gepubliceerd op 14 juni 2010
Wet tot aanvulling, wat de verhaalmiddelen betreft, van de wet van 2 juni 2010 tot uitbreiding van de herstelmaatregelen voor de ondernemingen uit de bank- en financiële sector
2 JUNI 2010. - Wet tot aanvulling, wat de verhaalmiddelen betreft, van de wet van 2 juni 2010 tot uitbreiding van de herstelmaatregelen voor de ondernemingen uit de bank- en financiële sector (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.
Art. 2.In de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen wordt een artikel 26ter ingevoegd, luidende : « Art. 26ter § 1. Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder : 1° koninklijk besluit : het koninklijk besluit dat na overleg in de Ministerraad is vastgesteld met toepassing van artikel 26bis, § 1;2° daad van beschikking : de overdracht of de andere daad van beschikking waarin het koninklijk besluit voorziet;3° rechtbank : de rechtbank van eerste aanleg te Brussel;4° eigenaars : de natuurlijke of rechtspersonen die, op de datum van het koninklijk besluit, eigenaar zijn van de activa of aandelen dan wel houder zijn van de rechten die het voorwerp uitmaken van de daad van beschikking;5° derde-overnemer : de natuurlijke of rechtspersoon, andere dan de Belgische Staat, die volgens het koninklijk besluit, de activa, aandelen of rechten die het voorwerp uitmaken van de daad van beschikking, zal verwerven;6° schadeloosstelling : de schadeloosstelling die door het koninklijk besluit wordt vastgesteld ten voordele van de eigenaars als tegenprestatie voor de daad van beschikking. § 2. Het koninklijk besluit treedt in werking op de dag dat het in paragraaf 8 bedoelde vonnis wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad. § 3. De Belgische Staat dient ter griffie van de rechtbank een verzoekschrift in teneinde te laten vaststellen dat de daad van beschikking in overeenstemming is met de wet en dat de schadeloosstelling haar billijk voorkomt, inzonderheid rekening houdend met de criteria bepaald in paragraaf 7, vierde lid.
Op straffe van nietigheid bevat dit verzoekschrift : 1° de identiteit van de betrokken verzekeringsonderneming;2° in voorkomend geval, de identiteit van de derde-overnemer;3° de verantwoording van de daad van beschikking gelet op de criteria vastgesteld in artikel 26bis, § 1;4° de schadeloosstelling, de elementen op grond waarvan zij werd vastgesteld, inzonderheid wat het variabele deel betreft waaruit zij zou zijn samengesteld en, in voorkomend geval, de sleutel voor de verdeling onder de eigenaars;5° in voorkomend geval, de vereiste toelatingen van overheidsinstanties en alle andere opschortende voorwaarden waaraan de daad van beschikking is onderworpen;6° in voorkomend geval, de prijs die met de derde-overnemer is overeengekomen voor de activa of aandelen die het voorwerp uitmaken van de daad van beschikking, alsook de mechanismen voor prijsherziening of -aanpassing;7° de opgave van dag, maand en jaar;8° de handtekening van de persoon die de Belgische Staat vertegenwoordigt of van de advocaat van de Belgische Staat. Bij het verzoekschrift wordt een kopie van het koninklijk besluit gevoegd.
De bepalingen van Deel IV, Boek II, Titel Vbis van het Gerechtelijk Wetboek, met inbegrip van de artikelen 1034bis tot 1034sexies, zijn niet van toepassing op het verzoekschrift. § 4. De procedure die is ingeleid met het in paragraaf 3 bedoelde verzoekschrift, sluit alle andere gelijktijdige of toekomstige beroepen of rechtsvorderingen tegen het koninklijk besluit of tegen de daad van beschikking uit, met uitzondering van de vordering bedoeld in paragraaf 11. Ingevolge de indiening van het verzoekschrift vervalt elke andere procedure, gericht tegen het koninklijk besluit of de daad van beschikking, die voorheen zou zijn ingeleid en nog hangende zou zijn voor een ander gewoon of administratief rechtscollege. § 5. Binnen tweeënzeventig uur na de indiening van het verzoekschrift bedoeld in paragraaf 3, bepaalt de voorzitter van de rechtbank, bij beschikking, dag en uur van de in paragraaf 7 bedoelde rechtszitting, die moet plaatsvinden binnen zeven dagen na de indiening van het verzoekschrift. In deze beschikking worden alle in paragraaf 3, tweede lid, bepaalde vermeldingen opgenomen.
