1 OKTOBER 2021. - Wet houdende instemming met het Samenwerkingsakkoord van 27 september 2021 strekkende tot wijziging van het samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de verwerking van gegevens met betrekking tot het digitaal EU-COVID-certificaat, het COVID Safe Ticket, het PLF en de verwerking van persoonsgegevens van in het buitenland wonende of verblijvende werknemers en zelfstandigen die activiteiten uitvoeren in België (1)

FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze bepaling regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

Art. 2.Instemming wordt verleend met het samenwerkingsakkoord strekkende tot wijziging van het samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de verwerking van gegevens met betrekking tot het digitaal EU-COVID-certificaat, het COVID Safe Ticket, het PLF en de verwerking van persoonsgegevens van in het buitenland wonende of verblijvende werknemers en zelfstandigen die activiteiten uitvoeren in België afgesloten te Brussel op 26 september 2021, gevoegd bij deze wet.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 1 oktober 2021.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid, F. VANDENBROUCKE Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, V. VAN QUICKENBORNE _______ Nota (1) Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be) Stukken. - 55K2212 Integraal Verslag : 30 september 2021.

27 SEPTEMBER 2021. - Samenwerkingsakkoord strekkende tot wijziging van het samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de verwerking van gegevens met betrekking tot het digitaal EU-COVID-certificaat, het COVID Safe Ticket, het PLF en de verwerking van persoonsgegevens van in het buitenland wonende of verblijvende werknemers en zelfstandigen die activiteiten uitvoeren in België ALGEMENE TOELICHTING Op 14 juli 2021 werd een samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de verwerking van gegevens met betrekking tot het digitaal EU-COVID-certificaat, het COVID Safe Ticket, het PLF en de verwerking van persoonsgegevens van in het buitenland wonende of verblijvende werknemers en zelfstandigen die activiteiten uitvoeren in België gesloten.

Rechtzetting van de materiële vergissingen In voornoemd samenwerkingsakkoord, was echter sprake van een aantal materiële vergissingen.

Zo wordt in de Nederlandstalige versie van artikel 16, § 2 van het samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021 verkeerdelijk de term "verwerkingsovereenkomst" gehanteerd, terwijl in § 1 van datzelfde artikel de correcte, door de Gegevensbeschermingsautoriteit gehanteerde term "verwerkersovereenkomst" wordt gebruikt. De verkeerdelijk gebruikte term "verwerkingsovereenkomst" moet derhalve veranderd worden in `verwerkersovereenkomst' in artikel 16, § 2 in fine. In de Franstalige versie van datzelfde artikel 16 is een foutieve vertaling van de term "accord de sous-traitance" opgenomen.

De term "contrat de sous-traitance" moet dan ook worden vervangen door de correcte term, zijnde "accord de sous-traitance, en dit zowel voor artikel 16, § 1 als artikel 16, § 2 van het samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021. In de Duitstalige versie van datzelfde artikel 16 is een foutieve vertaling van de term "Datenverarbeitungsvertrag" opgenomen.

De term "Verarbeitungsvertrag" moet dan ook vervangen worden door de correcte term, zijnde "Datenverarbeitungsvertrag", en dit zowel in artikel 16, § 1 als artikel 16, § 2 van het samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021.

In de artikelsgewijze toelichting van artikel 16 van het samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021 wordt foutief melding gemaakt van een protocolakkoord om passende technische en organisatorische maatregelen verder uit te werken. Uiteraard dient de artikelsgewijze toelichting de inhoud van artikel 16 te volgen en moet de term "protocolakkoord" in de Nederlandstalige versie worden vervangen door "verwerkersovereenkomst", moet de term "protocole d'accord" in de Franstalige versie worden vervangen door "accord de sous-traitance" en moet de term "vereinbarungsprotokoll" in de Duitstalige versie worden vervangen door "Datenverarbeitungsvertrag", zoals gestipuleerd in artikel 16.

Daarnaast bevat artikel 33 van voornoemd samenwerkingsakkoord een aantal materiële vergissingen inzake de inwerkingtreding en buitenwerkingtreding van een aantal bepalingen van voornoemd samenwerkingsakkoord.

Allereerst wordt in artikel 33, § 1, 2° bepaald dat artikel 1 in werking treedt op 16 juni 2021. Deze bepaling is correct wat betreft artikel 1, § 1, maar wat betreft de definities opgenomen in artikel 1, § 2 moet hierbij worden vermeld dat deze definities tevens opgenomen zijn in de Verordening digitaal EU-COVID-certificaat en Verordening digitaal EU-COVID-certificaat voor onderdanen derde landen, die beiden in werking treden op 1 juli 2021. Teneinde geen inbreuk te maken op het overschrijfverbod, kan deze paragraaf dus enkel uitwerking hebben tot en met 30 juni 2021. Artikel 1, § 2 zal dan ook worden opgenomen in de opsomming van artikel 33, § 1, 1° van voornoemd samenwerkingsakkoord. Tegelijkertijd zal artikel 33, § 1, 2° verduidelijken dat het in dat geval enkel artikel 1, § 1 betreft.

Tevens wordt in § 2, foutief gesteld dat enkel artikel 33, § 1, 1° een uitzondering vormt op de inwerkingtreding van de bepalingen van Titel I tot en met VII op de datum van bekendmaking in het Belgisch Staatsblad van de laatste wetgevende handeling tot instemming met het samenwerkingsakkoord. Echter, artikel 33, § 2, 2° vormt eveneens een uitzondering op dit principe.

Als gevolg van de materiële vergissing zou men in strijd met voorgaande kunnen stellen dat uit artikel 33, § 2, zou kunnen worden afgeleid dat de artikelen genoemd in artikel 33, § 1, 2° pas in werking treden op de datum van bekendmaking in het Belgisch Staatsblad van de laatste wetgevende handeling tot instemming met het samenwerkingsakkoord. Dat dit geenszins het geval is, blijkt duidelijk uit de tekst van het samenwerkingsakkoord. Immers, in artikel 33, § 2, 2° wordt uitdrukkelijk gesteld dat de bepalingen van Titel I tot en met Titel VII van het samenwerkingsakkoord uitwerking hebben van 16 juni 2021, voor wat betreft artikel 1, § 1, artikelen 2 tot en met 8, artikel 10, § 4, artikel 11, artikel 14, § 2 tot en met § 5, artikelen 15 tot en met 17.Hieruit kan duidelijk worden afgeleid dat het de bedoeling was van de opstellers van het samenwerkingsakkoord om de artikelen genoemd in artikel 33, § 1, 2° in werking te laten treden vanaf 16 juni 2021. De ratio legis van deze bepaling is dat het de bedoeling is geweest van de opstellers van voornoemd samenwerkingsakkoord om het mogelijk te maken het digitaal EU-COVID-certificaat reeds vanaf 16 juni 2021 ter beschikking te stellen aan Belgische burgers.

Tegelijkertijd, blijkt duidelijk uit de algemene toelichting van voornoemd samenwerkingsakkoord dat er geen andere bedoeling kan zijn geweest dan de inwerkingtreding van de artikelen genoemd in artikel 33, § 1, 2° vanaf 16 juni 2021, vermits het volgende wordt gesteld: "Deze verordeningen treden echter pas op 1 juli in werking. Gelet op de urgentie om het vrij verkeer van personen binnen de lidstaten ten volle te faciliteren, heeft België ervoor gekozen om het digitaal EU-COVID-certificaat vanaf 16 juni 2021 reeds beschikbaar te stellen aan haar burgers." In die zin, werd het volgende eveneens bepaald in de algemene toelichting van voornoemd samenwerkingsakkoord: "De COVIDSafe-applicatie wordt vanaf 16 juni 2021 ter beschikking gesteld aan de burgers en kan vanaf 1 juli 2021 gebruikt worden voor het reizen binnen de Europese Unie." Ook in artikel 2, § 1, 2°, artikel 7, § 1, artikel 8, § 1, en artikel 9, § 4, van voornoemd samenwerkingsakkoord wordt uitdrukkelijk verwezen naar de opmaak en afgifte van het digitaal EU-COVID-certificaat vanaf 16 juni 2021.

Uit het voorgaande volgt duidelijk dat het de bedoeling was van de opstellers van het samenwerkingsakkoord om de bepalingen inzake het digitaal EU-COVID-certificaat, de onderliggende gegevensstromen en de COVIDSafe en COVIDScan applicaties ter beschikking te stellen vanaf 16 juni 2021 en dus de desbetreffende bepalingen, zoals opgesomd in artikel 33, § 1, 1° en 2° van voornoemd samenwerkingsakkoord inwerking te laten treden op 16 juni 2021. Meer in het bijzonder blijkt uit het voorgaande dat het de bedoeling was van de opstellers van voornoemd samenwerkingsakkoord om eveneens voor de artikelen bedoeld in artikel 33, § 1, 2° een uitzondering te voorzien op de inwerkingtreding op de datum van bekendmaking in het Belgisch Staatsblad van de laatste wetgevende handeling tot instemming met het samenwerkingsakkoord.

Omwille van deze reden en teneinde enige mogelijke tegenstrijdigheid weg te nemen, dient de materiële vergissing in artikel 33, § 2, van voornoemd samenwerkingsakkoord dan ook middels huidig samenwerkingsakkoord te worden rechtgezet.

Daarnaast is er sprake van een materiële vergissing in artikel 33, § 3, van voornoemd samenwerkingsakkoord. In deze bepaling wordt foutief gesteld dat enkel de artikelen bedoeld in artikel 33, § 1, 1° een uitzondering vormen op de algemene regel dat de bepalingen van Titel I tot en met VII buitenwerking treden op de datum van buitenwerkingtreding van de Verordening digitaal EU-COVID-certificaat en Verordening digitaal EU-COVID-certificaat voor onderdanen derde landen.

Dit lijkt echter tegenstrijdig met artikel 33, § 1, 3°, waarin uitdrukkelijk wordt bepaald dat de artikelen 12 en 13 slechts van toepassing zijn van de inwerkingtreding van het samenwerkingsakkoord tot en met 30 september 2021. Artikel 12 en 13 betreffen de uitwerking van het COVID Safe Ticket. De ratio legis van voornoemd samenwerkingsakkoord is dan ook dat de bepalingen inzake het COVID Safe Ticket slechts van toepassing zijn tot en met 30 september 2021 en hierna er geen COVID Safe Ticket meer gegenereerd mag worden. Aldus vormen de artikelen 12 en 13 eveneens een uitzondering op de algemene regel van artikel 33, § 3.

Dit blijkt eveneens duidelijk uit artikel 14, § 3 van voornoemd samenwerkingsakkoord, dat stelt dat de verwerking, met name de uitlezing, van de persoonsgegevens in functie van het genereren van het COVID Safe Ticket in elk geval maar mag gebeuren tot en met 31 oktober 2021.

Op basis hiervan is het duidelijk dat er sprake is van een materiële vergissing in artikel 33, § 3, en dient dit artikel te worden gewijzigd zodanig dat eveneens voor wat betreft de bepalingen opgesomd in artikel 33, § 1, 3° van voornoemd samenwerkingsakkoord een uitzondering wordt voorzien op de algemene regel dat de bepalingen van Titel I tot en met VII van voornoemd samenwerkingsakkoord buitenwerking treden op de datum van buitenwerkingtreding van de Verordening digitaal EU-COVID-certificaat en Verordening digitaal EU-COVID-certificaat voor onderdanen derde landen.

Uitbreiding materieel toepassingsgebied van de artikelen die het wettelijk kader rond het COVID Safe Ticket uiteenzetten en uitbreiding ervan in de tijd In het samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021 werd het gebruik van het COVID Safe Ticket ingevoerd voor massa-evenementen en proef- en pilootprojecten en werd tevens bepaald dat deze maatregel maar van toepassing was tot en met 30 september 2021. Gezien enerzijds de epidemiologische situatie in België nog altijd precair blijft en de besmettingen met het coronavirus COVID-19 in sommige delen van het land opnieuw in stijgende lijn zijn en gezien anderzijds het feit dat een heropflakkering van het virus nooit uit te sluiten valt, kan het COVID Safe Ticket op dat ogenblik een nuttig instrument zijn om te vermijden dat een hele reeks activiteiten opnieuw moet worden beperkt of sectoren dienen te worden gesloten. Inderdaad, het COVID Safe Ticket is een belangrijk instrument gebleken en is dat nog altijd voor de economische en sociale heropstart van de maatschappij. Het alternatief dat onze maatschappij weer zou dienen af te glijden in een nieuwe lockdown dient zoveel als mogelijk te worden vermeden. Het gebruik van het COVID Safe Ticket heeft dan ook als doel om uit de crisis te raken en sluitingen zoveel als mogelijk te vermijden. Daarom wordt het noodzakelijk geacht om voor een periode langer dan 30 september 2021 het gebruik van het COVID Safe Ticket toe te staan. In die zin wordt de toepasselijkheid van de artikelen die betrekking hebben op het wettelijk kader rond het COVID Safe Ticket of dit wettelijk kader uiteenzetten verlengd van 30 september 2021 tot en met 31 oktober 2021.

Tijdens de zomer en in september 2021 werd in Brussel een zorgwekkende stijging gezien van het aantal besmettingen en ziekenhuisopnames.

Hierbij viel tevens op dat een groot aantal personen hiervan niet gevaccineerd zijn. In die zin en met tevens het zicht op het einde van de federale fase, zijn de gefedereerde entiteiten vragende partij om het COVID Safe Ticket ook te gebruiken in of op plaatsen waar de transmissie en/of superverspreiding het meest waarschijnlijk is, zoals aangeduid in de rapporten van de GEMS van 18 en 31 augustus 2021, waarbij een cascade van sectoren werd uiteengezet waarbij deze sectoren werden gedefinieerd van hoog naar laag risico op verspreiding van het coronavirus COVID-19. Dit omvat plaatsen waar de basisregels (optimale ventilatie, afstand, maskers, beperkte contacten) niet volledig kunnen of zullen worden nageleefd door de aard van de omgeving/activiteit: nachtleven, massa-evenementen, proef-en pilootprojecten, horeca, sport- en fitnesscentra), maar ook voorzieningen die behoren tot de culturele, feestelijke en recreatieve sector. Op vraag van de gefedereerde entiteiten wordt het dan ook tevens mogelijk gemaakt om - indien epidemiologische omstandigheden het rechtvaardigen binnen het grondgebied van de respectieve gefedereerde entiteiten - de artikelen die betrekking hebben op het wettelijk kader rond het COVID Safe Ticket of dit wettelijk kader uiteenzetten, toepasselijk te maken vanaf 1 november 2021 voor zover een gefedereerde entiteit deze mogelijkheid inschrijft in een decreet of een ordonnantie voor een bepaalde tijd, waarbij het ten sterkste aanbevolen is deze te beperken tot maximaal 3 maanden.

Zoals hierboven aangehaald kan een opflakkering van het virus nooit worden uitgesloten, derhalve is het wenselijk om de artikelen die betrekking hebben op het wettelijk kader rond het COVID Safe Ticket of dit wettelijk kader uiteenzetten toepasselijk te maken van zodra een epidemische noodsituatie overeenkomstig de wet van 14 augustus 2021 betreffende de maatregelen van bestuurlijke politie tijdens een epidemische noodsituatie wordt afgekondigd. In die zin wordt dan ook bevestigd dat de artikelen die betrekking hebben op het wettelijk kader rond het COVID Safe Ticket of dit wettelijk kader uiteenzetten inwerking blijven tot en met 30 juni 2022 en dit in lijn met de artikelen die de opmaak en afgifte van het digitaal EU-COVID-certificaat regelen. De artikelen die betrekking hebben op het COVID Safe Ticket werden in die zin dan ook aangepast om die verlenging toepassing te laten vinden.

