Etaamb.openjustice.be
Wet van 07 mei 2009
gepubliceerd op 08 januari 2010

Wet houdende instemming met en uitvoering van het Avenant, ondertekend te Brussel op 12 december 2008, bij de Overeenkomst tussen België en Frankrijk tot voorkoming van dubbele belasting en tot regeling van wederzijdse administratieve en juridische bijstand inzake inkomstenbelastingen, ondertekend te Brussel op 10 maart 1964 en gewijzigd door de Avenanten van 15 februari 1971 en 8 februari 1999 (2)

bron
federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking
numac
2009015082
pub.
08/01/2010
prom.
07/05/2009
ELI
eli/wet/2009/05/07/2009015082/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)Kamer (parl. doc.)Senaat (fiche)
Document Qrcode

7 MEI 2009. - Wet houdende instemming met en uitvoering van het Avenant, ondertekend te Brussel op 12 december 2008, bij de Overeenkomst tussen België en Frankrijk tot voorkoming van dubbele belasting en tot regeling van wederzijdse administratieve en juridische bijstand inzake inkomstenbelastingen, ondertekend te Brussel op 10 maart 1964 en gewijzigd door de Avenanten van 15 februari 1971 en 8 februari 1999 (1) (2)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.

Art. 2.Het Avenant, ondertekend te Brussel op 12 december 2008, bij de Overeenkomst tussen België en Frankrijk tot voorkoming van dubbele belasting en tot regeling van wederzijdse administratieve en juridische bijstand inzake inkomstenbelastingen, ondertekend te Brussel op 10 maart 1964 en gewijzigd door de Avenanten van 15 februari 1971 en 8 februari 1999, (hierna « het Avenant » genoemd), zal volkomen gevolg hebben.

Art. 3.Voor de toepassing van de regeling waarin wordt voorzien door het in artikel 2 van het Avenant bedoelde « Aanvullend Protocol inzake grensarbeiders » (hierna « de grensarbeidersregeling » genoemd) : a) wordt onder de uitdrukking « duurzaam tehuis » verstaan de plaats waar de belastingplichtige gewoonlijk woont, in voorkomend geval met zijn/haar echtgenoot/echtgenote of wettelijk samenwonende en met de kinderen.De woning moet te allen tijde, op een onafgebroken wijze en niet enkel bij gelegenheid tot de beschikking van de belastingplichtige staan; ze bevat alle voorzieningen die vereist zijn voor een permanente bewoning onder omstandigheden die toereikend zijn wat comfort betreft.

Voor de gehuwden en de wettelijk samenwonenden bevindt het enig duurzaam tehuis zich, behoudens tegenbewijs, in de Staat waar het gezin is gevestigd, dit wil zeggen de Staat waar met name de echtgenoot/echtgenote of de wettelijk samenwonende gewoonlijk verblijft met de kinderen. b) oefent een werknemer zijn bezoldigde werkzaamheid uit in de Belgische grensstreek wanneer hij aldaar fysiek aanwezig is voor het uitoefenen van die werkzaamheid, ongeacht de woonplaats of vestigingsplaats van de werkgever of van de schuldenaar van de bezoldigingen, de plaats waar de werknemer zijn dienst aanvat, de plaats waar de arbeidsovereenkomst werd opgemaakt, de plaats of het tijdstip van betaling van de bezoldigingen of de plaats waar de resultaten van de bezoldigde werkzaamheid geëxploiteerd worden.

Art. 4.§ 1 Om de vrijstelling van bedrijfsvoorheffing te genieten die op grond van artikel 87 van het koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 van toepassing is, moet een werknemer die zijn enig duurzaam tehuis in de Franse grensstreek heeft en die in aanmerking komt om het voordeel van de grensarbeidersregeling te genieten, vóór de betaling van de eerste bezoldiging van elk jaar aan zijn werkgever een formulier bezorgen, vergezeld van een afschrift van elk document tot staving van de daadwerkelijke bewoning van een tehuis in de Franse grensstreek. Dat formulier, naar behoren ingevuld door de werknemer en de werkgever, moet bevestigd worden door de Franse belastingdienst tot wiens ambtsgebied de werknemer behoort. § 2. Bij het einde van het jaar moet de werknemer die het voordeel van de grensarbeidersregeling aanvraagt in het in paragraaf 1 bedoelde formulier verklaren dat hij in de loop van het afgelopen jaar zijn werkzaamheid niet buiten de Belgische grensstrek heeft uitgeoefend gedurende een groter aantal dagen dan toegestaan krachtens de paragrafen 4 tot 7 van het « Aanvullend Protocol inzake grensarbeiders ».