De beschikking wordt door de griffie bij gerechtsbrief ter kennis gebracht van de Belgische Staat, van de betrokken verzekeringsonderneming alsook, in voorkomend geval, van de derde-overnemer. Zij wordt tezelfdertijd bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad. Deze bekendmaking geldt als kennisgeving aan de eventuele andere eigenaars dan de betrokken verzekeringsonderneming.
De beschikking wordt ook door de betrokken verzekeringsonderneming binnen vierentwintig uur na de kennisgeving op haar website gepubliceerd. § 6. De in paragraaf 5, tweede lid, bedoelde personen kunnen ter griffie kosteloos inzage nemen van het in paragraaf 3 bedoelde verzoekschrift en de bijlagen, tot het in paragraaf 8 bedoelde vonnis wordt uitgesproken. § 7. Tijdens de rechtszitting die door de voorzitter van de rechtbank is vastgelegd, alsook tijdens eventuele latere zittingen die de rechtbank nuttig acht, hoort de rechtbank de Belgische Staat, de betrokken verzekeringsonderneming, in voorkomend geval de derde-overnemer alsook de eigenaars die vrijwillig tussenkomen in de procedure.
In afwijking van de bepalingen van Hoofdstuk II van Titel III van Boek II van Deel IV van het Gerechtelijk Wetboek, mag geen enkele andere persoon dan bedoeld in het vorige lid, optreden in de procedure.
Na de partijen te hebben gehoord, gaat de rechtbank na of de daad van beschikking in overeenstemming is met de wet en of de schadeloosstelling haar billijk voorkomt.
De rechtbank houdt rekening met de daadwerkelijke situatie van de betrokken verzekeringsonderneming op het ogenblik van de daad van beschikking, inzonderheid met haar financiële situatie zoals die was of zou zijn geweest indien haar geen rechtstreekse of onrechtstreekse overheidssteun zou zijn verleend. Ten behoeve van dit lid worden met overheidssteun gelijkgesteld, de dringende voorschotten van liquide middelen evenals de garanties die door een publiekrechtelijk rechtspersoon worden verleend.
De rechtbank spreekt zich uit in een en hetzelfde vonnis dat wordt gegeven binnen twintig dagen na de rechtszitting die door de voorzitter van de rechtbank is vastgelegd. § 8. Het vonnis waarmee de rechtbank vaststelt dat de daad van beschikking in overeenstemming is met de wet en de schadeloosstelling haar billijk voorkomt, geldt als akte van eigendomsoverdracht van de activa en aandelen die het voorwerp uitmaken van de daad van beschikking, evenwel onder voorbehoud van de opschortende voorwaarden bedoeld in paragraaf 3, tweede lid, 5°. § 9. Tegen het in paragraaf 8 bedoelde vonnis is geen beroep, verzet of derdenverzet mogelijk.
Het vonnis wordt bij gerechtsbrief ter kennis gebracht van de Belgische Staat, de betrokken verzekeringsonderneming en, in voorkomend geval, de derde-overnemer, en het wordt tezelfdertijd bij uittreksel bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
Deze bekendmaking van het vonnis geldt als kennisgeving aan de eventuele andere eigenaars dan de betrokken verzekeringsonderneming, en maakt de daad van beschikking, zonder verdere formaliteiten, tegenstelbaar aan derden.
Het vonnis wordt ook door de betrokken verzekeringsonderneming binnen vierentwintig uur na de kennisgeving op haar website gepubliceerd. § 10. Na kennisgeving van het in paragraaf 8 bedoelde vonnis, geeft de Belgische Staat of, in voorkomend geval, de derde-overnemer, het bedrag van de schadeloosstelling in bewaring bij de Deposito- en Consignatiekas, zonder dat hiervoor enige formaliteit hoeft te worden vervuld.
