gepubliceerd op 12 maart 2002
Wet betreffende het vrijwillig in disponibiliteit stellen van bepaalde militairen in dienst bij de Belgische strijdkrachten in de Bondsrepubliek Duitsland
17 FEBRUARI 2002. - Wet betreffende het vrijwillig in disponibiliteit stellen van bepaalde militairen in dienst bij de Belgische strijdkrachten in de Bondsrepubliek Duitsland (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
Art. 2.§ 1. De beroeps- of aanvullingsmilitair, officier, onderofficier of vrijwilliger die vóór 1 juni 2001 in werkelijke dienst was bij de Belgische strijdkrachten in de Bondrepubliek Duitsland en die dat op de datum van inwerkingtreding van deze wet nog steeds is, verkrijgt zijn vrijwillige indisponibiliteitsstelling op voorwaarde dat hij : 1° daartoe een aanvraag indient;2° op de datum waarop zijn indisponibiliteitsstelling ingaat, nog steeds in werkelijke dienst is bij de Belgische strijdkrachten in de Bondsrepubliek Duitsland en maximaal vijf jaar van de normale datum van oppensioenstelling verwijderd is. De lagere officier moet evenwel op de datum waarop zijn indisponibiliteitsstelling ingaat, nog steeds in werkelijke dienst zijn bij de Belgische strijdkrachten in de Bondsrepubliek Duitsland en maximaal één jaar van de normale datum van oppensioenstelling verwijderd zijn. § 2. Het is onmogelijk een ingaande aanvraag te herroepen.
Art. 3.§ 1. De indisponibiliteitsstelling wordt door de Minister van Landsverdediging toegekend aan de militairen die worden bedoeld bij artikel 2 en die beantwoorden aan de bij dat artikel vastgestelde voorwaarden. § 2. De indisponibiliteitsstelling die aan de in artikel 2 bedoelde militairen wordt toegekend, gaat in vanaf de datum die de Minister van Landsverdediging vaststelt en ten vroegste op 1 oktober 2002.
Zo een in artikel 2 bedoelde militair daartoe een met redenen omklede aanvraag indient, kan de Minister van Landsverdediging de in het eerste lid vastgestelde ingangsdatum vervroegen. § 3. De indisponibiliteitsstelling gaat altijd in op de eerste dag van een maand.
Art. 4.De artikelen 4 tot 10 van de wet van 25 mei 2000 betreffende het in disponibiliteit stellen van bepaalde militairen van het actief kader van de krijgsmacht, zijn van toepassing op de militairen die, met toepassing van deze wet, in disponibiliteit werden gesteld.
Art. 5.Behalve indien ze onverenigbaar zijn met de bepalingen van deze wet, gelden de nadere regels voor de uitvoering van de wet van 25 mei 2000 betreffende het in disponibiliteit stellen van bepaalde militairen van het actief kader van de krijgsmacht ook voor de uitvoering van deze wet.
Art. 6.Deze wet treedt buiten werking op 31 december 2015.
Gegeven te Brussel, 17 februari 2002.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landsverdediging, A. FLAHAUT _______ Nota (1) Zitting 2000-2001 Kamer van Volksvertegenwoordigers Parlementaire bescheiden.- Wetsontwerp, nr. 1386/1. - Verslag, 1386/4. Tekst aangenomen door de Commissie, 1386/5. - Amendementen, nrs. 1386/2, 1386/3, 1386/6.
Parlementaire handelingen. - Aanneming : Vergadering van 20 december 2001.