FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN

7 JULI 1875. - Wet tot bestraffing van het aanbod of het voorstel om bepaalde misdaden te plegen. - Officieuze coördinatie in het Duits

De hiernavolgende tekst is de officieuze coördinatie in het Duits van de wet van 7 juli 1875 tot bestraffing van het aanbod of het voorstel om bepaalde misdaden te plegen (Belgisch Staatsblad van 9 juli 1875), zoals ze achtereenvolgens werd gewijzigd bij : - de wet van 9 april 1930 tot bescherming der maatschappij tegen de abnormalen en de gewoontemisdadigers (Belgisch Staatsblad van 11 mei 1930); - de wet van 1 juli 1964 tot bescherming van de maatschappij tegen abnormalen en de gewoontemisdadigers (Belgisch Staatsblad van 17 juli 1964); - de wet van 26 juni 2000Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/06/2000 pub. 29/07/2000 numac 2000003440 bron ministerie van financien Wet betreffende de invoering van de euro in de wetgeving die betrekking heeft op aangelegenheden als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet sluiten betreffende de invoering van de euro in de wetgeving die betrekking heeft op aangelegenheden als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet (Belgisch Staatsblad van 29 juli 2000); - de wet van 23 januari 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/01/2003 pub. 13/03/2003 numac 2003009107 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende harmonisatie van de geldende wetsbepalingen met de wet van 10 juli 1996 tot afschaffing van de doodstraf en tot wijziging van de criminele straffen sluiten houdende harmonisatie van de geldende wetsbepalingen met de wet van 10 juli 1996 tot afschaffing van de doodstraf en tot wijziging van de criminele straffen (Belgisch Staatsblad van 13 maart 2003).

Deze officieuze coördinatie in het Duits is opgemaakt door de Centrale Dienst voor Duitse vertaling in Malmedy.

MINISTERIUM DER JUSTIZ 7. JULI 1875 - Gesetz zur Ahndung des Angebots oder des Vorschlags, bestimmte Verbrechen zu begehen Artikel 1 - Wer unmittelbar anbietet oder vorschlägt, ein Verbrechen zu begehen, das mit [einer lebenslänglichen Haftstrafe oder einer lebenslänglichen Zuchthausstrafe, einer Zuchthausstrafe von zehn bis zu fünfzehn Jahren oder einer schwereren Strafe] bestraft wird, oder an einem solchen Verbrechen teilzunehmen;wer ein solches Angebot oder einen solchen Vorschlag annimmt, wird mit einer Gefängnisstrafe von drei Monaten bis zu fünf Jahren und mit einer Geldbusse von 50 bis zu 500 [EUR] bestraft, vorbehaltlich der Anwendung von Artikel 85 des Strafgesetzbuches, wenn mildernde Umstände vorliegen.

Der Schuldige kann ausserdem zur Aberkennung von Rechten gemäss Artikel 33 des Strafgesetzbuches verurteilt werden [...].

Ein einfaches mündliches Angebot oder ein einfacher mündlicher Vorschlag, wenn sie nicht mit Geschenken oder Versprechen einhergehen oder an Geschenke oder Versprechen geknüpft sind, und die Annahme eines solchen Angebots oder Vorschlags werden jedoch nicht bestraft. [Art. 1 Abs. 1 abgeändert durch Art. 2 des G. vom 26. Juni 2000 (B.S. vom 29. Juli 2000) und Art. 103 des G. vom 23. Januar 2003 (B.S. vom 13. März 2003);Abs. 2 abgeändert durch Art. 32 des G. vom 9. April 1930 (B.S. vom 11. Mai 1930), selbst ersetzt durch Art. 1 des G. vom 1. Juli 1964 (B.S. vom 17. Juli 1964)] Art. 2 - [Abänderungsbestimmung]