De Belgische Staat ziet erop toe dat in het Belgisch Staatsblad een bericht wordt bekendgemaakt waarin bevestigd wordt dat voldaan is aan de opschortende voorwaarden bedoeld in paragraaf 3, tweede lid, 5°.
Zodra het in het tweede lid bedoelde bericht is gepubliceerd, stort de Deposito- en Consignatiekas, op de door de Koning vastgestelde wijze, het bedrag van de in bewaring gegeven schadeloosstelling aan de eigenaars, onverminderd eventueel regelmatig derdenbeslag op of verzet tegen het gedeponeerde bedrag. § 11. De eigenaars kunnen bij de rechtbank een vordering tot herziening van de schadeloosstelling indienen, en dit op straffe van verval binnen twee maanden te rekenen vanaf de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad van het in paragraaf 8 bedoelde vonnis. Deze vordering heeft geen enkel gevolg ten aanzien van de eigendomsoverdracht van de activa of aandelen die het voorwerp uitmaken van de daad van beschikking.
De vordering tot herziening wordt voor het overige geregeld door het Gerechtelijk Wetboek. Paragraaf 7, vierde lid, is van toepassing. »
Art. 3.In de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen wordt een artikel 57ter ingevoegd, luidende : «
Art. 57ter.§ 1. Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder : 1° koninklijk besluit : het koninklijk besluit dat na overleg in de Ministerraad is vastgesteld met toepassing van artikel 57bis, § 1;2° daad van beschikking : de overdracht of de andere daad van beschikking waarin het koninklijk besluit voorziet;3° rechtbank : de rechtbank van eerste aanleg te Brussel;4° eigenaars : de natuurlijke of rechtspersonen die, op de datum van het koninklijk besluit, eigenaar zijn van de activa of aandelen dan wel houder zijn van de rechten die het voorwerp uitmaken van de daad van beschikking;5° derde-overnemer : de natuurlijke of rechtspersoon, andere dan de Belgische Staat, die volgens het koninklijk besluit, de activa, aandelen of rechten die het voorwerp uitmaken van de daad van beschikking, zal verwerven;6° schadeloosstelling : de schadeloosstelling die door het koninklijk besluit wordt vastgesteld ten voordele van de eigenaars als tegenprestatie voor de daad van beschikking. § 2. Het koninklijk besluit treedt in werking op de dag dat het in paragraaf 8 bedoelde vonnis wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad. § 3. De Belgische Staat dient ter griffie van de rechtbank een verzoekschrift in teneinde te laten vaststellen dat de daad van beschikking in overeenstemming is met de wet en dat de schadeloosstelling haar billijk voorkomt, inzonderheid rekening houdend met de criteria bepaald in paragraaf 7, vierde lid.
Op straffe van nietigheid bevat dit verzoekschrift : 1° de identiteit van de betrokken kredietinstelling;2° in voorkomend geval, de identiteit van de derde-overnemer;3° de verantwoording van de daad van beschikking gelet op de criteria vastgesteld in artikel 57bis, § 1;4° de schadeloosstelling, de elementen op grond waarvan zij werd vastgesteld, inzonderheid wat het variabele deel betreft waaruit zij zou zijn samengesteld en, in voorkomend geval, de sleutel voor de verdeling onder de eigenaars;5° in voorkomend geval, de vereiste toelatingen van overheidsinstanties en alle andere opschortende voorwaarden waaraan de daad van beschikking is onderworpen;6° in voorkomend geval, de prijs die met de derde-overnemer is overeengekomen voor de activa of aandelen die het voorwerp uitmaken van de daad van beschikking, alsook de mechanismen voor prijsherziening of -aanpassing;7° de opgave van dag, maand en jaar;8° de handtekening van de persoon die de Belgische Staat vertegenwoordigt of van de advocaat van de Belgische Staat. Bij het verzoekschrift wordt een kopie van het koninklijk besluit gevoegd.
