9 FEBRUARI 2023. - Wet tot bescherming van het beroep en de titel van landmeter-expert en tot oprichting van een Orde van landmeters-experten (1)

FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt : TITEL 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2.Voor de toepassing van deze wet en de uitvoeringsbesluiten ervan wordt verstaan onder: 1° het beroep: het beroep van landmeter-expert bedoeld in artikel 3;2° de Orde: de Orde van landmeters-experten bedoeld in artikel 26;3° het tableau: het tableau van de landmeters-experten bedoeld in artikel 4;4° zelfstandige: de persoon die het beroep van landmeter-expert in hoofd- of bijberoep uitoefent, buiten een publiekrechtelijk statuut of buiten een arbeidsovereenkomst;5° werknemer: de persoon die het beroep van landmeter-expert voltijds of deeltijds uitoefent in het kader van een arbeidsovereenkomst en die niet aangeworven is door een openbare dienst zoals de Staat, een gewest, een gemeenschap, een provincie, een gemeente, een intercommunale, een openbare instelling of een parastatale instelling;6° ambtenaar: de persoon die het beroep van landmeter-expert uitoefent voor een openbare dienst waar hij benoemd of aangeworven is, zoals de Staat, een gewest, een gemeenschap, een provincie, een gemeente, een intercommunale, een openbare instelling of een parastatale instelling;7° de minister: de minister bevoegd voor Middenstand;8° lidstaat: de lidstaat bedoeld in artikel 2, § 1, l), van de wet van 12 februari 2008Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/02/2008 pub. 02/04/2008 numac 2008011094 bron programmatorische federale overheidsdienst wetenschapsbeleid Wet tot instelling van een nieuw algemeen kader voor de erkenning van EG-beroepskwalificaties type wet prom. 12/02/2008 pub. 08/07/2009 numac 2009000284 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot instelling van een nieuw algemeen kader voor de erkenning van EG-beroepskwalificaties. - Duitse vertaling sluiten betreffende de beroepskwalificaties;9° de wet van 12 februari 2008Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/02/2008 pub. 02/04/2008 numac 2008011094 bron programmatorische federale overheidsdienst wetenschapsbeleid Wet tot instelling van een nieuw algemeen kader voor de erkenning van EG-beroepskwalificaties type wet prom. 12/02/2008 pub. 08/07/2009 numac 2009000284 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot instelling van een nieuw algemeen kader voor de erkenning van EG-beroepskwalificaties. - Duitse vertaling sluiten betreffende de beroepskwalificaties: de wet van 12 februari 2008Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/02/2008 pub. 02/04/2008 numac 2008011094 bron programmatorische federale overheidsdienst wetenschapsbeleid Wet tot instelling van een nieuw algemeen kader voor de erkenning van EG-beroepskwalificaties type wet prom. 12/02/2008 pub. 08/07/2009 numac 2009000284 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot instelling van een nieuw algemeen kader voor de erkenning van EG-beroepskwalificaties. - Duitse vertaling sluiten tot instelling van een algemeen kader voor de erkenning van EU-beroepskwalificaties;10° het register: het register van de dienstverrichters, bedoeld in artikel 18;11° Algemene Verordening Gegevensbescherming: de Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming);12° Gegevensbeschermingsautoriteit: de autoriteit bedoeld in artikel 3 van de wet van 3 december 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/12/2017 pub. 10/01/2018 numac 2017031916 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot oprichting van de Gegevensbeschermingsautoriteit type wet prom. 03/12/2017 pub. 25/09/2018 numac 2018013819 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot oprichting van de Gegevensbeschermingsautoriteit. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot oprichting van de Gegevensbeschermingsautoriteit;13° de Nationale Raad: de Nationale Raad bedoeld in artikel 32;14° de Uitvoerende Kamers: de Uitvoerende Kamers bedoeld in artikel 39;15° de Kamers van Beroep: de Kamers van Beroep bedoeld in artikel 41; 16° de FOD Economie: de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie.

TITEL 2. - Het beroep

Art. 3.Tot de beroepswerkzaamheid van landmeter-expert in de zin van deze wet behoren de volgende activiteiten: 1° het afpalen van terreinen;2° het opmaken en ondertekenen van plannen die moeten dienen voor een grenserkenning, voor een mutatie, voor het regelen van gevallen van gemeenheid en voor gelijk welke akte of proces-verbaal, die in een identificeren van grondeigendom voorzien en welke ter hypothecaire overschrijving of inschrijving kunnen worden voorgelegd. TITEL 3. - Recht om het beroep uit te oefenen en de beroepstitel te dragen en inschrijving op het tableau HOOFDSTUK 1. - Het tableau

Art. 4.§ 1. Er wordt binnen de Orde een tableau bijgehouden, opgesplitst in vier lijsten: 1° de lijst "natuurlijke personen";2° de lijst "rechtspersonen";3° de lijst "erelandmeters-experten";4° de lijst "stagiairs". § 2. De lijst "natuurlijke personen" is onderverdeeld in twee afdelingen: 1° de afdeling "zelfstandigen";2° de afdeling "werknemers en ambtenaren". § 3. Het tableau bevat de volgende gegevens: 1° de naam en voornaam of de benaming van de ingeschreven persoon, het inschrijvingsnummer en de contactgegevens;2° het adres waar de persoon het beroep uitoefent, overeenkomstig artikel 39, § 1, tweede lid;3° het statuut en de hoedanigheid waarin de persoon het beroep uitoefent, overeenkomstig paragraaf 2;4° in voorkomend geval, het ondernemingsnummer;5° de taal gekozen door de aanvrager zoals vermeld in zijn aanvraag tot inschrijving;6° de datum van de eedaflegging. Het tableau geeft aan of een natuurlijke persoon of rechtspersoon vermeld in de lijst bedoeld in paragraaf 1, 1° of 2, actief of niet actief is als landmeter-expert, en dit vanaf het moment van zijn eerste inschrijving.

De perioden waarin een op het tableau ingeschreven persoon weggelaten, geschorst of van het tableau is geschrapt, worden op het tableau vermeld als perioden van inactiviteit.

De Koning kan, na advies van de Nationale Raad, het tableau aanvullen met bijkomende gegevens die rechtstreeks verband houden met de beroepsuitoefening. Die bijkomende gegevens zijn beperkt tot wat strikt noodzakelijk is voor de doeleinden van het tableau. § 4. De Koning bepaalt welke lijsten en gegevens in het tableau worden bekendgemaakt naar gelang van de hoedanigheid van de ingeschreven persoon, alsmede de wijze van raadpleging van de niet-gepubliceerde gegevens die de Orde in het inschrijvingsdossier van een persoon bewaart. § 5. De delen van het tableau die openbaar zijn, worden gepubliceerd op de website van de Orde. Voor lijsten en gegevens van het tableau die niet openbaar zijn, wordt onder de door de Koning bepaalde voorwaarden toegang verleend aan door de minister aangewezen instanties en beroepsgroeperingen en aan elke belanghebbende derde. § 6. De gegevens van de personen ingeschreven op het tableau mogen slechts gedurende tien jaar na de weglating van de ingeschreven persoon bewaard worden, tenzij die gegevens verband houden met het beheer van een lopend geschil en voor zover die gegevens strikt noodzakelijk zijn voor het beheer van dat geschil en gedurende de tijd die strikt noodzakelijk is voor het beheer van dat geschil en dat onder voorbehoud van wat bepaald is in het tweede lid.

De Orde bewaart de gegevens die toelaten de persoon te identificeren, met name zijn naam, zijn voornaam of zijn benaming, zijn inschrijvingsnummer en zijn beroepsadres, na de maximale bewaringstermijn bepaald in het eerste lid enkel om de belanghebbende toe te laten na te gaan of een plan ondertekend werd door een landmeter-expert die actief was op het moment van de ondertekening van dat plan. De gegevens die zo voor onbepaalde duur bewaard worden volgens de door de Koning te bepalen nadere regels, zijn niet meer openbaar en de informatie die op zijn vraag wordt meegedeeld aan een belanghebbende, is enkel bedoeld om na te gaan of de landmeter-expert die het voorwerp uitmaakt van de vraag, al dan niet actief was op het moment van de ondertekening van het plan.

De Koning kan eveneens specifieke bewaartermijnen voor gegevens vastleggen op basis van de doelstelling en het type van de bedoelde gegevens zonder dat die termijnen de maximale termijn vastgelegd in het eerste lid mogen overschrijden. HOOFDSTUK 2. - Recht om het beroep uit te oefenen en de titel te dragen

Art. 5.§ 1. Geen enkele natuurlijke persoon mag het beroep van landmeter-expert als zelfstandige uitoefenen, indien hij niet op het tableau in de afdeling "zelfstandigen" van de lijst "natuurlijke personen" ingeschreven is met de aanduiding "actief". § 2. Geen enkele natuurlijke persoon mag het beroep van landmeter-expert als werknemer of ambtenaar uitoefenen, indien hij niet op het tableau in de afdeling "werknemers en ambtenaren" van de lijst "natuurlijke personen" ingeschreven is met de aanduiding "actief". § 3. De stagiairs mogen de beroepsactiviteiten van landmeter-expert bedoeld in artikel 3 en de activiteiten die gewoonlijk worden uitgeoefend door een landmeter-expert, zoals omschreven in de voorschriften inzake de plichtenleer bedoeld in artikel 21, uitoefenen onder het toezicht en de verantwoordelijkheid van hun stagemeester. De stagemeester en de stagiair ondertekenen samen de in artikel 3 bedoelde plannen, akten of processen-verbaal. Ze zijn ingeschreven op de lijst "stagiairs". § 4. Het beroep van landmeter-expert mag alleen uitgeoefend worden door een rechtspersoon indien deze met de aanduiding "actief" is ingeschreven op het tableau in de lijst "rechtspersonen".

Een natuurlijke persoon die is ingeschreven op het tableau mag het beroep van landmeter-expert echter uitoefenen in een rechtspersoon zonder dat die rechtspersoon moet voldoen aan de voorwaarden van artikel 14, § 1. In dat geval mag die rechtspersoon het beroep niet zelf uitoefenen.

De landmeter-expert natuurlijk persoon blijft als enige aansprakelijk voor de naleving van de deontologische regels bij de uitoefening van het beroep van landmeter-expert binnen die rechtspersoon.

Art. 6.§ 1. Enkel de natuurlijke persoon die ingeschreven is op het tableau in de desbetreffende afdeling van de lijst "natuurlijke personen" met de aanduiding "actief" mag de titel van landmeter-expert dragen.

Enkel de natuurlijke persoon die ingeschreven is op de lijst "stagiairs" mag de titel van landmeter-expert-stagiair dragen. § 2. Enkel de rechtspersoon die ingeschreven is op het tableau in de lijst "rechtspersonen" met de aanduiding "actief" mag de titel van landmeter-expert gebruiken of opnemen in zijn maatschappelijke benaming. De titel mag echter wel worden gebruikt om te verwijzen naar de natuurlijke persoon landmeter-expert ingeschreven op het tableau, die in naam en voor rekening van de rechtspersoon optreedt. § 3. Enkel de persoon die ingeschreven is op het tableau in de lijst "erelandmeters-experten" mag de titel van erelandmeter-expert dragen.

De Koning keurt, op voorstel of na advies van de Nationale Raad, de regels goed volgens dewelke de titel van erelandmeter-expert mag gedragen worden. § 4. Onverminderd de paragrafen 1 tot 3 mag niemand een andere titel dragen die verwarring kan scheppen of zou kunnen scheppen met die van landmeter-expert, van landmeter-expert-stagiair of van erelandmeter-expert. HOOFDSTUK 3. - Voorwaarden voor inschrijving van een natuurlijke persoon

