan 1.000.000.000 EUR of de tegenwaarde daarvan uitgedrukt in de munt van een Lidstaat van de Europese Economische Ruimte en die genoteerd zijn op een gereglementeerde markt; - maximum 20 pct. van het totaal van die aandelen en waarden mag rechtstreeks bestaan uit aandelen en andere met aandelen gelijk te stellen waarden van vennootschappen naar het recht van een Staat die geen lid is van de Europese Economische Ruimte, die niet in euro of in een munt van een Lidstaat van de Europese Economische Ruimte zijn uitgedrukt, en die genoteerd zijn op een regelmatig werkende markt, waarop wordt toegezien door overheden die erkend zijn door de publieke overhaid van een Lidstaat van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling; 4° ten hoogste 10 pct.van de tegoeden mogen worden geïnvesteerd in contanten op een rekening in euro of in een munt van een Lidstaat van de Europese Economische Ruimte, bij een kredietinstelling die is erkend en wordt gecontroleerd door een toezichthoudende overheid van een Lidstaat van de Europese Economische Ruimte. » .

Art. 3.In artikel 14512, vijfde lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 28 december 1992, worden de woorden "artikel 14511, eerste lid, 1° tot 4° en 6°" vervangen door de woorden "artikel 14511".

Art. 4.De bepalingen van deze wet treden in werking vanaf 1 april 2004.

Art. 5.Uiterlijk tot 30 juni 2004 wordt voldaan aan de beleggingsverplichting die is vastgelegd in de artikelen 14511 en 14512, vijfde lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd door de artikelen 2 en 3 van deze wet, wanneer de beleggingsverplichting die is vastgelegd in de artikelen 14511 en 14512, vijfde lid van dat Wetboek, zoals ze bestonden alvorens te zijn vervangen door de artikelen 2 en 3 van deze wet, wordt nageleefd.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 17 mei 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Financiën, D. REYNDERS Met 's Land zegel geregeld : De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Parlementaire werkzaamheden : Behandeling door Kamer : Indiening 2 maart 2004, stuk 51-859/1.- Aanneming in commissie (ongewijzigd) 26 maart 2004, stuk 51-859/2. - Bespreking, integraal verslag nr. 58, pp. 36-38, stemming over get geheel : ne varietur (eenparig), stuk 51-859/3, integraal verslag nr. 59, p. 14, aanneming zonder amendering 1 april 2004. - Beslissing POC i.v.m. termijnen 18 maart 2004.

Behandeling door Senaat : Overzending aan Senaat voor de eerste maal 2 april 2004. - Verstrijken termijn : evocatietermijn 24 april 2004, stuk 3-605/1. - Overzending aan Kamer ter bekrachtiging 26 april 2004. - Voorlegging door Kamer ter bekrachtiging 3 mei 2004.

^