Heden dient alles in werking gesteld te worden om de zware socio-economische gevolgen van de coronavirus COVID-19-pandemie te verhelpen en dit voor alle sectoren, zodat een verdere sluiting van bepaalde sectoren die gekenmerkt worden door een groot risico op verspreiding van het coronavirus COVID-19, zoveel als mogelijk kan vermeden worden. Het COVID Safe Ticket werd immers gecreëerd enerzijds met het oog op het verminderen van de verspreiding van het coronavirus COVID-19 en het zoveel als mogelijk vermijden van een verdere verzadiging van het ziekenhuiswezen, en anderzijds met het oog op de heropleving van de economie maar ook om de bevolking in staat te stellen hun vroegere sociale leven terug aan te vatten. Voor bepaalde sectoren die een groot risico vormen op de verspreiding van het coronavirus COVID-19, is het kunnen gebruiken van het COVID Safe Ticket dan ook essentieel.

Zo is het duidelijk dat er verschillende mogelijkheden zijn om toegang te krijgen tot COVID Safe Ticket. Daarnaast, is de toegang tot zowel vaccinaties als erkende NAAT- of snelle antigeentesten voldoende algemeen en laagdrempelig, zowel vanuit financieel als vanuit organisatorisch oogpunt. Bovendien wordt de toepassing van het COVID Safe Ticket steeds beperkt enerzijds in de tijd en anderzijds tot omgevingen waar er een verhoogd risico op transmissie bestaat, zodat de diensten en activiteiten die van belang zijn voor de bevolking niet geraakt worden.

Onder die omstandigheden blijft de interferentie met het privéleven van alle betrokkenen beperkt tot wat noodzakelijk is om de viruscirculatie in een risico-omgeving te beperken. In die zin zullen evenementen die plaatsvinden in een (intieme) privésfeer en/of die niet publiek toegankelijk zijn, niet als een massa-evenement kunnen worden gekwalificeerd.

In die zin vraagt het ook aanbeveling om de notie van massa-evenementen nader te specifiëren als zijnde een evenement van een zekere omvang met een bepaald aantal bezoekers dat wordt georganiseerd overeenkomstig de bijzondere modaliteiten betreffende hun organisatie en de te nemen veiligheidsmaatregelen zoals desgevallend bepaald in (i) het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende de maatregelen van bestuurlijke politie om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken; (ii) desgevallend een daaropvolgend ministerieel besluit, (iii) een besluit overeenkomstig artikel 4, § 1 van de wet van 14 augustus 2021 betreffende de maatregelen van bestuurlijke politie tijdens een epidemische noodsituatie of (iv) een uitvoerend samenwerkingsakkoord zoals bedoeld bij artikel 92bis, § 1, derde lid, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen of overeenkomstig artikel 13bis, § 2, en waarbij de toegang zal worden geregeld op grond van een COVID Safe Ticket of, desgevallend, op grond van bijkomende maatregelen. Hierbij geldt dat een massa-evenement een evenement is dat publiek toegankelijk is en niet in een (intieme) privésfeer.

Daarenboven verdient het ook aanbeveling dat een evenement waar minder dan 50 bezoekers gelijktijdig aanwezig zijn of worden verwacht, niet als een massa-evenement kan worden gekwalificeerd.

Materieel toepassingsgebied Naast de verlenging van de toepasselijkheid en het gebruik van het COVID Safe Ticket voor proef- en pilootprojecten en massa-evenementen, is er uit de recente adviezen van de GEMS van 18 augustus en 31 augustus 2021 (hetgeen op vraag van het COVID-commissariaat werd gevraagd), gebleken dat er voldoende epidemiologische redenen voorhanden zijn om het toepassingsgebied van het gebruik van het COVID Safe Ticket uit te breiden tot andere sectoren dan enkel de massa-evenementen en proef- en pilootprojecten. In deze GEMS-rapporten werd immers een cascade van sectoren opgesteld, waarin deze sectoren werden gedefinieerd van hoog naar laag risico op verspreiding van het coronavirus COVID-19. De sectoren die in dit samenwerkingsakkoord worden opgenomen waarbij men het gebruik van het COVID Safe Ticket al dan niet verplicht kan opleggen, zijn dan ook de sectoren waar de huidige gezondheids- en veiligheidsmaatregelen moeilijk kunnen worden gehandhaafd, maar er tegelijk een groot risico op verdere verspreiding van het coronavirus COVID-19 aanwezig is, en waar vaak het alternatief een algehele sluiting van deze sectoren zou zijn daar waar de epidemiologische omstandigheden van die aard zijn dat bijkomende maatregelen kunnen worden gerechtvaardigd. De economische rechten van de ondernemers in deze sectoren, worden dan ook gevrijwaard door het gebruik van het COVID Safe Ticket. Deze sectoren werden in de adviezen van de GEMS als aangewezen voor het gebruik van het COVID Safe Ticket aangeduid. Hier tegenover staan de sectoren waarbij de geldende veiligheids- en gezondheidsmaatregeen relatief eenvoudig kunnen worden afgedwongen, waardoor het gebruik van een COVID Safe Ticket in deze sectoren niet geoorloofd of verantwoord lijkt. Uitsluitend op verzoek van de gefedereerde entiteiten die de epidemiologische omstandigheden moeten rechtvaardigen, en met inachtneming en rechtvaardiging van het proportionaliteitsbeginsel, werd een dergelijke uitbreiding van het toepassingsgebied overeenkomstig de sectoren (die in de adviezen van de GEMS als aangewezen worden aangeduid voor het gebruik van het COVID Safe Ticket) dan ook ingeschreven in het samenwerkingsakkoord, om de mogelijkheid te bieden om over te gaan tot een dergelijke uitbreiding binnen de bevoegdheden van de gefedereerde entiteiten die zulks wensen.

Dit gebeurt echter met eerbiediging voor het recht op bescherming van het privéleven. Het is niet de bedoeling om het gebruik van het COVID Safe Ticket een te substantiële inmenging in het privéleven van personen te laten uitmaken. Zo kan het COVID Safe Ticket nog altijd niet worden toegepast in de privésfeer en worden (onder andere) essentiële diensten zoals o.m. openbaar vervoer, overheidsdiensten, onderwijsactiviteiten (zoals kleuter, lagere - en - middelbare scholen, universiteiten en hogescholen, kunstacademies, balletscholen,...) en winkels en winkelcentra niet opgenomen in de lijst van sectoren waar een dergelijke uitbreiding wordt voorzien.

Het is ook niet de bedoeling om het COVID Safe Ticket verplicht te maken op de werkplaats. Zodoende is het gebruik van het COVID Safe Ticket bewust niet van toepassing verklaard op werknemers, medewerkers, organisatoren, uitbaters of personeel van aangelegenheden en voorzieningen waarvoor het gebruik van het COVID Safe Ticket kan worden ingezet, doch slechts op haar bezoekers. Dit verschil in behandeling is te verantwoorden aangezien de werknemers, medewerkers, personeelsleden, organisatoren of uitbaters van de desbetreffende voorziening eenvoudig kunnen worden gecontroleerd op de naleving van de geldende sanitaire regels terwijl dit op heden niet het geval is voor de bezoekers. Bovendien zijn de omstandigheden van werknemers, medewerkers, personeelsleden, organisatoren of uitbaters van desbetreffende voorzieningen en activiteiten en die van de bezoekers van deze voorzieningen en activiteiten, dermate anders, dat een andere behandeling rechtmatig is en in overeenstemming met de interpretatie die aan de artikelen 10 en 11 van de Grondwet wordt gegeven. De werknemers, medewerkers, personeelsleden, organisatoren of uitbaters van de aangelegenheden en voorzieningen komen er arbeid verrichten of diensten leveren en dienen zich in die context op regelmatige en frequente basis aan te bieden op de voorziening of activiteit, terwijl de bezoekers zich aanbieden op een meer vrijwillige basis aan de voorziening of activiteit.Wat meer is, indien men het gebruik van het COVID Safe Ticket zou toelaten of verplichten ten aanzien van werknemers, medewerkers, personeelsleden, organisatoren of uitbaters van aangelegenheden en voorzieningen waarvoor het gebruik van het COVID Safe Ticket kan worden ingezet, zou dit een impliciete vaccinatieplicht van deze personen inhouden. Dit zou eveneens een veelvuldige verwerking van persoonsgegevens inhouden die niet langer lijkt te voldoen aan het principe van de dataminimalisatie.

Voorts wordt deze uitbreiding van het materieel toepassingsgebied naar bijkomende, limitatief opgesomde sectoren (zie hieronder), waar de kans op een verdere verspreiding van het coronavirus COVID-19 het grootst is niet de facto ingevoerd. Het concrete gebruik van het COVID Safe Ticket kan in deze sectoren pas mogelijk of verplicht worden gemaakt wanneer een gefedereerde entiteit hiertoe een decreet of ordonnantie uitvaardigt, voor zover er epidemiologische omstandigheden zijn die dergelijk gebruik rechtvaardigen mits de voorafgaande consultatie van de RAG, die een niet-bindend advies dient te bezorgen binnen de 5 werkdagen en voor zover dit gebruik beperkt is in de tijd (waarbij het ten sterkste aanbevolen is deze te beperken tot maximaal 3 maanden). In geval van hoogdringendheid, dat door de gefedereerde entiteit zal dienen te worden gemotiveerd, kan de RAG haar advies reeds voorlopig (bijv. telefonisch) doorgeven, op voorwaarde dat dit advies binnen de hogervermelde termijn van 5 werkdagen schriftelijk wordt bevestigd.

Gezien de soortgelijke activiteit en de risico's van een grotere verdere verspreiding van het coronavirus COVID-19, worden de dancings en discotheken vanaf 1 oktober aan dezelfde maatregelen onderworpen als de massa-evenementen en proef- en pilootprojecten, behalve in de periode van 1 oktober tot en met 31 oktober 2021 voor wat betreft het aantal bezoekers en de verplichte of facultatieve mogelijkheid het CST voor dergelijke evenementen te gebruiken. Inderdaad, de toegang tot de dancings en discotheken wordt vanaf 1 oktober tot en met 31 oktober vooreerst georganiseerd met verplicht gebruik van het COVID Safe Ticket. In de sector van het nachtleven, zijnde de discotheken en dancings, waren er immers de voorbije maanden verschillende voorbeelden uit andere Europese landen waaruit bleek dat deze sector de oorzaak kan zijn van wijdverspreide besmettingen met het coronavirus COVID-19. Derhalve werd het nodig geacht om in de periode van 1 oktober tot en met 31 oktober 2021 het gebruik van het COVID Safe Ticket in de discotheken en dancings te verplichten, dit ongeacht het aantal (al dan niet verwachte) bezoekers en aard van het evenement. Vanaf 1 november 2021 komt het aan de gefedereerde entiteiten toe de modaliteiten van het gebruik van het COVID Safe Ticket om de toegang tot discotheken en dancings te regelen en te bepalen.

De bijkomende sectoren zijn de sectoren, die zijn geïnventariseerd door een of meer gefedereerde entiteit(en): de horeca, de sport- en fitnessclubs, de handelsbeurzen en congressen, de voorzieningen die behoren tot de culturele, feestelijke en recreatieve sector en de voorzieningen voor residentiële opvang van kwetsbare personen.

Op basis van de analyse van de gefedereerde entiteiten (of de GEMS) werden deze sectoren geïdentificeerd omdat deze sectoren te maken krijgen enerzijds een verhoogde kans hebben op de verspreiding van het COVID-19 coronavirus en een hoger risico op superverspreiding, en anderzijds met personen die het meest kwetsbaar zijn voor het coronavirus COVID-19. Voor gefedereerde entiteiten die het COVID Safe Ticket wensen uit te breiden, nopen deze risicofactoren dan ook tot een bijkomende zekerheid in de vorm van het inzetten en gebruik van het COVID Safe Ticket wanneer uitsluitend de gefedereerde entiteiten dit nodig achten in het licht van de epidemiologische omstandigheden op hun grondgebied, en dit met respect voor en justificatie van het principe van de proportionaliteit. Het COVID Safe Ticket kan dan ook worden gebruikt om bezoekers in veel veiligere omstandigheden en met veel minder risico toegang te verlenen tot de voorzieningen en aangelegenheden binnen deze sectoren alwaar het volgen van de normale COVID-maatregelen niet altijd mogelijk blijkt en/of controleerbaar en afdwingbaar.

In de horecasector, meer bepaald de café's en restaurants, zijn enkele duidelijke risicofactoren aanwezig die het gebruik van het COVID Safe Ticket verantwoorden volgens de rapporten van de GEMS van 18 en 31 augustus 2021, zoals de langere aanwezigheid van personen in dezelfde ruimte, waarbij vaak geen voldoende ventalitie voorhanden is.

Bijkomend zijn sommige restaurants en café's eerder dicht gelieerd aan het nachtleven, waardoor daar eveneens aanzienlijke risico's voor verspreiding van het coronavirus COVID-19 aanwezig zijn. Bij aangelegenheden in de culturele, recreatieve en feestelijke sfeer, bevinden zich eveneens dergelijke risicofactoren. Bij sport- en fitnessclubs zijn er sinds de uitbraak van de COVID-19 pandemie vaak clusters van besmettingen vastgesteld veroorzaakt door het dichte contact van personen met elkaar en het vele verplaatsen in eenzelfde ruimte. Hotels en slaapgelegenheden worden hier niet onder begrepen daar voornoemd risico veel minder aanwezig is en mits inachtname van andere maatregelen van bestuurlijke politie, kan worden verminderd.

Voor wat betreft horeca-activiteiten in hotel-en slaapgelegenheden: deze vallen onder het toepassingsgebied van de uitbreiding naar deze sector.

Ook in de sector van de beurzen en congressen, zijn er bijkomende risico's. Zo hebben zij meestal een grote concentratie van bezoekers die zich vaak voortbewegen doorheen de ruimtes en is er geen sprake van zogenaamde contactbubbels, die de kans op superverspreiding zouden beperken.

Het invoeren van het COVID Safe Ticket voor de bezoekers van voorzieningen die residentieel kwetsbare personen opvangen, is dan weer ingegeven vanuit de vaststelling dat, zelfs wanneer zij volledig gevaccineerd zijn, deze personen nog altijd een grotere kans hebben om door een coronavirus COVID-19-besmetting zwaar ziek te worden of te overlijden. Hierdoor zijn extra voorzorgsmaatregelen ten aanzien van deze groepen noodzakelijk. Het COVID Safe Ticket zorgt ervoor dat de personen die deze sectoren bezoeken, minder kans lopen om besmet te worden alsook het risico op besmetting voor patiënten of residenten met het coronavirus COVID-19 aanzienlijk verlagen. Door het gebruik van het COVID Safe Ticket wordt tevens de circulatie van het coronavirus COVID-19 verder beperkt alsook het enorme risico op doorbraakinfecties. Hierdoor wordt de verzadiging van de zorginstellingen tegengegaan, en bijkomend wordt ervoor gezorgd dat een nieuwe sluiting van de voorzieningen en activiteiten in deze risicovolle sectoren, zoveel als mogelijk wordt vermeden. Het gebruik van het COVID Safe Ticket in deze voorzieningen breidt zich echter niet uit naar personen die (i) zich aanbieden om zorg te krijgen of bij wijze van algemene consultatie (bijv. patiënten of zorgbehoevenden) of (ii) deel nemen aan of in de zorgverlening (bv. huisarts, kinesist, vrijwilliger, mantelzorger, ...) en vanuit die optiek bekend zijn bij de directie of organisatie van deze voorzieningen. Verder kan het COVID Safe Ticket ook niet worden opgelegd aan personen die omwille van een noodzakelijkheid vanuit dienstverlening of zorg toegang tot de voorziening moeten verkrijgen en voor zover deze personen bij de voorziening gekend zijn (men kan hier denken aan de situatie waarbij een dochter naar het woonzorgcentrum wordt geroepen om haar stervende ouder bij te staan).