Art. 7.§ 1. Iedere natuurlijke persoon: a) die zich wil vestigen om het beroep als zelfstandige uit te oefenen;b) of het beroep wil uitoefenen als werknemer of ambtenaar;c) of die de beroepstitel wil dragen; vraagt zijn inschrijving op het tableau, met vermelding van de afdeling(-en) waarvoor hij een inschrijving vraagt en vermeldt daarbij de gegevens bedoeld in artikel 4 die vereist zijn voor de inschrijving op het tableau. § 2. De natuurlijke persoon die zijn inschrijving vraagt, voldoet aan de volgende voorwaarden: 1° één van de volgende bewijzen van beroepskwalificatie leveren: a) één van de volgende Belgische diploma's erkend door de Franse Gemeenschap: i) "master en sciences de l'ingénieur industriel, finalité géomètre"; ii) "master en sciences géographiques, orientation géomatique et géométrologie"; iii) een diploma van "gradué géomètre-expert immobilier", aangevuld met een getuigschrift van slagen voor de geïntegreerde proef voor uitreiking van de titels van meetkundige-schatter van onroerende goederen; b) één van de volgende Belgische diploma's erkend door de Vlaamse Gemeenschap: i) "master of science in de geografie en de geomatica, minor landmeetkunde in combinatie met de major topografie en hydrografie"; ii) "master of science in de geomatica en de landmeetkunde"; iii) "master of science in de industriële wetenschappen: landmeten"; iv) "master of science in de industriële wetenschappen: bouwkunde - afstudeerrichting landmeten"; v) "bachelor vastgoed: afstudeerrichting landmeten";c) een Belgisch masterdiploma of professionele bachelor, attest of certificaat erkend door de bevoegde autoriteit, verenigbaar met de uitoefening van het beroep van landmeter-expert en erkend door de Koning, na positief advies van de Nationale Raad;d) de Belgische diploma's die toegang gaven tot het beroep of tot de titel van landmeter-expert en die werden afgeleverd voor de inwerkingtreding van deze wet;e) een in het buitenland uitgereikte titel in dezelfde disciplines, mits de gelijkwaardigheid vooraf door de bevoegde gemeenschap is erkend.De Orde kan in individuele gevallen diploma's uitgereikt in het buitenland als gelijkwaardig aanvaarden; f) een beroepservaring verworven door de deelname aan beroepsactiviteiten bedoeld in artikel 3 onder toezicht van een of meer landmeters-experten ingeschreven op het tableau die aantoont dat de persoon kennis, bekwaamheden en vaardigheden heeft verworven die nodig zijn voor de uitoefening van het beroep: i) ofwel van vijftien jaar; ii) ofwel van twaalf jaar aangevuld met een diploma van master of bachelor erkend door de Franse Gemeenschap, de Vlaamse Gemeenschap of de Duitstalige Gemeenschap of met een titel die als gelijkwaardig werd erkend met een diploma van master of bachelor; iii) ofwel van tien jaar aangevuld met een diploma van master of bachelor of een titel die gelijkwaardig werd erkend door de bevoegde gemeenschap en die een of meer vakken omvat die als essentieel worden beschouwd voor de uitoefening van het beroep op basis van de voorwaarden vastgelegd door de Beroepsopleidingscommissie bedoeld in artikel 50; g) een bekwaamheidsattest of een opleidingstitel bedoeld in titel III, hoofdstuk I, van de wet van 12 februari 2008Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/02/2008 pub. 02/04/2008 numac 2008011094 bron programmatorische federale overheidsdienst wetenschapsbeleid Wet tot instelling van een nieuw algemeen kader voor de erkenning van EG-beroepskwalificaties type wet prom. 12/02/2008 pub. 08/07/2009 numac 2009000284 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot instelling van een nieuw algemeen kader voor de erkenning van EG-beroepskwalificaties. - Duitse vertaling sluiten betreffende de beroepskwalificaties, afgeleverd door een andere lidstaat dan België aan de aanvrager, onderdaan van een lidstaat en die beantwoordt aan de voorwaarden vastgelegd in dit hoofdstuk, of een opleidingstitel gelijkgesteld aan een dergelijke titel met toepassing van artikel 2, § 3, van dezelfde wet;h) een bewijs van inschrijving op de lijst van beoefenaars bedoeld in artikel 17, § 5, van de kader wet van 1 maart 1976Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/03/1976 pub. 22/11/2006 numac 2006000608 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Kaderwet tot reglementering van de bescherming van de beroepstitel en van de uitoefening van de dienstverlenende intellectuele beroepen. - Duitse vertaling sluiten tot reglementering van de bescherming van de beroepstitel en van de uitoefening van de dienstverlenende intellectuele beroepen;i) een bewijs van inschrijving op het tableau bedoeld in artikel 3 van de wet van 11 mei 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/05/2003 pub. 06/06/2003 numac 2003011312 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot oprichting van federale raden van landmeters-experten type wet prom. 11/05/2003 pub. 06/06/2003 numac 2003011313 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot bescherming van de titel en van het beroep van landmeter-expert sluiten tot oprichting van federale raden van landmeters-experten;2° de eed bedoeld in artikel 8 hebben afgelegd;3° voor de titularissen bedoeld in 1°, a) tot e), en, in voorkomend geval, voor de titularissen bedoeld in 1°, f), met vrucht de stage bedoeld in artikel 9 hebben beëindigd overeenkomstig de nadere regels vastgelegd in het reglement betreffende de beroepsopleiding bedoeld in artikel 12;4° voor de titularissen bedoeld in 1°, a) tot f), het bekwaamheidsexamen, bedoeld in artikel 9 overeenkomstig de nadere regels vastgelegd in het reglement betreffende de beroepsopleiding bedoeld in artikel 12, hebben afgelegd;5° voldoen aan de volgende voorwaarden van goed gedrag: a) niet beroofd zijn geweest van zijn politieke en burgerlijke rechten; b) niet, zelfs gedeeltelijk, de schuldkwijtschelding geweigerd zijn geweest met toepassing van artikel XX.173, § 3, van het Wetboek van economisch recht, niet persoonlijk aansprakelijk zijn gesteld geweest voor het geheel of een deel van de schulden van de onderneming met toepassing van artikel XX.225 of XX.227 van hetzelfde wetboek, niet het verbod opgelegd zijn geweest een onderneming uit te baten met toepassing van artikel XX.229 van hetzelfde wetboek en niet een eerherstel geweigerd zijn geweest met toepassing van artikel XX.237 van hetzelfde wetboek; c) geen zelfs voorwaardelijke gevangenisstraf van ten minste drie maanden hebben opgelopen in België of in een andere lidstaat van de Europese Unie voor een van de misdrijven vermeld in artikel 1 van het koninklijk besluit nr.22 van 24 oktober 1934 waarbij aan bepaalde veroordeelden en aan de gefailleerden verbod wordt opgelegd bepaalde ambten, beroepen of werkzaamheden uit te oefenen, voor een inbreuk op de wet van 20 september 1948Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/09/1948 pub. 06/07/2010 numac 2010000388 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende organisatie van het bedrijfsleven. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende organisatie van het bedrijfsleven, voor een inbreuk op het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, op boek III, titel 3, hoofdstuk 2, van het Wetboek van economisch recht, en zijn uitvoeringsbesluiten, of op de fiscale wetgeving. § 3. De diploma's bedoeld paragraaf 2, 1°, a) tot d), en f), ii) en iii), worden afgeleverd door onderwijs- of opleidingsinstellingen die door de bevoegde autoriteiten worden georganiseerd, erkend of gesubsidieerd.

De Koning kan, na advies van de Nationale Raad, een diploma of een titel verwijderen uit de lijst van de bewijzen van beroepskwalificaties indien wordt vastgesteld dat dit diploma of deze titel niet meer wordt erkend door de bevoegde autoriteit. Hij kan ook onder dezelfde voorwaarden de benaming van een diploma of een titel aanpassen of toevoegen om rekening te houden met een nieuwe officiële benaming.

De Beroepsopleidingscommissie bedoeld in artikel 50 legt de lijst vast van de diploma's van master of bachelor of de titels bedoeld in paragraaf 2, 1°, f) die minstens gedeeltelijk vakken bevatten die als essentieel worden beschouwd voor de uitoefening van het beroep op basis van de voorwaarden vastgelegd door de Koning.

De Beroepsopleidingscommissie beoordeelt de beroepservaring van de personen bedoeld in paragraaf 2, 1°, f). § 4. De onderdanen van een lidstaat die een bekwaamheidsattest of een opleidingstitel bedoeld in paragraaf 2, 1°, g) hebben verworven, zijn onderworpen aan alle voorwaarden en genieten van alle rechten bepaald in de wet van 12 februari 2008Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/02/2008 pub. 02/04/2008 numac 2008011094 bron programmatorische federale overheidsdienst wetenschapsbeleid Wet tot instelling van een nieuw algemeen kader voor de erkenning van EG-beroepskwalificaties type wet prom. 12/02/2008 pub. 08/07/2009 numac 2009000284 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot instelling van een nieuw algemeen kader voor de erkenning van EG-beroepskwalificaties. - Duitse vertaling sluiten betreffende de beroepskwalificaties, onverminderd de bepalingen bepaald door of krachtens deze wet.

De natuurlijke persoon, houder van dit bekwaamheidsattest of deze opleidingstitel, heeft het recht om de academische titel die hem verleend is in de lidstaat van oorsprong, en eventueel de afkorting ervan, in de taal van deze lidstaat te gebruiken. In dit geval wordt deze titel gevolgd door de naam en de plaats van de instelling of examencommissie die de titel heeft verleend. § 5. De Koning kan, op voorstel of advies van de Nationale Raad, de voorwaarden en de procedure vaststellen voor de inschrijving van onderdanen van derde landen die het beroep in een derde land of in een andere lidstaat uitoefenen. § 6. De Koning kan het vereiste aantal jaren beroepservaring bedoeld in § 2, 1°, f), verminderen op basis van een evaluatie drie jaar na de eerste dag van de maand volgend op de inwerkingtreding van deze wet. HOOFDSTUK 4. - Eed

Art. 8.§ 1. Belgen leggen de eed bedoeld in artikel 7, § 2, 2°, af in de volgende bewoordingen: "Ik zweer trouw aan de Koning, gehoorzaamheid aan de Grondwet en aan de wetten van het Belgische volk, en ik zweer de opdrachten die mij in het kader van de uitoefening van het beroep van landmeter-expert zullen worden toevertrouwd, getrouw en in eer en geweten te vervullen.". § 2. Personen van vreemde nationaliteit die zich in België willen vestigen, leggen de eed af in de volgende bewoordingen: "Ik zweer de opdrachten die mij in het kader van de uitoefening van het beroep van landmeter-expert zullen worden toevertrouwd getrouw en in eer en geweten te vervullen volgens de voorschriften van de Belgische wet.". § 3. Belgen en personen van vreemde nationaliteit die hun woonplaats in België hebben, leggen de eed af voor de rechtbank van eerste aanleg van hun woonplaats. Belgen en personen van vreemde nationaliteit die geen woonplaats in België hebben, leggen de eed af voor de rechtbank van eerste aanleg van hun keuze. § 4. De landmeter-expert-stagiair die in het kader van zijn stage de eed heeft afgelegd, wordt geacht de eed te hebben afgelegd als landmeter-expert, indien de bevoegde Uitvoerende Kamer overgaat tot inschrijving op het tableau.

De stagiair die niet geslaagd is in zijn stage, kan geen aanspraak meer maken op die eed van zodra de beslissing inzake het niet slagen voor de stage definitief is. § 5. De eedaflegging gebeurt op basis van de voorlegging van een verklaring van de Orde dat de persoon over een titel in de zin van artikel 7, § 2, 1°, beschikt. § 6. De personen die de eed hebben afgelegd als bedoeld in artikel 2 van de wet van 6 augustus 1993Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/08/1993 pub. 18/12/1998 numac 1998015163 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met het Verdrag nr. 148 betreffende de bescherming van de werknemers tegen beroepsrisico's op de werkplaatsen als gevolg van luchtverontreiniging, lawaai en trillingen, aangenomen te Genève op 20 juni 1977 door de Internationale Arbeidsconferentie tijdens haar drieënzestigste zitting type wet prom. 06/08/1993 pub. 04/06/2015 numac 2015000253 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende goedkeuring en uitvoering van het Internationaal Verdrag ter oprichting van een internationaal fonds voor vergoeding van schade door verontreiniging door olie, opgemaakt te Brussel op 18 december 1971, en houdende uitvoering van de Protocollen bij dit Verdrag, opgemaakt te Londen op 27 november 1992 en 16 mei 2003. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de opheffing van het koninklijk besluit van 31 juli 1825 houdende bepalingen nopens de uitoefening van het beroep van landmeter, worden geacht de in dit artikel vermelde eed te hebben afgelegd. § 7. De personen die de eed hebben afgelegd als bedoeld in artikel 7 van de wet van 11 mei 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/05/2003 pub. 06/06/2003 numac 2003011312 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot oprichting van federale raden van landmeters-experten type wet prom. 11/05/2003 pub. 06/06/2003 numac 2003011313 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot bescherming van de titel en van het beroep van landmeter-expert sluiten tot bescherming van de titel en van het beroep van landmeter-expert, worden geacht de in dit artikel vermelde eed te hebben afgelegd. HOOFDSTUK 5. - Beroepsopleiding

Art. 9.§ 1. Er wordt een stage georganiseerd om de stagiair toe te laten de beroepservaring op te doen die nodig is voor de uitoefening van het beroep. De stage loopt gedurende 210 op voltijdse basis gepresteerde dagen of gedurende een daarmee gelijkwaardige periode op deeltijdbasis. De stage eindigt met een bekwaamheidsexamen. Wanneer de stagiair niet slaagt, kan de stage herbegonnen of verlengd worden.

Slaagt de stagiair niet in het bekwaamheidsexamen binnen acht jaar te rekenen vanaf de datum van zijn inschrijving op het tableau, dan wordt hij weggelaten van het tableau. De stagiair kan slechts na een termijn van drie jaar de stage hervatten. § 2. Om tot de stage toegelaten te worden, is het nodig: 1° te voldoen aan de voorwaarden bedoeld in artikel 7, § 2, 1° en 2° ;2° een stageovereenkomst te hebben gesloten met een stagemeester, ingeschreven bij de Orde in een afdeling van de lijst "natuurlijke personen" van het tableau en die beantwoordt aan de voorwaarden vastgelegd in het reglement betreffende de beroepsopleiding bedoeld in artikel 12. § 3. De landmeters-experten-stagiairs zijn lid van de Orde maar hebben geen stemrecht binnen de organen van de Orde. § 4. De persoon die een beroepservaring bedoeld in artikel 7, § 2, 1°, f), inroept en die de stage wil volgen, kan ten vroegste twee jaar voor het einde van de minimaal vereiste ervaringsperiode aan de Beroepsopleidingscommissie bedoeld in artikel 50 vragen om zijn beroepservaring te onderzoeken.

De Beroepsopleidingscommissie stelt op basis van de uitgeoefende activiteiten en van de activiteiten die nog zullen uitgeoefend worden, met inbegrip van die in het kader van de stage, vast of zijn beroepservaring onvoldoende is of voldoende op voorwaarde dat hij de stage volgt.

In het laatste geval wordt de aanvrager die voldoet aan de voorwaarden van paragraaf 2 op zijn vraag als stagiair ingeschreven op het tableau na beslissing van de bevoegde Uitvoerende Kamer en is hij onderworpen aan de voorwaarden van paragraaf 1. De dagen gedurende dewelke hij de stage volgt, worden beschouwd als dagen van beroepservaring voor zover hij de stage met succes afrondt en slaagt voor het bekwaamheidsexamen.

In afwijking van artikel 7, § 2, 1°, f), wordt de aanvrager die de stage met succes heeft afgerond en geslaagd is voor het bekwaamheidsexamen, geacht een voldoende ervaring te hebben verworven en kan hij zijn inschrijving op het tableau in de lijst "natuurlijke personen" vragen overeenkomstig artikel 7. § 5. Van zodra hij de minimale beroepservaring verworven heeft, kan de persoon die een beroepservaring bedoeld in artikel 7, § 2, 1°, f), inroept, zijn aanvraag tot inschrijving op het tableau als landmeter-expert indienen bij de Beroepsopleidingscommissie bedoeld in artikel 50.

De Beroepsopleidingscommissie onderzoekt zijn dossier op basis van het geheel aan bezorgde stukken om te bepalen of de persoon een onvoldoende, een voldoende of een voldoende ervaring mits het volgen van de stage of een deel ervan heeft. In het laatste geval wordt de aanvrager die voldoet aan de voorwaarden van paragraaf 2 na beslissing van de bevoegde Uitvoerende Kamer als stagiair ingeschreven op het tableau en is hij onderworpen aan de voorwaarden van paragraaf 1 voor de duur van de stage vastgelegd door de Beroepsopleidingscommissie.

De persoon bedoeld in het eerste lid legt het bekwaamheidsexamen af op het einde van de stage of, ingeval van vrijstelling van de stage, na goedkeuring van zijn inschrijving voor het bekwaamheidsexamen volgens de nadere regels bepaald door het reglement inzake de beroepsopleiding.

Art. 10.Worden vrijgesteld van de stage en van het bekwaamheidsexamen, de natuurlijke personen die hun inschrijving op het tableau vragen en die: 1° voor de inwerkingtreding van alle bepalingen van deze wet voldeden aan de voorwaarden van de wet van 11 mei 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/05/2003 pub. 06/06/2003 numac 2003011312 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot oprichting van federale raden van landmeters-experten type wet prom. 11/05/2003 pub. 06/06/2003 numac 2003011313 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot bescherming van de titel en van het beroep van landmeter-expert sluiten tot bescherming van de titel en van het beroep van landmeter-expert om het beroep uit te oefenen onder de hoedanigheid waarvoor ze de inschrijving vragen, of;2° aan het einde van een studiecyclus die begonnen werd voor de inwerkingtreding van deze wet, een diploma hebben behaald zoals bedoeld in artikel 7, § 2, 1°, a) tot e), en de eed bedoeld in artikel 8 hebben afgelegd, of;3° bedoeld zijn in artikel 7, § 2, 1°, h) en i).

Art. 11.§ 1. De titularissen van een opleidingstitel bedoeld in artikel 7, § 2, 1°, g), zijn vrijgesteld van de stage en het bekwaamheidsexamen bedoeld in artikel 7, § 2, 3° en 4°.