Art. 5.§ 1. De werkgever die in de loop van een bepaald jaar gebruik heeft gemaakt van de diensten van een werknemer die in aanmerking komt om het voordeel van de grensarbeidersregeling te genieten, moet ten laatste op 31 maart van het volgende jaar het in artikel 4 bedoelde formulier aan de administratie overleggen en de dagen opgeven waarop de werknemer in de loop van het betrokken jaar de Belgische grensstreek heeft verlaten bij de uitoefening van zijn werkzaamheid. § 2. De werkgever moet bovendien een telling bijhouden van al de dagen waarop de werknemer de grensstreek verlaat, met vermelding van de redenen waarvoor zulks telkens gebeurde. Die telling moet dagelijks bijgewerkt worden. § 3. Het aantal dagen waarop de werknemer de Belgische grensstreek heeft verlaten moet vermeld worden op de individuele fiche van de werknemer. § 4. De werkgever moet de documenten die zijn bedoeld in paragraaf 2 van dit artikel en in artikel 4 ter beschikking houden van de administratie en van de werknemer op de plaats waar deze laatste zijn werkzaamheid gewoonlijk uitoefent. § 5. De bedrijfsvoorheffing is verschuldigd zodra de werkgever vaststelt dat één van de toepassingsvoorwaarden van de grensarbeidersregeling niet vervuld is. Hetzelfde geldt wanneer de administratie aan de werkgever laat weten dat ze van oordeel is dat de toepassingsvoorwaarden van die regeling niet vervuld zijn. § 6. De werkgever moet aan de administratie een lijst bezorgen met de werknemers die het voordeel van de grensarbeidersregeling aanvragen en voor wie die regeling pas na de datum van ondertekening van het Avenant werd toegepast.

Art. 6.§ 1. Het niet-nakomen van de verplichtingen zoals bedoeld in artikel 5, paragrafen 1 tot 4, staat gelijk met een inbreuk op de bepalingen van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en van de tot uitvoering daarvan genomen besluiten met betrekking tot de bedrijfsvoorheffing, zoals bedoeld in artikel 358, paragraaf 1, 1°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992. § 2. De administratieve en strafrechtelijke sancties bepaald in de artikelen 444 tot 459 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 zijn van toepassing op diegene die niet voldoet aan een verplichting die hem ingevolge artikel 4 en artikel 5, paragrafen 1 tot 4 en paragraaf 6 is opgelegd.

In afwijking van de bepalingen van artikel 444, eerste lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, in geval van een onvolledige of onjuiste verklaring van de werknemer in het in artikel 4 bedoelde formulier met betrekking tot zijn enig duurzaam tehuis of met betrekking tot de dagen waarop hij in de loop van een bepaald jaar de Belgische grensstreek heeft verlaten bij de uitoefening van zijn werkzaamheid, met het opzet de belasting in België te ontduiken, wordt de verhoging bepaald op : - 100 % van de ontdoken belasting van niet-inwoners of personenbelasting, naargelang het geval, als het om de eerste overtreding gaat; - 200 % van de ontdoken belasting van niet-inwoners of personenbelasting, naargelang het geval, voor de tweede overtreding en de volgende overtredingen.