Aan deze categorieën van personen waarop het gebruik van het COVID Safe Ticket niet van toepassing is in deze voorzieningen, kunnen wel bijkomende sanitaire maatregelen worden opgelegd.

Met bezoekers in de verschillende sectoren, wordt tevens bedoeld: de personen die een voorziening of activiteit vermeld in artikel 1, § 1, 21° van dit samenwerkingsakkoord, massa-evenement of proef- en pilootproject of dancings en discotheken willen betreden, alsook de personen die hen eventueel begeleiden (met uitzondering van de categorieën van personen die in de vorige paragraaf werden opgelijst). Zoals hierboven aangehaald is het immers niet de bedoeling dat medewerkers, personeelsleden en organisatoren als bezoekers beschouwd worden en een COVID Safe Ticket moeten laten inlezen, aangezien dit, zoals hierboven reeds werd gepreciseerd, precies tot een verdoken vaccinatieplicht zou leiden die een ongelijkheid in behandeling zou teweeg brengen en discriminatie tot gevolg zou hebben.

Tevens, zal het gebruik van het COVID Safe Ticket voor wat betreft de uitbreiding van het toepassingsgebied, met name door het gebruik ervan mogelijk te maken in voorzieningen van horeca-activiteiten, sport- en fitnesscentra, handelsbeurzen en congressen en voorzieningen die behoren tot de culturele, feestelijke en recreatieve sector, niet mogen worden toegepast voor jongeren onder de 16 jaar. Het toepassen van het COVID Safe Ticket voor jongeren onder de 16, wordt binnen deze sectoren niet noodzakelijk en proportioneel geacht. Tot op heden is de vaccinatiestrategie, met de prioritaire groepen, nog steeds lopende.

Dit zorgt ervoor dat vandaag, zijnde einde van de zomer - vroege najaar van 2021 jongeren tussen de 12 en de 18 jaar volop worden gevaccineerd. Ondertussen, op basis van de cijfers voorhanden, is het een feit dat jongeren zich alsmaar meer laten vaccineren en dat de vaccinatiegraad voor deze doelgroep alsmaar hoger komt te liggen.

Daarnaast kan niet worden ontkend, dat deze jongeren zich tijdens de huidige pandemie door de gevolgen van de crisis niet optimaal hebben kunnen ontplooien, meer bepaald hebben zij op beperkte wijze, vaak via afstandsonderwijs, onderwijs kunnen volgen en hebben zij amper of geen buitenschoolse en sociale activiteiten mogen bijwonen, laat staan eraan deelnemen. Voor de verdere ontplooiing van deze jongeren is het van fundamenteel belang dat deze alle mogelijkheden krijgen om (terug) te kunnen deelnemen aan recreatieve, sportieve, culturele en andere activiteiten die niet enkel zeer waardevol maar fundamenteel zijn voor hun verdere ontplooiing.

Bovendien, kunnen jongeren onder de 16 jaar niet zelf de eindkeuze maken om al dan niet gevaccineerd te worden. Bijgevolg zou het vereisen van een test- of herstelcertificaat van de niet-gevaccineerde jongeren kunnen leiden tot uitsluiting buiten hun eigen keuze.

Omwille van deze reden kan het vereisen van een COVID Safe Ticket voor jongeren onder de 16 jaar in deze context dan ook niet worden gerechtvaardigd.

Verder wordt wel voorzien in een uitzondering wat betreft de toegang tot residentiële voorzieningen voor de opvang van kwetsbare personen, waar de leeftijdsgrens op 12 jaar wordt gelegd.

Deze uitzondering is echter verantwoord vanuit de noodzaak om de gezondheid van kwetsbare personen te beschermen, hetgeen in deze gevallen dient te primeren op het recht op zelfontplooing voor jongeren. Immers, het risico op doorbraakinfecties is in dergelijke voorzieningen, zoals ziekenhuizen, woonzorgcentra en residentiële voorzieningen voor kwetsbare personen, fundamenteel hoger dan in of voor andere aangelegenheden of voorzieningen waar het COVID Safe Ticket kan worden ingezet, nu dergelijke zorginstellingen per definitie meer zieke, kwetsbare en/of fragiele personen opvangen dan in de andere sectoren waar het COVID Safe Ticket kan worden ingezet.

Omwille van deze reden kan bij uitbreiding van het toepassingsgebied naar voorzieningen voor residentiële opvang van kwetsbare personen, het COVID Safe Ticket wel worden gevraagd aan kinderen vanaf 12 jaar.

Bij massa-evenementen, proef- en pilootprojecten en dancings en discotheken kan conform de geldende bepalingen het COVID Safe Ticket eveneens worden toegepast voor kinderen vanaf 12 jaar.

Met dit nieuwe mechanisme van het toepasbaar maken van het COVID Safe Ticket op initiatief van één of meer gefedereerde entiteit(en), beoogt men op deze manier een evenwicht te vinden tussen het faciliteren van het verder beheersen van het epidemiologisch verloop van de coronavirus COVID-19 crisis en de bescherming van de grondrechten van personen.

Voor wat betreft het personeel dat in deze sectoren kan worden ingezet bij de toegang van de in de limitatieve lijst opgenomen aangelegenheden en voorzieningen, dient duidelijk te worden voorzien dat dit enkel maar kan ten aanzien van een beperkt aantal personeelsleden of medewerkers (zoals bijv. een zaalverantwoordelijke) en dat de uitbater, directie of organisator steeds verplicht zal zijn een lijst van alle personen die het COVID Safe Ticket kunnen controleren bij te houden.

Het personeel dat in het kader van de controle op het COVID Safe Ticket ingezet wordt, dient zich te beperken tot de loutere controle en verificatie van het digitaal EU-COVID-certificaat of het door de houder gegenereerde COVID Safe Ticket alsook het identiteitsbewijs.

Het betreft hier dus geen toegangscontrole in de zin van de Wet Private Veiligheid. Daar waar de COVID Safe Ticket-controle gecombineerd wordt met bijkomend toezicht en controle op de aanwezigen kunnen enkel personen ingezet worden dewelke bepaald zijn in de Wet van 2 oktober 2017 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid.

De persoonsgegevens die worden verwerkt door het inlezen van het COVID Safe Ticket, kunnen niet opgeslagen of uitgewisseld worden. De streepjescode op het digitaal EU-COVID-certificaat, wordt ingelezen door de COVIDScan-applicatie en op basis hiervan worden de daarin vervatte gegevens door het COVID Safe Ticket gevisualiseerd. De ingelezen persoonsgegevens worden niet bewaard in een bestand en de gegevens in het cachegeheugen worden gewist van zodra er een nieuwe streepjescode wordt gescand of wanneer de COVIDScan-applicatie wordt gedesactiveerd. De persoonsgegevens worden evenmin uitgewisseld met een externe toepassing. Bijgevolg is het niet mogelijk om op basis van de COVIDScan-applicatie aan tracing te doen of op een onrechtmatige manier een registratie van de bezoekers te bewerkstelligen, wat uiteraard in elk geval verboden is. In die zin is het dan ook niet toegestaan om bij de inlezing van het COVID Safe Ticket enige directe of indirecte bewaring van persoonsgegevens te bewerkstellingen, andere dan uitdrukkelijk in dit samenwerkingsakkoord voorzien.

Het mag duidelijk zijn dat deze aanpassing betreffende het gebruik van het COVID Safe Ticket kadert in een bredere aanpak op het vlak van preventieve geneeskunde en gezondheidspreventie: men vermindert door middel van het COVID Safe Ticket het risico op virusoverdracht tussen personen wanneer zij zich in omstandigheden bevinden die een verhoogd risico inhouden voor de mogelijke overdracht van COVID-19, zoals een hoog niveau van viruscirculatie of een ontoereikend niveau van vaccinatie in deze regio of gemeenschap, het plaatsvinden van samenkomsten van gevaccineerde met niet-gevaccineerde personen of de aanwezigheid van andere risicofactoren die het risico op virusverspreiding zoals door aerosolen, verhogen. Aangezien de gefedereerde entiteiten bevoegd zijn voor deze preventieve gezondheidszorg, zijn zij de bevoegde overheid die over de opportuniteit van deze maatregelen kunnen beslissen. Het gebruik van het COVID Safe Ticket voor bezoekers van de voorzieningen en aangelegenheden bepaald in dit samenwerkingsakkoord, kadert in de bevoegdheid van de preventieve gezondheidszorg, aangezien dit enkel een regelgeving betreft omtrent de bezoekers van deze voorzieningen en aangelegenheden en derhalve niet de inrichting en organisatie van deze voorzieningen en aangelegenheden zelf wenst te regelen, gelet op de adviezen van 18 en 31 augustus van de GEMS, waarin aangegeven staat dat het gebruik van het COVID Safe Ticket in deze voorzieningen en aangelegenheden aanbevolen wordt om de coronavirus COVID-19 pandemie onder controle te krijgen.

De noodzaak en proportionaliteit van diversifiëring van het gebruik van het COVID Safe Ticket Ook kan worden vastgesteld dat er sinds de vaccinatiecampagne lopende is, sprake is van verschillende lokale epidemiologische omstandigheden tussen de verschillende gefedereerde entiteiten. Bijvoorbeeld een lagere vaccinatiegraad of relatief hoger aantal ziekenhuisopnames binnen een bepaalde deelstaat. Deze epidemiologische verschillen kunnen vereisen of toelaten dat er zich voor een bepaalde gemeenschap of regio een uitbreiding van het inzetten en het gebruik van het COVID Safe Ticket opdringt, daar waar voor andere gemeenschappen en regio's een dergelijke noodzaak niet bestaat of niet kan worden gerechtvaardigd aan de hand van epidemiologische omstandigheden.

In het eerste geval dient het voor een gefedereerde entiteit, in het kader van haar autonomie dan ook mogelijk te zijn om voor wat betreft diens grondgebied een uitbreiding van de maatregelen te kunnen activeren en vervolgens toepassen, voor zover epidemiologische omstandigheden dit rechtvaardigen en na evaluatie van de RAG van deze omstandigheden.

Deze gediversifieerde toepassing van het COVID Safe Ticket zorgt eveneens voor een proportionele toepassing van dit instrument. Enkel wanneer de epidemiologische toestand het rechtvaardigt en na evaluatie van de RAG van deze omstandigheden, kan een regio of gemeenschap dan immers deze maatregelen in werking stellen. Na 31 oktober 2021 geldt als het uitgangspunt zelfs dat het COVID Safe Ticket niet meer toepasbaar/toepasselijk is en dus niet meer zal kunnen worden gebruikt, tenzij er een dergelijk verontrustende epidemiologische toestand aanwezig is in een bepaalde regio of gemeenschap en de RAG dit mee onderschrijft. Zo blijft het gebruik beperkt tot waar en wanneer het absoluut noodzakelijk is.

Zo wordt een diversifiëring op basis van objectieve wetenschappelijke parameters mogelijk, door bijvoorbeeld de vaccinatiegraad, het aantal ziekenhuisopnames en/of het reproductiegetal te analyseren per regio of gemeenschap. Een regio of gemeenschap zal dan zelf op basis van de epidemiologische toestand, met respect voor en justificatie van het principe van de proportionaliteit, kunnen beslissen of het gebruik van het COVID Safe Ticket verplicht is of niet en wat het toepassingsgebied van het COVID Safe Ticket zal zijn binnen het kader dat in het samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021 wordt bepaald.

In diezelfde zin, op verzoek van de gefedereerde entiteit(en), dient aan de bevoegde gouverneurs en burgemeester de mogelijkheid te worden geboden om voor de massa-evenementen, de proef-en pilootprojecten en de dancings en discotheken strengere maatregelen te nemen met name voor wat betreft (i) het aantal bezoekers of (ii) het verplicht maken voor een welbepaald massa-evenement, proef-en pilootproject of dancing en discotheek binnen de aan hen toegekende bevoegdheid indien er epidemiologische omstandigheden op het grondgebied van de provincie of de gemeente zijn die dergelijke maatregelen rechtvaardigen en na evaluatie van deze omstandigheden door de RAG. In geen geval kan een burgemeester of gouverneur het gebruik van het COVID Safe Ticket mogelijk maken of verplichten of enige verstrengde maatregelen nemen met betrekking tot het gebruik van het COVID Safe Ticket in de bijkomende, hierboven opgelijste sectoren. Bovendien dienen deze maatregelen te worden beperkt in de tijd, waarbij het ten sterkste wordt aanbevolen deze niet langer dan 30 dagen te laten duren.

Daarenboven: - indien de burgemeesters en gouverneurs de hierboven beschreven mogelijkheid willen uitoefenen om bepaalde verstrengende maatregelen te nemen voor het gebruik van het COVID Safe Ticket in het kader van massa-evenement of proef-of pilootproject voor het grondgebied waarvoor zij bevoegd zijn, zullen zij dit tot en met 31 oktober 2021 enkel kunnen voor zover: o er epidemiologische omstandigheden zijn die dergelijke maatregelen rechtvaardigen en na evaluatie door de RAG van deze omstandigheden; o zij dergelijke maatregelen hebben afgestemd met de bevoegde ministers op het federale niveau en hiervoor instemming hebben verkregen. - Indien de burgemeesters en gouverneurs vanaf 1 november 2021 dergelijke maatregelen willen nemen, zullen zij dit enkel kunnen voor zover: o er epidemiologische omstandigheden op hun grondgebied zijn die dergelijke maatregelen rechtvaardigen en na evaluatie door de RAG van deze omstandigheden; o de gefedereerde entiteit binnen het grondgebied waarvoor de desbetreffende burgemeester of gouverneur bevoegd is, het gebruik van het COVID Safe Ticket van toepassing heeft gemaakt en heeft ingeschreven in een decreet of ordonnantie; o zij dergelijke maatregelen hebben afgestemd met de bevoegde ministers van de gefedereerde entiteit waaronder zij vallen; en o zij hiervoor instemming hebben verkregen van de bevoegde ministers van die gefedereerde entiteit.