De bepalingen van Deel IV, Boek II, Titel Vbis van het Gerechtelijk Wetboek, met inbegrip van de artikelen 1034bis tot 1034sexies, zijn niet van toepassing op het verzoekschrift. § 4. De procedure die is ingeleid met het in paragraaf 3 bedoelde verzoekschrift, sluit alle andere gelijktijdige of toekomstige beroepen of rechtsvorderingen tegen het koninklijk besluit of tegen de daad van beschikking uit, met uitzondering van de vordering bedoeld in paragraaf 11. Ingevolge de indiening van het verzoekschrift vervalt elke andere procedure, gericht tegen het koninklijk besluit of de daad van beschikking, die voorheen zou zijn ingeleid en nog hangende zou zijn voor een ander gewoon of administratief rechtscollege. § 5. Binnen tweeënzeventig uur na de indiening van het verzoekschrift bedoeld in paragraaf 3, bepaalt de voorzitter van de rechtbank, bij beschikking, dag en uur van de in paragraaf 7 bedoelde rechtszitting, die moet plaatsvinden binnen zeven dagen na de indiening van het verzoekschrift. In deze beschikking worden alle in paragraaf 3, tweede lid, bepaalde vermeldingen opgenomen.
De beschikking wordt door de griffie bij gerechtsbrief ter kennis gebracht van de Belgische Staat, van de betrokken kredietinstelling alsook, in voorkomend geval, van de derde-overnemer. Zij wordt tezelfdertijd bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad. Deze bekendmaking geldt als kennisgeving aan de eventuele andere eigenaars dan de betrokken kredietinstelling.
De beschikking wordt ook door de betrokken kredietinstelling binnen vierentwintig uur na de kennisgeving op haar website gepubliceerd. § 6. De in paragraaf 5, tweede lid, bedoelde personen kunnen ter griffie kosteloos inzage nemen van het in paragraaf 3 bedoelde verzoekschrift en de bijlagen, tot het in paragraaf 8 bedoelde vonnis wordt uitgesproken. § 7. Tijdens de rechtszitting die door de voorzitter van de rechtbank is vastgelegd, alsook tijdens eventuele latere zittingen die de rechtbank nuttig acht, hoort de rechtbank de Belgische Staat, de betrokken kredietinstelling, in voorkomend geval de derde-overnemer alsook de eigenaars die vrijwillig tussenkomen in de procedure.
In afwijking van de bepalingen van Hoofdstuk II van Titel III van Boek II van Deel IV van het Gerechtelijk Wetboek, mag geen enkele andere persoon dan bedoeld in het vorige lid, optreden in de procedure.
Na de partijen te hebben gehoord, gaat de rechtbank na of de daad van beschikking in overeenstemming is met de wet en of de schadeloosstelling haar billijk voorkomt.
De rechtbank houdt rekening met de daadwerkelijke situatie van de betrokken kredietinstelling op het ogenblik van de daad van beschikking, inzonderheid met haar financiële situatie zoals die was of zou zijn geweest indien haar geen rechtstreekse of onrechtstreekse overheidssteun zou zijn verleend. Ten behoeve van dit lid worden met overheidssteun gelijkgesteld, de dringende voorschotten van liquide middelen evenals de garanties die door een publiekrechtelijk rechtspersoon worden verleend.
De rechtbank spreekt zich uit in een en hetzelfde vonnis dat wordt gegeven binnen twintig dagen na de rechtszitting die door de voorzitter van de rechtbank is vastgelegd. § 8. Het vonnis waarmee de rechtbank vaststelt dat de daad van beschikking in overeenstemming is met de wet en de schadeloosstelling haar billijk voorkomt, geldt als akte van eigendomsoverdracht van de activa en aandelen die het voorwerp uitmaken van de daad van beschikking, evenwel onder voorbehoud van de opschortende voorwaarden bedoeld in paragraaf 3, tweede lid, 5°. § 9. Tegen het in paragraaf 8 bedoelde vonnis is geen beroep, verzet of derdenverzet mogelijk.
Het vonnis wordt bij gerechtsbrief ter kennis gebracht van de Belgische Staat, de betrokken kredietinstelling en, in voorkomend geval, de derde-overnemer, en het wordt tezelfdertijd bij uittreksel bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
Deze bekendmaking van het vonnis geldt als kennisgeving aan de eventuele andere eigenaars dan de betrokken kredietinstelling, en maakt de daad van beschikking, zonder verdere formaliteiten, tegenstelbaar aan derden.
