Etaamb.openjustice.be
Wet van 08 februari 2001
gepubliceerd op 23 maart 2001

Wet tot wijziging van artikel 24 van de wet van 20 juli 1971 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging

bron
ministerie van binnenlandse zaken
numac
2001000273
pub.
23/03/2001
prom.
08/02/2001
ELI
eli/wet/2001/02/08/2001000273/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

8 FEBRUARI 2001. - Wet tot wijziging van artikel 24 van de wet van 20 juli 1971 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2.Artikel 24 van de wet van 20 juli 1971 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging, gewijzigd bij de wet van 28 december 1998, wordt vervangen als volgt : «

Art. 24.De as van de gecremeerde lijken kan in urnen worden geplaatst die binnen de omheining van de begraafplaats : 1° hetzij op ten minste acht decimeter diepte worden begraven;2° hetzij in een columbarium worden bijgezet. De as van gecremeerd lijken kan : 1° hetzij worden uitgestrooid op een daartoe bestemd perceel van de begraafplaats;2° hetzij worden uitgestrooid op de aan het grondgebied van België grenzende territoriale zee onder de voorwaarden die de Koning bepaalt. De as van de overledene wordt met respect en eerbied behandeld en kan geen voorwerp uitmaken van een commerciële activiteit, met uitzondering van die activiteiten die verband houden met het uitstrooien of begraven an de as of met het overbrengen ervan naar de plaats waar de as bewaard zal worden.

Indien de overledene dit schriftelijk heeft bepaald of op verzoek van de ouders indien het om een minderjarige gaat, of, in voorkomend geval, op verzoek van de voogd, kan de as van gecremeerde lijken : 1° worden uitgestrooid op een andere plaats dan de begraafplaats.Deze uitstrooiing kan evenwel niet gebeuren op het openbaar domein, uitgezonderd de begraafplaats bedoeld in het eerste en het tweede lid.

Indien het een terrein betreft dat niet in eigendom is van de overledene of zijn nabestaanden, is een voorafgaande, schriftelijke toestemming van de eigenaar van het betrokken terrein vereist. De asuitstrooiing gebeurt aansluitend op de crematie; 2° worden begraven op een andere plaats dan de begraafplaats, overeenkomstig de bepalingen vervat in het eerste lid, 1°.Deze begraving kan evenwel niet gebeuren op het openbaar domein, uitgezonderd de begraafplaats bedoeld in het eerste en het tweede lid.

Indien het een terrein betreft dat niet in eigendom is van de overledene of zijn nabestaanden, is een voorafgaande, schriftelijke toestemming van de eigenaar van het betrokken terrein vereist. De begraving gebeurt aansluitend op de crematie; 3° in een urne ter beschikking worden gesteld van de nabestaanden om te worden bewaard op een andere plaats dan de begraafplaats.Indien er een einde komt aan de bewaring van de as op een andere plaats dan de begraafplaats, wordt de as door toedoen van de nabestaande die er de zorg voor heeft of zijn erfgenamen in geval van diens overlijden, ofwel naar een begraafplaats gebracht om er begraven, in een columbarium bijgezet of uitgestrooid te worden ofwel op de aan het grondgebied van België grenzende territoriale zee uitgestrooid te worden.

De persoon die de as in ontvangst neemt, is verantwoordelijk voor de naleving van deze bepalingen.

De Koning kan nadere voorwaarden bepalen waaraan de in het vierde lid bedoelde bewaringen, begravingen of uitstrooiingen moeten voldoen. » Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 8 februari 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN _______ Nota (1) Gewone zitting 1999-2000. Senaat.

Parlementaire bescheiden. - Wetsvoorstel, nr. 2-258/1. - Amendementen, nrs. 2-258/2 en 3. - Verslag nr. 2-258/4. - Tekst aangenomen door de commissie, nr. 2-258/5. - Amendementen, nrs. 2-258/6 tot 11. - Aanvullend verslag, nr. 2-258/12. - Tekst aangenomen door de Commissie na terugzending door de plenaire vergadering, nr. 2-258/13.

Amendement, nr. 2-258/14. - Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Kamer van volksvertegenwoordigers, nr. 2-258/15.

Handelingen van de Senaat. - Bespreking en aanneming, vergaderingen van 18 mei en 29 juni 2000.

Gewone zitting 2000-2001.

Beslissingen van de parlementaire overlegcommissie, nr. 82/15.

Kamer van volksvertegenwoordigers.

Parlementaire bescheiden. - Ontwerp overgezonden door de Senaat, nr. 0776/001. - Amendementen, nrs. 0776/002 tot 005. - Verslag, nr. 0776/006. - Tekst aangenomen in plenaire vergadering en aan de Koning ter bekrachtiging voorgelegd, nr. 0776/007.

Handelingen van de Kamer van volksvertegenwoordigers.

Integraal verslag : 18 januari 2001.

^