Indien hun opleiding betrekking heeft op vakken die wezenlijk verschillen van die welke worden afgedekt door de in België vereiste opleidingstitel, zijn de titularissen bedoeld in artikel 7, 1°, g), echter onderworpen aan: 1° een aanpassingsstage van maximum drie jaar en een proeve van bekwaamheid door de Orde georganiseerd overeenkomstig de wet van 12 februari 2008Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/02/2008 pub. 02/04/2008 numac 2008011094 bron programmatorische federale overheidsdienst wetenschapsbeleid Wet tot instelling van een nieuw algemeen kader voor de erkenning van EG-beroepskwalificaties type wet prom. 12/02/2008 pub. 08/07/2009 numac 2009000284 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot instelling van een nieuw algemeen kader voor de erkenning van EG-beroepskwalificaties. - Duitse vertaling sluiten betreffende de beroepskwalificaties indien ze houder zijn van een opleidingstitel van het niveau bedoeld in artikel 13, a), van dezelfde wet, in de gevallen bedoeld in artikel 16, § 1, van dezelfde wet en volgens de nadere regels bepaald in paragraaf 2;2° een proeve van bekwaamheid georganiseerd door de Orde overeenkomstig de wet van 12 februari 2008Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/02/2008 pub. 02/04/2008 numac 2008011094 bron programmatorische federale overheidsdienst wetenschapsbeleid Wet tot instelling van een nieuw algemeen kader voor de erkenning van EG-beroepskwalificaties type wet prom. 12/02/2008 pub. 08/07/2009 numac 2009000284 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot instelling van een nieuw algemeen kader voor de erkenning van EG-beroepskwalificaties. - Duitse vertaling sluiten betreffende de beroepskwalificaties, indien ze houder zijn van een opleidingstitel van het niveau bedoeld in artikel 13, b), van dezelfde wet, in de gevallen bedoeld in artikel 16, § 1, van dezelfde wet en volgens de nadere regels bepaald in paragraaf 2;3° een proeve van bekwaamheid of een aanpassingsstage door de Orde georganiseerd, naar keuze van de aanvrager, indien ze houder zijn van een opleidingstitel van de niveaus bedoeld in artikel 13, c) tot e), van de wet van 12 februari 2008Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/02/2008 pub. 02/04/2008 numac 2008011094 bron programmatorische federale overheidsdienst wetenschapsbeleid Wet tot instelling van een nieuw algemeen kader voor de erkenning van EG-beroepskwalificaties type wet prom. 12/02/2008 pub. 08/07/2009 numac 2009000284 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot instelling van een nieuw algemeen kader voor de erkenning van EG-beroepskwalificaties. - Duitse vertaling sluiten betreffende de beroepskwalificaties, in de gevallen bedoeld in artikel 16, § 1, van dezelfde wet en volgens de nadere regels bepaald in paragraaf 2. § 2. De Koning stelt, op voorstel of na advies van de Nationale Raad, de nadere regels vast betreffende de proeve van bekwaamheid, de opstelling van de lijst van de leerstof en het statuut van de aanvrager die zich daarop wil voorbereiden, met inachtneming van de regels inzake gemeenschapsrecht en de wet van 12 februari 2008Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/02/2008 pub. 02/04/2008 numac 2008011094 bron programmatorische federale overheidsdienst wetenschapsbeleid Wet tot instelling van een nieuw algemeen kader voor de erkenning van EG-beroepskwalificaties type wet prom. 12/02/2008 pub. 08/07/2009 numac 2009000284 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot instelling van een nieuw algemeen kader voor de erkenning van EG-beroepskwalificaties. - Duitse vertaling sluiten betreffende de beroepskwalificaties.

Indien overwogen wordt om van de aanvrager te verlangen dat hij een aanpassingsstage volbrengt of een proeve van bekwaamheid aflegt, wordt eerst nagegaan of de beroepskennis, -vaardigheden en -competenties die de aanvrager tijdens zijn beroepservaring als landmeter-expert of in het kader van een leven lang leren en die met dat doel door een bevoegde instantie formeel zijn gevalideerd, als landmeter-expert in een lidstaat of derde land heeft verworven, van dien aard zijn dat het wezenlijk verschil in de opleiding daardoor geheel of gedeeltelijk wordt ondervangen.

De Orde brengt de aanvrager op de hoogte van deze beslissing door vermelding van: 1° het vereiste kwalificatieniveau en het niveau waarover de aanvrager beschikt;2° de wezenlijke verschillen die de aanpassingsstage of de proeve van bekwaamheid rechtvaardigen en de redenen waarom ze niet gecompenseerd kunnen worden door beroepskennis, -vaardigheden en -competenties die zijn verworven door de aanvrager door beroepservaring of levenslang leren en die met dat doel door een bevoegde instantie formeel zijn gevalideerd. De Orde stuurt een ontvangstbevestiging binnen één maand na de ontvangst van het dossier van de aanvrager en deelt in voorkomend geval mee welk document of documenten ontbreken.

De procedure voor de behandeling van een aanvraag om het beroep van landmeter-expert te mogen uitoefenen, wordt zo spoedig mogelijk, en in ieder geval uiterlijk vier maanden na de indiening van het volledige dossier van de aanvrager, door een met redenen omklede beslissing afgesloten.

Tegen deze beslissing, of tegen het uitblijven ervan, kan beroep ingesteld worden bij de bevoegde Uitvoerende Kamer.

Art. 12.§ 1. De Koning stelt het reglement betreffende de beroepsopleiding vast op advies van de Nationale Raad of op voorstel van de Nationale Raad. § 2. Dit reglement bepaalt ten minste: 1° alle regels met betrekking tot de voorwaarden voor toegang tot de stage en de uitvoering van de stage en in het bijzonder: a) de rechten en plichten van de stagiair en de stagemeester;b) de voorwaarden om als stagemeester erkend te worden;c) de inhoud van de stageovereenkomst;d) in welke gevallen, rekening houdend met de opleiding en de ervaring van de kandidaat, een schorsing of verkorting van de duur van de stage kan worden toegestaan;e) de bezoldiging van de stagiairs;2° de bevoegdheden van de Beroepsopleidingscommissie bedoeld in artikel 50;3° de vakken en de inhoud van de stage evenals de vakken en de voorwaarden van het bekwaamheidsexamen bedoeld in artikel 7, § 2, 4° ;4° de samenstelling en de bevoegdheden van de examenjury;5° de voorwaarden bedoeld in artikel 7, § 3, derde lid, om de opleidingstitels vast te leggen die de essentiële vakken voor de uitoefening van het beroep bevatten.6° de maximumduur waarbinnen de stage moet worden voltooid. Zowel voor Belgen als voor buitenlanders wordt de inkorting van duur van de stage of de schorsing van de stage toegekend bij beslissing van de Beroepsopleidingscommissie bedoeld in artikel 50. § 3. De Koning kan, in voorkomend geval, andere regels betreffende de beroepsopleiding nader bepalen in het reglement betreffende de beroepsopleiding bedoeld in paragraaf 2. HOOFDSTUK 6. - Inschrijving van een natuurlijk persoon

Art. 13.§ 1. Een natuurlijk persoon die zijn inschrijving op het tableau vraagt en voldoet aan de voorwaarden van artikel 7, § 2, wordt ingeschreven: 1° in de hoedanigheid van zelfstandige, in de afdeling "zelfstandigen" wanneer hij het beroep uitoefent onder het statuut van zelfstandige;2° in de hoedanigheid van werknemer of van ambtenaar, in de afdeling "werknemers en ambtenaren" wanneer hij het beroep uitoefent onder het statuut van werknemer of ambtenaar. Een persoon die een inschrijving vraagt in verschillende hoedanigheden, wordt ingeschreven voor alle hoedanigheden waarin hij het beroep wil uitoefenen. § 2. Iedere natuurlijke persoon die ingeschreven is op het tableau brengt de bevoegde Uitvoerende Kamer, onmiddellijk en bij aangetekende zending of tegen ontvangstbevestiging, op de hoogte van iedere wijziging die betrekking heeft op de voorwaarden waaraan de natuurlijke persoon moet voldoen om op het tableau ingeschreven te zijn. § 3. De stagiair wordt ingeschreven op de lijst "stagiairs" van het tableau volgens de voorwaarden vastgelegd in het reglement betreffende de beroepsopleiding bedoeld in artikel 12. HOOFDSTUK 7. - Voorwaarden voor inschrijving en inschrijvingvan een rechtspersoon

Art. 14.§ 1. Iedere rechtspersoon die zich wil vestigen om het beroep van landmeter-expert als rechtspersoon uit te oefenen, vraagt zijn inschrijving op het tableau in de lijst "rechtspersonen" en vermeldt daarbij de gegevens bedoeld in artikel 4 die vereist zijn voor de inschrijving op het tableau. § 2. De rechtspersoon die zijn inschrijving vraagt, voldoet aan de volgende cumulatieve voorwaarden: 1° meer dan vijftig percent van de zaakvoerders, bestuurders, leden van het directiecomité, en, op meer algemene wijze, van de zelfstandige mandatarissen die optreden in naam en voor rekening van de rechtspersoon, zijn: a) hetzij natuurlijke personen die gemachtigd zijn het beroep van landmeter-expert uit te oefenen;b) hetzij rechtspersonen waarvan de vaste vertegenwoordiger in de zin van artikel 2:55 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen een vennoot, zaakvoerder of bestuurder van die rechtspersoon is en zelf gemachtigd is om het beroep van landmeter-expert uit te oefenen;2° meer dan vijftig percent van de stemrechten zijn, rechtstreeks of onrechtstreeks, in het bezit van personen die gemachtigd zijn het beroep van landmeter-expert uit te oefenen;3° de rechtspersoon mag alleen deelnemingen bezitten in andere vennootschappen of rechtspersonen waarvan het doel en de activiteiten niet onverenigbaar zijn met de uitoefening van het beroep van landmeter-expert;4° overeenkomstig het Wetboek van vennootschappen en verenigingen vermeldt zijn doel de beroepsactiviteiten bedoeld in artikel 3, en in voorkomend geval de andere uitgeoefende activiteiten die niet onverenigbaar mogen zijn met de uitoefening van het beroep van landmeter-expert. § 3. De rechtspersoon die aan de in paragraaf 2 bedoelde voorwaarden voldoet, wordt in de lijst "rechtspersonen" van het tableau ingeschreven. § 4. Als de rechtspersoon wegens het overlijden of het vertrek van een in paragraaf 2, 1° of 2°, bedoelde persoon niet meer beantwoordt aan de vereiste voorwaarden om het beroep van landmeter-expert uit te oefenen, beschikt die over een termijn van zes maanden te rekenen vanaf de datum van overlijden of vertrek om zich in regel te stellen met die voorwaarden. Gedurende die termijn mag de rechtspersoon het beroep van landmeter-expert verder uitoefenen. Na deze termijn wordt de rechtspersoon van rechtswege weggelaten van het tableau. § 5. Iedere rechtspersoon die ingeschreven is op het tableau brengt de bevoegde Uitvoerende Kamer, onmiddellijk en bij aangetekende zending of tegen ontvangstbevestiging, op de hoogte van iedere wijziging die betrekking heeft op de voorwaarden waaraan de rechtspersoon moet voldoen om op het tableau ingeschreven te zijn. HOOFDSTUK 8. - Intrekking van de hoedanigheid in het geval van niet-naleving van de inschrijvingsvoorwaarden of op verzoek

Art. 15.De bevoegde Uitvoerende Kamer kan de hoedanigheid van een natuurlijke of rechtspersoon intrekken indien die niet of niet meer voldoet aan de vereisten van de artikelen 7 en 14. De persoon van wie de hoedanigheid wordt ingetrokken, wordt automatisch van het tableau weggelaten.

Tegen deze beslissing kan beroep worden ingesteld bij de bevoegde Kamer van Beroep.

Art. 16.Een persoon kan te allen tijde om intrekking van zijn hoedanigheid en weglating van de lijst verzoeken.

Wanneer de betrokkene terechtgewezen werd of naar de tuchtrechtelijke autoriteiten is verwezen, kan hij echter pas op zijn verzoek worden weggelaten na de beslissing van de Uitvoerende Kamer of, in voorkomend geval, na de beslissing van de Kamer van Beroep.

De Koning bepaalt de voorwaarden en de wijze van herinschrijving op het tableau.

TITEL 4. - Vrije dienstverrichting en inschrijving in het register van de dienstverrichters

Art. 17.§ 1. De onderdanen van een lidstaat zijn gerechtigd om, zonder aan de voorwaarden van artikel 7 of aan de andere voorwaarden vastgelegd door deze wet te moeten beantwoorden en zonder op het tableau ingeschreven te zijn, tijdelijk en incidenteel de beroepsactiviteiten bedoeld in artikel 3 uit te oefenen volgens de nadere regels van de wet van 12 februari 2008Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/02/2008 pub. 02/04/2008 numac 2008011094 bron programmatorische federale overheidsdienst wetenschapsbeleid Wet tot instelling van een nieuw algemeen kader voor de erkenning van EG-beroepskwalificaties type wet prom. 12/02/2008 pub. 08/07/2009 numac 2009000284 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot instelling van een nieuw algemeen kader voor de erkenning van EG-beroepskwalificaties. - Duitse vertaling sluiten betreffende de beroepskwalificaties en van paragraaf 2, indien: 1° zij op wettige wijze zijn gevestigd in een andere lidstaat om er hetzelfde beroep uit te oefenen en;2° indien het beroep niet gereglementeerd is in de lidstaat van vestiging, zij het beroep van landmeter-expert gedurende de tien jaar die voorafgaan aan de dienstverrichting gedurende ten minste een jaar hebben uitgeoefend in één of meerdere lidstaten. § 2. Met toepassing van artikel 9 van de wet van 12 februari 2008Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/02/2008 pub. 02/04/2008 numac 2008011094 bron programmatorische federale overheidsdienst wetenschapsbeleid Wet tot instelling van een nieuw algemeen kader voor de erkenning van EG-beroepskwalificaties type wet prom. 12/02/2008 pub. 08/07/2009 numac 2009000284 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot instelling van een nieuw algemeen kader voor de erkenning van EG-beroepskwalificaties. - Duitse vertaling sluiten betreffende de beroepskwalificaties stellen de personen bedoeld in paragraaf 1 die zich voor het eerst naar België begeven om er tijdelijk en incidenteel de beroepsactiviteiten bedoeld in artikel 3 uit te oefenen, de bevoegde Uitvoerende Kamer daar vooraf van in kennis door middel van een schriftelijke verklaring, met daarin de gegevens betreffende verzekeringsdekking of soortgelijke individuele of collectieve vormen van bescherming inzake beroepsaansprakelijkheid.

De verklaring wordt eenmaal per jaar verlengd indien de dienstverrichter voornemens is om gedurende dat jaar in België tijdelijke of incidentele diensten te verrichten. De dienstverrichter mag de verklaring met alle middelen aanleveren.

Voor de eerste dienstverrichting, of indien zich een wezenlijke verandering heeft voorgedaan in de door de documenten gestaafde situatie, bezorgen zij ook de documenten bedoeld in artikel 9, § 2, a) tot d), van de wet van 12 februari 2008Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/02/2008 pub. 02/04/2008 numac 2008011094 bron programmatorische federale overheidsdienst wetenschapsbeleid Wet tot instelling van een nieuw algemeen kader voor de erkenning van EG-beroepskwalificaties type wet prom. 12/02/2008 pub. 08/07/2009 numac 2009000284 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot instelling van een nieuw algemeen kader voor de erkenning van EG-beroepskwalificaties. - Duitse vertaling sluiten betreffende de beroepskwalificaties. § 3. De personen bedoeld in paragraaf 1 worden door de bevoegde Uitvoerende Kamer ingeschreven in het register.