Het vonnis wordt ook door de betrokken kredietinstelling binnen vierentwintig uur na de kennisgeving op haar website gepubliceerd. § 10. Na kennisgeving van het in paragraaf 8 bedoelde vonnis, geeft de Belgische Staat of, in voorkomend geval, de derde-overnemer, het bedrag van de schadeloosstelling in bewaring bij de Deposito- en Consignatiekas, zonder dat hiervoor enige formaliteit hoeft te worden vervuld.
De Belgische Staat ziet erop toe dat in het Belgisch Staatsblad een bericht wordt bekendgemaakt waarin bevestigd wordt dat voldaan is aan de opschortende voorwaarden bedoeld in paragraaf 3, tweede lid, 5°.
Zodra het in het tweede lid bedoelde bericht is gepubliceerd, stort de Deposito- en Consignatiekas, op de door de Koning vastgestelde wijze, het bedrag van de in bewaring gegeven schadeloosstelling aan de eigenaars, onverminderd eventueel regelmatig derdenbeslag op of verzet tegen het gedeponeerde bedrag. § 11. De eigenaars kunnen bij de rechtbank een vordering tot herziening van de schadeloosstelling indienen, en dit op straffe van verval binnen twee maanden te rekenen vanaf de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad van het in paragraaf 8 bedoelde vonnis. Deze vordering heeft geen enkel gevolg ten aanzien van de eigendomsoverdracht van de activa of aandelen die het voorwerp uitmaken van de daad van beschikking.
De vordering tot herziening wordt voor het overige geregeld door het Gerechtelijk Wetboek. Paragraaf 7, vierde lid, is van toepassing. »
Art. 4.In de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten wordt een artikel 23ter ingevoegd, luidende : «
Art. 23ter.§ 1. Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder : 1° koninklijk besluit : het koninklijk besluit dat na overleg in de Ministerraad is vastgesteld met toepassing van artikel 23/1, § 1;2° daad van beschikking : de overdracht of de andere daad van beschikking waarin het koninklijk besluit voorziet;3° rechtbank : de rechtbank van eerste aanleg te Brussel;4° eigenaars : de natuurlijke of rechtspersonen die, op de datum van het koninklijk besluit, eigenaar zijn van de activa of aandelen dan wel houder zijn van de rechten die het voorwerp uitmaken van de daad van beschikking;5° derde-overnemer : de natuurlijke of rechtspersoon, andere dan de Belgische Staat, die volgens het koninklijk besluit, de activa, aandelen of rechten die het voorwerp uitmaken van de daad van beschikking, zal verwerven;6° schadeloosstelling : de schadeloosstelling die door het koninklijk besluit wordt vastgesteld ten voordele van de eigenaars als tegenprestatie voor de daad van beschikking. § 2. Het koninklijk besluit treedt in werking op de dag dat het in paragraaf 8 bedoelde vonnis wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad. § 3. De Belgische Staat dient ter griffie van de rechtbank een verzoekschrift in teneinde te laten vaststellen dat de daad van beschikking in overeenstemming is met de wet en dat de schadeloosstelling haar billijk voorkomt, inzonderheid rekening houdend met de criteria bepaald in paragraaf 7, vierde lid.
Op straffe van nietigheid bevat dit verzoekschrift : 1° de identiteit van de betrokken vereffeningsinstelling of daarmee gelijkgestelde instelling (hierna « de betrokken instelling » genoemd);2° in voorkomend geval, de identiteit van de derde-overnemer;3° de verantwoording van de daad van beschikking gelet op de criteria vastgesteld in artikel 23/1, § 1;4° de schadeloosstelling, de elementen op grond waarvan zij werd vastgesteld, inzonderheid wat het variabele deel betreft waaruit zij zou zijn samengesteld en, in voorkomend geval, de sleutel voor de verdeling onder de eigenaars;5° in voorkomend geval, de vereiste toelatingen van overheidsinstanties en alle andere opschortende voorwaarden waaraan de daad van beschikking is onderworpen;6° in voorkomend geval, de prijs die met de derde-overnemer is overeengekomen voor de activa of aandelen die het voorwerp uitmaken van de daad van beschikking, alsook de mechanismen voor prijsherziening of -aanpassing;7° de opgave van dag, maand en jaar;8° de handtekening van de persoon die de Belgische Staat vertegenwoordigt of van de advocaat van de Belgische Staat. Bij het verzoekschrift wordt een kopie van het koninklijk besluit gevoegd.
