gepubliceerd op 03 juli 2007
Wet tot wijziging van de wet van 1 oktober 1833 op de uitleveringen en van de uitleveringswet van 15 maart 1874
15 MEI 2007. - Wet tot wijziging van de wet van 1 oktober 1833 op de uitleveringen en van de uitleveringswet van 15 maart 1874 (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet. HOOFDSTUK II. - Wijziging van de wet van 1 oktober 1833 op de uitleveringen
Art. 2.Artikel 6, tweede lid, van de wet van 1 oktober 1833 op de uitleveringen, gewijzigd bij de wet van 22 maart 1856, wordt aangevuld als volgt : « Wordt evenmin als een politiek misdrijf beschouwd, noch als een feit samenhangend met dusdanig misdrijf, het feit dat een misdrijf uitmaakt zoals bepaald in een internationaal instrument betreffende terrorisme of bedoeld in een internationaal instrument met betrekking tot het internationaal humanitair recht, wanneer de uitlevering wordt verzocht op grond van dit instrument en wanneer dit instrument België en de verzoekende Staat bindt en de weigering tot uitlevering wegens een politiek misdrijf uitdrukkelijk verbiedt zonder de mogelijkheid een voorbehoud te maken op grond van het verdragenrecht. ». HOOFDSTUK III. - Wijzigingen van de uitleveringswet van 15 maart 1874
Art. 3.Artikel 1, § 2, derde lid, van de uitleveringswet van 15 maart 1874 wordt opgeheven.
Art. 4.Artikel 2bis van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 31 juli 1985, wordt aangevuld met de volgende leden : « Uitlevering kan evenmin worden toegestaan wanneer er ernstige risico's bestaan dat de persoon, indien hij wordt uitgeleverd, in de verzoekende Staat wordt onderworpen aan een flagrante rechtsweigering of aan foltering of onmenselijke en onterende behandeling.
Wanneer het misdrijf waarvoor de uitlevering gevraagd wordt, in de verzoekende Staat strafbaar is met de doodstraf, staat de regering de uitlevering slechts toe indien de verzoekende Staat uitdrukkelijke zekerheden geeft dat de doodstraf niet zal uitgevoerd worden. ».
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 15 mei 2007.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Gewone zitting 2006-2007. Kamer van volksvertegenwoordigers.
Stukken. - Wetsontwerp, 51-2506 - Nr. 1. - Verslag namens de commissie, 51-2506 - Nr. 2. - Tekst verbeterd door de commissie, 51-2506 - Nr. 3. - Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Senaat, 51-2506 - Nr. 4.
Integraal verslag nr. 277, p. 67-68 en nr. 278, p. 232.
Senaat.
Stukken. - Ontwerp niet geëvoceerd door de Senaat, 3-2408 - Nr. 1.