Deze uitbreiding van het toepassingsgebied van het COVID Safe Ticket geeft aan de gefedereerde entiteiten en de burgemeesters of gouverneurs de mogelijkheid het COVID Safe Ticket in te zetten in bepaalde omstandigheden en voor een bepaalde duur, in overeenstemming met hun respectievelijke bevoegdheden. Doch hierbij mag men niet uit het oog verliezen dat op basis van hun respectievelijke bevoegdheden deze uitbreiding van het toepassingsgebied echter beperkt is. ? De gefedereerde entiteiten kunnen het al dan niet verplichte karakter voor het gebruik van het COVID Safe Ticket voor evenementen die onder de definitie van massa-evenement vallen vaststellen en dit voor de regio of gemeenschap waarvoor zij bevoegd zijn. Concreet kunnen zij bijvoorbeeld de aantallen bezoekers verlagen voor massa-evenementen. Desalniettemin zullen deze aantallen steeds moeten bestaan uit een zekere omvang met een bepaald aantal bezoekers, waarbij het aanbeveling verdient dat een evenement waar minder dan 50 bezoekers gelijktijdig aanwezig zijn of worden verwacht, niet als een massa-evenement kan worden gekwalificeerd. ? In het kader van het uitgebreide toepassingsgebied van het gebruik van het COVID Safe Ticket, hebben zij de mogelijkheid, voor zover de epidemiologische omstandigheden dit toelaten, om te beslissen dat het COVID Safe Ticket eveneens gebruikt kan worden voor één of meerdere van de sectoren die limitatief aangemerkt werden in dit samenwerkingsakkoord en ? kunnen zij het gebruik van het COVID Safe Ticket voor één of meerdere van de voornoemde sectoren verplicht maken, indien dit op grond van de epidemiologische omstandigheden kan worden verantwoord. ? Verder voorziet het samenwerkingsakkoord in de mogelijkheid om de uitvoeringsmodaliteiten in het geldende ministerieel besluit van 28 oktober 2020 door de burgemeesters en gouverneurs te laten verstrengen voor wat betreft de uitvoeringsmodaliteiten van massa-evenementen of proef- en pilootprojecten respectievelijk met betrekking tot o i) het minimum aantal bezoekers waarvoor het massa-evenement of proef of pilootproject kan worden georganiseerd en o ii) het al dan niet verplichte karakter van het gebruik van het COVID Safe Ticket voor een bepaald of specifiek type van evenement die onder de definitie van massa-evenement of proef- of pilootproject valt.

De uitbreiding - op vraag van de gefedereerde entiteiten - van de bevoegdheid om maatregelen te nemen voor de gefedereerde entiteiten en burgemeesters of gouverneurs, wordt voorzien in dit samenwerkingsakkoord. De voorwaarden om een geldig COVID Safe Ticket te genereren dat de toegang verschaft tot massa-evenementen, proef- en pilootprojecten of dancings en discotheken, wordt echter nog steeds bepaald in een uitvoerend samenwerkingsakkoord. Wanneer een gefedereerde entiteit, een burgemeester of een gouverneur beslist, conform diens bevoegdheden, om een specifiekere toepassing van het COVID Safe Ticket in te voeren, gebeurt dit op exclusief initatief van de gefedereerde entiteit, en via de eigen regelgeving van deze gefedereerde entiteit, burgemeester of gouverneur, doch in lijn met de principes van de Verordening digitaal EU-COVID-certificaat, de Verordening digitaal EU-COVID-certificaat voor onderdanen derde landen en dit Samenwerkingsakkoord.

De uitbreiding in de tijd A. Periode van 1 oktober 2021 tot en met 31 oktober 2021 De mogelijkheid tot uitbreiding van het toepassingsgebied van het gebruik van het COVID Safe Ticket en tot mogelijke verstrenging van de modaliteiten van het COVID Safe Ticket, zoals het verlagen van de aantallen bezoekers voor massa-evenementen en proef- en pilootprojecten of het gebruik van het COVID Safe Ticket verplicht maken voor bepaalde evenementen en sectoren, is mogelijk vanaf 1 oktober tot en met 31 oktober 2021 voor zover de epidemiologische omstandigheden dit rechtvaardigen, met respect voor en justificatie van het principe van de proportionaliteit en na evaluatie van deze omstandigheden door de RAG. Het gebruik van het COVID Safe Ticket voor dit uitgebreid toepassingsgebied bestaat niet de facto maar zal steeds dienen te worden voorzien in een decreet of ordonnantie van deze gefedereerde entiteit op basis van diens bevoegdheid inzake gezondheidspreventie.

B. Periode na 31 oktober 2021 Mogelijkheid 1: gebruik van het COVID Safe Ticket door gefedereerde entiteit In de periode na 31 oktober 2021, zal het COVID Safe Ticket niet langer geldig kunnen worden gebruikt en is het dus niet langer van toepassing, niettegenstaande het feit dat de artikelen die betrekking hebben op het wettelijk kader rond het COVID Safe Ticket of dit wettelijk kader uiteenzetten in dit samenwerkingsakkoord nog altijd in werking zullen blijven tot 30 juni 2022. Dit teneinde in te gaan op de vraag van de gefedereerde entiteiten en deze entiteiten de mogelijkheid te bieden om het COVID Safe Ticket na 31 oktober 2021 te gebruiken (of zelfs te verplichten) voor massa-evenementen, proef-en pilootprojecten, de toegang tot dancings en discotheken en voor de bijkomende limitatieve lijst van sectoren (zoals hierboven opgelijst) wanneer zij geconfronteerd worden met ongunstige epidemiologische omstandigheden binnen hun regio of gemeenschap, mits de voorafgaande consultatie van de RAG, die een niet-bindend advies zal verlenen binnen de 5 werkdagen. Waar nodig krachtens of in het licht van de sector waar het COVID Safe Ticket zal worden gebruikt, moet de gefedereerde entiteit de bevoegdheidsverdeling nagaan en hiervoor de nodige wetgevende intitiatieven nemen. Het is geenszins de bedoeling om de bevoegdheidsverdeling tussen de gefedereerde entiteiten zoals bepaald in de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, te bepalen in dit samenwerkingsakkoord. Deze uitbreiding kan zowel materieel als territoriaal zijn en bestaan uit het gebruik en het al dan niet verplicht maken van het COVID Safe Ticket binnen een welbepaald toepassingsgebied, zijnde enerzijds de massa-evenementen, de proef- en pilootprojecten en toegang tot de dancings en discotheken, en anderzijds de sectoren die limitatief opgesomd worden in dit samenwerkingsakkoord.

De gefedereerde entiteit kan het gebruik van het COVID Safe Ticket op haar grondgebied optioneel of verplicht maken voor hoger beschreven sectoren, en dit naarmate het onmogelijk wordt om te controleren of de geldende COVID maatregelen gerespecteerd kunnen worden. Dit zal dienen te zijn beperkt tot omgevingen waar een verhoogd risico op transmissie bestaat. Het doel ligt hem erin dat de desbetreffende diensten en activiteiten niet economisch geraakt worden. Wel zal dit verder gebruik van het COVID Safe Ticket vanaf 1 november 2021 dienen te worden beperkt in de tijd, waarbij het ten sterkste wordt aanbevolen deze maatregelen niet langer dan 3 maanden in te voeren en te behouden.

Mogelijkheid 2: Beëindiging federale fase, zonder dat de epidemische noodsituatie op grond van de wet van 14 augustus 2021 wordt afgekondigd.

In het geval dat de federale fase van het nationaal plan overeenkomstig het ministerieel besluit van 13 maart 2020 houdende de afkondiging van de federale fase betreffende de coördinatie en het beheer van de crisis coronavirus COVID-19 volledig wordt beëindigd en de voorwaarden van de wet van 14 augustus 2021 betreffende de maatregelen van bestuurlijke politie tijdens een epidemische noodsituatie niet zijn vervuld en er dus geen toepassing wordt gemaakt van deze wet van 14 augustus 2021, dient een gefedereerde entiteit voor zover deze middels een decreet of ordonnantie het gebruik van het COVID Safe Ticket heeft voorzien, na te gaan (en desgevallend te voorzien) of op grond van voornoemd decreet of ordonnantie de bevoegde gouverneur of bevoegde burgemeester de nodige uitvoeringsmodaliteiten inzake handhaving kan nemen teneinde het gebruik van het COVID Safe Ticket te kunnen handhaven. Deze maatregelen van bestuurlijke politie gelden enkel met betrekking tot het COVID Safe Ticket en kunnen van kracht zijn tot de duurtijd die voorzien is door de bevoegde gefedereerde entiteit in het respectievelijke decreet of ordonnantie met betrekking tot de het voorzien van het gebruik van het COVID Safe Ticket door deze gefedereerde entiteit en voor zover de voorwaarden van de wet van 14 augustus 2021 betreffende de maatregelen van bestuurlijke politie tijdens een epidemische noodsituatie niet zijn vervuld en dus geen toepassing wordt gemaakt van deze wet.

De aantallen bezoekers voor massa-evenementen en dancings en discotheken zal in dergelijke situatie worden bepaald in een uitvoerend samenwerkingsakkoord.

Mogelijkheid 3: De epidemische noodsituatie op grond van de wet van 14 augustus 2021 wordt conform deze wet afgekondigd Indien de wet van 14 augustus 2021 betreffende de maatregelen van bestuurlijke politie tijdens een epidemische noodsituatie wordt toegepast, zullen de artikelen die betrekking hebben op het gebruik van het COVID Safe Ticket middels een gedifferentieerde aanpak en voor de bijkomende sectoren (met name artikelen 2bis, §§ 1 en 2, 13bis en 13ter van dit Samenwerkingakkoord), niet langer van toepassing zijn en worden opgeschort. Teneinde een aanpak te kunnen voorzien die aangepast is aan de epidemiologische situatie van dat moment, zal worden geëvalueerd of het gebruik van het COVID Safe Ticket opnieuw van toepassing moet worden voor het (al dan niet) gehele grondgebied.

Voor zover nodig dient hierbij wel te worden gepreciseerd dat dit maar kan voor een periode die loopt tot 30 juni 2022. In die zin zal het samenwerkingsakkoord in de volgende bepalingen voorzien: wanneer de epidemische noodsituatie wordt afgekondigd en aldus besloten wordt dat een gecoördineerde aanpak van de gezondheidscrisis op federaal niveau vereist is en derhalve een gediferentieerd gebruik van het COVID Safe Ticket niet langer aangewezen is, zullen de maatregelen genomen door de gefedereerde entiteiten afzonderlijk met betrekking tot het gebruik van het COVID Safe Ticket buiten werking treden of worden opgeschort. De gefedereerde entiteiten zullen bijgevolg niet langer middels een decreet of ordonnantie tot een ander gebruik van het COVID Safe Ticket kunnen beslissen, aangezien deze decreten en ordonnanties van zodra de epidemische noodsituatie wordt aangekondigd niet langer kunnen worden toegepast en/of zullen worden opgeschort. Het verder gebruik van het COVID Safe Ticket tijdens de epidemische noodsituatie dient dan voor de partijen van het samenwerkingsakkoord te worden voorzien: - Middels een aanvullend wetgevend samenwerkingsakkoord indien de partijen bij het samenwerkingsakkoord het gebruik van het COVID Safe Ticket willen gebruiken voor de bijkomende sectoren waar het COVID Safe Ticket kan worden ingezet; of - Middels een besluit zoals voorzien in de wet van 14 augustus 2021 betreffende de maatregelen van bestuurlijke politie tijdens een epidemische noodsituatie of middels een uitvoerend samenwerkingsakkoord voor wat betreft het gebruik van het COVID Safe Ticket voor de massa-evenementen, de proef-en pilootprojecten en de dancings en discotheken.

Indien men de epidemische noodsituatie beëindigt, worden de artikelen die betrekking hebben op het wettelijk kader rond het COVID Safe Ticket of dit wettelijk kader uiteenzetten, opnieuw toepasselijk, tenzij de partijen bij dit samenwerkingsakkoord hier uitdrukkelijk anders over beslissen middels een nieuw samenwerkingsakkoord." ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Artikel 1.Artikel 1 bevat de wijzigingen die dienen te worden gemaakt aan de Nederlandstalige versie, de Franstalige versie en de Duitstalige versie van de artikelsgewijze toelichting van artikel 16 van het samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021 (paragraaf 1), aan de Nederlandstalige versie van artikel 16, § 2 van het samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021 (paragraaf 2), aan de Franstalige versie van artikel 16 van het samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021 (paragrafen 3 en 4) en aan de Duitstalige versie van artikel 16 van het samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021 (paragrafen 5 en 6).

Artikel 2.Artikel 2 bevat de wijzigingen die dienen te worden gemaakt aan artikel 1, § 1, 4° en 11° van het samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021.

Artikel 3.Artikel 3 bevat de leden die dienen te worden toegevoegd aan artikel 1, § 1 van het samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021 met betrekking tot de uitbreiding van het toepassingsgebied van het COVID Safe Ticket.

Wanneer er sprake is van sport- en fitnessclubs, worden hiermee de sportactiviteiten van een dergelijke club bedoeld, en geenszins de beheersactiviteiten.

Er wordt een definitie van "bezoekers" toegevoegd, zijnde de personen die een van de voorzieningen en activiteiten aandoen waar het inlezen van een COVID Safe Ticket aan hen kan worden gevraagd. Dit behelst zowel de personen die de voorziening of activiteit bezoeken, als de personen die hen vergezellen. Zo kan bijvoorbeeld eveneens het inlezen van een COVID Safe Ticket worden gevraagd van de begeleiders van jongeren die een sport- of fitnessclub bezoeken. Onder bezoekers kan, zoals hoger bepaald, niet worden begrepen de organisator, de uitbater, de directieleden, personeel, zelfstandige of vrijwillige medewerkers of enige personen die (i) zich aanbieden om zorg te krijgen; (ii) deel nemen aan of in de zorgverlening en vanuit deze optiek bekend zijn bij de directie of organisatie van deze voorzieningen of (iii) die omwille van een noodzakelijkheid vanuit dienstverlening of zorg toegang tot de voorziening moeten verkrijgen en voor zover deze personen bij de voorziening gekend zijn.

Artikel 4.Artikel 4 bevat het artikel 2bis dat dient te worden ingevoegd in het samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021 met betrekking tot het temporeel toepassingsgebied van het COVID Safe Ticket.

Van zodra een epidemische noodsituatie wordt afgekondigd overeenkomstig artikel 3, § 1 van de wet van 14 augustus 2021 betreffende de maatregelen van bestuurlijke politie tijdens een epidemische noodsituatie, vinden de artikelen 2bis, §§ 1 en 2, 13bis en 13ter geen toepassing meer. De decreten en ordonnanties die op basis van deze artikelen 2bis, §§ 1 en 2, 13bis en 13ter zijn uitgevaardigd door de gefedereerde entiteiten, hebben niet langer uitwerking of worden opgeschort van zodra de epidemische noodsituatie wordt afgekondigd overeenkomstig artikel 3, § 1 van de wet van 14 augustus 2021 betreffende de maatregelen van bestuurlijke politie tijdens een epidemische noodsituatie. Dit artikel bepaalt verder dat in dergelijk geval en indien de partijen bij dit samenwerkingsakkoord gebruik wensen te maken van het COVID Safe Ticket voor de aangelegenheden en voorzieningen waarvoor het gebruik van het COVID Safe Ticket kan worden ingezet (zijnde de aanvullende sectoren), deze partijen de modaliteiten rond dit gebruik verder nauwkeurig uiteen dienen te zetten in een aanvullend wetgevend samenwerkingsakkoord en desgevallend in een uitvoerend samenwerkingsakkoord en mits het gebruik van het COVID Safe Ticket op grond van epidemiologische omstandigheden kan worden gerechtvaardigd per afzonderlijke groep van aangelegenheid of voorziening zoals opgelijst in artikel 1, § 1, 21° van dit samenwerkingsakkoord. De concrete uitvoeringsmodaliteiten rond het gebruik van het COVID Safe Ticket voor bezoekers van massa-evenementen, proef-en pilootprojecten en dancings en discotheken zal middels een besluit overeenkomstig artikel 4, § 1 van de wet van 14 augustus 2021 betreffende de maatregelen van bestuurlijke politie tijdens een epidemische noodsituatie of desgevallend in een uitvoerend samenwerkingsakkoord verder dienen te worden bepaald. Dit artikel stelt tevens dat het aangenomen aanvullend samenwerkingsakkoord, het aangenomen besluit of het aangenomen uitvoerend samenwerkingsakkoord dient te voorzien in een maximale geldigheidsduur. Tot slot stelt dit artikel voorop dat - wanneer de epidemische noodsituatie die is afgekondigd overeenkomstig artikel 3, § 1 van de wet van 14 augustus 2021 betreffende de maatregelen van bestuurlijke politie tijdens een epidemische noodsituatie, terug wordt beëindigd - de artikelen 2bis, §§ 1 en 2, 13bis en 13ter opnieuw toepasselijk worden, tenzij de partijen bij dit samenwerkingsakkoord hier uitdrukkelijk anders over beslissen."

