gepubliceerd op 12 september 2018
Wet houdende instemming met het Verdrag nr. 172 van de Internationale Arbeidsorganisatie betreffende de arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden in hotels, restaurants en gelijksoortige inrichtingen, aangenomen te Genève op 25 juni 1991
15 MAART 2017. - Wet houdende instemming met het Verdrag nr. 172 van de Internationale Arbeidsorganisatie betreffende de arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden in hotels, restaurants en gelijksoortige inrichtingen, aangenomen te Genève op 25 juni 1991 (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt :
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.
Art. 2.Het Verdrag nr. 172 van de Internationale Arbeidsorganisatie betreffende de arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden in hotels, restaurants en gelijksoortige inrichtingen, aangenomen te Genève op 25 juni 1991, zal volkomen gevolg hebben.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 15 maart 2017.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Buitenlandse Zaken en Europese Zaken, D. REYNDERS De Minister van Werk, K. PEETERS De Minister van Sociale Zaken, M. DE BLOCK Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, K. GEENS _______ Nota (1) Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be) stukken : 54 -2158. verslag: 21/12/2016.
Verdrag betreffende de arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden in hotels, restaurants en gelijksoortige inrichtingen De Algemene Conferentie van de Internationale Arbeidsorganisatie, Bijeengeroepen te Genève door de Raad van Beheer van het Internationaal Arbeidsbureau, en aldaar bijeengekomen in haar 78ste Zitting op 5 juni 1991, en In herinnering brengend dat internationale arbeidsverdragen en aanbevelingen waarin zijn neergelegd algemeen toepasbare normen betreffende arbeidsvoorwaarden en omstandigheden, van toepassing zijn op werknemers in hotels, restaurants en gelijksoortige inrichtingen.
Gelet op het feit dat de specifieke omstandigheden die het werk in hotels, restaurants en soortgelijke inrichtingen kenmerken, het wenselijk maken de toepassing van deze verdragen en aanbevelingen in deze categorieën bedrijven te verbeteren en deze aan te vullen met specifieke normen, die erop zijn gericht om de betrokken werknemers in staat te stellen een positie in te nemen die in overeenstemming is met hun rol in deze zich snel uitbreidende bedrijfstak en om nieuwe werknemers hiervoor aan te trekken door verbetering van de arbeidsvoorwaarden en omstandigheden, de opleiding en de loopbaanvooruitzichten, en Gelet op het feit dat collectief onderhandelen een doeltreffend middel is om de arbeidsvoorwaarden en omstandigheden in deze sector vast te stellen, en Overwegende, dat de aanneming van een verdrag, in combinatie met collectief onderhandelen, de arbeidsvoorwaarden en omstandigheden, de loopbaanvooruitzichten en de werkzekerheid zal verbeteren ten gunste van de werknemers, en Besloten hebbende tot het aannemen van verschillende voorstellen met betrekking tot de arbeidsvoorwaarden en omstandigheden in hotels, restaurants en gelijksoortige instellingen, thema dat als vierde punt op de agenda van de zitting fungeert, Besloten hebbende dat deze voorstellen de vorm dienen te krijgen van een internationaal verdrag; neemt heden, de vijfentwintigste juni van het jaar negentienhonderdeenennegentig het volgende verdrag aan, dat het Verdrag betreffende arbeidsvoorwaarden en omstandigheden in (hotels en restaurants), 1991 zal worden genoemd.
