gepubliceerd op 30 april 2004
Wet tot wijziging van de wet van 2 juni 1998 houdende oprichting van een Informatie- en adviescentrum inzake schadelijke sektarische organisaties en van een Administratieve coördinatiecel inzake de strijd tegen schadelijke sektarische organisaties
12 APRIL 2004. - Wet tot wijziging van de wet van 2 juni 1998 houdende oprichting van een Informatie- en adviescentrum inzake schadelijke sektarische organisaties en van een Administratieve coördinatiecel inzake de strijd tegen schadelijke sektarische organisaties (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet. HOOFDSTUK II. - Wijzigingen van de wet van 2 juni 1998 houdende oprichting van een Informatie- en adviescentrum inzake schadelijke sektarische organisaties en van een Administratieve coördinatiecel inzake de strijd tegen schadelijke sektarische organisaties
Art. 2.In artikel 2, tweede lid, van de wet van 2 juni 1998 houdende oprichting van een Informatie- en adviescentrum inzake schadelijke sektarische organisaties en van een Administratieve coördinatiecel inzake de strijd tegen schadelijke sektarische organisaties worden in de Franse tekst de woorden « un groupement » vervangen door de woorden « une organisation ».
Art. 3.In artikel 4 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, eerste lid, wordt het woord « twaalf » telkens vervangen door het woord « acht » en het woord « zes » telkens door het woord « vier »;2° § 2, eerste lid, wordt vervangen als volgt : « § 2.De leden worden aangewezen voor een termijn van zes jaar, eenmaal hernieuwbaar, omwille van hun ervaring met of kennis van de problematiek van de schadelijke sektarische organisaties. Zij dienen alle waarborgen te bieden om hun mandaat in volledige onafhankelijkheid en in een geest van objectiviteit en onpartijdigheid te kennen uitoefenen. »; 3° § 5, tweede lid, wordt vervangen als volgt : « Het vast lid wiens mandaat een einde neemt voor het verstrijken van de termijn van zes jaar, wordt voor de resterende duur van het mandaat vervangen door zijn plaatsvervanger.Het plaatsvervangend lid wiens mandaat een einde neemt voor het verstrijken van de termijn van zes jaar, wordt vervangen door een plaatsvervangend lid voor de resterende duur van het mandaat, volgens de in § 1 bepaalde procedure. ». 4° het artikel wordt aangevuld met een § 6, luidend als volgt : « § 6.De leden die houder zijn van het mandaat blijven dit uitoefenen tot de installatie van de nieuwe leden. ». HOOFDSTUK III. - Inwerkingtreding
Art. 4.Deze wet treedt in werking de dag waarop zij in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 12 april 2004.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Gewone zitting 2003-2004. Kamer van volksvertegenwoordigers.
Parlementaire stukken. 0790/001 : Wetsvoorstel ingediend door de heer J.-P. Malmendier. 0790/002 : Amendement van Mevr. V. Deom en de heer J.-P. Malmendier. 0790/003 : Verslag door Mevr. V. Deom. 0790/004 : tekst aangenomen door de Commissie voor Justitie. 0790/005 : Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden naar de Senaat.
Parlementaire handelingen. - Bespreking en aanneming. Vergadering van 19 februari 2004.
Senaat.
Ontwerp overgezonden door de Kamer van volksvertegenwoordigers. Niet geëvoceerd 3-525/1.