Artikel 5.Artikel 5 bevat de wijzigingen die dienen te worden gemaakt aan artikel 12 van het samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021 met betrekking tot het gebruik van het COVID Safe Ticket.

Hierin wordt bepaald dat de gefedereerde entiteiten het gebruik van het COVID Safe Ticket facultatief of verplicht kunnen invoeren, overeenkomstig de modaliteiten die in dit samenwerkingsakkoord worden bepaald. De beslissing om het gebruik van het COVID Safe Ticket facultatief of verplicht te maken, is een beslissing die valt onder de autonomie van de gefedereerde entiteit, dewelke zij voldoende moet motiveren.

Artikel 6.Artikel 6 bevat de wijzigingen die dienen te worden gemaakt aan artikel 13 van het samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021 met betrekking tot het gebruik van het COVID Safe Ticket.

Artikel 7.Artikel 7 bevat het artikel 13bis dat dient te worden ingevoegd in Titel IV. COVID Safe Ticket van het samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021 met betrekking tot het toepassingsgebied van het COVID Safe Ticket.

Artikel 8.Artikel 8 bevat het artikel 13ter dat dient te worden ingevoegd in Titel IV. COVID Safe Ticket van het samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021 met betrekking tot de mogelijkheid tot activatie van het COVID Safe Ticket.

Artikel 9.Artikel 9 voegt artikel 13quater in Titel IV. COVID Safe Ticket van het samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021 met betrekking tot de situatie wanneer de federale fase wordt beëindigd en de epidemische noodsituatie zoals bepaald in en overeenkomstig de wet van 14 augustus 2021 nog niet werd of zou zijn afgekondigd.

Artikel 10.Artikel 10 bevat de wijzigingen die dienen te worden gemaakt aan artikel 14, § 3 van het samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021 met betrekking tot de uitwerking van het COVID Safe Ticket.

Artikel 11.Artikel 11 bevat de wijzigingen die dienen te worden gemaakt aan artikel 33, § 1 van het samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021 met betrekking tot het temporele toepassingsgebied van het COVID Safe Ticket.

Artikel 12.Artikel 12 bevat de wijzigingen die dienen te worden gemaakt aan artikel 33, § 2 van het samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021 met betrekking tot het temporele toepassingsgebied van het COVID Safe Ticket.

Artikel 13.Artikel 13 bevat de wijzigingen die dienen te worden gemaakt aan artikel 33, § 3 van het samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021 met betrekking tot het temporele toepassingsgebied van het COVID Safe Ticket.

Artikel 14.Artikel 14 voegt een artikel 33bis in Titel X. Slotbepalingen van het samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021 met betrekking tot de activatie of heractivatie van het COVID Safe Ticket.

Samenwerkingsakkoord strekkende tot wijziging van het samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de verwerking van gegevens met betrekking tot het digitaal EU-COVID-certificaat, het COVID Safe Ticket, het PLF en de verwerking van persoonsgegevens van in het buitenland wonende of verblijvende werknemers en zelfstandigen die activiteiten uitvoeren in België Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikelen 5, § 1, I, 87, § 1, en 92bis;

Gelet op het samenwerkingsakkoord van 14.07.2021 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de verwerking van gegevens met betrekking tot het digitaal EU-COVID-certificaat, het COVID Safe Ticket, het PLF, de verwerking van persoonsgegevens van in het buitenland wonende of verblijvende werknemers en zelfstandigen die activiteiten uitvoeren in België;

TUSSEN De Federale Staat, vertegenwoordigd door de Federale Regering, in de persoon van Alexander De Croo, Eerste minister, Frank Vandenbroucke, Vice-eerste Minister en Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Sophie Wilmès, Vice-eerste Minister en Minister van Buitenlandse Zaken, Europese Zaken en Buitenlandse Handel, en van de Federale Culturele Instellingen, Annelies Verlinden, Minister van Binnenlandse Zaken, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing, Sammy Mahdi, Staatssecretaris voor Asiel en Migratie en Mathieu Michel, Staatssecretaris voor Digitalisering;

De Vlaamse Gemeenschap, vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, in de persoon van Jan Jambon, Minister-President van de Vlaamse Regering en Vlaams Minister van Buitenlandse Zaken, Cultuur, Digitalisering en Facilitair Management, en Wouter Beke, Vlaams Minister van Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding;

De Franse Gemeenschap, vertegenwoordigd door zijn regering, in de persoon van Pierre-Yves Jeholet, Minister-President en Bénédicte Linard, Vice-President en Minister van Kind, Gezondheid, Cultuur, Media en Vrouwenrechten en Valérie Glatigny, minister voor Hoger Onderwijs, Onderwijs voor Sociale Promotie, Wetenschappelijk Onderzoek, Universitaire Ziekenhuizen, Jeugdzorg, Justitiehuizen, Jeugd, Sport en de Promotie van Brussel;

Het Waalse Gewest, vertegenwoordigd door zijn regering, in de persoon van Elio Di Rupo, Minister-President van de Waalse Regering en Christie Morreale, Vice-Minister-President van de Waalse Regering en Minister van Werk, Vorming, Gezondheid, Sociale Actie, Gelijke Kansen en Vrouwenrechten;

De Duitstalige Gemeenschap, vertegenwoordigd door zijn regering in de persoon van Oliver Paasch, Minister-President en Minister van Lokale Besturen en Financiën en Antonios Antoniadis, Vice-Minister-President en Minister van Gezondheid en Sociale Aangelegenheden, Ruimtelijke Ordening en Huisvesting;

De Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, vertegenwoordigd door het Verenigd College in de persoon van Rudi Vervoort, Voorzitter van het Verenigd College en Alain Maron en Elke Van Den Brandt, leden belast met Gezondheid en Welzijn;

De Franse Gemeenschapscommissie, vertegenwoordigd door zijn College in de persoon van Barbara Trachte, Minister-President belast met de promotie van de gezondheid en Alain Maron Minister belast met Maatschappelijk welzijn en Gezondheid;

WORDT HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN:

Artikel 1.§ 1. In de artikelsgewijze bespreking van artikel 16 van het samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021 dient in de Nederlandstalige versie elke verwijzing naar "protocolakkoord" te worden vervangen door de term "verwerkersovereenkomst", in de Franstalige versie elke verwijzing naar "protocole d'accord" te worden vervangen door "accord de sous-traitance" en moet in de Duitstalige versie elke verwijzing naar "Vereinbarungsprotokoll" te worden vervangen door "Datenverarbeitungsvertrag". § 2. De Nederlandstalige versie van artikel 16, § 2 van het samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021 wordt als volgt gewijzigd: " § 2. De bevoegde gefedereerde entiteiten of de door de bevoegde gefedereerde entiteiten aangeduide agentschappen en Sciensano zullen, wat betreft het COVID Safe Ticket, voldoen aan de principes van gegevensbescherming door ontwerp en door standaardinstellingen overeenkomstig artikel 25 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming. Deze principes zullen nader worden uitgewerkt door middel van een verwerkersovereenkomst." § 3. De Franstalige versie van artikel 16, § 1 van het samenwerkingsakkoord van 14 juni 2021 wordt als volgt gewijzigd: " § 1. En ce qui concerne l'établissement et la délivrance des certificats visés à l'article 9, les entités fédérées compétentes ou les agences désignées par les entités fédérées compétentes et Sciensano prennent les mesures techniques et opérationnelles adéquates conformément à l'article 32 du règlement général sur la protection des données afin de garantir un niveau de protection adapté aux risques.

Ces mesures sont définies plus avant au moyen d'un accord de sous-traitance. » § 4. De Franstalige versie van artikel 16, § 2 van het samenwerkingsakkoord van 14 juni 2021 wordt als volgt gewijzigd: « § 2. En ce qui concerne le COVID Safe Ticket, les entités fédérées compétentes ou les agences désignées par les entités fédérées compétentes et Sciensano respectent les principes de protection de données dès la conception et par défaut conformément à l'article 25 du règlement général sur la protection des données. Ces principes seront élaborés plus avant au moyen d'un accord de sous-traitance. » § 5. De Duitstalige versie van artikel 16, § 1 van het samenwerkingsakkoord van 14 juni 2021 wordt als volgt gewijzigd: " § 1 - Was die Erstellung und Ausstellung der in Artikel 9 erwähnten Zertifikate betrifft, treffen die zuständigen föderierten Teilgebiete oder die von den zuständigen föderierten Teilgebieten bestimmten Agenturen und Sciensano geeignete technische und organisatorische Maßnahmen gemäß Artikel 32 der Datenschutz-Grundverordnung, um ein den Risiken angemessenes Schutzniveau zu gewährleisten. Diese Maßnahmen werden durch einen Datenverarbeitungsvertrag genau festgelegt." § 6. De Duitstalige versie van artikel 16, § 2 van het samenwerkingsakkoord van 14 juni 2021 wordt als volgt gewijzigd: " § 2 - Was das COVID Safe Ticket betrifft, erfüllen die zuständigen föderierten Teilgebiete oder die von den zuständigen Teilgebieten bestimmten Agenturen und Sciensano Datenschutzgrundsätze durch Technikgestaltung und durch Voreinstellungen gemäß Artikel 25 der Datenschutz-Grundverordnung. Diese Grundsätze werden in einem Datenverarbeitungsvertrag weiter ausgearbeitet."

Artikel 2.§ 1. Artikel 1, § 1, 4° van het samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021 wordt als volgt gewijzigd: "4° COVID Safe Ticket: het resultaat van de lezing van het digitaal EU-COVID certificaat middels de applicatie bedoeld in artikel 17 teneinde de toegang tot een proef- en pilootproject, massa-evenement, dancings en discotheken of aangelegenheden en voorzieningen waarvoor het gebruik van het COVID Safe Ticket kan worden ingezet in de context van de coronavirus COVID-19-pandemie te regelen;" § 2. Artikel 1, § 1, 11° van het samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021 wordt als volgt gewijzigd: "11° ]massa-evenement: een evenement van een zekere omvang met een bepaald aantal bezoekers dat plaatsvindt overeenkomstig de bijzondere modaliteiten betreffende hun organisatie en de te nemen veiligheidsmaatregelen zoals desgevallend bepaald in (i) het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende de maatregelen van bestuurlijke politie om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken; (ii) desgevallend een daaropvolgend ministerieel besluit, (iii) een besluit overeenkomstig artikel 4, § 1 van de wet van 14 augustus 2021 betreffende de maatregelen van bestuurlijke politie tijdens een epidemische noodsituatie of (iv) een uitvoerend samenwerkingsakkoord zoals bedoeld bij artikel 92bis, § 1, derde lid, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen of overeenkomstig artikel 13bis, § 2, en waarbij de toegang zal worden geregeld op grond van een COVID Safe Ticket of op grond van bijkomende maatregelen;"

Artikel 3.§ 1. In artikel 1, § 1 van het samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021 wordt het volgende lid ingevoegd: "21° aangelegenheden en voorzieningen waarvoor het gebruik van het COVID Safe Ticket kan worden ingezet: dit betreft een limitatieve opsomming van aangelegenheden en voorzieningen waarbij het mogelijk is om gebruik te maken van het COVID Safe Ticket om de toegang tot deze aangelegenheid of voorzieningen te regelen. Deze aangelegenheden of voorzieningen zijn de volgende: 1° Voorzieningen van horeca-activiteiten: elke voor het publiek toegankelijke plaats of lokaal, ongeacht de toegangsvoorwaarden, waar de belangrijkste en permanente activiteit bestaat uit het voorbereiden en/of aanbieden van maaltijden en/of dranken voor consumptie, al dan niet ter plaatse, en dit zelfs kosteloos, met name eet-en drinkgelegenheden;2° Sport- en fitnesscentra: alle entiteiten die bij overeenkomst of krachtens haar statuten hoofdzakelijk tot doel heeft sportmanifestaties te organiseren of sport of fitnessactiviteiten, met uitzondering van de beheersactiviteiten van deze sport- of fitnesscentra;3° Handelsbeurzen en congressen: tentoonstellingen of samenkomsten die georganiseerd wordt zodat bedrijven of organisaties meestal uit een specifieke industrie hun nieuwe producten en diensten kunnen tentoonstellen en demonstreren en/of een grootschalige bijeenkomst rond een bepaald thema, waar bijvoorbeeld leden van een bepaalde organisatie of sector aan deelnemen;4° Voorzieningen die behoren tot de culturele, feestelijke en recreatieve sector: deze inrichtingen worden nader gedefinieerd in een uitvoerend samenwerkingsakkoord zoals bedoeld bij artikel 92bis, § 1, derde lid, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen; 5° voorzieningen voor residentiële opvang van kwetsbare personen: de ziekenhuizen, woonzorgcentra, revalidatieziekenhuizen en -centra, centrum voor kinderzorg en gezinsondersteuning (CKG), voorzieningen voor personen met een handicap, psychiatrische voorzieningen of voorzieningen voor mensen met een psychische aandoening;" § 2. In artikel 1, § 1 van het samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021 wordt het volgende lid ingevoegd: "22° bezoekers: zijnde bezoekers van massa-evenementen en proef- en pilootprojecten, bezoekers van voorzieningen van horeca activiteiten, bezoekers van dancings en discotheken, bezoekers van sport en fitnessclubs, bezoekers en standhouders van congressen en handelsbeurzen, bezoekers van voorzieningen die behoren tot de culturele, feestelijke en recreatieve sector of bezoekers van voorzieningen voor residentiële opvang van kwetsbare personen en de personen die deze bezoekers begeleiden in de voorziening of bij de activiteit. Onder bezoekers kan niet worden begrepen de organisator, de uitbater, de directieleden, personeel, zelfstandige of vrijwillige medewerkers of enige personen die (i) zich aanbieden om zorg te krijgen; (ii) deel nemen aan of in de zorgverlening en vanuit die optiek bekend zijn bij de directie of organisatie van deze voorzieningen of (iii) die omwille van een noodzakelijkheid vanuit dienstverlening of zorg toegang tot de voorziening moeten verkrijgen en voor zover deze personen bij de voorziening gekend zijn ." § 3. In artikel 1, § 1 van het samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021 wordt het volgende lid ingevoegd: "23° dancings en discotheken: een uitgaansgelegenheid die bestaat uit een of meerdere zalen waar hoofdzakelijk gedanst wordt op muziek." § 4. In artikel 1, § 1 van het samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021 wordt het volgende lid ingevoegd: "24° uitbater: de natuurlijke persoon of rechtspersoon die verantwoordelijk is en instaat voor de organisatie en de inrichting van de aangelegenheden en voorzieningen waarvoor het gebruik van het COVID Safe Ticket kan worden ingezet."