De bevoegdheid van de Uitvoerende Kamers wordt bepaald door de plaats waar de aanvrager zijn beroepsactiviteiten voor het eerst zal uitoefenen. § 4. Het tijdelijke en incidentele karakter van de dienstverrichting wordt door de Orde geval per geval beoordeeld, met name in het licht van de duur, frequentie, regelmaat en continuïteit van de verrichting. § 5. Deze dienstverrichters vallen onder de beroepsregels zoals vastgelegd in de plichtenleer die door de Koning is goedgekeurd in uitvoering van artikel 21, § 1, van professionele, wettelijke of administratieve aard die rechtstreeks verband houden met de beroepskwalificaties, zoals de definitie van het beroep, het gebruik van titels en de ernstige wanprestatie bij de uitoefening van het beroep die rechtstreeks en specifiek verband houdt met de bescherming en de veiligheid van consumenten, alsook de tuchtrechtelijke bepalingen.

Art. 18.Er wordt binnen de Orde een register bijgehouden van de dienstverrichters die tijdelijk en incidenteel het beroep uitoefenen.

TITEL 5. - Rechten en plichten van de landmeters-experten HOOFDSTUK 1. - Raadpleging van databanken

Art. 19.§ 1. De landmeter-expert mag databanken raadplegen en gegevens raadplegen en verwerken die onder de Algemene Verordening Gegevensbescherming vallen, voor de doeleinden verbonden aan de volgende activiteiten van openbaar belang, mits inachtname van passende technische en organisatorische maatregelen om de veiligheid en de vertrouwelijkheid van de gegevens te waarborgen: 1° de beroepsactiviteiten bedoeld in artikel 3;2° de activiteiten bedoeld in artikel 18, eerste lid, 2°, van het koninklijk besluit van 15 december 2005Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 15/12/2005 pub. 25/01/2006 numac 2005011521 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorschriften inzake de plichtenleer van de landmeter-expert sluiten tot vaststelling van de voorschriften inzake de plichtenleer van de landmeter-expert. Onder voorbehoud van de bijzondere nadere regels vastgelegd voor een databank, zijn de persoonsgegevens waartoe een landmeter-expert toegang mag hebben voor de doeleinden bedoeld in het eerste lid: 1° de identificatiegegevens van de huidige en vroegere houders van een zakelijk recht op het betrokken onroerend goed, alsmede die van personen die tussenkomen of worden vermeld in verband met het nagestreefde doel;2° de contactgegevens van huidige en vroegere houders van een zakelijk recht op het betrokken onroerend goed, alsmede die van personen die tussenkomen of vermeld worden in verband met het nagestreefde doel;3° de woonplaatsen van de huidige en vroegere houders van een zakelijk recht op het betrokken onroerend goed;4° de aard en de omvang van de zakelijke rechten die op het betrokken onroerend goed rusten;5° stedenbouwkundige gegevens met betrekking tot de betrokken eigendommen;6° de kadastrale percelen en, meer in het algemeen, de kadastrale documentatie over de betrokken onroerende goederen;7° de vergelijkingspunten bestaande uit de adressen van de onroerende goederen, hun aard, hun nuttige oppervlakte, hun kadastraal inkomen, hun verkoopprijs en de datum van de desbetreffende transactie, alsmede alle andere specifieke kenmerken. Onverminderd de specifieke organisatorische en technische bepalingen die zijn vastgesteld voor de toegang tot een databank, mogen die gegevens slechts gedurende ten hoogste tien jaar na de datum van raadpleging worden bewaard, tenzij de gegevens verband houden met het beheer van een lopend geschil en voor zover die gegevens strikt noodzakelijk zijn voor het beheer van dat geschil en gedurende de tijd die strikt noodzakelijk is voor het beheer van dat geschil. § 2. De Orde kan optreden als tussenpersoon bij het verlenen van toegang tot deze databanken en/of gegevens. In dat geval stelt ze in overleg met de verwerkingsverantwoordelijke van de desbetreffende databank een reglement op dat de nadere regels voor raadpleging en verwerking vastlegt, onverminderd paragraaf 1.

Bij het niet-naleven van de betreffende wetgeving, van het reglement dat door de Orde is opgemaakt of van de reglementen en contractuele bepalingen aan de Orde meegedeeld en opgelegd door de openbare of private organisaties, beheerders van deze gegevens of databanken, kan de Uitvoerende Kamer de toegang van de landmeter-expert tot de databanken en/of gegevens blokkeren, onverminderd eventuele disciplinaire sancties. § 3. De Orde maakt elke sanctie betreffende de eventuele niet-naleving van de doeleinden bedoeld in paragraaf 1 onmiddellijk over aan de Gegevensbeschermingsautoriteit en aan de verwerkingsverantwoordelijke van de desbetreffende databank. HOOFDSTUK 2. - Bijdragen

Art. 20.§ 1. Alle personen die op het tableau zijn ingeschreven, zijn lid van de Orde. § 2. De leden van de Orde die op het tableau zijn ingeschreven met de aanduiding "actief", betalen een jaarlijkse, niet terugvorderbare bijdrage aan de Orde.

Tijdens het laatste kwartaal van het jaar bepaalt de Nationale Raad de bedragen van de bijdrage voor het volgende werkjaar en legt die ter goedkeuring voor aan de minister. Het bedrag van de bijdrage is hetzelfde, ongeacht de hoedanigheid waaronder een persoon ingeschreven is.

Indien een natuurlijk persoon echter onder meer dan één hoedanigheid is ingeschreven op het tableau, waaronder die van zelfstandige, betaalt die de bijdrage als zelfstandige, vermeerderd met een aangepast aanvullend bedrag, vastgelegd door de Nationale Raad. Dit aanvullend bedrag bedraagt niet meer dan vijftig procent van het bedrag van de bijdrage die werd vastgelegd voor de zelfstandige beroepsbeoefenaar.

Indien de bijdrage een natuurlijk persoon betreft die ingeschreven is onder zowel de hoedanigheid van ambtenaar als die van werknemer, wordt de bijdrage verdeeld volgens de regels vastgelegd door de Nationale Raad. Zij bedraagt in totaliteit niet meer dan de bijdrage vastgelegd voor de registratie van de houder in één hoedanigheid vermeerderd met maximum vijftig procent van het bedrag van deze bijdrage.

De rechtspersoon betaalt, ongeacht de bijdragen die betaald worden door de natuurlijke personen die het beroep binnen de rechtspersoon uitoefenen, een bijdrage vastgelegd door de Nationale Raad.

Het door de Nationale Raad vastgelegde bedrag van de bijdrage voor de stagiairs bedraagt niet meer dan vijftig procent van het bedrag bepaald voor de beroepsbeoefenaar inschreven onder een hoedanigheid. § 3. Het bedrag van de dossierkosten bij betalingsachterstal van de bijdragen wordt jaarlijks vastgelegd door de Nationale Raad en is onderworpen aan de goedkeuring van de minister. § 4. In geval van niet-betaling van de bijdrage door een lid binnen de door de Nationale Raad vastgestelde termijn, kan de Uitvoerende Kamer, na het lid in gebreke te hebben gesteld en hem te hebben verzocht de bijdrage vermeerderd met de dossierkosten te betalen, hem terechtwijzen.

Het lid kan die terechtwijzing betwisten volgens de procedure vermeld in artikel 24, tweede lid.

De Uitvoerende Kamer kan de hoedanigheid van lid intrekken wanneer het lid in gebreke blijft om het nodige te doen na een definitieve terechtwijzing binnen de termijn bedoeld in artikel 24, tweede lid.

Het intrekken van de hoedanigheid van lid houdt van rechtswege de weglating van het tableau in.

Indien het lid aantoont de verhoogde bijdrage te hebben betaald, gaat de bevoegde kamer van de Nationale Raad over tot zijn herinschrijving op het tableau. § 5. Wanneer de hoedanigheid van lid van de persoon die in gebreke blijft te betalen hem al werd ontnomen wegens het niet betalen van de bijdrage in de vijf jaar voorafgaand aan het huidige uitblijven van betalen, kan de Uitvoerende Kamer hem, bovenop de verhoogde bijdrage, een tuchtstraf opleggen overeenkomstig artikel 25.

Wanneer het lid dat zijn bijdrage niet betaalt, een functie uitoefent binnen de Orde, kan de Uitvoerende Kamer hem in afwijking van paragraaf 4 en het eerste lid, vanaf de eerste wanbetaling een tuchtstraf opleggen.

De bijdrage is niet meer verschuldigd indien het betrokken lid zijn weglating van het tableau heeft gevraagd voor het verstrijken van de door de Nationale Raad vastgestelde termijn. HOOFDSTUK 3. - Plichtenleer

Art. 21.§ 1. Een landmeter-expert ingeschreven op het tableau of in het register oefent de beroepsactiviteiten van landmeter-expert bedoeld in artikel 3 en de activiteiten die gewoonlijk worden uitgeoefend door een landmeter-expert zoals omschreven in de voorschriften inzake de plichtenleer, uit overeenkomstig deze voorschriften, ongeacht of hij de beroepsactiviteiten uitoefent in de hoedanigheid van zelfstandige, werknemer of van ambtenaar. Deze voorschriften inzake de plichtenleer worden goedgekeurd door de Koning, op voorstel of na advies van de Nationale Raad.

Indien een natuurlijk persoon zijn beroepsactiviteiten uitoefent binnen een rechtspersoon die op het tableau is ingeschreven, zijn zowel de natuurlijke persoon als de rechtspersoon onderworpen aan de tuchtregels.

De vennoten, zaakvoerders, bestuurders en lasthebbers die in naam en voor rekening van de rechtspersoon optreden, zijn eveneens onderworpen aan de tuchtregels wanneer zij optreden in het kader van de beroepsactiviteiten of de activiteiten die gewoonlijk door een landmeter-expert worden uitgeoefend. § 2. Bij de uitoefening van de beroepsactiviteiten bedoeld in artikel 3 en van de activiteiten die gewoonlijk worden uitgeoefend door een landmeter-expert zoals omschreven in de voorschriften inzake de plichtenleer, plaatst de landmeter-expert zich niet en laat hij zich niet plaatsen in een toestand van belangenconflict, onverenigbaarheid of oneerlijke concurrentie, zoals gedefinieerd in de voorschriften inzake de plichtenleer of door een andere wetgeving, en hij onthoudt zich van elke handeling die een dergelijke toestand kan uitlokken. § 3. Iedere natuurlijke persoon en iedere rechtspersoon die op het tableau ingeschreven is, deelt zijn publieke en private mandaten en functies die zijn onafhankelijkheid of onpartijdigheid in gevaar kunnen brengen of een onverenigbaarheid, een belangenconflict of een oneerlijke concurrentie kunnen veroorzaken, mee. Op verzoek van de Uitvoerende Kamer, in het kader van een ambtshalve ingesteld onderzoek of naar aanleiding van een klacht, bezorgen zij alle informatie over de uitoefening van een mandaat of functie.

Indien het mandaat of de functie wordt uitgeoefend in het kader van een rechtspersoon naar privaat recht, wordt het ondernemingsnummer van deze rechtspersoon bezorgd. § 4. Indien de Uitvoerende Kamer, of in voorkomend geval de Kamer van Beroep, over onvoldoende informatie beschikt om de verenigbaarheid van de activiteiten met het beroep van landmeter-expert te beoordelen, kan ze hiertoe bijkomende informatie opvragen. De landmeter-expert deelt de Uitvoerende Kamer, of in voorkomend geval de Kamer van Beroep, die informatie binnen de maand mee. § 5. De rechtspersoon past interne controleprocedures en -mechanismen toe om te waarborgen dat natuurlijke personen die in zijn naam en voor zijn rekening beroepsactiviteiten uitoefenen of daarmee verband houdende handelingen verrichten, onafhankelijk en onpartijdig zijn en om belangenconflicten te voorkomen.

De rechtspersoon zorgt ervoor dat personen in zijn organen die geen landmeter-expert zijn, niet rechtstreeks of onrechtstreeks invloed kunnen uitoefenen die de onafhankelijkheid of onpartijdigheid van de landmeters-experten die in de rechtspersoon werkzaam zijn, in gevaar kan brengen.

Art. 22.§ 1. De landmeter-expert ingeschreven op het tableau maakt melding van de eedaflegging in alle door hem afgegeven akten, in de volgende termen: "Landmeter-expert beëdigd door de Rechtbank van eerste aanleg te ... en ingeschreven bij de Orde van landmeters-experten onder nummer ...".

Hetzelfde geldt voor de landmeter-expert die handelt in naam en voor rekening van een rechtspersoon of van zijn werkgever. § 2. De landmeter-expert-stagiair maakt melding van de eedaflegging in alle door hem afgegeven akten, in de volgende termen: "Landmeter-expert-stagiair, beëdigd door de Rechtbank van eerste aanleg te ... en ingeschreven op de lijst van stagiairs onder nummer ...". HOOFDSTUK 4. - Verzekering

Art. 23.§ 1. Elke natuurlijke persoon en/of rechtspersoon die er overeenkomstig deze wet toe gemachtigd is de beroepsactiviteiten bedoeld in artikel 3 en de activiteiten die gewoonlijk worden uitgeoefend door een landmeter-expert zoals omschreven in de voorschriften inzake de plichtenleer, uit te oefenen en die aansprakelijk kan worden gesteld voor handelingen die hij beroepshalve stelt of voor handelingen van zijn aangestelden, is gedekt door een verzekering voor de activiteiten die hij effectief uitoefent.

De Koning legt de regels en de voorwaarden van de verzekering vast om een gepaste risicodekking ten voordele van de ontvanger van de diensten geleverd door de landmeter-expert mogelijk te maken, onder meer: 1° het minimum te waarborgen bedrag;2° de uitwerking in de tijd van de waarborg;3° de risico's die gedekt worden. § 2. Wanneer de beroepsactiviteiten bedoeld in artikel 3 en de activiteiten die gewoonlijk worden uitgeoefend door een landmeter-expert zoals omschreven in de voorschriften inzake de plichtenleer, worden uitgeoefend door een rechtspersoon ingeschreven op het tableau overeenkomstig deze wet, zijn alle zaakvoerders, actieve vennoten, bestuurders en leden van het directiecomité hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de verzekeringspremies. § 3. In afwijking van paragraaf 1, moet de persoon die het beroep van landmeter-expert uitoefent als ambtenaar bij de Staat, een gewest of een gemeenschap niet gedekt zijn door een verzekering op voorwaarde dat zijn aansprakelijkheid wordt gedekt door de Staat, een gewest of een gemeenschap. De Staat, de Gewesten of de Gemeenschappen zijn onderworpen aan dezelfde verplichtingen als de verzekeraar overeenkomstig de grenzen van de waarborg bepaald in de wet van 4 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/04/2014 pub. 30/04/2014 numac 2014011239 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de verzekeringen sluiten betreffende de verzekeringen. Op hen worden de nadere regels en voorwaarden inzake verzekering toegepast die de Koning heeft bepaald in uitvoering van dit artikel.

De Staat, de Gemeenschappen of de Gewesten bezorgen de Nationale Raad ten laatste op 31 maart van elk jaar een elektronische lijst met de landmeters-experten waarvan zij de aansprakelijkheid dekken in overeenstemming met dit artikel.