Artikel 1 1. Onverminderd de bepalingen van artikel 2, eerste lid, is dit Verdrag van toepassing op werknemers die werkzaam zijn in: a) hotels en gelijksoortige instellingen die logies verschaffen;b) restaurants en gelijksoortige inrichtingen die voedsel, drank of beide verschaffen 2.De omschrijving van de categorieën bedoeld onder voormelde punten a en b, wordt door elk Lid vastgesteld in het licht van nationale omstandigheden en na raadpleging van de betrokken werkgevers- en werknemersorganisaties. Elk Lid dat het Verdrag bekrachtigt kan, na raadpleging van de betrokken werkgevers- en werknemersorganisaties, bijzondere types bedrijven die onder de voormelde omschrijving vallen, maar waar zich bijzondere problemen van wezenlijke aard voordoen, van de toepassing ervan uitsluiten. 3. a) Elk Lid dat dit Verdrag bekrachtigt, kan, na raadpleging van de betrokken werkgevers- en werknemersorganisaties, de toepassing ervan uitbreiden tot andere verwante bedrijven die toeristische diensten verlenen, bedrijven die moeten worden vermeld in een bij de bekrachtiging gevoegde verklaring.b) Elk Lid dat dit Verdrag bekrachtigt, kan bovendien, na raadpleging van de betrokken werkgevers- en werknemersorganisaties, de Directeur-generaal van het Internationaal Arbeidsbureau hiervan later in kennis stellen, door middel van een verklaring, dat hij de toepassing van het Verdrag uitbreidt tot andere categorieën verwante bedrijven die toeristische diensten verlenen.4. Elk Lid dat dit Verdrag bekrachtigt, dient in het eerste verslag over de toepassing van het Verdrag, ingediend op grond van artikel 22 van het Statuut van de Internationale Arbeidsorganisatie, alle types bedrijven te vermelden die uitgesloten zijn op grond van het tweede lid, met vermelding van de redenen van een dergelijke uitsluiting, alsook de respectievelijke standpunten ter zake van de betrokken werkgevers- en werknemersorganisaties, en dient in de volgende verslagen de stand van zaken van zijn wetgeving en praktijk met betrekking tot de uitgesloten bedrijven te vermelden en preciseren in welke mate uitvoering is gegeven of waarin is voorgesteld uitvoering te geven aan dit Verdrag met betrekking tot deze bedrijven. Artikel 2 1. Voor de toepassing van dit Verdrag wordt onder "betrokken werknemers" verstaan de werknemers die werkzaam zijn in bedrijven waarop het Verdrag van toepassing is overeenkomstig de bepalingen van artikel 1, ongeacht de aard en de duur van de arbeidsbetrekking. Elk Lid kan echter, in het licht van de nationale wetgeving, omstandigheden en praktijk, en na raadpleging van de betrokken werkgevers- en werknemersorganisaties, bepaalde specifieke categorieën werknemers uitsluiten van de toepassing van alle of sommige bepalingen van dit Verdrag. 2. Elk lid dat dit Verdrag bekrachtigt, dient in het eerste verslag over de toepassing van het Verdrag, ingediend op grond van artikel 22 van het Statuut van de Internationale Arbeidsorganisatie, te vermelden welke categorieën werknemers ingevolge het eerste lid zijn uitgesloten, met vermelding van de redenen van een dergelijke uitsluiting, en dient in volgende verslagen aan te geven welke vooruitgang is geboekt met het oog op een ruimere toepassing. Artikel 3 1. Elk Lid dient, zonder afbreuk te doen aan de autonomie van de betrokken werkgevers- en werknemersorganisaties, op een wijze die strookt met nationale wetgeving, omstandigheden en praktijk, een beleid aan te nemen en toe te passen dat doelt op de verbetering van de arbeidsvoorwaarden en - omstandigheden van de betrokken werknemers.2. De algemene doelstelling van een dergelijk beleid moet erin bestaan dat de betrokken werknemers niet uitgesloten worden van het toepassingsgebied van enige minimumnorm die op nationaal niveau voor de werknemers in het algemeen is aangenomen, met inbegrip van de normen in verband met de sociale zekerheidsrechten. Artikel 4 1. Tenzij anders bepaald door de nationale wetgeving of praktijk, wordt onder "arbeidstijd" verstaan de tijd waarin de werknemers ter beschikking staat van de werkgever.2. De betrokken werknemers hebben recht op redelijke, normale arbeidstijden en op overwerkvoorzieningen in overeenstemming met de nationale wetgeving en praktijk.3. Aan de betrokken werknemers moeten redelijke minimale rustperiodes per dag en per week worden toegekend, in overeenstemming met de nationale wetgeving en praktijk.4. De