In afwijking van de bepalingen van artikel 444, eerste lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, in geval van een verklaring, als bedoeld in artikel 5, paragraaf 1, van de dagen waarop de werknemer in de loop van een bepaald jaar de Belgische grensstreek heeft verlaten bij de uitoefening van zijn werkzaamheid, die de werkgever op een onvolledige of onjuiste manier heeft gedaan met het opzet de belasting in België te ontduiken, wordt de verhoging bepaald op : - 100 % van de ontdoken bedrijfsvoorheffing, als het om de eerste overtreding gaat; - 200 % van de ontdoken bedrijfsvoorheffing, voor de tweede overtreding en de volgende overtredingen. § 3. In het kader van de toepassing van de grensarbeidersregeling zijn de processen-verbaal die opgemaakt zijn door ambtenaren van de Federale Overheidsdienst Financiën een bewijsmiddel voor het vaststellen van het bestaan van de belastingschuld. De processen-verbaal hebben bewijskracht tot bewijs van het tegendeel.

Art. 7.§ 1. In afwijking van de bepalingen van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 met betrekking tot de termijnen inzake bezwaar en ambtshalve ontheffing, wordt de ontheffing verleend van de belastingen die in tegenspraak met de bepalingen van het Avenant werden geheven of betaald, zelfs wanneer die belastingen op grond van het gemeen recht niet meer kunnen worden herzien. Die ontheffing wordt verleend, ofwel ambtshalve door de directeur der belastingen indien de overbelasting door de Administratie werd vastgesteld of door de belastingschuldige aan de Administratie werd bekendgemaakt binnen een termijn van zes maanden met ingang van de publicatie van deze wet in het Belgisch Staatsblad, ofwel naar aanleiding van een schriftelijk en met redenen omkleed bezwaarschrift dat binnen dezelfde termijn bij de voornoemde ambtenaar werd ingediend. § 2. In afwijking van de bepalingen van artikel 4, paragraaf 2 en van artikel 5 kan, voor de toepassing van artikel 2, paragraaf 4, a) van het Avenant, het recht op het voordeel van de grensarbeidersregeling met alle rechtsmiddelen, met uitzondering van de eed, worden aangetoond. De werkgever bezorgt aan de werknemer die aanspraak maakt op de toepassing van artikel 2, paragraaf 4, a) van het Avenant, de telling van de dagen waarop die werknemer in de loop van het betrokken jaar of de betrokken jaren de Belgische grensstreek heeft verlaten.

Art. 8.In afwijking van de bepalingen van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, mogen de belastingen of de aanvullende belastingen die voortvloeien uit de toepassing van het Avenant nog geldig worden gevestigd na het vervallen van de aanslagtermijnen waarin het gemeen recht voorziet tot het verstrijken van een termijn van één jaar met ingang van de bekendmaking van deze wet in het Belgisch Staatsblad.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 7 mei 2009.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Buitenlandse Zaken, K. DE GUCHT De Minister van Financiën, D. REYNDERS Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, S. DE CLERCK Nota's (1) Zitting 2008-2009. Senaat.

Documenten. - Ontwerp van wet ingediend op 9 februari 2009, nr. 4-1143/1. - Verslag, nr. 4-1143/2.

Parlementaire Handelingen. - Bespreking en stemming : vergadering van 5 maart 2009.

Kamer.

Documenten. - Ontwerp overgezonden door de Senaat, nr. 52-1858/1. - Verslag namens de commissie, nr. 52-1858/2. - Tekst aangenomen in plenaire vergadering en aan de Koning ter bekrachtiging voorgelegd, nr. 52-1858/3.