TITEL 6. - Controle - Tucht

Art. 24.De bevoegde Uitvoerende Kamer kan elke persoon die bij de Orde als lid is ingeschreven, terechtwijzen wegens de volgende overtredingen: 1° wanneer de betrokkene nalaat binnen de door de Uitvoerende Kamer bepaalde termijn de bijdragen bedoeld in artikel 20 geheel of gedeeltelijk te betalen;2° wanneer de betrokkene heeft nagelaten om zijn bewijs van dekking van zijn beroepsaansprakelijkheid door een verzekeringsovereenkomst te bezorgen of deze niet heeft laten goedkeuren door de Orde;3° wanneer de betrokkene niet heeft aangetoond dat hij heeft deelgenomen aan de verplichte permanente vorming als bedoeld in artikel 31, § 2. Het lid kan de terechtwijzing betwisten binnen een termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de kennisgeving ervan, met het oog op een debat op tegenspraak voor de Kamer van Beroep. Het beroep heeft schorsende werking. De Uitvoerende Kamer kan het lidmaatschap intrekken indien het lid niet binnen dertig dagen na het definitief worden van de terechtwijzing gevolg geeft aan de terechtwijzing. De intrekking van het lidmaatschap leidt automatisch tot weglating van het tableau.

Indien het lid de bewijsstukken bedoeld in het eerste lid, 2° en 3°, bezorgt, gaat de bevoegde kamer van de Nationale Raad over tot zijn herinschrijving op het tableau. Een definitief geworden terechtwijzing wordt gedurende vijf jaar in het dossier van het lid vermeld. Aan het einde van deze periode van vijf jaar wordt de terechtwijzing automatisch gewist.

Art. 25.§ 1. De landmeter-expert ingeschreven hetzij op het tableau, hetzij in het register, die tekortgekomen is aan de aan het beroep verbonden verplichtingen, aan de deontologische plichten of aan zijn verplichtingen met betrekking tot de toegang of de verwerking van persoonsgegevens, bedoeld in artikel 19, is strafbaar met de volgende tuchtstraffen: a) de waarschuwing;b) de berisping;c) een boete;d) de schorsing;e) de schrapping. De tuchtstraffen bedoeld in het eerste lid, a), b) en d), kunnen samengaan met de verplichting een extra vorming te volgen binnen een welbepaalde termijn.

Wanneer een tuchtstraf wordt opgelegd aan een rechtspersoon, kan eveneens een tuchtstraf worden opgelegd aan de natuurlijke persoon of personen, vermeld in artikel 7, § 1, of aan de natuurlijke personen ingeschreven op het tableau bedoeld in artikel 5, § 4, tweede lid, van wie de tussenkomst aan de oorsprong ligt van de feiten waarvoor de rechtspersoon tuchtrechtelijk bestraft wordt. § 2. De schorsing bestaat in het verbod om gedurende een bepaalde termijn, die niet langer dan twee jaar mag duren, het beroep van landmeter-expert als zelfstandige en/of als werknemer of ambtenaar uit te oefenen en, ongeacht de hoedanigheid, de beroepstitel te dragen.

Zij brengt de ontzegging met zich mee van het recht om tijdens deze termijn deel te nemen aan de verkiezingen bedoeld in de artikelen 36, 39, § 3, en 56, en om tijdens deze termijn om het even welk mandaat in de organen van de Orde uit te oefenen. § 3. De schrapping brengt het verbod met zich mee om het beroep, als zelfstandige en/of als werknemer of ambtenaar uit te oefenen en om, ongeacht de hoedanigheid, de beroepstitel te dragen. Zij brengt de ontzegging met zich mee van het recht om deel te nemen aan de verkiezingen bedoeld in de artikelen 36, 39, § 3, en 56, en om in de organen van de Orde om het even welk mandaat uit te oefenen. § 4. Het tuchtdossier dat stukken bevat die wijzen op een misdaad of wanbedrijf en iedere beslissing tot schorsing of schrapping die betrekking heeft op feiten die een misdaad of wanbedrijf uitmaken, wordt door de Uitvoerende Kamer onverwijld naar de voorzitter van de Orde verstuurd, die de stukken overmaakt aan het Openbaar Ministerie. § 5. In geval van een tuchtbeslissing waarbij een schorsing wordt uitgesproken van langer dan een maand of de schrapping van het tableau van een landmeter-expert die het beroep van syndicus in gevolge artikel 5, § 3, van de wet van 11 februari 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/02/2013 pub. 22/08/2013 numac 2013011368 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende organisatie van het beroep van vastgoedmakelaar type wet prom. 11/02/2013 pub. 22/02/2013 numac 2013200528 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet tot vaststelling van sancties en maatregelen voor werkgevers van illegaal verblijvende onderdanen van derde landen sluiten houdende organisatie van het beroep van vastgoedmakelaar uitoefent, brengt de geschorste of geschrapte persoon bij aangetekende zending de voorzitter van de laatste algemene vergadering van elke vereniging van mede-eigenaars die hij beheert, binnen vijftien dagen op de hoogte van de in kracht van gewijsde gegane beslissing. De aangetekende zending geeft aan welke maatregelen genomen zijn en geeft aan tijdens welke periode de landmeter-expert syndicus de activiteiten van landmeter-expert niet meer mag uitoefenen of dat hij geschrapt is van het tableau.

De landmeter-expert syndicus levert binnen vijftien dagen na de verzending ervan het bewijs van de aangetekende zending bedoeld in het eerste lid, aan de bevoegde Uitvoerende Kamer. Het niet-voldoen door de landmeter-expert syndicus van de informatieplicht aan de voorzitter van de laatste algemene vergadering van elke vereniging van mede-eigenaars die hij beheert zoals bedoeld in het eerste lid, wordt gelijkgesteld met het onwettig dragen van de titel en het onwettig uitoefenen van het beroep van landmeter-expert.

Indien de activiteit van syndicus in het kader van een rechtspersoon wordt uitgeoefend waarin vastgoedmakelaars ingeschreven op het tableau of op de lijst van stagiairs van het Beroepsinstituut van vastgoedmakelaars in de kolom die de vastgoedmakelaars syndici bevat of beroepsbeoefenaars van vrije beroepen die het beroep in gevolge artikel 5, § 3, van de wet van 11 februari 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/02/2013 pub. 22/08/2013 numac 2013011368 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende organisatie van het beroep van vastgoedmakelaar type wet prom. 11/02/2013 pub. 22/02/2013 numac 2013200528 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet tot vaststelling van sancties en maatregelen voor werkgevers van illegaal verblijvende onderdanen van derde landen sluiten houdende organisatie van het beroep van vastgoedmakelaar mogen uitoefenen, werkzaam zijn, kan de Uitvoerende Kamer die de tuchtbeslissing genomen heeft, de landmeter-expert syndicus vrijstellen van de verplichting bedoeld in het eerste lid om de verenigingen van mede-eigenaars op de hoogte te brengen. Dit voor zover begeleidende maatregelen voorgesteld worden door deze vastgoedmakelaars en/of beroepsbeoefenaars zowel met betrekking tot de bescherming van de door de betrokken landmeter-expert syndicus beheerde verenigingen van mede-eigenaars als met betrekking tot hun eventuele vergoeding voor de schade geleden in gevolge de ten laste gelegde feiten. § 6. Behoudens de schorsing en de schrapping worden de uitgesproken tuchtstraffen uitgewist na het verstrijken van vijf jaar, te rekenen vanaf de datum van de definitieve beslissing waarbij een tuchtstraf wordt uitgesproken.

De uitwissing kan slechts gebeuren als tegen de betrokkene gedurende de periode bedoeld in het eerste lid geen nieuwe tuchtstraf werd uitgesproken.

De betrokkene tegen wie een tuchtstraf is uitgesproken en die niet is uitgewist, kan bij de commissie van beroep een verzoek tot eerherstel indienen.

Deze aanvraag is slechts ontvankelijk op voorwaarde dat: 1° een termijn van vijf jaar is verstreken sinds de datum van de definitieve beslissing waarbij de laatste tuchtstraf is uitgesproken;2° de betrokkene strafrechtelijk eerherstel heeft gekregen indien hij een tuchtstraf heeft opgelopen voor een feit dat tot een strafrechtelijke veroordeling aanleiding heeft gegeven. De Koning bepaalt de nadere regels voor het indienen van een aanvraag tot eerherstel.

TITEL 7. - De Orde HOOFDSTUK 1. - Oprichting en taak

Art. 26.Er wordt een Orde van landmeters-experten opgericht die rechtspersoonlijkheid heeft.

De zetel van de Orde is gevestigd in het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad.

Art. 27.De Orde heeft tot doel te waken over de opleiding en te voorzien in de bestendige organisatie van een korps van specialisten die bekwaam zijn om het beroep van landmeter-expert uit te oefenen met alle vereiste waarborgen inzake bekwaamheid, onafhankelijkheid en beroepseer en toezicht uit te oefenen op de behoorlijke uitvoering van de aan de leden toevertrouwde opdrachten.

De Orde verwerkt en houdt de persoonsgegevens bij die nodig zijn voor de uitoefening van haar opdrachten overeenkomstig de wet van 30 juli 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/07/2018 pub. 05/09/2018 numac 2018040581 bron federale overheidsdienst justitie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken en ministerie van landsverdediging 30 JULI 2018 - Wet betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens sluiten betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens.

In het kader van haar opdrachten werkt de Orde nauw samen en wisselt ze informatie uit met de bevoegde autoriteiten van andere lidstaten, overeenkomstig de bepalingen van titel V van de wet van 12 februari 2008Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/02/2008 pub. 02/04/2008 numac 2008011094 bron programmatorische federale overheidsdienst wetenschapsbeleid Wet tot instelling van een nieuw algemeen kader voor de erkenning van EG-beroepskwalificaties type wet prom. 12/02/2008 pub. 08/07/2009 numac 2009000284 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot instelling van een nieuw algemeen kader voor de erkenning van EG-beroepskwalificaties. - Duitse vertaling sluiten betreffende de beroepskwalificaties.

De Orde draagt bij tot het behoud van de archieven van de landmeters-experten. HOOFDSTUK 2. - Organen Afdeling 1. - Algemene bepalingen

Art. 28.De Orde bestaat uit volgende organen: 1° de Nationale Raad;2° het Bureau;3° de Uitvoerende Kamers;4° de Kamers van Beroep;5° de Verenigde Kamer en de Verenigde Kamer van Beroep;6° de Beroepsopleidingscommissie.

Art. 29.De Orde handelt, zowel in rechte als om bedingen en verbintenissen aan te gaan, door toedoen van de Nationale Raad.

De Nationale Raad kan zich laten vertegenwoordigen door zijn voorzitter of zijn beide ondervoorzitters.

Art. 30.§ 1. De werkingskosten van de Orde worden gedekt door: 1° de bijdragen van de leden;2° de schenkingen te haren bate;3° de bedragen vastgesteld door de Nationale Raad om de kosten te dekken, zoals die verbonden aan de behandeling van de administratieve dossiers of de organisatie van evenementen;4° de inkomsten uit roerende en onroerende goederen die de Orde toebehoren. § 2. De Koning bepaalt het bedrag van de presentiegelden, de vergoedingen en de onkostenvergoedingen die worden toegekend aan: 1° de leden van de organen van de Orde bedoeld in artikel 28;2° de leden van de Orde op wie de Orde een beroep doet in het kader van een commissie, een werkgroep of iedere andere opdracht in naam van de Orde;3° aan de rekeningcommissarissen. De Koning bepaalt het bedrag van de forfaitaire vergoedingen die worden toegekend aan de verslaggever zoals bedoeld in artikel 39, § 7, tweede lid, artikel 41, § 3, tweede lid, artikel 43, derde lid, en artikel 44, derde lid.

De in het eerste en tweede lid bedoelde personen mogen van de Orde geen andere vergoedingen of presentiegelden ontvangen.

Art. 31.§ 1. De Koning stelt, op voorstel of na advies van de Nationale Raad, de reglementen vast die noodzakelijk zijn voor de werking en organisatie van de Orde. § 2. De Nationale Raad neemt een voorstel van reglement inzake permanente vorming aan, na advies van elk van de Uitvoerende Kamers.

De minister stelt, op voorstel van de Nationale Raad, het reglement inzake permanente vorming vast. De permanente vorming bedraagt minstens twintig uren per jaar. De Orde biedt de stagiairs per jaar vijftien uren gratis vorming aan. Afdeling 2. - De Nationale Raad en het Bureau

Art. 32.§ 1. De Nationale Raad bestaat uit tien leden. Deze leden worden voor een termijn van vijf jaar verkozen door en onder de natuurlijke personen die lid zijn van de Orde en op de dag van de oproep tot de kandidaten als "actief" zijn aangeduid op één van de afdelingen van de lijst "natuurlijke personen" op het tableau, met uitzondering van de stagiairs.

Zeventig percent van de leden worden verkozen onder de landmeters-experten, uit de lijst "natuurlijke personen", die uitsluitend in de afdeling "zelfstandigen" ingeschreven zijn en die geen ambtenaar of werknemer zijn.

Indien er niet genoeg verkiesbare kandidaten zijn onder de landmeters-experten zelfstandigen, worden de openstaande functies toegewezen aan andere verkiesbare kandidaten, ongeacht de hoedanigheid waaronder ze het beroep uitoefenen.

Voor elk van de effectieve leden bedoeld in het eerste lid, met uitzondering van de voorzitter, de eerste ondervoorzitter, de tweede ondervoorzitter en de penningmeester, wordt tenminste één plaatsvervanger verkozen volgens dezelfde voorwaarden als deze bepaald voor de verkiezing van het effectieve lid. Om het quorum van een vergadering te eerbiedigen, kan een plaatsvervangend lid eender welk effectief lid vervangen voor zover hij aan dezelfde voorwaarden voldoet als laatstgenoemde. De plaatsvervangers worden opgeroepen in dalende volgorde van het aantal stemmen dat ze hebben behaald. § 2. De Nationale Raad verkiest in zijn midden en bij geheime stemming een voorzitter, een eerste ondervoorzitter, een tweede ondervoorzitter en een penningmeester.

Alleen een landmeter-expert die op de dag van de oproep tot kandidaten en gedurende een periode van minstens vier jaar binnen de periode van tien jaar voorafgaand aan de dag van de oproep tot kandidaten als "actief" vermeld staat op het tableau, kan tot voorzitter benoemd worden.

De voorzitter en de eerste ondervoorzitter behoren tot een verschillende taalgroep. De tweede ondervoorzitter en de penningmeester behoren tot een verschillende taalgroep. Van de zes andere leden behoren er drie tot de Nederlandstalige taalrol en drie tot de Franstalige of Duitstalige taalrol. § 3. De tien leden van de Nationale Raad worden verdeeld in twee kamers. De vijf leden van de Nederlandstalige taalrol vormen de Nederlandstalige kamer. De leden van de Franstalige en Duitstalige taalrol vormen de Franstalig-Duitstalige kamer.

Indien minstens een verkiesbare Duitstalige persoon zich kandidaat stelt bij de verkiezingen, telt de Franstalig-Duitstalige kamer minstens een Duitstalig lid. Deze kandidaat verklaart op eer en bewijst met alle middelen dat hij Duitstalig is.