betrokken werknemers worden, waar mogelijk, tijdig op de hoogte gesteld van de werkroosters, zodat zij privé- en gezinsleven kunnen organiseren. Artikel 5 1. Indien werknemers opgeroepen worden om te werken op feestdagen, moeten zij een toereikende compensatie krijgen onder de vorm van vrije tijd of verloning, zoals bepaald in collectieve onderhandelingen of in overeenstemming met de nationale wetgeving of praktijk.2. De betrokken werknemers hebben recht op jaarlijks verlof met behoud van loon, waarvan de duur wordt vastgesteld in collectieve onderhandelingen of in overeenstemming met de nationale wetgeving of praktijk.3. Bij het verstrijken van de overeenkomst of wanneer de periode van ononderbroken dienstbetrekking niet volstaat om recht te hebben op volledig jaarlijks verlof naar verhouding van de diensttijd dan wel op loonbetaling in plaats daarvan, zoals bepaald in collectieve onderhandelingen of in overeenstemming met de nationale wetgeving of praktijk. Artikel 6 1. Onder de term "fooi" wordt verstaan een geldbedrag dat de klant vrijwillig aan de werknemer geeft, boven het bedrag dat de klant moet betalen voor de geleverde diensten.2. Onafhankelijk van de fooien, moeten de betrokken werknemers een basisloon ontvangen dat op geregelde tijdstippen moet worden uitbetaald. Artikel 7 Voor zover een dergelijk gebruik bestaat, worden de koop en verkoop van banen in bedrijven, bedoeld in artikel 1, verboden.
Artikel 8 1. De bepalingen van dit Verdrag kunnen worden toegepast door of krachtens nationale wetgeving, collectieve overeenkomsten, scheidsrechterlijke uitspraken of rechterlijke beslissingen, of op enige andere wijze conform de nationale praktijk.2. Ten aanzien van Leden waar de bepalingen van dit Verdrag gewoonlijk worden geregeld in overeenkomsten tussen werkgevers of werkgeversorganisaties en werknemersorganisaties, of gewoonlijk op andere wijze dan door de wetgeving worden toegepast, worden de bepalingen geacht te zijn nagekomen, als zij door middel van voormelde overeenkomsten of andere middelen worden toegepast op de overgrote meerderheid der betrokken werknemers. Artikel 9 De formele bekrachtigingen van dit Verdrag worden aan de Directeur-generaal van het Internationaal Arbeidsbureau medegedeeld en door hem geregistreerd.
Artikel 10 1. Dit Verdrag is slechts verbindend voor de Leden van de Internationale Arbeidsorganisatie van wie de bekrachtiging door de Directeur-generaal werd geregistreerd.2. Het treedt in werking twaalf maanden na de datum waarop de bekrachtigingen van twee Leden door de Directeur-generaal zijn geregistreerd.3. Vervolgens treedt dit Verdrag voor ieder Lid in werking twaalf maanden na de datum waarop zijn bekrachtiging is geregistreerd. Artikel 11 1. Elk Lid dat dit Verdrag heeft bekrachtigd, kan het opzeggen na afloop van een termijn van tien jaar na de datum waarop het Verdrag voor het eerst in werking is getreden, door middel van een aan de Directeur-generaal van het Internationaal Arbeidsbureau gerichte en door deze geregistreerde verklaring.De opzegging geldt pas een jaar na de datum waarop zij is geregistreerd. 2. Elk Lid dat dit Verdrag heeft bekrachtigd en niet binnen een jaar na afloop van de termijn van tien jaar als bedoeld in het vorige lid, gebruik maakt van de mogelijkheid tot opzegging, bedoeld in dit artikel, is gebonden voor een nieuwe termijn van tien jaar en kan vervolgens dit Verdrag opzeggen na afloop van elke termijn van tien jaar volgens de voorwaarden, bedoeld in dit artikel. Artikel 12 1. De Directeur-generaal van het Internationaal Arbeidsbureau stelt alle leden van de Internationale Arbeidsorganisatie in kennis van de registratie van alle bekrachtigingen en opzeggingen, die hem door de leden van de Organisatie zijn medegedeeld.2. Bij kennisgeving aan de Leden van de Organisatie van de registratie van de tweede hem medegedeelde bekrachtiging, vestigt de Directeur-generaal de aandacht van de Leden van de Organisatie op de datum waarop dit Verdrag in werking treedt. Artikel 13 De Directeur-generaal van het Internationaal Arbeidsbureau deelt aan de Secretaris-generaal van de Verenigde Naties, met het oog op de registratie overeenkomstig de bepalingen van artikel 102 van het Handvest der Verenigde Naties, alle informatie mee over alle bekrachtigingen en opzeggingen die hij overeenkomstig de bepalingen van de voorgaande artikelen heeft geregistreerd.