De bepalingen van Deel IV, Boek II, Titel Vbis van het Gerechtelijk Wetboek, met inbegrip van de artikelen 1034bis tot 1034sexies, zijn niet van toepassing op het verzoekschrift. § 4. De procedure die is ingeleid met het in paragraaf 3 bedoelde verzoekschrift, sluit alle andere gelijktijdige of toekomstige beroepen of rechtsvorderingen tegen het koninklijk besluit of tegen de daad van beschikking uit, met uitzondering van de vordering bedoeld in paragraaf 11. Ingevolge de indiening van het verzoekschrift vervalt elke andere procedure, gericht tegen het koninklijk besluit of de daad van beschikking, die voorheen zou zijn ingeleid en nog hangende zou zijn voor een ander gewoon of administratief rechtscollege. § 5. Binnen tweeënzeventig uur na de indiening van het verzoekschrift bedoeld in paragraaf 3, bepaalt de voorzitter van de rechtbank, bij beschikking, dag en uur van de in paragraaf 7 bedoelde rechtszitting, die moet plaatsvinden binnen zeven dagen na de indiening van het verzoekschrift. In deze beschikking worden alle in paragraaf 3, tweede lid, bepaalde vermeldingen opgenomen.
De beschikking wordt door de griffie bij gerechtsbrief ter kennis gebracht van de Belgische Staat, van de betrokken instelling alsook, in voorkomend geval, van de derde-overnemer. Zij wordt tezelfdertijd bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad. Deze bekendmaking geldt als kennisgeving aan de eventuele andere eigenaars dan de betrokken instelling.
De beschikking wordt ook door de betrokken instelling binnen vierentwintig uur na de kennisgeving op haar website gepubliceerd. § 6. De in paragraaf 5, tweede lid, bedoelde personen kunnen ter griffie kosteloos inzage nemen van het in paragraaf 3 bedoelde verzoekschrift en de bijlagen, tot het in paragraaf 8 bedoelde vonnis wordt uitgesproken. § 7. Tijdens de rechtszitting die door de voorzitter van de rechtbank is vastgelegd, alsook tijdens eventuele latere zittingen die de rechtbank nuttig acht, hoort de rechtbank de Belgische Staat, de betrokken instelling, in voorkomend geval de derde-overnemer alsook de eigenaars die vrijwillig tussenkomen in de procedure.
In afwijking van de bepalingen van Hoofdstuk II van Titel III van Boek II van Deel IV van het Gerechtelijk Wetboek, mag geen enkele andere persoon dan bedoeld in het vorige lid, optreden in de procedure.
Na de partijen te hebben gehoord, gaat de rechtbank na of de daad van beschikking in overeenstemming is met de wet en of de schadeloosstelling haar billijk voorkomt.
De rechtbank houdt rekening met de daadwerkelijke situatie van de betrokken instelling op het ogenblik van de daad van beschikking, inzonderheid met haar financiële situatie zoals die was of zou zijn geweest indien haar geen rechtstreekse of onrechtstreekse overheidssteun zou zijn verleend. Ten behoeve van dit lid worden met overheidssteun gelijkgesteld, de dringende voorschotten van liquide middelen evenals de garanties die door een publiekrechtelijk rechtspersoon worden verleend.
De rechtbank spreekt zich uit in een en hetzelfde vonnis dat wordt gegeven binnen twintig dagen na de rechtszitting die door de voorzitter van de rechtbank is vastgelegd. § 8. Het vonnis waarmee de rechtbank vaststelt dat de daad van beschikking in overeenstemming is met de wet en de schadeloosstelling haar billijk voorkomt, geldt als akte van eigendomsoverdracht van de activa en aandelen die het voorwerp uitmaken van de daad van beschikking, evenwel onder voorbehoud van de opschortende voorwaarden bedoeld in paragraaf 3, tweede lid, 5°. § 9. Tegen het in paragraaf 8 bedoelde vonnis is geen beroep, verzet of derdenverzet mogelijk.
