gepubliceerd op 31 december 2004
Wet tot wijziging van de wet van 3 april 1953 betreffende de rechterlijke inrichting, van de wet van 2 juli 1975 tot vaststelling van de personeelsformatie van de rechtbanken van eerste aanleg en van artikel 211 van het Gerechtelijk Wetboek
14 DECEMBER 2004. - Wet tot wijziging van de wet van 3 april 1953 betreffende de rechterlijke inrichting, van de wet van 2 juli 1975 tot vaststelling van de personeelsformatie van de rechtbanken van eerste aanleg en van artikel 211 van het Gerechtelijk Wetboek
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt :
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.
Art. 2.In de tabel die voorkomt in artikel 1 van de wet van 3 april 1953 betreffende de rechterlijke inrichting, vervangen bij de wet van 20 juli 1998 en gewijzigd bij de wetten van 29 november 2001 en 11 maart 2004, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de cijfers « 32 » en « 39 » die voorkomen in de kolom « Raadsheren » tegenover de zetels Antwerpen en Brussel worden vervangen respectievelijk door de cijfers « 38 » en « 45 »;2° de cijfers « 17 » en « 20 » die voorkomen in de kolom « Griffiers » tegenover de zetels Antwerpen en Brussel worden vervangen respectievelijk door de cijfers « 19 » en « 23 »;3° het cijfer « 9 » dat voorkomt in de kolom « Adjunctgriffiers » tegenover de zetel Antwerpen wordt vervangen door het cijfer « 11 ». De cijfers « 19 » en « 11 » die voorkomen in de kolommen « Griffiers » en « Adjunct-griffiers » die voorkomen tegenover de zetel Antwerpen, zoals vastgesteld in het eerste lid, 2 en 3, worden vanaf 1 september 2006 respectievelijk vervangen door de cijfers « 20 » en « 12 ».
Art. 3.In artikel 2 van dezelfde wet, hersteld bij de wet van 4 maart 1997 en vervangen bij de wet van 21 juni 2001, wordt het cijfer « 18 » vervangen door het cijfer « 22 ».
Art. 4.In de tabel III « Rechtbanken van eerste aanleg », gevoegd bij dezelfde wet, vervangen bij de wet van 20 juli 1998 en gewijzigd bij de wetten van 28 maart 2000, 16 juli 2002 en 11 maart 2004, worden de cijfers « 5 », « 22 » en « 25 » die voorkomen in de kolommen « Ondervoorzitters », « Rechters » en « Substituut-procureurs des Konings » tegenover de zetel Dendermonde respectievelijk vervangen door de cijfers « 6 », « 24 » en « 27 ».
Art. 5.In de tabel « Aantal eerste substituut-procureurs des Konings in de rechtbanken van eerste aanleg », gevoegd bij dezelfde wet, vervangen bij de wet van 20 juli 1998 en gewijzigd bij de wet van 11 maart 2004, wordt het cijfer « 8 » dat voorkomt in de kolom « Maximumaantal eerste substituut-procureurs des Konings (begrepen in het aantal substituut-procureurs des Konings) » tegenover de zetel Dendermonde vervangen door het cijfer « 9 ».
Art. 6.Artikel 211, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek, vervangen bij de wet van 22 december 1998 en gewijzigd bij de wet van 29 november 2001, wordt vervangen als volgt : « Voor het hof van beroep te Brussel worden tweeendertig raadsheren en zevenentwintig plaatsvervangende raadsheren voorgedragen door de Franstalige benoemingscommissie van de Hoge Raad voor de Justitie en dertig raadsheren en zevenentwintig plaatsvervangende raadsheren door de Nederlandstalige benoemingscommissie van dezelfde Raad. »
Art. 7.In de tabel die voorkomt in artikel 1 van de wet van 2 juli 1975 tot vaststelling van de personeelsformatie van de rechtbanken van eerste aanleg, vervangen bij de wet van 20 juli 1998, worden de cijfers « 18 » en « 10 » die voorkomen in de kolommen « Griffier » en « Adjunct-griffier » tegenover de zetel Dendermonde respectievelijk vervangen door de cijfers « 19 » en « 11 ».
Art. 8.Er kan, gedurende een periode die aanvangt op de datum van inwerkingtreding van dit artikel en die verstrijkt op 31 december 2008, overgegaan worden tot de benoeming in overtal van drie raadsheren bij het Hof van beroep te Brussel. Eén van de drie raadsheren bedoeld in het eerste lid wordt voorgedragen door de Nederlandstalige benoemings- en aanwijzigingscommissie van de Hoge Raad voor de Justitie en twee raadsheren worden voorgedragen door de Franstalige benoemings- en anwijzigingscommissie van dezelfde Raad.
Art. 9.Er kan, gedurende een periode van drie jaar die aanvangt op de datum van inwerkingtreding van deze wet, overgegaan worden tot de benoeming in overtal van drie raadsheren bij het Hof van beroep te Antwerpen.
Vanaf 1 september 2006, wordt het aantal raadsheren die gedurende de periode bedoeld in het eerste lid bij het hof van beroep te Antwerpen in overtal benoemd kunnen worden, op zes gebracht.
Art. 10.Deze wet treedt in werking op 1 september 2005, met uitzondering van de artikelen 3 en 10 die in werking treden de dag waarop deze wet in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt en van artikel 8 dat in werking treedt op 1 september 2006.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 14 december 2004.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota Kamer van volksvertegenwoordigers Stukken : Doc 51 1314/ (2003/2004) : 001 : Wetsontwerp. 002 : Amendementen. 003 : Verslag. 004 : Amendementen na verslag. 005 : Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Senaat.
Integraal verslag : 21 oktober 2004.
Senaat Stukken : 3-877 - 2004/2005 : Nr. 1 : Ontwerp overgezonden door de Kamer van volksvertegenwoordigers.
Nr. 2 : Amendementen.
Nr. 3 : Verslag.
Nr. 4 : Tekst geamendeerd door de commissie.
Nr. 5 : Tekst geamendeerd door de Senaat en teruggezonden naar de Kamer van volksvertegenwoordigers.
Handelingen : 25 november 2004.