14 JULI 1997. Wet tot wijziging van artikel 110 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 met het oog op de uitvoering van artikel 104, 3°, i, van hetzelfde Wetboek (1)

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid zoals bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2.In artikel 110 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, vervangen door artikel 2 van de wet van 22 februari 1995, worden de woorden « in artikel 104, 3°, b, e, g, 4° en 4°bis, » vervangen door de woorden « in artikel 104, 3°, b, e, g, i, 4° en 4°bis, ».

Art. 3.In artikel 181, 7°, van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de artikelen 26 en 85 van de wet van 6 juli 1994, worden de woorden « artikel 104, 3°, b, d, e en h en 4° » vervangen door de woorden « artikel 104, 3°, b, d, e, h en i, 4° en 4°bis ».

Art. 4.In artikel 241, 2°, van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij artikel 85 van de wet van 6 juli 1994, worden de woorden « in artikel 104, 3°, a tot h, 4° en 5° » vervangen door de woorden « in artikel 104, 3°, a tot i, 4°, 4°bis en 5° ».

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 14 juli 1997.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, Ph. MAYSTADT Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, S. DE CLERCK Voor de raadpleging van de voetnoot, zie beeld