Artikel 4.§ 1. In Titel I. Algemeen van het samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021, wordt een artikel 2bis ingevoegd, luidende: "

Art. 2bis.§ 1. Zolang er geen epidemische noodsituatie wordt afgekondigd overeenkomstig artikel 3, § 1 van de wet van 14 augustus 2021 betreffende de maatregelen van bestuurlijke politie tijdens een epidemische noodsituatie, dient het gebruik van het COVID Safe Ticket voor bezoekers van aangelegenheden en voorzieningen waarvoor het gebruik van het COVID Safe Ticket optioneel of verplicht kan worden ingezet van 1 oktober 2021 tot en met 31 oktober 2021 in het licht van de te rechtvaardigen epidemiologische omstandigheden, met inachtneming en onder rechtvaardiging van het proportionaliteitsbeginsel, uitdrukkelijk te worden voorzien in een decreet of ordonnantie van een gefedereerde entiteit. De bevoegde gefedereerde entiteit zal de artikelen die betrekking hebben op het wettelijk kader rond het COVID Safe Ticket of dit wettelijk kader uiteenzetten, toepasselijk dienen te maken overeenkomst artikel 13bis. § 2. Zolang er geen epidemische noodsituatie wordt afgekondigd overeenkomstig artikel 3, § 1 van de wet van 14 augustus 2021 betreffende de maatregelen van bestuurlijke politie tijdens een epidemische noodsituatie, dient het gebruik van het COVID Safe Ticket voor bezoekers van (i) massa-evenementen, proef-en pilootprojecten en dancings en discotheken en (ii) aangelegenheden en voorzieningen waarvoor het gebruik van het COVID Safe Ticket kan worden ingezet na 31 oktober 2021 uitdrukkelijk te worden voorzien in een decreet of ordonnantie van een gefedereerde entiteit. De bevoegde gefedereerde entiteit zal de artikelen die betrekking hebben op het wettelijk kader rond het COVID Safe Ticket of dit wettelijk kader uiteenzetten, toepasselijk dienen te maken overeenkomstig artikel 13bis, waarbij een maximale geldigheidsduur van de maatregelen en modaliteiten die het decreet of de ordonnantie uitvaardigt, wordt bepaald. De artikelen die door de gefedereerde entiteit toepasselijk worden gemaakt overeenkomstig artikel 13bis, hebben als uiterste vervaldatum 30 juni 2022. § 3. Van zodra een epidemische noodsituatie wordt afgekondigd overeenkomstig artikel 3, § 1 van de wet van 14 augustus 2021 betreffende de maatregelen van bestuurlijke politie tijdens een epidemische noodsituatie, vinden de artikelen 2bis, §§ 1 en 2, 13bis en 13ter geen toepassing meer. De decreten en ordonnanties die op basis van deze artikelen 2bis, §§ 1 en 2, 13bis en 13ter zijn uitgevaardigd door de gefedereerde entiteiten, hebben niet langer uitwerking of worden opgeschort van zodra de epidemische noodsituatie wordt afgekondigd overeenkomstig artikel 3, § 1 van de wet van 14 augustus 2021 betreffende de maatregelen van bestuurlijke politie tijdens een epidemische noodsituatie. In geval de epidemische noodsituatie wordt afgekondigd en voor zover de partijen bij dit samenwerkingsakkoord gebruik wensen te maken van het COVID Safe Ticket : (i) voor de aangelegenheden en voorzieningen waarvoor het gebruik van het COVID Safe Ticket kan worden ingezet, zoals bepaald in artikel 1, § 1, 21°, dienen de partijen bij dit samenwerkingsakkoord de modaliteiten rond dit gebruik nauwkeurig uiteen te zetten in een aanvullend samenwerkingsakkoord, waarbij het gebruik van het COVID Safe Ticket op grond van epidemiologische omstandigheden kan worden gerechtvaardigd per afzonderlijke groep van aangelegenheid of voorziening zoals opgelijst in artikel 1, § 1, 21° van dit samenwerkingsakkoord;(ii) voor massa-evenementen, proef-en pilootprojecten en discotheken en dancings, dient men de concrete uitvoeringsmodaliteiten voor zover als nodig rond dit gebruik middels een besluit overeenkomstig artikel 4, § 1 van de wet van 14 augustus 2021 betreffende de maatregelen van bestuurlijke politie tijdens een epidemische noodsituatie of desgevallend in een uitvoerend samenwerkingsakkoord zoals bedoeld bij artikel 92bis, § 1, derde lid, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen te regelen.

In ieder geval dient het aanvullend wetgevend samenwerkingsakkoord, het aangenomen besluit overeenkomstig artikel 4, § 1 van de wet van 14 augustus 2021 betreffende de maatregelen van bestuurlijke politie tijdens een epidemische noodsituatie of het aangenomen uitvoerend samenwerkingsakkoord te voorzien in een maximale geldigheidsduur.

Wanneer de epidemische noodsituatie die is afgekondigd overeenkomstig artikel 3, § 1 van de wet van 14 augustus 2021 betreffende de maatregelen van bestuurlijke politie tijdens een epidemische noodsituatie, wordt beëindigd, worden de artikelen 2bis, §§ 1 en 2, 13bis en 13ter opnieuw toepasselijk, tenzij de partijen bij dit samenwerkingsakkoord hier uitdrukkelijk anders over beslissen."

Artikel 5.Artikel 12 van het samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021 wordt als volgt gewijzigd: " § 1. In afwijking van hetgeen bepaald in artikel 10 voor wat betreft de bezoekers van (i) massa-evenementen, proef- en pilootprojecten of dancings en discotheken of (ii) aangelegenheden en voorzieningen waarvoor het gebruik van het COVID Safe Ticket kan worden ingezet en voor zover voldaan is aan de voorwaarden van artikel 2bis en artikel 13bis en 13ter, beoogt de verwerking van persoonsgegevens van het digitaal EU-COVID-certificaat het lezen en, desgevallend, het genereren van het COVID Safe Ticket middels de CST-module van de COVIDScan-applicatie, teneinde het volgende te controleren en verifiëren: 1° het feit of de houder van het digitaal EU-COVID-certificaat voldoet aan de voorwaarden om toegang te verkrijgen tot een massa-evenement of proef- en pilootproject, dancings en discotheken of de aangelegenheden en voorzieningen waarvoor het gebruik van het COVID Safe Ticket kan worden ingezet;2° aan de hand van een identiteitsbewijs, de identiteit van de houder van een digitaal EU-COVID-certificaat. Het COVID Safe Ticket kan ofwel door de gebruiker gegeneerd worden op de COVIDSafe-applicatie, ofwel op de COVIDScan-applicatie door het digitaal EU-COVID-certificaat te lezen. § 2. De organisatoren, directies en uitbaters van aangelegenheden en voorzieningen waar de mogelijkheid wordt voorzien om gebruik te maken van het COVID Safe Ticket voor bezoekers, bij hoofde van de personen bedoeld in artikel 13, § 3 van dit samenwerkingsakkoord, kunnen ofwel (i) het digitaal EU-COVID-certificaat in digitale vorm of op papier ofwel (ii) het door de gebruiker gegenereerde COVID Safe Ticket op de COVIDSafe-applicatie inlezen.Het COVID Safe Ticket mag enkel worden gebruikt en ingelezen wanneer er hiervoor een wettelijke grond bestaat.

Voornoemde organisatoren en uitbaters zijn niet verplicht het digitaal EU-COVID-certificaat in te lezen, tenzij: 1° enerzijds de omvang van het massa-evenement en van het proef- pilootproject en anderzijds aard van de inrichting (i.e. een dancing of discotheek) aanleiding geeft tot het verplicht gebruik van het COVID Safe Ticket in overeenstemming met het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende de maatregelen van bestuurlijke politie om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken of desgevallend een (daar)opvolgend ministerieel besluit, een besluit overeenkomstig artikel 4, § 1 van de wet van 14 augustus 2021 betreffende de maatregelen van bestuurlijke politie tijdens een epidemische noodsituatie of een uitvoerend samenwerkingsakkoord zoals bedoeld bij artikel 92bis, § 1, derde lid, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen of overeenkomstig artikel 13bis, § 2; 2° anders bepaald in een decreet of een ordonnantie van een gefedereerde entiteit op grond van artikel 2bis §§ 1 en 2, artikel 13bis en artikel 13 ter;3° op grond van artikel 2bis, § 3, indien een epidemische noodsituatie wordt afgekondigd overeenkomstig artikel 3, § 1 van de wet van 14 augustus 2021 betreffende de maatregelen van bestuurlijke politie tijdens een epidemische noodsituatie ; Het lezen en, desgevallend, het generen van het COVID Safe Ticket middels de COVIDScan-applicatie dient voor de verwerkingsdoeleinden bepaald in artikel 12 en 13 van dit samenwerkingsakkoord verplicht te gebeuren middels de CST-module van deze applicatie. Indien het resultaat van de lezing in § 1 negatief is of de identiteit van de houder niet kan worden geverifieerd of bevestigd, dient men de houder de toegang tot het massa-evenement, proef- en pilootproject, dancing of discotheek of aangelegenheden en voorzieningen waarvoor het gebruik van het COVID Safe Ticket kan worden ingezet te weigeren, tenzij de houder bijkomende maatregelen ondergaat zoals bepaald in een uitvoerend samenwerkingsakkoord zoals bedoeld bij artikel 92bis, § 1, derde lid, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen. § 3. Met uitzondering van hetgeen bepaald in artikel 10 van dit samenwerkingsakkoord, worden de categorieën van persoonsgegevens in de certificaten, zoals bepaald in artikel 1, § 1, 5°, 6° en 7° en § 2, 2° van dit samenwerkingsakkoord, uitsluitend verwerkt met het oog op het regelen van de toegang voor bezoekers tot proef -en pilootprojecten, massa-evenementen, dancings en discotheken of aangelegenheden en voorzieningen waarvoor het gebruik van het COVID Safe Ticket kan worden ingezet en de verificatie van de op het COVID Safe Ticket getoonde gegevens. De gegevens worden maar verwerkt voor zover het gebruik van het COVID Safe Ticket actief wordt toegepast ofwel op grond van dit samenwerkingsakkoord ofwel op grond van een decreet of ordonnantie. § 4. De verwerking waarbij het digitaal EU-COVID-certificaat of het door de houder gegenereerde COVID Safe Ticket wordt gelezen teneinde de toegang tot massa-evenementen, proef- en pilootprojecten, dancings en discotheken of aangelegenheden en voorzieningen voor residentiële opvang van kwetsbare personen te regelen, is maar rechtmatig voor houders van een digitaal EU-COVID-certificaat met de leeftijd van 12 en ouder, zonder dat hierdoor de toegang tot het massa-evenement, proef-en pilootproject, dancings en discotheken of voorzieningen voor residentiële opvang van kwetsbare personen kan worden ontzegd aan personen onder de 12 jaar." § 5. Met uitsluiting van voorzieningen voor residentiële opvang van kwetsbare personen, is de verwerking waarbij het digitaal EU-COVID-certificaat of het door de houder gegenereerde COVID Safe Ticket wordt gelezen teneinde de toegang tot aangelegenheden en voorzieningen waarvoor het gebruik van het COVID Safe Ticket kan worden ingezet te regelen, maar rechtmatig voor houders van een digitaal EU-COVID-certificaat met de leeftijd van 16 en ouder, zonder dat hierdoor de toegang tot de aangelegenheden en voorzieningen waarvoor het gebruik van het COVID Safe Ticket kan worden ingezet kan worden ontzegd aan personen onder de 16 jaar."

Artikel 6.De paragrafen §§ 2, 3, 5 en 6 van artikel 13 van het samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021 worden als volgt gewijzigd: " § 2. Het COVID Safe Ticket bevat en geeft slechts volgende gegevens weer: 1° de aanduiding of de houder, in zijn hoedanigheid van bezoeker van een massa-evenement, een proef- en pilootproject, een dancing of discotheek of aangelegenheden en voorzieningen waarvoor het gebruik van het COVID Safe Ticket kan worden ingezet, de toegang tot het massa-evenement, proef- en pilootproject, dancing of discotheek of de aangelegenheden en voorzieningen waarvoor het gebruik van het COVID Safe Ticket kan worden ingezet mag worden toegestaan of dient te worden geweigerd;2° identiteitsgegevens van de houder, namelijk de naam en voornaam;3° de geldigheidsduur van het COVID Safe Ticket. § 3. Voor de in artikel 12 bepaalde doeleinden, mag het digitaal EU-COVID-certificaat of het door de houder gegenereerde COVID Safe Ticket uitsluitend worden gelezen door middel van de CST-module van het COVIDScan-applicatie zoals bedoeld in artikel 17 en mag het identiteitsbewijs worden gevraagd tot nazicht overeenkomstig artikel 12, § 1 en dit door de volgende personen: 1° de personen die instaan voor de toegangscontrole van het massa-evenement;2° de personen die instaan voor de toegangscontrole van het proef- en pilootproject;3° de personen die instaan voor de toegangscontrole van de dancing of discotheek;4° de personen die instaan voor de toegangscontrole van de congressen of handelsbeurzen en de personen die instaan voor de toegangscontrole van inrichtingen die behoren tot de culturele, feestelijke en recreatieve sector;5° bij gebreke aan de personen zoals vermeld in 4° de uitbater en directies van aangelegenheden en voorzieningen waarvoor het gebruik van het COVID Safe Ticket kan worden ingezet en diens personeel voor zover deze op limitatieve wijze worden ingezet en belast met de controle van het COVID Safe Ticket;6° het personeel van een bewakingsonderneming of interne bewakingsdienst zoals bedoeld in de wet van 2 oktober 2017 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid. § 5. De voorwaarden waaronder toegang tot een massa-evenement, proef- en pilootproject, dancing of discotheek of aangelegenheden en voorzieningen waarvoor het gebruik van het COVID Safe Ticket kan worden ingezet, kan worden verkregen op basis van een digitaal EU-COVID-certificaat of op basis van andere maatregelen, op voorwaarde dat deze kunnen worden verantwoord in het kader van het algemeen belang op het gebied van de volksgezondheid en de bestrijding van de COVID-19 pandemie, met respect voor en justificatie van het principe van de proportionaliteit worden vastgelegd in een uitvoerend samenwerkingsakkoord zoals bedoeld bij artikel 92bis, § 1, derde lid, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen of enig ander uitvoerend wettelijk instrument. § 6. Het is de personen bedoeld in artikel 13, § 3 uitdrukkelijk verboden het digitaal EU-COVID-certificaat of het door de houder gegeneerde COVID Safe Ticket teneinde het COVID Safe Ticket te lezen en desgevallend te genereren met een andere applicatie of module dan de CST module van de COVIDScan-applicatie. De organisatoren, directies en uitbaters zullen een lijst aanleggen van de personen bedoeld in artikel 13, § 3."