Indien meerdere Duitstalige kandidaten verkiesbaar zijn, is degene met de meeste stemmen automatisch verkozen. § 4. De stagiairs verkiezen jaarlijks in hun midden per kamer van de Nationale Raad een afgevaardigde die hen vertegenwoordigt binnen deze kamer. De stagiairs-afgevaardigden wonen de vergaderingen van de kamers van de Nationale Raad bij met raadgevende stem. § 5. De beslissingen van de Nationale Raad worden bij aanwezigheid van minstens de helft van de leden, onder wie de voorzitter, of zijn plaatsvervanger, en bij meerderheid van stemmen genomen. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter beslissend. Als de voorzitter afwezig is, neemt de eerste ondervoorzitter zijn functie waar. Als de voorzitter en de eerste ondervoorzitter afwezig zijn, neemt de tweede ondervoorzitter zijn functie waar.

Art. 33.§ 1. De Nationale Raad heeft tot taak: 1° adviezen uit te brengen of voorstellen te formuleren voor reglementen of andere besluiten bedoeld in de wet;2° technische normen en aanbevelingen eigen aan de uitoefening van het beroep uit te vaardigen en te publiceren op de website van de Orde;3° de voorzitter, ondervoorzitters en leden van de Beroepsopleidingscommissie bedoeld in artikel 50 te benoemen;4° informatie en gegevens over het beroep uit te wisselen met de instanties van andere lidstaten;5° het bedrag van de aan de minister voor te stellen vergoedingen vast te stellen en toe te zien op de betaling ervan;6° de Orde, als eiser en als verweerder, te vertegenwoordigen bij de gerechtelijke autoriteiten;7° toe te zien op de naleving van de voorwaarden voor toegang tot het beroep en daartoe gerechtelijke procedures in te leiden, met name door bij de gerechtelijke instanties elke inbreuk op de wetten en reglementen tot bescherming van de beroepstitel en tot organisatie van het beroep aan te geven en door deze instanties om alle maatregelen te verzoeken die een einde kunnen maken aan een dergelijke inbreuk of om schadevergoeding te krijgen;8° het voorstel van jaarrekening en het voorstel of de wijziging van de begroting op te stellen;9° alle maatregelen te nemen om de opdrachten uit te voeren die hem bij of krachtens de wet worden toevertrouwd. § 2. De minister draagt een regeringscommissaris en een plaatsvervanger, beiden ambtenaar bij de FOD Economie bij de Orde, voor. Zij worden benoemd door de Koning.

De regeringscommissaris houdt toezicht op de handelingen van de Nationale Raad. Hij wordt uitgenodigd op de vergaderingen van de Nationale Raad. De notulen worden hem meegedeeld. Hij kan bovendien kennisnemen van alle beslissingen en documenten van de Nationale Raad.

Hij krijgt alle informatie alsook alle documenten die hem in staat stellen zijn opdracht te vervullen. Hij kan een vergadering van de Nationale Raad bijeenroepen.

De regeringscommissaris beschikt over een termijn van vijftien werkdagen om bij de minister beroep in te stellen tegen de uitvoering van elke beslissing van de Nationale Raad die strijdig is met het wettelijk en reglementair kader, die niet behoort tot de opdrachten van de Nationale Raad, die de solvabiliteit van de Orde in gevaar kan brengen of die strijdig is met de goedgekeurde begroting door de Nationale Raad, zoals bedoeld in artikel 35.

Deze termijn gaat in op de dag waarop de regeringscommissaris in kennis gesteld wordt van het proces-verbaal van de beslissing. Het beroep heeft schorsende werking.

Indien de minister de nietigverklaring niet heeft uitgesproken binnen een termijn van vijftien werkdagen, te rekenen van de ontvangst van het beroep, wordt de beslissing definitief.

De Koning bepaalt het bedrag van de taakvergoeding van de regeringscommissaris en van zijn plaatsvervanger.

Art. 34.De voorzitter, de eerste ondervoorzitter, de tweede ondervoorzitter en de penningmeester van de Nationale Raad vormen het Bureau van de Nationale Raad.

Het Bureau is belast met het dagelijks beheer van de Orde. Dit omvat het afhandelen van de lopende zaken, het toezicht op het financieel beheer van de Orde, het voorbereiden van de vergaderingen van de Nationale Raad, het aanwerven en het beheer van het personeel en alle andere door de Nationale Raad bepaalde opdrachten krachtens artikel 33, met uitzondering echter van de door of krachtens deze wet uitdrukkelijk aan de Nationale Raad toevertrouwde opdrachten.

Het Bureau neemt alle maatregelen die nodig zijn ter voorbereiding alsook ter uitvoering van de beslissingen van de Nationale Raad en stelt de agenda van de vergaderingen op.

Art. 35.§ 1. De penningmeester is de bewaarder van alle roerende goederen van de Orde. Hij zorgt voor het innen van de bijdragen en van alle aan de Orde verschuldigde sommen en geeft er kwijting van. Hij stelt de ontwerpen van jaarrekening op alsook het ontwerp van begroting. Op het einde van elk trimester legt hij aan de Nationale Raad een overzicht van de financiële toestand voor, samen met een staat van uitvoering van de begroting.

De betalingen worden ondertekend door de penningmeester en de voorzitter. In geval van afwezigheid van de penningmeester worden zij ondertekend door de voorzitter en de eerste ondervoorzitter of, indien laatstgenoemde niet aanwezig is, de tweede ondervoorzitter. In geval van afwezigheid van de voorzitter worden ze getekend door de penningmeester en de eerste ondervoorzitter of, indien laatstgenoemde niet aanwezig is, de tweede ondervoorzitter.

De penningmeester oefent de in dit artikel bedoelde taken uit onder de verantwoordelijkheid van het Bureau.

Ten laatste in de loop van het laatste trimester van het jaar legt het Bureau het begrotingsontwerp voor het volgende werkjaar ter goedkeuring aan de Nationale Raad voor.

Uiterlijk twee weken na de goedkeuring van het begrotingsontwerp door de Nationale Raad legt deze het ontwerp voor aan de minister.

De minister beschikt over een termijn van dertig dagen na ontvangst van het ontwerp om hetzij het ontwerp goed te keuren, hetzij zijn opmerkingen over te maken aan de Nationale Raad. Bij afwezigheid van beslissing binnen deze termijn is het ontwerp goedgekeurd. De Nationale Raad beschikt over een termijn van vijftien dagen na ontvangst van de opmerkingen van de minister om het begrotingsontwerp aan te passen. Indien de Nationale Raad geen gevolg geeft aan de opmerkingen van de minister, kan deze laatste een begroting opleggen.

De Nationale Raad kan in de loop van het werkjaar steeds aan de minister een wijziging van de goedgekeurde ontwerpbegroting voorstellen indien de verrekening van de inkomsten en uitgaven dit vereisen. § 2. De begroting van de Nationale Raad wordt nagekeken door twee commissarissen, beiden lid van de Orde, waarvan de ene ingeschreven is door de Nederlandstalige Uitvoerende Kamer en de andere door de Franstalig-Duitstalige Uitvoerende Kamer. De commissarissen worden door de minister benoemd voor een periode van een jaar en kunnen twee keer herverkozen worden. Een voorstel tot benoeming van twee commissarissen wordt door de Nationale Raad gevoegd bij het ontwerp van begroting dat hij aan de minister toestuurt.

De commissarissen worden belast met het nazicht van de overeenstemming van de verrekening van de inkomsten en uitgaven met het goedgekeurd ontwerp van begroting. De opdracht van commissaris is onverenigbaar met de uitoefening van een mandaat of een andere opdracht binnen de Orde.

Bij het trimestrieel onderzoek van de rekeningen door de Nationale Raad bedoeld in paragraaf 1, leggen de commissarissen een verslag neer over hun onderzoek van de rekeningen.

De rekeningen worden opgemaakt volgens het door de Koning bepaalde model en op de zetel van de Orde ter beschikking gehouden van de ingeschreven leden.

Art. 36.De Koning bepaalt de regels inzake de organisatie van de verkiezingen van de leden van de Nationale Raad.

De minister kan bij aangetekende zending, op met redenen omkleed verzoek van de voorzitter van de Uitvoerende Kamer waartoe de kandidaat behoort, een kandidatuur weigeren wegens onverenigbaarheid van de uitgeoefende mandaten en functies met het beoogde mandaat. De kandidaat kan beroep indienen tegen deze beslissing bij de Raad van State binnen de acht dagen na ontvangst van de aangetekende zending.

De Raad van State doet uitspraak binnen een termijn van zestig dagen.

Onverminderd het tweede lid bepaalt de Koning, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de nadere regels voor de in het tweede lid bedoelde versnelde procedure voor de Raad van State, met inbegrip van de partijen bij de procedure en de termijnen, zo nodig met afwijking van de artikelen 14, 17, 21, 21bis en 30, eerste lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

Art. 37.Elke kiezer kan beroep indienen tegen de verkiezingsresultaten bij de Raad van State binnen acht dagen na de publicatie ervan in het Belgisch Staatsblad. Op straffe van onontvankelijkheid wordt het beroep voorafgaandelijk bij aangetekende zending of tegen ontvangstbevestiging betekend aan de voorzitter van de Orde.

De Raad van State doet uitspraak binnen een termijn van zestig dagen.

Onverminderd het eerste en het tweede lid bepaalt de Koning, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de nadere regels voor de in het eerste en tweede lid bedoelde versnelde procedure voor de Raad van State, met inbegrip van de partijen bij de procedure en de termijnen, zo nodig met afwijking van de artikelen 14, 17, 21, 21bis en 30, eerste lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

Art. 38.Indien de verkiezingen geheel of gedeeltelijk nietig worden verklaard alsook ingeval van beroep tegen de verkiezingsresultaten, nemen de uittredende mandatarissen de betrokken mandaten verder waar zolang die niet opnieuw zijn ingevuld. Indien de verkiezingen geheel of gedeeltelijk nietig worden verklaard, stelt de minister de datum vast waarop nieuwe verkiezingen moeten worden gehouden. Afdeling 3. - De Uitvoerende Kamers

Art. 39.§ 1. De Orde bestaat uit twee Uitvoerende Kamers, één Nederlandstalige Uitvoerende Kamer en één Franstalig-Duitstalige Uitvoerende Kamer.

Hun bevoegdheid wordt bepaald, voor de zelfstandigen door de plaats waar de aanvrager zijn beroep voor het eerst zal uitoefenen of later door de plaats waar zijn hoofdvestiging zich bevindt en, voor de ambtenaren en werknemers, door de plaats van tewerkstelling.

Indien deze plaats gelegen is in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, hangt die bevoegdheid af van de taal die werd gebruikt in de aanvraag om toegang te krijgen tot het beroep of tot het dragen van de titel.

Elk lid dat onvoldoende kennis heeft van de taal die de Uitvoerende Kamer waaronder hij ressorteert bij de rechtspleging gebruikt, mag, in een tuchtprocedure bij aanvang van het tegen hem ingestelde onderzoek, aan de Orde laten weten dat hij zich tijdens de zitting door een tolk wenst te laten bijstaan. § 2. Elke Uitvoerende Kamer bestaat uit een werkende voorzitter en vier werkende leden. Voor elke Uitvoerende Kamer wordt eveneens een plaatsvervangende voorzitter benoemd en worden vier plaatsvervangende leden verkozen. De plaatsvervangende voorzitter vervangt de voorzitter tijdens zijn afwezigheid. De plaatsvervangende leden vervangen eender welk afwezig lid.

De werkende voorzitter en zijn plaatsvervanger worden door de Koning voor vijf jaar benoemd onder de werkende of ere-magistraten of onder de advocaten die sinds ten minste vijf jaar zijn ingeschreven op het tableau van de Orde van Advocaten. Voor elke Uitvoerende Kamer worden de vier werkende leden en de vier plaatsvervangers voor vijf jaar verkozen door en onder de natuurlijke personen die lid zijn van de Orde en als "actief" op het tableau zijn vermeld, met uitzondering van de stagiairs. De plaatsvervangers worden opgeroepen in dalende volgorde van het aantal stemmen dat ze behaald hebben. Elke Uitvoerende Kamer telt drie landmeters-experten die het beroep uitoefenen als zelfstandige waarvan minstens één uitsluitend ingeschreven is in de afdeling "zelfstandigen" en geen ambtenaar of werknemer is. § 3. De Koning bepaalt de regels inzake de organisatie van de verkiezingen van de leden van de Uitvoerende Kamers.

De minister kan bij aangetekende zending, op met redenen omkleed verzoek van de voorzitter van de betrokken Uitvoerende Kamer, een kandidatuur weigeren wegens onverenigbaarheid van de uitgeoefende mandaten en functies met het beoogde mandaat. De kandidaat kan beroep indienen tegen deze beslissing bij de Raad van State binnen acht dagen na ontvangst van de aangetekende zending. De Raad van State doet uitspraak binnen een termijn van zestig dagen.

Onverminderd het tweede lid bepaalt de Koning, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de nadere regels voor de in het tweede lid bedoelde versnelde procedure voor de Raad van State, met inbegrip van de partijen bij de procedure en de termijnen, zo nodig met afwijking van de artikelen 14, 17, 21, 21bis en 30, eerste lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973. § 4. Elke kiezer kan beroep indienen tegen de verkiezingsresultaten bij de Raad van State binnen acht dagen na de publicatie ervan in het Belgisch Staatsblad. Op straffe van onontvankelijkheid wordt het beroep voorafgaandelijk bij aangetekende zending of tegen ontvangstbevestiging betekend aan de voorzitter van de Orde.

De Raad van State doet uitspraak binnen een termijn van zestig dagen.

Onverminderd het eerste en het tweede lid bepaalt de Koning, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de nadere regels voor de in het eerste en tweede lid bedoelde versnelde procedure voor de Raad van State, met inbegrip van de partijen bij de procedure en de termijnen, zo nodig met afwijking van de artikelen 14, 17, 21, 21bis en 30, eerste lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

Indien de verkiezingen geheel of gedeeltelijk nietig worden verklaard, alsook ingeval van beroep tegen de verkiezingsresultaten, nemen de uittredende mandatarissen de betrokken mandaten verder waar zolang die niet opnieuw zijn ingevuld. Indien de verkiezingen geheel of gedeeltelijk nietig worden verklaard, stelt de minister de datum vast waarop nieuwe verkiezingen moeten worden gehouden. § 5. De Uitvoerende Kamers beraadslagen slechts op geldige wijze indien de werkende voorzitter of zijn plaatsvervanger en drie werkende of plaatsvervangende leden aanwezig zijn.

De beslissingen worden genomen bij meerderheid van stemmen.

Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter beslissend. § 6. Elke Uitvoerende Kamer wordt bijgestaan door zijn werkend griffier of door zijn plaatsvervanger, gekozen door de Nationale Raad uit de leden van het personeel van de Orde. § 7. De voorzitter van een Uitvoerende Kamer die ingelicht is over een tekortkoming of bij wie een klacht in tuchtzaken of een geschil inzake erelonen aanhangig is gemaakt, kan een werkend of plaatsvervangend lid van de Uitvoerende Kamer aanwijzen om de zaak te onderzoeken. Deze brengt verslag uit aan de voorzitter.

