gepubliceerd op 22 december 2005
Wet tot wijziging van de faillissementswet van 8 augustus 1997 met betrekking tot de procedure van verificatie van schuldvorderingen
6 DECEMBER 2005. - Wet tot wijziging van de faillissementswet van 8 augustus 1997 met betrekking tot de procedure van verificatie van schuldvorderingen (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt :
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
Art. 2.In artikel 11, tweede lid, van de faillissementswet van 8 augustus 1997 worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de eerste zin wordt vervangen als volgt : « Hetzelfde vonnis bepaalt de datum waarop het eerste proces-verbaal van verificatie van de schuldvorderingen ter griffie wordt neergelegd. ». 2° in de tweede zin, worden de woorden « sluiting van het proces-verbaal » vervangen door de woorden « neerlegging van het eerste proces-verbaal.».
Art. 3.Artikel 13, tweede lid, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 4 september 2002, wordt vervangen als volgt : « Het exploot van betekening bevat op straffe van nietigheid, benevens de tekst van de artikelen 14 en 15, aanmaning om kennis te nemen van de processen-verbaal van verificatie van de schuldvorderingen. Het exploot van betekening bevat eveneens de tekst van artikel 53. »
Art. 4.In de artikelen 26, eerste lid, 50, 75, § 1, gewijzigd bij de wet van 4 september 2002, 100, tweede lid, en 101, derde lid, uitgelegd bij de wet van 12 maart 2000, van dezelfde wet worden de woorden « de sluiting van het proces-verbaal van verificatie » en in artikel 62, derde lid, van dezelfde wet worden de woorden « het sluiten van het proces-verbaal van verificatie », telkens vervangen door de woorden « de neerlegging van het eerste proces-verbaal van verificatie. ».
Art. 5.In artikel 35 van dezelfde wet worden de woorden « , in het bijzonder de afwikkeling van de schuldvorderingen van de werknemers van de gefailleerde » ingevoegd na de woorden « te bespoedigen ».
Art. 6.Artikel 38, tweede lid, 6., van dezelfde wet wordt vervangen als volgt : « 6. de datum van de neerlegging van het eerste proces-verbaal van verificatie van de schuldvorderingen. »
Art. 7.In artikel 39, eerste lid, 5°, van dezelfde wet worden de woorden « het proces-verbaal » vervangen door de woorden « de processen-verbaal ».
Art. 8.In artikel 40, tweede lid, ingevoegd bij de programmawet van 8 april 2003, vervallen de woorden « volgens de bepalingen voorzien bij de artikelen 67, tweede lid, en 68, eerste en vierde lid ».
Art. 9.In artikel 63bis van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 4 september 2002, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden « proces-verbaal van verificatie » worden telkens vervangen door de woorden « eerste proces-verbaal van verificatie »;2° in het laatste lid worden de woorden « of aangehouden » ingevoegd tussen het woord « betwist » en het woord « , dan » en tussen het woord « betwiste » en het woord « gedeelte ».
Art. 10.Artikel 67 van dezelfde wet, gewijzigd bij de programmawet van 8 april 2003, wordt vervangen als volgt : «
Art. 67.- De op de griffie neer te leggen processen-verbaal van verificatie van de schuldvorderingen worden door de curators opgesteld en door hen en de rechter-commissaris ondertekend. »
Art. 11.Artikel 68 van dezelfde wet, gewijzigd bij de programmawet van 8 april 2003, wordt vervangen als volgt : « Art. 68 - Uiterlijk op de in het vonnis van faillietverklaring bepaalde dag leggen de curators het eerste proces-verbaal van verificatie neer ter griffie.
Viermaandelijks, te rekenen van de datum van de neerlegging van het eerste proces-verbaal van verificatie, zoals bepaald in het vonnis van faillietverklaring, en gedurende de daaropvolgende zestien maanden, leggen de curators ter griffie een aanvullend proces-verbaal van verificatie neer waarin zij het vorige proces-verbaal van verificatie overnemen, de aangehouden vorderingen verder verifiëren en de schuldvorderingen verifiëren die sedertdien ter griffie werden ingediend.
De curators kunnen in het proces-verbaal de schuldvorderingen aanvaarden, aanhouden tot de volgende verificatie, of betwisten. De rechter-commissaris verwijst de betwiste schuldvorderingen naar de rechtbank.
Indien de curators een schuldvordering betwisten brengen zij de betrokken schuldeiser daarvan schriftelijk op de hoogte en stellen zij hem daarbij ervan in kennis dat hij bij een later ter post aangetekend schrijven zal worden opgeroepen voor de rechtbank voor de behandeling van de betwisting.
De schuldvorderingen van de werknemers van de gefailleerde, aangenomen in hun geheel of provisioneel, worden onmiddellijk door de curators bezorgd aan het Fonds tot vergoeding van de in geval van sluiting van ondernemingen ontslagen werknemers.
De schuldvorderingen die na het laatste aanvullend proces-verbaal nog niet zijn aanvaard worden beslecht met toepassing van artikel 70.
Vorderingen tot opname van schuldvorderingen waarvan de opname overeenkomstig artikel 72, derde en vierde lid, gevorderd wordt na de neerlegging van het laatste aanvullend proces-verbaal van verificatie, worden ingeleid bij dagvaarding betekend aan de curators. »
Art. 12.Artikel 69 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt : «
Art. 69.- De gefailleerde en de schuldeisers kunnen tegen de verrichte en te verrichten verificaties bezwaren inbrengen binnen een maand na de neerlegging van het proces-verbaal van verificatie waarin de schuldvordering werd opgenomen of waarin een aangehouden schuldvordering door de curators werd aanvaard of betwist.
Het bezwaar wordt aan de curators en aan de schuldeiser wiens vordering wordt tegengesproken betekend bij een deurwaardersexploot.
Hierbij worden de curators en de schuldeiser, alsmede de gefailleerde voor de rechtbank gedaagd teneinde uitspraak te horen doen over de schuldvordering waartegen bezwaar is ingebracht. De gefailleerde wordt door de curators verwittigd met uitnodiging om te verschijnen. »
Art. 13.In artikel 72 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid vervallen de woorden « binnen de termijn bij het vonnis van faillietverklaring bepaald »;2° in het tweede lid wordt de eerste zin vervangen als volgt : « Tot de oproeping voor de vergadering bedoeld in artikel 79 hebben de schuldeisers die in gebreke zijn gebleven, het recht opname te vorderen zonder dat hun vordering reeds bevolen uitkeringen kan opschorten.»; 3° in het derde lid wordt het woord « drie » vervangen door het woord « één ». Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 6 december 2005.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota's (1) Stukken van de Kamer van volksvertegenwoordigers : 51-169 - BZ 2003 : Nr.1 : Wetsvoorstel van Mevr. Taelman en de heer Marinower. 51-169 - Zitting 2004/2005 Nrs. 2 en 3 : Amendementen.
Nr. 4 : Verslag.
Nr. 5 : Tekst aangenomen door de commissie.
Nr. 6 : Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Senaat.
Integraal Verslag : 13 juli 2005.
Stukken van de Senaat : 3-1307 - Zitting 2005/2006 : Nr. 1 : Ontwerp niet geëvoceerd door de Senaat.