Artikel 7.In Titel IV. COVID Safe Ticket van het samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021, wordt een artikel 13bis ingevoegd, luidende: "

Art. 13bis.§ 1. Indien de lokale epidemiologische omstandigheden dit vereisen, en met respect voor en justificatie van het principe van de proportionaliteit, wordt de mogelijkheid geboden aan de gefedereerde entiteiten om vanaf 1 oktober 2021 en dit tot en met 31 oktober 2021 en voor zover dit gebeurt binnen hun bevoegdheid van preventieve gezondheidszorg het COVID Safe Ticket te gebruiken op het gehele of een gedeelte van het grondgebied waarvoor ze bevoegd zijn. § 2. De bevoegde gefedereerde entiteit zal deze mogelijkheid enkel kunnen benutten middels zij daartoe een decreet of ordonnantie aanneemt, waarbij een maximale geldigheidsduur van de daarin opgenomen maatregelen en modaliteiten wordt bepaald en dat betrekking heeft op de artikelen die betrekking hebben op het wettelijk kader rond het COVID Safe Ticket of dit wettelijk kader uiteenzetten en voor zover het gebruik van het COVID Safe Ticket enkel kadert in een uitbreiding van het materiële, territoriale en temporele toepassingsgebied van het COVID Safe Ticket zoals voorzien in artikel 2bis, 12, 13, 13bis tot en met quater: 1° de aanduiding van de aangelegenheden en voorzieningen waarvoor het gebruik van het COVID Safe Ticket wordt ingezet, zoals bepaald in artikel 1, § 1, 21° ;2° het gebruik van het COVID Safe Ticket optioneel houden of verplichten voor bezoekers van aangelegenheden en voorzieningen waarvoor het gebruik van het COVID Safe Ticket kan worden ingezet overeenkomstig artikel 2bis en artikel 13bis, § 1, 1°.3° het gebruik van het COVID Safe Ticket voor bezoekers van massa-evenementen, proef- en pilootprojecten, ongeacht de omvang ervan, verplichten in afwijking van het geldende besluit houdende de maatregelen van bestuurlijke politie om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken of het geldende uitvoerend samenwerkingsakkoord, uitsluitend met de bedoeling strengere regels op te leggen; § 3. Indien de lokale epidemiologische omstandigheden dit vereisen, wordt aan de burgemeesters en gouverneurs, elk voor het eigen grondgebied voor de periode van 1 oktober 2021 tot en met 31 oktober 2021, binnen hun respectievelijke bevoegdheden en binnen het kader van de bepalingen betreffende het COVID Safe Ticket in dit samenwerkingsakkoord, op basis van de hen toegekende autonome bevoegdheden op grond van de artikelen 134 en 135 van de Nieuwe Gemeentewet en artikel 11 van de Wet op het politieambt, de mogelijkheid geboden strengere bijzondere modaliteiten betreffende de organisatie en de te nemen veiligheidsmaatregelen enkel met betrekking tot massa-evenementen en proef-en pilootprojecten vast te stellen dan hetgeen bepaald in het besluit bedoeld in artikel 1, § 1, 11°. De maatregelen die door burgemeester of gouverneur kunnen worden genomen betreffen hier enkel voor wat betreft de massa-evenementen en de proef-en pilootprojecten (i) de vermindering van de minimumgrens van aantal bezoekers voor een massa-evenement of proef-en pilootproject of (ii) het verplicht maken van het COVID Safe Ticket voor een welbepaald massa-evenement of proef-en pilootproject. Daartoe kunnen de burgemeesters en gouverneurs pas overgaan, na overleg met en het verkrijgen van de instemming van de bevoegde federale minister, zowel op basis van de preventieve gezondheidszorg als de minister die eveneens bevoegd is in functie van de beoogde maatregelen en modaliteiten die worden beoogd. Dit overleg en instemming van de federale entiteit doen geen afbreuk aan de bevoegdheden die de burgemeesters en gouverneurs kunnen uitoefenen op grond van de artikelen 134 en 135 van de Nieuwe Gemeentewet en artikel 11 van de Wet op het politieambt." § 4. De maatregelen en bijzondere modaliteiten die conform de §§ 1 tot en met 3 van dit artikel worden vastgesteld, mogen niet van die aard zijn dat zij in strijd zijn met de Verordening digitaal EU-COVID-certificaat en de Verordening digitaal EU-COVID-certificaat voor onderdanen derde landen en dienen in overeenstemming te zijn met het of meerdere geldende uitvoerende samenwerkingsakkoorden. § 5. De lokale epidemiologische omstandigheden zoals bedoeld in §§ 1 tot en met 3 zullen voorafgaand worden geëvalueerd door de Risk Assessment Group (RAG) zoals bedoeld in artikel 7, § 1, van het protocolakkoord van 5 november 2018 tussen de Federale Overheid en de overheden bedoeld in artikelen 128, 130 en 135 van de Grondwet, tot vaststelling van de generische structuren voor het sectoraal gezondheidsbeheer van crisissen voor de volksgezondheid en hun werkwijze voor de toepassing van het Internationaal Gezondheidsreglement (2005), en Besluit nr. 1082/2013/EU over ernstige grensoverschreidende bedreigingen van de gezondheid. Dit niet-bindend advies van de RAG moet verleend worden binnen de periode van 5 werkdagen na de ontvangst van de aanvraag tot advies. Pas nadat dit niet-bindende advies van de RAG ontvangen werd of na het verstrijken van de periode van 5 werkdagen, en voor zover voldaan wordt aan de andere bepalingen van artikel 13bis of, desgevallend, artikel 13ter, zullen de respectievelijke gefedereerde entiteiten, burgemeesters of gouverneurs kunnen de epidemiologische omstandigheden in overweging worden genomen om het toepassingsgebied van het COVID Safe Ticket in een deelstaat of lokaal uit te breiden of het gebruik te verstrengen overeenkomstig de bepalingen van dit samenwerkingsakkoord. Indien het niet-bindende advies van de RAG niet wordt ontvangen binnen de voornoemde termijn, zullen de respectievelijke gefedereerde entiteiten, burgemeesters of gouverneurs de beoogde maatregelen en modaliteiten alsnog kunnen bepalen, mits zij dergelijke maatregelen hebben afgestemd met de bevoegde ministers op het federale niveau en hiervoor instemming hebben verkregen. § 6. Indien een gefedereerde entiteit overeenkomstig § 2 beslist tot aanduiding of activatie van aangelegenheden en voorzieningen waarvoor de mogelijkheid of verplichting wordt voorzien om gebruik te maken van het COVID Safe Ticket, dient er een consultatie plaats te vinden tussen de respectievelijke bevoegde entiteit inzake preventieve gezondheidszorg en de respectievelijke bevoegde entiteiten inzake de betrokken sector of sectoren. Op basis van deze consultatie zullen de nodige afspraken worden gemaakt en desgevallend de nodige voorzieningen getroffen in het decreet of ordonnantie."

Artikel 8.In Titel IV. COVID Safe Ticket van het samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021, wordt een artikel 13ter ingevoegd, luidende: "

Art. 13ter.§ 1. Indien de lokale epidemiologische omstandigheden dit vereisen, wordt de mogelijkheid geboden aan de gefedereerde entiteiten om ook na 31 oktober 2021, voor zover dit gebeurt overeenkomstig artikel 2bis en voor zover dit gebeurt binnen hun respectievelijke bevoegdheden het COVID Safe Ticket te gebruiken op het gehele of een gedeelte van het grondgebied waarvoor ze bevoegd zijn. § 2. De bevoegde gefedereerde entiteit zal deze mogelijkheid enkel kunnen benutten conform de modaliteiten zoals bepaald in artikel 13bis, § 2, § 4, § 5, et § 6. De gefedereerde entiteiten zullen binnen deze modaliteiten tevens het gebruik van het COVID Safe Ticket voor de toegang tot discotheken en dancings kunnen bepalen." § 3. Indien de lokale epidemiologische omstandigheden dit vereisen en voor zover het gebruik van het COVID Safe Ticket werd voorzien door de bevoegde gefedereerde entiteit onder wie de burgemeester of gouverneur ressorteert, wordt vanaf 1 november 2021 aan de burgemeesters en gouverneurs, elk voor het eigen grondgebied, binnen hun respectievelijke bevoegdheden en binnen het kader van de bepalingen betreffende het COVID Safe Ticket in dit samenwerkingsakkoord, op basis van de hen toegekende bevoegdheden op grond van de artikelen 134 en 135 van de Nieuwe Gemeentewet en artikel 11 van de Wet op het politieambt, de mogelijkheid geboden strengere bijzondere modaliteiten betreffende de organisatie en de te nemen veiligheidsmaatregelen enkel met betrekking tot massa-evenementen, proef-en pilootprojecten en - voor zover van toepassing - dancings en discotheken vast te stellen dan hetgeen bepaald in het besluit bedoeld in artikel 1, § 1, 11°. Dit voor een maximale periode van 30 dagen, dewelke kan worden verlengd met meerdere perioden van 30 dagen, voor zolang de epidemiologische omstandigheden dit rechtvaardigen. Het betreft hier enkel de aanpassing van de minimumgrens van aantal bezoekers voor een massa-evenement, proef-en pilootproject of - voor zover van toepassing - dancing en discotheek of het verplicht maken van het gebruik van het COVID Safe Ticket voor een welbepaald massa-evenement of proef-en pilootproject of - voor zover van toepassing voor discotheken en dancings. Daartoe kunnen de burgemeesters en gouverneurs pas overgaan, na overleg met en het verkrijgen van de instemming van de bevoegde gefedereerde entiteit(en) onder wie de burgemeester of gouverneur ressorteert in functie van de beoogde modaliteit op basis van de preventieve gezondheidszorg, maar tevens met de gefedereerde entiteit bevoegd in functie van de beoogde maatregelen en bijzondere modaliteiten die worden beoogd. Dit overleg en deze instemming van de federale entiteit doen geen afbreuk aan de autonome bevoegdheden die de burgemeesters en gouverneurs kunnen uitoefenen op grond van de artikelen 134 en 135 van de Nieuwe Gemeentewet en artikel 11 van de Wet op het politieambt." § 4. De bevoegde burgemeester of gouverneurs zal de mogelijkheid zoals bepaald in § 3 enkel kunnen benutten conform de modaliteiten zoals bepaald in artikel 13bis, § 4 en § 5."

Artikel 9.In Titel IV. COVID Safe Ticket van het samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021, wordt een artikel 13quater ingevoegd, luidende: "

Art. 13quater.§ 1. Wanneer de lokale epidemiologische omstandigheden het vereisen en in het geval dat de federale fase van het nationaal plan overeenkomstig het ministerieel besluit van 13 maart 2020 houdende de afkondiging van de federale fase betreffende de coördinatie en het beheer van de crisis coronavirus COVID-19 volledig wordt beëindigd en er geen epidemische noodsituatie werd afgekondigd overeenkomstig artikel 3, § 1 van de wet van 14 augustus 2021 betreffende de maatregelen van bestuurlijke politie tijdens een epidemische noodsituatie, dient de bevoegde gefedereerde entiteit voor zover deze middels een decreet of ordonnantie gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid om het gebruik van het COVID Safe Ticket na 31 oktober 2021 toe te passen, na te gaan en desgevallend te voorzien of op grond van voornoemd decreet of ordonnantie de bevoegde gouverneur of bevoegde burgemeester de nodige uitvoeringsmodaliteiten inzake handhaving kan nemen teneinde het gebruik van het COVID Safe Ticket te kunnen handhaven. § 2. Het aantal of de respectievelijke aantallen bezoekers voor massa-evenementen, proef-en pilootprojecten en dancings en discotheken zal bij gebrek aan een geldend besluit worden bepaald in een uitvoerend samenwerkingsakkoord.

Artikel 10.Artikel 14, § 3 van het samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021 wordt als volgt gewijzigd: " § 3. De uitlezing van de gegevens zoals bepaald in artikelen 12 en 13 van dit samenwerkingsakkoord mogen maar uitgevoerd worden tot en met 31 oktober 2021, tenzij de artikelen 12 en 13 overeenkomstig artikel 2bis en 13ter worden geactiveerd voor 30 juni 2022."

Artikel 11.§ 1. Artikel 33, § 1, 1° van het samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021 wordt als volgt gewijzigd: "1° van 16 juni tot en met 30 juni 2021 voor wat betreft artikelen 1, § 2, artikel 3, artikel 9, artikelen 10, § 1 tot en met § 3 en artikel 14, § 1;" § 2. Artikel 33, § 1, 2° van het samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021 wordt als volgt gewijzigd: "2° van 16 juni 2021 voor wat betreft artikel 1, § 1, artikelen 2 tot en met 8, artikel 10, § 4, artikel 11, artikel 14, § 2 tot en met § 5, artikelen 15 tot en met 17;" § 3. Artikel 33, § 1, 3° van het samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021 wordt als volgt gewijzigd: "3° van de inwerkingtreding van dit samenwerkingsakkoord tot 31 oktober 2021, de artikelen 12 en 13, tenzij de artikelen 12 en 13 overeenkomstig artikel 2bis en 13ter worden geactiveerd voor 30 juni 2022.".

Artikel 12.Artikel 33, § 2, van het samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021 wordt als volgt gewijzigd: " § 2. Behoudens uitdrukkelijk anders bepaald in § 1, 1° en 2°, treden de bepalingen van Titel I tot en met VII in werking op de datum van bekendmaking in het Belgisch Staatsblad van de laatste wetgevende handeling tot instemming met het samenwerkingsakkoord."

Artikel 13.Artikel 33, § 3 van het samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021 wordt als volgt gewijzigd: " § 3. Behoudens uitdrukkelijk anders bepaald in § 1, 1°, treden de bepalingen van Titel I tot en met VII buiten werking op de datum van de buitenwerkingtreding van de Verordening digitaal EU-COVID-certificaat en Verordening digitaal EU-COVID-certificaat voor onderdanen derde landen."

Artikel 14.In Titel X. Slotbepalingen van het samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021, wordt een artikel 33bis ingevoegd, luidende: "

Art. 33bis.Indien voor 30 juni 2022 een epidemische noodsituatie wordt afgekondigd, overeenkomstig artikel 3, § 1 van de wet van 14 augustus 2021 betreffende de maatregelen van bestuurlijke politie tijdens een epidemische noodsituatie, kunnen de artikelen 12 en 13 opnieuw worden toegepast voor de duur van de epidemische noodsituatie, mits deze 30 juni 2022 niet overschrijdt." Gedaan te Brussel, op 27 september 2021 in één origineel exemplaar.