De verslaggever kan worden gehoord door de betrokken Uitvoerende Kamer. Hij neemt niet deel aan de beraadslagingen. § 8. Hoger beroep tegen iedere beslissing van een Uitvoerende Kamer of tegen het uitblijven ervan kan worden ingesteld bij de bevoegde Kamer van Beroep.

Art. 40.De Uitvoerende Kamers hebben tot taak: 1° uitspraak te doen over de aanvragen tot inschrijving op het tableau en in het register;2° een advies te verlenen over het reglement inzake permanente vorming bedoeld in artikel 31, § 2;3° een opleiding te erkennen op basis van de regels vastgelegd in het reglement inzake permanente vorming;4° ervoor te zorgen dat de bepalingen van deze wet worden nageleefd en elke inbreuk over te maken aan de voorzitter van de Orde;5° een advies te verlenen over de vakken en het programma en de voorwaarden van het bekwaamheidsexamen bedoeld in artikel 7, § 2, 4°, alsook over de toepassing van het reglement betreffende de beroepsopleiding bedoeld in artikel 12 en de voorschriften van de plichtenleer;6° te waken over de naleving van het reglement betreffende de beroepsopleiding en van de plichtenleer en uitspraak te doen in tuchtzaken;7° uitspraak te doen inzake erelonen;8° bij een geschil betreffende erelonen, op gezamenlijk verzoek van de partijen, de erelonen van de landmeters-experten vast te leggen en op verzoek van de hoven en rechtbanken er advies over te geven;9° uitspraak te doen over het ontzeggen van de toegang tot de databanken en de gegevens bedoeld in artikel 19. Afdeling 4. - De Kamers van Beroep

Art. 41.§ 1. De Orde bestaat uit twee Kamers van Beroep, één Nederlandstalige Kamer van Beroep en één Franstalig-Duitstalige Kamer van Beroep.

Hun samenstelling wordt bepaald overeenkomstig artikel 39, § 2. Ze beraadslagen en beslissen volgens de procedure bepaald in artikel 39, § 5. Artikel 39, §§ 3 en 4, is ook van toepassing. § 2. Elke Kamer van Beroep wordt bijgestaan door zijn werkend griffier of door zijn plaatsvervanger, gekozen door de Nationale Raad uit de leden van het personeel van de Orde. § 3. De voorzitter van de Kamer van Beroep bij wie een beroep tegen een beslissing van een Uitvoerende Kamer of tegen het uitblijven ervan aanhangig is gemaakt, kan een werkend of plaatsvervangend lid van de Kamer van Beroep aanwijzen om de zaak te onderzoeken. Dat lid brengt verslag uit aan de voorzitter.

De verslaggever kan worden gehoord door de Kamer van Beroep. Hij neemt niet deel aan de beraadslagingen.

Art. 42.Het beroep heeft schorsende werking. Het kan worden ingesteld door de landmeter-expert op wie de beslissing betrekking heeft.

Het beroep tegen een beslissing inzake erelonen kan worden ingediend door de betrokken landmeter-expert en door de klager. Afdeling 5. - De Verenigde Kamer en de Verenigde Kamer van Beroep

Art. 43.De Verenigde Kamer bestaat uit de werkende voorzitters van de Uitvoerende Kamers of hun plaatsvervangers en uit twee werkende leden van elke Uitvoerende Kamer of hun plaatsvervangers.

Ze beraadslaagt slechts geldig in aanwezigheid van al haar leden of hun plaatsvervangers.

De verslaggever kan worden gehoord door de Verenigde Kamer. Hij neemt niet deel aan de beraadslagingen over het betreffende dossier.

De oudste werkende voorzitter in jaren of, indien hij afwezig of verhinderd is, de werkende voorzitter van de andere Kamer neemt het voorzitterschap van de Verenigde Kamer waar. Indien de twee werkende voorzitters afwezig of verhinderd zijn, wordt de opdracht waargenomen door de oudste plaatsvervangend voorzitter in jaren of, bij gebreke, door de plaatsvervangende voorzitter van de andere Kamer.

De beslissingen worden genomen bij meerderheid van stemmen. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter van de Verenigde Kamer beslissend.

De betrokkenen kunnen zich tijdens de zitting laten bijstaan door een tolk.

De betwistingen tussen personen die zijn ingeschreven op tableaus die werden opgemaakt door de twee Uitvoerende Kamers, behoren tot de bevoegdheid van deze Verenigde Kamer.

De griffiers komen collegiaal tussen.

Art. 44.De Verenigde Kamer van Beroep bestaat uit de twee werkende voorzitters of hun plaatsvervangers en uit twee werkende leden van elke Kamer van Beroep of hun plaatsvervangers.

Ze beraadslaagt slechts geldig in aanwezigheid van al haar leden of hun plaatsvervangers.

De verslaggever kan worden gehoord door de Verenigde Kamer van Beroep.

Hij neemt niet deel aan de beraadslagingen betreffende het betrokken dossier.

De oudste werkende voorzitter in jaren of, indien hij afwezig of verhinderd is, de werkende voorzitter van de andere Kamer van Beroep, neemt het voorzitterschap van de Verenigde Kamer van Beroep waar.

Indien de twee werkende voorzitters afwezig of verhinderd zijn, wordt de opdracht waargenomen door de oudste plaatsvervangend voorzitter in jaren, of bij gebreke, door de plaatsvervangende voorzitter van de andere Kamer van Beroep.

De beslissingen worden genomen bij meerderheid van stemmen. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter van de Verenigde Kamer van Beroep beslissend.

De Verenigde Kamer van Beroep doet uitspraak over de beroepen ingesteld tegen de beslissingen van de Verenigde Kamer, of tegen het uitblijven ervan.

Het beroep heeft schorsende werking.

Art. 45.Onder voorbehoud van de artikelen 43 en 44 volgen de Verenigde Kamer en de Verenigde Kamer van Beroep dezelfde procedureregels als de Kamers die ze samenstellen. Afdeling 6. - Gemeenschappelijke bepalingen aan de Kamers bedoeld in

de afdelingen 3 tot 5

Art. 46.Tegen elke beslissing tot weigering van inschrijving op het tableau of in het register die in beroep werd bevestigd, kan hoger beroep bij de Raad van State worden aangetekend.

De door de Kamers van Beroep of door de Verenigde Kamer van Beroep genomen eindbeslissingen kunnen door de betrokkenen of door de voorzitter van de Nationale Raad voor het Hof van Cassatie worden gebracht wegens schending van de wet of wegens schending van substantiële of op straffe van nietigheid voorgeschreven vormen.

De procureur-generaal bij het Hof van Cassatie kan in het belang van de wet cassatieberoep instellen bij dit Hof.

In geval van cassatie wordt de zaak verwezen naar de anders samengestelde Kamer van Beroep of anders samengestelde Verenigde Kamer van Beroep. Deze schikken zich naar de beslissing van het Hof van Cassatie op de door dit Hof beoordeelde rechtspunten.

De rechtspleging van voorziening in cassatie wordt geregeld zoals in burgerlijke zaken; de termijn voor het instellen van de voorziening is één maand te rekenen vanaf de betekening van de beslissing.

Art. 47.De aanvrager van een inschrijving op het tableau of in het register, de klager en de landmeter-expert in een tuchtzaak en de partijen bij een geschil inzake erelonen, hebben het recht van wraking in de bij artikel 828 van het Gerechtelijk Wetboek bepaalde gevallen.

Degene tegen wie een beslissing bij verstek is gewezen, kan tegen deze beslissing verzet aantekenen binnen de termijn van dertig dagen. Van het verzet wordt, op straffe van nietigheid, kennis gegeven bij aangetekende zending of tegen ontvangstbevestiging binnen de vermelde termijn aan de Kamer die de beslissing heeft genomen. De opposant die een tweede maal verstek laat gaan, kan geen nieuw verzet meer aantekenen.

Art. 48.De termijnen en de procedure voor de Kamers bedoeld in de afdelingen 3 tot 5 worden bepaald door de Koning.

Art. 49.§ 1. De leden van de Kamers bedoeld in de afdelingen 3 tot 5 zijn verplicht tot geheimhouding van de beraadslagingen.

De procedure voor deze Kamers, afgezien van de beraadslaging die geheim is, is openbaar tenzij de betrokken landmeter-expert uitdrukkelijk verzoekt om een behandeling met gesloten deuren of tenzij de openbaarheid afbreuk doet aan de zedelijkheid, de openbare orde, de veiligheid van het land, het belang van minderjarigen, de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, het belang van het gerecht of het beroepsgeheim. § 2. De klager ontvangt binnen vijftien dagen het beschikkend gedeelte van de op grond van zijn klacht genomen in kracht van gewijsde gegane beslissing.

Op uitdrukkelijk verzoek van de klager kan hem het motiverend gedeelte van de beslissing worden meegedeeld. Op een met redenen omklede manier en op basis van ernstige redenen kan beslist worden dat hem inzage in het tuchtdossier wordt toegestaan.

Op een met redenen omklede manier kan beslist worden dat het beschikkend gedeelte van de beslissingen wordt meegedeeld aan derden.

Met eenparigheid van stemmen kan op een met redenen omklede manier en op basis van ernstige redenen beslist worden dat het motiverend gedeelte van de beslissingen wordt meegedeeld aan derden of dat hen inzage in het tuchtdossier wordt toegestaan. Afdeling 7. - De Beroepsopleidingscommissie

Art. 50.§ 1. De Beroepsopleidingscommissie is enerzijds samengesteld uit vier effectieve leden, waarvan er twee tot de Nederlandstalige taalrol en twee tot de Franstalige of Duitstalige taalrol behoren. De Beroepsopleidingscommissie bestaat anderzijds uit vier plaatsvervangende leden: twee van de Nederlandstalige taalrol en twee van de Franstalige of Duitstalige taalrol. De effectieve leden van de Beroepsopleidingscommissie en hun plaatsvervangers worden benoemd door de Nationale Raad, zodra hij is ingesteld of vernieuwd, onder de leden van de Orde die als "actief" op het tableau zijn vermeld, met uitzondering van de stagiairs.

De leden van de Beroepsopleidingscommissie worden door de Nationale Raad benoemd voor een termijn van vijf jaar. § 2. De Beroepsopleidingscommissie houdt toezicht op het goede verloop van de beroepsopleiding en op de organisatie ervan door de taken uit te voeren die haar door het reglement betreffende de beroepsopleiding bedoeld in artikel 12 zijn toevertrouwd.

Tegen elke beslissing van de Beroepsopleidingscommissie waarbij de toelating van een kandidaat tot de stage wordt geweigerd, kan de kandidaat hoger beroep aantekenen bij de bevoegde Kamer van Beroep, bedoeld in artikel 41, § 1.

De Beroepsopleidingscommissie beslist over de eventuele inkorting van de duurtijd van de stage in overeenstemming met de bepalingen van deze wet en het reglement betreffende de beroepsopleiding.

Tegen elke beslissing van de Beroepsopleidingscommissie op grond van artikel 7, § 3, of betreffende de beroepsopleiding kan de kandidaat binnen dertig dagen na de beslissing in beroep gaan bij de bevoegde Uitvoerende Kamer.

Na het beëindigen van de stage en het afleggen van het bekwaamheidsexamen, maakt de Beroepsopleidings-commissie haar advies betreffende de stagiair over aan de bevoegde Uitvoerende Kamer, die beslist of de stagiair kan worden ingeschreven op het tableau. Afdeling 8. - Onverenigbaarheden tussen de mandaten

Art. 51.Een mandaat in de Nationale Raad is onverenigbaar met een mandaat in een van de Uitvoerende Kamers of Kamers van Beroep of de Beroepsopleidingscommissie.

Is eveneens onverenigbaar, het uitoefenen van een mandaat in een Uitvoerende Kamer of Kamer van Beroep en het uitoefenen van een mandaat in de Beroepsopleidingscommissie.

Een lid van een Uitvoerende Kamer kan niet tegelijkertijd lid zijn van een Kamer van Beroep.

TITEL 8. - Strafbepalingen

Art. 52.Elke persoon die de artikelen 5, 6, 7 en 25, § 5, overtreedt, wordt gestraft met een geldboete van 500 tot 5000 euro.

Art. 53.Boek I van het Strafwetboek is, met inbegrip van hoofdstuk VII en artikel 85, van toepassing op de in deze wet bepaalde inbreuken.

Art. 54.Onverminderd de bevoegdheid van de officieren van gerechtelijke politie, worden de ambtenaren die hiertoe door de Koning zijn aangeduid op voorstel van de minister, belast met het opsporen en vaststellen in processen-verbaal van de inbreuken op deze wet.

Deze processen-verbaal zijn rechtsgeldig tot bewijs van het tegendeel.

Zij worden onverwijld toegezonden aan de bevoegde ambtenaren van het openbaar ministerie; een afschrift ervan wordt gezonden aan de overtreder binnen zeven dagen te rekenen vanaf de vaststelling van de inbreuk, dit alles op straffe van nietigheid.

De personen die onder de toepassing van deze wet vallen zijn ertoe gehouden alle inlichtingen en alle bescheiden te verstrekken die nodig zijn om de toepassing ervan na te gaan. Elke persoon die weigert de bedoelde inlichtingen en bescheiden te verstrekken of zich tegen de onderzoeksmaatregelen verzet, wordt gestraft met een gevangenisstraf van acht tot vijftien dagen en met een geldboete van 26 tot 1 000 euro of met één van die straffen alleen.

TITEL 9. - Overgangsbepalingen

Art. 55.§ 1. De personen ingeschreven op het tableau bedoeld in artikel 3 van de wet van 11 mei 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/05/2003 pub. 06/06/2003 numac 2003011312 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot oprichting van federale raden van landmeters-experten type wet prom. 11/05/2003 pub. 06/06/2003 numac 2003011313 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot bescherming van de titel en van het beroep van landmeter-expert sluiten tot oprichting van federale raden van landmeters-experten en de werknemers of ambtenaren die de eed hebben afgelegd als bedoeld in artikel 7 van de wet van 11 mei 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/05/2003 pub. 06/06/2003 numac 2003011312 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot oprichting van federale raden van landmeters-experten type wet prom. 11/05/2003 pub. 06/06/2003 numac 2003011313 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot bescherming van de titel en van het beroep van landmeter-expert sluiten tot bescherming van de titel en van het beroep van landmeter-expert, mogen op hun verzoek automatisch ingeschreven worden op het tableau van de Orde, vanaf de oprichting ervan, mits het naleven van de voorwaarden bedoeld in de volgende leden en in paragraaf 2.

De personen bedoeld in het eerste lid sturen hun aanvraag naar de FOD Economie ten laatste drie maanden voor de datum van de eerste verkiezingen van de organen van de Orde, bij aangetekende zending of tegen ontvangstbevestiging.

De taal waarin de FOD Economie de aanvraag behandelt, wordt bepaald, voor de zelfstandigen door de plaats waar de aanvrager zijn beroep voor het eerst zal uitoefenen of later door de plaats waar zijn hoofdvestiging zich bevindt en voor de werknemers en ambtenaren door de plaats van tewerkstelling.

Indien deze plaats gelegen is in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, wordt het dossier behandeld in de taal gebruikt in de aanvraag.

