gepubliceerd op 22 december 2006
Wet tot wijziging van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde
7 DECEMBER 2006. - Wet tot wijziging van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
Art. 2.Artikel 53octies, § 2, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, ingevoegd bij de wet van 28 december 1992 en gewijzigd bij de wetten van 22 april 2003 en 28 januari 2004, wordt vervangen als volgt : « § 2. De Koning kan onder de door Hem vast te stellen voorwaarden toestaan en zelfs verplichten dat de in de artikelen 53, § 1, eerste lid, 2°, en 53ter bedoelde aangiften worden ingediend en dat de in de artikelen 53quinquies tot 53octies, § 1 bedoelde gegevens worden medegedeeld door middel van procedures waarbij informatica- en telegeleidingstechnieken worden aangewend. » Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 7 december 2006.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, D. REYNDERS Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX
7 DECEMBER 2006. - Wet tot wijziging van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde (1) MEMORIE VAN TOELICHTING Dames en Heren, Het ontwerp van wet dat de Regering de eer heeft u ter goedkeuring voor te leggen, betreft een wijziging aangebracht aan artikel 53octies van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde.
De artikelen 53 en volgende van het Wetboek vormen de omzetting in intern recht van artikel 22 van de zesde richtlijn 77/388/EEG van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting - Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde : uniforme grondslag, met betrekking tot de verplichtingen van degenen die tot voldoening van de belasting gehouden zijn.
De bepalingen met betrekking tot de indiening langs elektronische weg van de belastingaangiften werden op Europees vlak ingevoerd bij de richtlijn 2002/38/EG van de Raad van 7 mei 2002 tot wijziging van de voornoemde richtlijn 77/388/EEG, inzonderheid in artikel 22, lid 4, a), dat in artikel 28 nonies gewijzigd wordt.
Teneinde volledig in overeenstemming te zijn met artikel 22 van de zesde richtlijn, maakt de nieuwe tekst van artikel 53octies, § 2, het voortaan mogelijk dat de Koning, onder de door Hem vast te stellen voorwaarden, toestaat en zelfs verplicht dat de indiening van bepaalde in het Wetboek bedoelde aangiften alsook bepaalde gegevens langs elektronisch weg worden medegedeeld.
Deze aanpassing kadert in een volharde aanpak tot administratieve vereenvoudiging ten gunste van de belastingplichtigen en de belastingadministraties.
Toelichting bij de artikelen Parlementaire procedure voor het aannemen van het ontwerp Artikel 1 Overeenkomstig artikel 83 van de grondwet preciseert dit artikel dat het ontwerp een fiscale aangelegenheid betreft bedoeld in artikel 78 van de grondwet.
Langs elektronische weg ingediende belastingaangiften en mededeling van gegevens Artikel 2 Onderhavig artikel vervangt artikel 53octies, § 2, van het Wetboek om het de Koning mogelijk te maken de indiening van bepaalde belastingaangiften en de mededeling van bepaalde gegevens langs elektronische weg toe te staan en zelfs te verplichten.
De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, D. REYNDERS _______ Nota (1) Zitting 2005-2006 Kamer van volksvertegenwoordigers Stukken.- Wetsontwerp, 51-2632 - Nr. 1. - Verslag, 51-2632 Nr. 2. - Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Senaat, 51-2665 - Nr. 3.
Senaat.
Stukken. - Ontwerp niet geëvoceerd door de Senaat, 3-1897 - Nr. 1.