Artikel 14 De Raad van Beheer van het Internationaal Arbeidsbureau brengt, telkens wanneer deze dit noodzakelijk acht, aan de Algemene Conferentie verslag uit over de toepassing van dit Verdrag en onderzoekt of het wenselijk is de gehele of gedeeltelijke herziening ervan op de agenda van de Conferentie te plaatsen.
Artikel 15 1. Indien de Conferentie een nieuw verdrag aanneemt, houdende gehele of gedeeltelijke herziening van dit Verdrag zal, tenzij het nieuwe verdrag anders bepaalt: a.bekrachtiging door een Lid van het nieuwe verdrag, houdende herziening, van rechtswege onmiddellijke opzegging van dit verdrag ten gevolge hebben, niettegenstaande de bepalingen van artikel 11 hierboven, onder voorbehoud evenwel dat het nieuwe verdrag, houdende herziening, in werking is getreden. b. met ingang van de datum waarop het nieuwe verdrag, houdende herziening, in werking is getreden, dit Verdrag niet langer door de Leden kunnen worden bekrachtigd.2. Dit Verdrag blijft echter in elk geval naar vorm en inhoud van kracht voor de leden die het hebben bekrachtigd en die het nieuwe verdrag, houdende herziening, niet hebben bekrachtigd. Artikel 16 De Engelse en de Franse tekst van dit Verdrag zijn gelijkelijk authentiek.
Gebonden staten
Staten/Organisaties
Datum authentificatie
Type instemming
Datum instemming
Datum inwerkingtreding
BARBADOS
25/06/1991
bekrachtiging
22/06/1997
22/06/1998
BELGIE
25/06/1991
bekrachtiging
14/06/2017
14/06/2018
CYPRUS
25/06/1991
bekrachtiging
28/02/1997
28/02/1998
DOMINICAANSE REPUBLIEK
25/06/1991
bekrachtiging
04/06/1998
04/06/1999
DUITSLAND
25/06/1991
bekrachtiging
14/11/2006
14/11/2007
IERLAND
25/06/1991
bekrachtiging
09/06/1998
09/06/1999
IRAK
25/06/1991
bekrachtiging
09/07/2001
09/07/2002
FIJI
25/06/1991
bekrachtiging
28/05/2008
28/05/2009
GUYANA
25/06/1991
bekrachtiging
20/08/1996
20/08/1997
LIBANON
25/06/1991
bekrachtiging
23/02/2000
23/02/2001
LUXEMBURG
25/06/1991
bekrachtiging
06/03/2003
06/03/2004
MEXICO
25/06/1991
bekrachtiging
07/03/1993
07/03/1994
OOSTENRIJK
25/06/2001
bekrachtiging
02/05/1994
02/05/1995
SPANJE
25/06/1991
bekrachtiging
07/07/1993
07/07/1994
URUGUAY
25/06/1991
bekrachtiging
06/09/1995
06/09/1996
ZWITSERLAND
25/06/1991
bekrachtiging
15/02/1994
15/02/1995