Indien die personen ook kiezers willen zijn of zich kandidaat willen stellen voor de eerste verkiezingen, versturen ze hun aanvraag ten laatste zes maanden na de datum van de inwerkingtreding van dit artikel.

De brief bevat het inschrijvingsnummer op het tableau bedoeld in artikel 3 van de wet van 11 mei 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/05/2003 pub. 06/06/2003 numac 2003011312 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot oprichting van federale raden van landmeters-experten type wet prom. 11/05/2003 pub. 06/06/2003 numac 2003011313 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot bescherming van de titel en van het beroep van landmeter-expert sluiten tot oprichting van federale raden van landmeters-experten of, voor de personen die niet ingeschreven waren op dat tableau, een afschrift van de eedaflegging bedoeld in artikel 7 van de wet van 11 mei 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/05/2003 pub. 06/06/2003 numac 2003011312 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot oprichting van federale raden van landmeters-experten type wet prom. 11/05/2003 pub. 06/06/2003 numac 2003011313 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot bescherming van de titel en van het beroep van landmeter-expert sluiten tot bescherming van de titel en van het beroep van landmeter-expert. § 2. De FOD Economie onderzoekt de aanvraag binnen dertig dagen na ontvangst van een volledige aanvraag. Ingeval van een onvolledige aanvraag brengt de FOD Economie de aanvrager daarvan op de hoogte binnen vijftien dagen na ontvangst van de aanvraag. De aanvrager vervolledigt zijn aanvraag ten laatste vijftien dagen na ontvangst van de brief van de FOD Economie.

Wanneer de FOD Economie een gunstige beslissing neemt, zendt hij de aanvrager een vraag tot betaling van een provisie van 200 euro. Die niet terugbetaalbare provisie is een voorschot op het bedrag van de bijdrage verschuldigd voor het eerste jaar van inschrijving bij de Orde na de oprichting ervan. § 3. De personen die de provisie binnen dertig dagen na de vraag tot betaling verstuurd door de FOD Economie betalen, worden door de Orde automatisch ingeschreven op het tableau, na de inwerkingtreding van alle bepalingen van deze wet, onder het of de statuten waaronder zij het beroep uitoefenden voor de inwerkingtreding van alle bepalingen van deze wet.

Zij mogen het beroep blijven uitoefenen tijdens de volledige duur van de procedure voor inschrijving op het tableau door de Orde.

De personen andere dan die verkozen binnen een van de organen van de Orde die het saldo van de bijdrage niet betalen binnen de termijn vastgelegd door de Nationale Raad, worden geacht te hebben verzaakt aan hun aanvraag en worden van ambtswege weggelaten van het tableau van de Orde. Vanaf dat ogenblik mogen zij het beroep niet meer uitoefenen noch de beroepstitel dragen.

De personen die zich kandidaat hebben gesteld en verkozen werden binnen een van de organen van de Orde, kunnen niet verzaken aan hun aanvraag en betalen het saldo van hun bijdrage binnen de termijn vastgelegd door de Nationale Raad. § 4. De lijsten met de personen die genieten van de automatische inschrijving worden opgesteld door de Algemene Directie K.M.O.-beleid van de FOD Economie.

Het gaat om twee lijsten: 1° de lijst "natuurlijke personen";2° de lijst "rechtspersonen". De lijst "natuurlijke personen" is onderverdeeld in twee afdelingen: 1° de afdeling "zelfstandigen": die bevat de personen die zijn ingeschreven op basis van het bewijs van inschrijving op het tableau bedoeld in artikel 3 van de wet van 11 mei 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/05/2003 pub. 06/06/2003 numac 2003011312 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot oprichting van federale raden van landmeters-experten type wet prom. 11/05/2003 pub. 06/06/2003 numac 2003011313 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot bescherming van de titel en van het beroep van landmeter-expert sluiten tot oprichting van federale raden van landmeters-experten, bedoeld in paragraaf 1;2° de afdeling "werknemers en ambtenaren": die bevat de personen die zijn ingeschreven op basis van het bewijs van eedaflegging, bedoeld in paragraaf 1. De personen ingeschreven in de lijst "natuurlijke personen" mogen deelnemen aan de verkiezingen, als kiezer en/of kandidaat, onder de voorwaarden bepaald in artikel 56.

De Algemene Directie K.M.O.-beleid bezorgt de definitieve lijsten aan de Orde van zodra deze is opgericht.

Indien de personen ingeschreven op het tableau in de afdeling "werknemers en ambtenaren" bedoeld in artikel 4, § 2, 2°, hierop door de Orde zijn ingeschreven op basis van hun inschrijving op de lijst in de afdeling "werknemers en ambtenaren" bedoeld in het derde lid, 2°, en hun inschrijving vragen op het tableau in de afdeling "zelfstandigen" bedoeld in artikel 4, § 2, 1°, bezorgen ze de Orde een bewijs van beroepskwalificaties bedoeld in artikel 7, § 2, 1°. § 5. De personen die het beroep wettig uitoefenden voor de inwerkingtreding van dit artikel maar geen aanvraag indienden of de provisie van 200 euro niet betaalden binnen de termijn bedoeld in de paragrafen 1 tot 3, genieten niet van de automatische inschrijving.

Onverminderd artikel 10 worden ze ingeschreven bij de Orde wanneer ze daartoe een aanvraag indienen en aantonen dat ze voldoen aan alle inschrijvingsvoorwaarden bedoeld in deze wet. De personen die hun aanvraag indienen binnen een termijn van drie maanden na de inwerkingtreding van alle bepalingen van deze wet, mogen evenwel de beroepsactiviteiten bedoeld in artikel 3 gedurende de duur van het onderzoek van hun aanvraag blijven uitoefenen.

Art. 56.§ 1. Om de organisatie van de eerste verkiezingen en de samenstelling van de organen van de Orde mogelijk te maken, zijn de bepalingen betreffende de samenstelling en werking van de organen van de Orde bedoeld in de artikelen 32, 36, 37 tot 39, 41, §§ 1 en 2, 43 en 44 van toepassing vanaf het organiseren van de eerste verkiezingen, onder voorbehoud van wat bepaald is in dit artikel. § 2. Enkel de persoon die de provisie bedoeld in artikel 55, § 3, heeft betaald en die zijn aanvraag tot inschrijving heeft ingediend binnen de termijn bedoeld in artikel 55, § 1, vijfde lid, kan zich kandidaat stellen voor de eerste verkiezingen van de Orde. De persoon die zich kandidaat wil stellen, verstuurt ten laatste vijf maanden voor de datum vastgesteld voor de eerste verkiezingen, eveneens zijn kandidatuur en geeft aan welke functie of functies hij wil uitoefenen.

Hij deelt eveneens zij publieke en private mandaten mee overeenkomstig artikel 21, § 3. § 3. Voor de toepassing van artikel 32, § 1, tweede lid, is een inschrijving op de lijst bedoeld in artikel 55, § 4, in de lijst "natuurlijke personen", afdeling "zelfstandigen", gelijkwaardig aan een inschrijving op het tableau van de Orde.

Voor de toepassing van artikel 32, § 2, tweede lid, is een inschrijving op het tableau van de Federale Raad van landmeters-experten, bedoeld in artikel 3 van de wet van 11 mei 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/05/2003 pub. 06/06/2003 numac 2003011312 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot oprichting van federale raden van landmeters-experten type wet prom. 11/05/2003 pub. 06/06/2003 numac 2003011313 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot bescherming van de titel en van het beroep van landmeter-expert sluiten tot oprichting van federale raden van landmeters-experten, gelijkwaardig aan een inschrijving op het tableau van de Orde. § 4. Elke persoon die zich voor de eerste verkiezingen van de organen van de Orde kandidaat stelt, verbindt er zich op erewoord toe het saldo van de bijdrage te betalen binnen de termijn vastgelegd door de Nationale Raad. § 5. De minister stelt een verkiezingscommissie samen die alternerend per zitting wordt voorgezeten door één van de voorzitters van de Kamers van de Federale Raad van landmeters-experten. Deze commissie bestaat uit zes leden van de representatieve beroepsorganisaties van landmeters-experten, voorgesteld door de Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de KMO en wordt ondersteund door een door de minister aangeduide ambtenaar onder de leden van zijn departement. Voor elk van de zes leden wordt op dezelfde wijze een plaatsvervanger aangeduid.

Bij afwezigheid van de dienstdoende voorzitter wordt deze vervangen door zijn respectieve plaatsvervanger bij de Kamer van de Federale Raad van landmeters-experten.

Het secretariaat van de verkiezingscommissie wordt waargenomen door de Algemene Directie K.M.O.-beleid van de FOD Economie.

De verkiezingscommissie is belast met de organisatie van de eerste verkiezingen. Een lid van de verkiezingscommissie kan zich niet kandidaat stellen voor de eerste verkiezingen.

De verkiezingscommissie stelt een reglement van interne werking op. Ze stelt ook een verkiezingsreglement op dat wordt goedgekeurd door de minister. Ze beslist bij meerderheid van stemmen. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend. § 6. De eerste verkiezingen, die tot doel hebben de leden van de organen van de Orde te kiezen, worden ten laatste binnen vierentwintig maanden volgend op de maand van de publicatie van deze wet in het Belgisch Staatsblad georganiseerd. De datum van de eerste verkiezingen wordt bekendgemaakt met een bericht in het Belgisch Staatsblad dat minstens zes maanden voor de verkiezingen wordt gepubliceerd.

De verkiezingscommissie wordt door de minister ontbonden wanneer haar taak is afgelopen.

Art. 57.De Nationale Raad bepaalt de bedragen van de bijdrage voor de periode tussen zijn installatie en de begindatum van het eerste volledige werkjaar en legt die binnen het eerste kwartaal na zijn installatie ter goedkeuring voor aan de minister.

Art. 58.§ 1. Van zodra het geheel van bepalingen van deze wet in voege is getreden, worden de aanvragen om inschrijving en de tuchtdossiers lopende bij een van de Kamers van de Federale Raad opgericht bij artikel 2 van de wet van 11 mei 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/05/2003 pub. 06/06/2003 numac 2003011312 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot oprichting van federale raden van landmeters-experten type wet prom. 11/05/2003 pub. 06/06/2003 numac 2003011313 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot bescherming van de titel en van het beroep van landmeter-expert sluiten tot oprichting van federale raden van landmeters-experten waarvoor die Kamer geldig gevat werd, overgedragen aan de Uitvoerende Kamer van dezelfde taalrol. De Uitvoerende Kamers doen uitspraak binnen de termijn en volgens de nadere regels vastgelegd door de Koning. § 2. De Kamers van Beroep nemen de behandeling over van de beroepen tegen beslissingen van de Kamers van de Federale Raad opgericht bij artikel 2 van de wet van 11 mei 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/05/2003 pub. 06/06/2003 numac 2003011312 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot oprichting van federale raden van landmeters-experten type wet prom. 11/05/2003 pub. 06/06/2003 numac 2003011313 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot bescherming van de titel en van het beroep van landmeter-expert sluiten tot oprichting van federale raden van landmeters-experten waarvoor de Kamers van de Federale Raad van Beroep opgericht bij artikel 5 van dezelfde wet geldig gevat werden en die van dezelfde taalrol zijn. Zij doen uitspraak binnen de termijn en volgens de nadere regels vastgelegd door de Koning. § 3. De tuchtstraffen opgelopen door een lid ingeschreven op het tableau van de federale raden overeenkomstig de wet van 11 mei 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/05/2003 pub. 06/06/2003 numac 2003011312 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot oprichting van federale raden van landmeters-experten type wet prom. 11/05/2003 pub. 06/06/2003 numac 2003011313 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot bescherming van de titel en van het beroep van landmeter-expert sluiten tot oprichting van federale raden van landmeters-experten worden overgebracht in zijn inschrijvingsdossier.

Art. 59.De erkenning verleend aan de opleidingen op basis van het reglement inzake permanente vorming, genomen in uitvoering van artikel 14 van het koninklijk besluit van 15 december 2005Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 15/12/2005 pub. 25/01/2006 numac 2005011521 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorschriften inzake de plichtenleer van de landmeter-expert sluiten tot vaststelling van de voorschriften inzake de plichtenleer van de landmeter-expert, blijft geldig.

De organisatoren erkend op basis van het reglement inzake permanente vorming, genomen in uitvoering van artikel 14 van het koninklijk besluit van 15 december 2005Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 15/12/2005 pub. 25/01/2006 numac 2005011521 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorschriften inzake de plichtenleer van de landmeter-expert sluiten tot vaststelling van de voorschriften inzake de plichtenleer van de landmeter-expert, behouden het voordeel van hun erkenning tot aan een eventuele andere beslissing, genomen door de Nationale Raad op basis van het in artikel 31, § 2, bedoelde reglement inzake permanente vorming, en tot minstens één jaar na de inwerkingtreding van deze wet.

Art. 60.Het koninklijk besluit van 15 december 2005Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 15/12/2005 pub. 25/01/2006 numac 2005011521 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorschriften inzake de plichtenleer van de landmeter-expert sluiten tot vaststelling van de voorschriften inzake de plichtenleer van de landmeter-expert en het koninklijk besluit van 24 april 2014 betreffende de verplichte verzekering voorzien door de wet van 11 mei 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/05/2003 pub. 06/06/2003 numac 2003011312 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot oprichting van federale raden van landmeters-experten type wet prom. 11/05/2003 pub. 06/06/2003 numac 2003011313 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot bescherming van de titel en van het beroep van landmeter-expert sluiten tot bescherming van de titel en van het beroep van landmeter-expert blijven van toepassing.

TITEL 10. - Opheffingsbepaling

Art. 61.Worden opgeheven op de datum bepaald door de Koning: 1° de wet van 11 mei 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/05/2003 pub. 06/06/2003 numac 2003011312 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot oprichting van federale raden van landmeters-experten type wet prom. 11/05/2003 pub. 06/06/2003 numac 2003011313 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot bescherming van de titel en van het beroep van landmeter-expert sluiten tot bescherming van de titel en van het beroep van landmeter-expert, gewijzigd bij de wetten van 20 juli 2006, 22 december 2009, 18 juli 2013, 21 juli 2017 en 9 mei 2019, en bij het koninklijk besluit van 1 maart 2020;2° de wet van 11 mei 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/05/2003 pub. 06/06/2003 numac 2003011312 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot oprichting van federale raden van landmeters-experten type wet prom. 11/05/2003 pub. 06/06/2003 numac 2003011313 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot bescherming van de titel en van het beroep van landmeter-expert sluiten tot oprichting van federale raden van landmeters-experten, gewijzigd bij de wetten van 20 juli 2006, 18 juli 2013 en 10 april 2014. TITEL 11. - Inwerkingtreding

Art. 62.Met uitzondering van de artikelen 32, 36, 37 tot 39, 41, §§ 1 en 2, 43, 44 en 55 tot 62, treden de bepalingen van deze wet in werking op de datum door de Koning bepaald.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 9 februari 2023.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Zelfstandigen, De Minister van Middenstand, De Minister van K.M.O.'s, De Minister van Middenstand en Zelfstandigen, De Minister van Institutionele Hervormingen De Minister van Democratische Vernieuwing, D. CLARINVAL Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, V. VAN QUICKENBORNE _______ Nota (1) Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be) Stukken : 0023 - 55-n° 3062 Integraal verslag : 9 februari 2023