Het vonnis wordt bij gerechtsbrief ter kennis gebracht van de Belgische Staat, de betrokken instelling en, in voorkomend geval, de derde-overnemer, en het wordt tezelfdertijd bij uittreksel bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
Deze bekendmaking van het vonnis geldt als kennisgeving aan de eventuele andere eigenaars dan de betrokken instelling, en maakt de daad van beschikking, zonder verdere formaliteiten, tegenstelbaar aan derden.
Het vonnis wordt ook door de betrokken instelling binnen vierentwintig uur na de kennisgeving op haar website gepubliceerd. § 10. Na kennisgeving van het in paragraaf 8 bedoelde vonnis, geeft de Belgische Staat of, in voorkomend geval, de derde-overnemer, het bedrag van de schadeloosstelling in bewaring bij de Deposito- en Consignatiekas, zonder dat hiervoor enige formaliteit hoeft te worden vervuld.
De Belgische Staat ziet erop toe dat in het Belgisch Staatsblad een bericht wordt bekendgemaakt waarin bevestigd wordt dat voldaan is aan de opschortende voorwaarden bedoeld in paragraaf 3, tweede lid, 5°.
Zodra het in het tweede lid bedoelde bericht is gepubliceerd, stort de Deposito- en Consignatiekas, op de door de Koning vastgestelde wijze, het bedrag van de in bewaring gegeven schadeloosstelling aan de eigenaars, onverminderd eventueel regelmatig derdenbeslag op of verzet tegen het gedeponeerde bedrag. § 11. De eigenaars kunnen bij de rechtbank een vordering tot herziening van de schadeloosstelling indienen, en dit op straffe van verval binnen twee maanden te rekenen vanaf de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad van het in paragraaf 8 bedoelde vonnis. Deze vordering heeft geen enkel gevolg ten aanzien van de eigendomsoverdracht van de activa of aandelen die het voorwerp uitmaken van de daad van beschikking.
De vordering tot herziening wordt voor het overige geregeld door het Gerechtelijk Wetboek. Paragraaf 7, vierde lid, is van toepassing. »
Art. 5.Artikel 92, § 1, van het Gerechtelijk Wetboek wordt aangevuld met een 9°, luidende : « 9° de vorderingen bedoeld in artikel 569, eerste lid, 38°. »
Art. 6.Artikel 569, eerste lid, van hetzelfde Wetboek wordt aangevuld met een 38°, luidende : « 38° van de vorderingen bedoeld in artikel 26ter van de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, in artikel 57ter van de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, en in artikel 23/2 van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. »
Art. 7.In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 633octies ingevoegd, luidende : «
Art. 633octies.De rechtbank van eerste aanleg te Brussel is als enige bevoegd om kennis te nemen van de vorderingen bedoeld in artikel 26ter van de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, in artikel 57ter van de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen en in artikel 23/2 van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. » Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Nice, 2 juni 2010.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Financiën, D. REYNDERS De Minister van Justitie, S. DE CLERCK Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, S. DE CLERCK _______ Nota's (1) Parlementaire werkzaamheden : Stukken van de Kamer van volksvertegenwoordigers : 52 2407/(2009/2010) : 001 : Wetsontwerp. 002 : Verslag. 003 : Tekst verbeterd door de commissie. 004 : Tekst aangenomen in plenaire vegadering en overgezonden aan de Senaat Integraal verslag : 24 en 25 maart 2010.
Zie ook : Stukken van de Kamer van volksvertegenwoordigers : 52 2406/ (2009/2010) : 001 : Wetsontwerp. 002; Amendementen. 003 : Verslag. 004 : Tekst aangenomen door de commissie. 005 : Tekst aangenomen in plenaire vegadering en overgezonden aan de Senaat Integraal verslag : 24 en 25 maart 2010.