Parlementaire Handelingen. - Bespreking en stemming : vergadering van 26 maart 2009. (2) Dit Avenant treedt in werking op 17 december 2009, overeenkomstig zijn artikel 5. Avenant bij de Overeenkomst tussen België en Frankrijk tot voorkoming van dubbele belasting en tot regeling van wederzijdse administratieve en juridische bijstand inzake inkomstenbelastingen, ondertekend te Brussel op 10 maart 1964 en gewijzigd door de Avenanten van 15 februari 1971 en 8 februari 1999 De Regering van het Koninkrijk België en De Regering van de Republiek Frankrijk, Wensende de Overeenkomst tussen België en Frankrijk tot voorkoming van dubbele belasting en tot regeling van wederzijdse administratieve en juridische bijstand inzake inkomstenbelastingen (samen met een Protocol), ondertekend te Brussel op 10 maart 1964 en gewijzigd door de Avenanten van 15 februari 1971 en 8 februari 1999 (hierna te noemen « de Overeenkomst ») te wijzigen, zijn het volgende overeengekomen : ARTIKEL 1 Artikel 11, paragraaf 2 c), van de Overeenkomst wordt vervangen door de volgende bepalingen : « c) De bepalingen van de paragrafen 1 en 2, a) en b), zijn van toepassing onder voorbehoud van de bepalingen van het aanvullend Protocol inzake grensarbeiders. » ARTIKEL 2 Aan de Overeenkomst wordt een « aanvullend Protocol inzake grensarbeiders » toegevoegd, luidend als volgt : « 1. Salarissen, lonen en andere soortgelijke bezoldigingen, verkregen door een inwoner van een overeenkomstsluitende Staat die zijn werkzaamheid uitoefent in de grensstreek van de andere overeenkomstsluitende Staat en die uitsluitend in de grensstreek van de eerstgenoemde Staat een duurzaam tehuis heeft, zijn slechts in die Staat belastbaar. 2. Voor de toepassing van dit Protocol omvat de grensstreek van elke overeenkomstsluitende Staat alle gemeenten die gelegen zijn in de streek die wordt begrensd door de gemeenschappelijke grens van de overeenkomstsluitende Staten en een lijn getrokken op een afstand van twintig kilometer van die grens, met dien verstande dat de gemeenten die door deze lijn worden doorsneden in de grensstreek worden opgenomen.Alle andere gemeenten die, voor de toepassing van artikel 11, paragraaf 2, c), van de Overeenkomst die op 1 januari 1999 van kracht was, beschouwd werden als zijnde gelegen in de grensstreek van elke overeenkomstsluitende Staat, worden eveneens geacht begrepen te zijn in de Franse of de Belgische grensstreek, naargelang het geval. 3. Bezoldigingen die vanaf 1 januari 2007 worden verkregen ter zake van een binnen de Franse grensstreek uitgeoefende werkzaamheid in loondienst door personen die hun duurzaam tehuis in de Belgische grensstreek hebben, zijn, in afwijking van paragraaf 1, belastbaar onder de voorwaarden waarin is voorzien in artikel 11, paragrafen 1 en 2, a) en b), van de Overeenkomst.4. a) Het stelsel dat is bepaald in paragraaf 1, is van toepassing op bezoldigingen die in de loop van de jaren 2003 tot 2008 worden ontvangen door werknemers die hun duurzaam tehuis in de Franse grensstreek hebben en die hun werkzaamheid in loondienst niet meer dan 45 dagen per kalenderjaar buiten de Belgische grensstreek uitoefenen. Een deel van de dag dat de grensstreek wordt verlaten, zal geteld worden als een volledige dag.

De trajecten die de werknemer buiten de grensstreek aflegt in het kader van een transportwerkzaamheid zullen niet opgenomen worden in het totaal van de dagen, voor zover de totale afstand die buiten de grensstreek wordt afgelegd niet meer bedraagt dan een kwart van de totale afstand die noodzakelijkerwijze wordt afgelegd voor de uitoefening van deze werkzaamheid. b) Het stelsel dat is bepaald in paragraaf 1, is van toepassing op bezoldigingen die in de loop van de jaren 2009 tot 2011 worden ontvangen door werknemers die hun duurzaam tehuis in de Franse grensstreek hebben en die hun werkzaamheid in loondienst niet meer dan 30 dagen per kalenderjaar buiten de Belgische grensstreek uitoefenen. Het stelsel is niet van toepassing op werknemers die op 31 december 2008 hun duurzaam tehuis in België hebben. 5. Het stelsel dat is bepaald in paragraaf 1, is van toepassing op bezoldigingen die in de loop van een periode van 22 jaar, die aanvangt op 1 januari 2012, worden ontvangen uitsluitend door werknemers die op 31 december 2011 hun duurzaam tehuis in de Franse grensstreek hebben en hun werkzaamheid in loondienst uitoefenen binnen de Belgische grensstreek, onder voorbehoud dat deze laatsten : a) hun duurzaam tehuis in de Franse grensstreek behouden;b) de uitoefening van hun werkzaamheid in loondienst in de Belgische grensstreek voortzetten;c) in de uitoefening van hun werkzaamheid niet meer dan 30 dagen per kalenderjaar de Belgische grensstreek verlaten. Het niet-naleven van één van deze voorwaarden leidt tot het definitieve verlies van het voordeel van het stelsel. Indien de grensarbeider echter een eerste maal de in punt c) van deze paragraaf bedoelde voorwaarde niet vervult, verliest hij het voordeel van het stelsel enkel voor het betrokken jaar.

Tijdens afwezigheden voortvloeiend uit omstandigheden zoals ziekte, ongeval, betaald educatief verlof, vakantie of werkloosheid, wordt de uitoefening van de werkzaamheid in loondienst in de Belgische grensstreek beschouwd als zijnde voortgezet in de zin van punt b).

De bepalingen van deze paragraaf zijn van toepassing op werknemers die hun duurzaam tehuis in de Franse grensstreek hebben maar op 31 december 2011 hun betrekking in de Belgische grensstreek hebben verloren en die aantonen dat ze in de loop van 2011 hun werkzaamheid gedurende 3 maanden in deze laatste grensstreek hebben uitgeoefend.

Het stelsel is niet van toepassing op werknemers die op 31 december 2008 hun duurzaam tehuis in België hebben. 6. Een werknemer die zijn duurzaam tehuis in de Franse grensstreek heeft en die in de Belgische grensstreek een werkzaamheid in loondienst uitoefent waarvan de tijdsduur is beperkt tot een deel van het jaar, hetzij wegens het seizoensgebonden karakter van het werk, hetzij omdat de bezoldigde werknemer voor een bepaalde periode van het jaar is aangeworven als aanvullend personeelslid (uitzendkrachten), wordt gekwalificeerd als « seizoensgrensarbeider ».Die tijdsduur mag niet meer bedragen dan 90 gepresteerde dagen per kalenderjaar.

De bezoldigingen die tot en met 31 december 2033 worden ontvangen door seizoensgrensarbeiders, genieten het voordeel van het in paragraaf 1 bedoelde stelsel, onder de voorwaarden die zijn vermeld in de paragrafen 2 en 7, mits het aantal dagen dat de Belgische grensstreek wordt verlaten niet meer bedraagt dan 15 % van het aantal gepresteerde dagen gedurende het beschouwde jaar. 7. De telling van de dagen dat de grensstreek wordt verlaten, zoals beoogd in de paragrafen 4, b), 5 en 6, gebeurt overeenkomstig de volgende principes : a) een deel van de dag dat de grensstreek wordt verlaten, zal geteld worden als een volledige dag.b) de volgende gevallen waarin de grensstreek wordt verlaten, zullen niet opgenomen worden in het totaal van de dagen : (i) de gevallen van overmacht, buiten de wil van de werkgever en de werknemer; (ii) de incidentele doorreis in België buiten de grensstreek om zich naar een plaats binnen de Belgische grensstreek of buiten België te begeven; (iii) werkzaamheden inherent aan de functie van vakbondsafgevaardigde; (iv) het deelnemen aan een comité voor preventie en bescherming op het werk, of aan een paritair comité of het bijwonen van een vergadering van de werkgeversfederatie; (v) het deelnemen aan een ondernemingsraad; (vi) het bijwonen van een personeelsfeest; (vii) doktersbezoeken; (viii) de grensstreek verlaten voor beroepsopleiding, beperkt tot 5 werkdagen per kalenderjaar; (ix) de trajecten die de werknemer buiten de grensstreek aflegt in het kader van een transportwerkzaamheid, voor zover de totale afstand die buiten de grensstreek wordt afgelegd niet meer bedraagt dan een kwart van de totale afstand die noodzakelijkerwijze wordt afgelegd voor de uitoefening van deze werkzaamheid. 8. Indien de voorgaande bepalingen van dit Protocol niet van toepassing zijn, zijn de bezoldigingen die een inwoner van Frankrijk ontvangt ter zake van een werkzaamheid in loondienst uitgeoefend binnen de Belgische grensstreek, belastbaar overeenkomstig de bepalingen van artikel 11, paragrafen 1 en 2, a) en b), van de Overeenkomst. De bepalingen van dit Protocol zijn niet van toepassing op de bezoldigingen zoals bedoeld in artikel 9 van de Overeenkomst. 9. Voor de toepassing van de paragrafen 4, b), 5 en 6 van dit Protocol moet een werkgever, die inwoner is van België of in België over een inrichting beschikt en die gebruik maakt of gebruik heeft gemaakt van de diensten van een inwoner van Frankrijk die in aanmerking komt om de voordelen van het in paragraaf 1 bedoelde stelsel te genieten, in de loop van de maand maart van elk kalenderjaar, en zulks ten vroegste in maart 2010, bevestigen dat die inwoner van Frankrijk in de loop van het voorgaande kalenderjaar, en onder voorbehoud van de in paragrafen 5 en 7 bedoelde uitzonderingen, zijn werkzaamheid in loondienst gedurende niet meer dan 30 dagen buiten de Belgische grensstreek heeft uitgeoefend of gedurende niet meer dan 15 % van het aantal gepresteerde dagen indien het een seizoensgrensarbeider betreft. De bevoegde autoriteiten van de overeenkomstsluitende Staten stellen de toepassingsregels van het huidig Protocol vast en bepalen welke bewijsstukken nodig zijn voor de toepassing ervan. » ARTIKEL 3 In het Slotprotocol van 10 maart 1964 wordt na het punt 6 een punt 7 toegevoegd dat als volgt luidt : « 7. Voor het vaststellen van de aanvullende belastingen die worden gevestigd door de Belgische gemeenten en agglomeraties, houdt België, niettegenstaande elke andere bepaling van de Overeenkomst en van het Aanvullend Protocol inzake grensarbeiders, rekening met de beroepsinkomsten die in België vrijgesteld zijn van belasting volgens de Overeenkomst en dit Protocol. Die aanvullende belastingen worden berekend op de belasting die verschuldigd zou zijn in België indien de desbetreffende beroepsinkomsten van Belgische oorsprong zouden zijn.

Deze bepaling is van toepassing vanaf 1 januari 2009 ».

ARTIKEL 4 Frankrijk zal elk kalenderjaar een bedrag van 25 miljoen euro storten als compensatie voor de inkomsten die België moet derven door de toepassing van paragraaf 5 van het aanvullend Protocol inzake grensarbeiders. De eerste storting wordt uitgevoerd op het einde van het jaar 2012.

Om de drie jaar vanaf de eerste storting, zal dit bedrag worden gewijzigd, beperkt tot maximum 25 miljoen euro, op basis van de evolutie van het totale bedrag van de brutobezoldigingen ontvangen door de grensarbeiders, volgens de volgende formule : - indien het totale bedrag van de brutobezoldigingen ontvangen in het jaar n lager is dan het totale bedrag van de in 2011 ontvangen brutobezoldigingen, zal het gestorte bedrag voor de jaren n+1 tot n+3 op de volgende manier berekend worden : 25 miljoen euro x totale bedrag van de in het jaar n ontvangen brutobezoldigingen/totale bedrag van de in 2011 ontvangen brutobezoldigingen. 2 - indien het totale bedrag van de in het jaar n ontvangen brutobezoldigingen hoger is dan of gelijk is aan het totale bedrag van de in 2011 ontvangen brutobezoldigingen, zal het gestorte bedrag voor de jaren n+1 tot n+3, 25 miljoen euro bedragen.

Onder brutobezoldigingen wordt verstaan de belastbare bezoldigingen na aftrek van de socialezekerheidsbijdragen.

ARTIKEL 5 Elk van de overeenkomstsluitende Staten zal de andere overeenkomstsluitende Staat in kennis stellen van de voltooiing van de procedures die door zijn wetgeving voor de inwerkingtreding van het huidig Avenant zijn vereist. Dit Avenant zal in werking treden op de dag waarop de tweede kennisgeving wordt ontvangen.

Ten blijke waarvan, de ondergetekenden, daartoe behoorlijk gevolmachtigd, dit Avenant hebben ondertekend.

Gedaan te Brussel, op 12 december 2008, in tweevoud, in de Franse en Nederlandse taal, zijnde de twee teksten gelijkelijk authentiek.

^