De Eerste Minister, A. DE CROO De vice-Eersteminister en Minister van Buitenlandse Zaken, Europese Zaken en Buitenlandse Handel, en van de Federale Culturele Instellingen, S. WILMES De Vice-Eersteminister en Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, F. VANDENBROUCKE De Minister van Binnenlandse Zaken, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing, A. VERLINDEN De Staatssecretaris voor Asiel en Migratie, S. MAHDI De Staatssecretaris voor Digitalisering, M. MICHEL De Minister-President van de Vlaamse Regering en Vlaams Minister van Buitenlandse Zaken, Cultuur, Digitalisatie en Facilitair Management, J. JAMBON De Vlaams Minister van Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding, W. BEKE De Minister-President van de Franse Gemeenschap, P.-Y. JEHOLET De Vice-President en Minister van Kind, Gezondheid, Cultuur, Media en Vrouwenrechten, B. LINARD De Minister voor Hoger Onderwijs, Onderwijs voor Sociale Promotie, Wetenschappelijk Onderzoek, Universitaire Ziekenhuizen, Jeugdzorg, Justitiehuizen, Jeugd, Sport en de Promotie van Brussel, V. GLATIGNY De Minister-President van de Waalse Regering, E. DI RUPO De Vice-Minister-President en Minister van Werk, Vorming, Gezondheid, Sociale Actie, Gelijke Kansen en Vrouwenrechten van de Waalse Regering, C. MORREALE De Minister-President en Minister van Lokale Besturen en Financiën van de Duitstalige Gemeenschap, O. PAASCH De Vice-Minister-President en Minister van Gezondheid en Sociale Aangelegenheden, Ruimtelijke Ordening en Huisvesting van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap, A. ANTONIADIS De Voorzitter van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, R. VERVOORT Het lid van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, belast met Gezondheid en Welzijn, A. MARON Het lid van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, belast met Gezondheid en Welzijn, E. VAN DEN BRANDT De Minister-President belast met de promotie van de gezondheid, B. TRACHTE De Minister, lid van het College belast met Maatschappelijk welzijn en Gezondheid, A. MARON

27. SEPTEMBER 2021 - Zusammenarbeitsabkommen zur Änderung des Zusammenarbeitsabkommens vom 14.Juli 2021 zwischen dem Föderalstaat, der Flämischen Gemeinschaft, der Französischen Gemeinschaft, der Deutschsprachigen Gemeinschaft, der Gemeinsamen Gemeinschaftskommission, der Wallonischen Region und der Französischen Gemeinschaftskommission über die Verarbeitung von Daten im Zusammenhang mit dem digitalen EU-COVID-Zertifikat, dem COVID Safe Ticket, dem PLF und der Verarbeitung personenbezogener Daten von Lohnempfängern und Selbständigen, die im Ausland leben oder wohnen und in Belgien Tätigkeiten ausüben ALLGEMEINE ERLÄUTERUNGEN Am 14. Juli 2021 wurde ein Zusammenarbeitsabkommen zwischen dem Föderalstaat, der Flämischen Gemeinschaft, der Französischen Gemeinschaft, der Deutschsprachigen Gemeinschaft, der Gemeinsamen Gemeinschaftskommission, der Wallonischen Region und der Französischen Gemeinschaftskommission über die Verarbeitung von Daten im Zusammenhang mit dem digitalen EU-COVID-Zertifikat, dem COVID Safe Ticket, dem PLF und der Verarbeitung personenbezogener Daten von Lohnempfängern und Selbständigen, die im Ausland leben oder wohnen und in Belgien Tätigkeiten ausüben, geschlossen.

Berichtigung von materiellen Fehlern Dieses Zusammenarbeitsabkommen enthielt jedoch eine Reihe von materiellen Fehlern.

So wird beispielsweise in der niederländischen Fassung von Artikel 16 § 2 des Zusammenarbeitsabkommens vom 14. Juli 2021 fälschlicherweise der Begriff "verwerkingsovereenkomst" verwendet, während in § 1 desselben Artikels der korrekte, von der Datenschutzbehörde verwendete Begriff "verwerkersovereenkomst" lautet. Der fälschlicherweise verwendete Begriff "verwerkingsovereenkomst" sollte daher in Artikel 16 § 2 in "verwerkersovereenkomst" geändert werden. Die französischsprachige Version desselben Artikels 16 enthält eine falsche Übersetzung des Begriffs "accord de sous-traitance". Der Begriff "contrat de sous-traitance" muss daher sowohl in Artikel 16 § 1 als auch in Artikel 16 § 2 des Zusammenarbeitsabkommens vom 14. Juli 2021 durch den korrekten Begriff "accord de sous-traitance" ersetzt werden. Die deutsche Fassung desselben Artikels 16 enthält eine falsche Übersetzung des Begriffs "Datenverarbeitungsvertrag". Der Begriff "Verarbeitungsvertrag" sollte daher durch den korrekten Begriff "Datenverarbeitungsvertrag" ersetzt werden, und zwar sowohl in Artikel 16 § 1 als auch in § 2 der Zusammenarbeitsabkommens vom 14.

Juli 2021.

Im Kommentar zu Artikel 16 des Zusammenarbeitsabkommens vom 14. Juli 2021 wird fälschlicherweise auf ein Protokollabkommen zur Weiterentwicklung geeigneter technischer und organisatorischer Maßnahmen verwiesen. Selbstverständlich sollte der Kommentar der Artikel dem Inhalt von Artikel 16 folgen und der Begriff "protocolakkoord" in der niederländischen Fassung durch "verwerkersovereenkomst", der Begriff "protocole d'accord" in der französischen Fassung durch den Begriff "accord de sous-traitance" und der Begriff "Vereinbarungsprotokoll" in der deutschen Fassung durch den Begriff "Datenverarbeitungsvertrag" ersetzt werden, wie es in Artikel 16 vorgesehen ist.

Darüber hinaus enthält Artikel 33 des Zusammenarbeitsabkommens eine Reihe von materiellen Fehlern bezüglich des Inkrafttretens und des Auslaufens einer Reihe von Bestimmungen des Zusammenarbeitsabkommens.

Erstens besagt Artikel 33 § 1 Nummer 2, dass Artikel 1 am 16. Juni 2021 in Kraft treten soll. Diese Bestimmung ist in Bezug auf Artikel 1 § 1 korrekt, aber in Bezug auf die in Artikel 1 § 2 enthaltenen Definitionen ist anzumerken, dass diese Definitionen auch in der EU-COVID-Verordnung für digitale Zertifikate und in der EU-COVID-Verordnung für digitale Zertifikate für Drittstaatsangehörige enthalten sind, die beide am 1. Juli 2021 in Kraft treten. Um nicht gegen das Überschreibverbot zu verstoßen, kann dieser Absatz daher nur bis zum 30. Juni 2021 wirksam sein. Artikel 1 § 2 wird daher in die Aufzählung des Artikels 33 § 1 Nummer 1 des vorgenannten Zusammenarbeitsabkommens aufgenommen. Gleichzeitig wird in Artikel 33 § 1 Nummer 2 klargestellt, dass in diesem Fall nur Artikel 1 § 1 betroffen ist.

Gleichzeitig wird in § 2 fälschlicherweise behauptet, dass nur Artikel 33 § 1 Nummer 1 eine Ausnahme vom Inkrafttreten der Bestimmungen der Titel I bis VII am Tag der Veröffentlichung des letzten der Zusammenarbeitsabkommen zustimmenden Rechtsakts im Belgischen Staatsblatt darstellt. Artikel 33 § 2 Nummer 2 stellt jedoch auch eine Ausnahme von diesem Grundsatz dar.

Aufgrund des materiellen Fehlers könnte argumentiert werden, dass aus Artikel 33 § 2 abgeleitet werden kann, dass die in Artikel 33 § 1 Nummer 2 genannten Artikel erst an dem Tag in Kraft treten, an dem der letzte Gesetzgebungsakt, der die Zusammenarbeitsabkommen genehmigt, im Belgischen Staatsblatt veröffentlicht wird. Dass dies keineswegs der Fall ist, geht aus dem Text des Zusammenarbeitsabkommens hervor. In der Tat besagt Artikel 33 § 2 Nummer 2 ausdrücklich, dass die Bestimmungen der Titel I bis VII des Zusammenarbeitsabkommens ab dem 16. Juni 2021 in Bezug auf Artikel 1 § 1, Artikel 2 bis 8, Artikel 10 § 4, Artikel 11, Artikel 14 § 2 bis § 5 und Artikel 15 bis 17 in Kraft treten.Die ratio legis dieser Bestimmung ist, dass es die Absicht der Verfasser des oben genannten Zusammenarbeitsabkommens war, es zu ermöglichen, das digitale EU-COVID-Zertifikat ab dem 16. Juni 2021 für belgische Bürger verfügbar zu machen.

Gleichzeitig geht aus der allgemeinen Erläuterung des oben genannten Zusammenarbeitsabkommens hervor, dass es keine andere Absicht geben kann als das Inkrafttreten der in Artikel 33 § 1 Nummer 2 erwähnten Artikel ab dem 16. Juni 2021, da es wie folgt heißt: "Diese Verordnungen treten jedoch erst am 1. Juli in Kraft. Aufgrund der dringenden Notwendigkeit, die Freizügigkeit innerhalb der Mitgliedstaaten vollständig zu erleichtern, hat sich Belgien dafür entschieden, das digitale EU-COVID-Zertifikat ab dem 16. Juni 2021 für seine Bürger verfügbar zu machen." Auch sieht die allgemeine Erläuterung des Zusammenarbeitsabkommens Folgendes vor: "Die digitale Anwendung COVIDSafe wird den Bürgern ab dem 16. Juni 2021 zur Verfügung stehen und kann ab dem 1. Juli 2021 für Reisen innerhalb der Europäischen Union genutzt werden." Ebenso wird in Artikel 2 § 1 Nummer 2, Artikel 7 § 1, Artikel 8 § 1 und Artikel 9 § 4 des oben genannten Zusammenarbeitsabkommens ausdrücklich auf die Einrichtung und Ausstellung des digitalen COVID-Zertifikats der EU ab dem 16. Juni 2021 verwiesen.

Aus dem Vorstehenden ergibt sich eindeutig, dass es die Absicht der Verfasser des Zusammenarbeitsabkommens war, die Bestimmungen über das digitale EU-COVID-Zertifikat, die zugrunde liegenden Datenströme und die Anwendungen COVIDSafe und COVIDScan ab dem 16. Juni 2021 zur Verfügung zu stellen und somit die entsprechenden Bestimmungen, wie in Artikel 33 § 1 Nummern 1 und 2 des Zusammenarbeitsabkommens aufgeführt, am 16. Juni 2021 in Kraft treten zu lassen. Insbesondere geht aus dem Vorstehenden hervor, dass es die Absicht der Verfasser des Zusammenarbeitsabkommens war, auch für die in Artikel 33 § 1 Nummer 2 genannten Artikel eine Ausnahme vom Inkrafttreten am Tag der Veröffentlichung des letzten dem Zusammenarbeitsabkommen zustimmenden Gesetzgebungsakts im Belgischen Staatsblatt vorzusehen. Aus diesem Grund und um einen möglichen Widerspruch zu beseitigen, muss der materielle Fehler in Artikel 33 § 2 des Zusammenarbeitsabkommens durch dieses Zusammenarbeitsabkommen korrigiert werden.

Außerdem liegt ein materieller Fehler in Artikel 33 § 3 des Zusammenarbeitsabkommens vor. Diese Bestimmung besagt fälschlicherweise, dass nur die in Artikel 33 § 1 Nummer 1 des Artikel eine Ausnahme von der allgemeinen Regel bilden, dass die Bestimmungen der Titel I bis VII an dem Tag außer Kraft treten, an dem die Verordnung über das digitale Zertifikat EU-COVID und die Verordnung über das digitale Zertifikat EU-COVID für Drittstaatsangehörige außer Kraft treten.

Dies scheint jedoch im Widerspruch zu Artikel 33 § 1 Nummer 3 zu stehen, der ausdrücklich vorsieht, dass die Artikel 12 und 13 erst ab dem Inkrafttreten des Zusammenarbeitsabkommens bis zum 30. September 2021 gelten. Die Artikel 12 und 13 betreffen die Ausarbeitung des COVID Safe Ticket. Die ratio legis des Zusammenarbeitsabkommens ist daher, dass die Regelungen zum COVID Safe Ticket nur bis einschließlich 30. September 2021 gelten, danach darf kein COVID Safe Ticket mehr erstellt werden. Somit bilden die Artikel 12 und 13 auch eine Ausnahme von der allgemeinen Regel des Artikels 33 § 3.

Dies geht auch aus Artikel 14 § 3 des oben genannten Zusammenarbeitsabkommens hervor, in dem es heißt, dass die Verarbeitung, einschließlich der Analyse, personenbezogener Daten im Zusammenhang mit der Erstellung des COVID Safe Ticket nur bis spätestens 31. Oktober 2021 erfolgen darf.

Auf dieser Grundlage ist klar, dass Artikel 33 § 3 einen materiellen Fehler enthält und dass dieser Artikel dahingehend geändert werden sollte, dass auch in Bezug auf die in Artikel 33 § 1 Nummer 3 des oben genannten Zusammenarbeitsabkommens aufgeführten Bestimmungen eine Ausnahme von der allgemeinen Regel gemacht wird, nach der die Bestimmungen der Titel I bis VII des oben genannten Zusammenarbeitsabkommens am Tag des Inkrafttretens der Verordnung über das digitale Zertifikat EU-COVID und der Verordnung über das digitale Zertifikat EU-COVID für Drittstaatsangehörige außer Kraft treten.

Ausweitung des sachlichen Anwendungsbereichs der Artikel, die den rechtlichen Rahmen des COVID Safe Ticket definieren, und dessen zeitliche Verlängerung Mit dem Zusammenarbeitsabkommen vom 14. Juli 2021 wurde die Verwendung des COVID Safe Tickets für Massenveranstaltungen und Pilotprojekte eingeführt und außerdem festgelegt, dass diese Maßnahme nur bis zum 30. September 2021 gilt.In Anbetracht der Tatsache, dass die epidemiologische Situation in Belgien nach wie vor prekär ist und die Infektionen mit dem Coronavirus (COVID-19) in einigen Teilen des Landes wieder zunehmen, und in Anbetracht der Tatsache, dass ein Wiederauftreten des Virus nie ausgeschlossen werden kann, könnte das COVID Safe Ticket in diesem Moment ein ideales Instrument sein, um zu vermeiden, dass eine ganze Reihe von Aktivitäten erneut eingeschränkt oder Sektoren geschlossen werden müssen. Das COVID Safe Ticket war und ist ein wichtiges Instrument für den wirtschaftlichen und sozialen Neuanfang der Gesellschaft. Die Alternative, dass unsere Gesellschaft in einen erneuten Lockdown zurückfällt, muss unbedingt vermieden werden. Durch die Verwendung des COVID Safe Tickets wird beabsichtigt, aus der Krise herauszukommen und Schließungen so weit wie möglich zu vermeiden. Daher wird es als notwendig erachtet, die Verwendung des COVID Safe Tickets über den 30. September 2021 hinaus zuzulassen. In diesem Sinne wird die Anwendbarkeit der Artikel, die sich auf den rechtlichen Rahmen des COVID Safe Ticket beziehen oder diesen rechtlichen Rahmen erläutern, vom 30. September 2021 bis zum 31.

Oktober 2021 verlängert.

Während des Sommers und im September 2021 wurde in Brüssel ein besorgniserregender Anstieg der Zahl der Infektionen und Krankenhauseinweisungen beobachtet. Außerdem wurde festgestellt, dass eine große Zahl von Menschen nicht geimpft worden war. In diesem Sinne und in Anbetracht des bevorstehenden Endes der föderalen Phase fordern die föderierten Teilgebiete, dass das COVID Safe Ticket an oder in Orten verwendet wird, an denen eine Übertragung und/oder Superverbreitung am wahrscheinlichsten ist, wie in den GEMS-Berichten vom 18. und 31. August 2021 angegeben, in der eine Kaskade von Sektoren festgelegt wurde, die ein hohes bis geringes Risiko für die Verbreitung des Coronavirus COVID-19 darstellen. Dazu gehören Orte, an denen die Grundregeln (optimale Belüftung, Abstand, Masken, begrenzte Kontakte) aufgrund der Art des Umfelds oder der Tätigkeit nicht vollständig eingehalten werden können oder werden: Nachtleben, Massenveranstaltungen, Pilotprojekte, Gastronomie, Sport- und Fitnesszentren), aber auch Einrichtungen, die zum Kultur-, Fest- und Freizeitbereich gehören. Auf Anfrage der föderierten Teilgebiete ist es auch möglich - wenn es die epidemiologischen Umstände auf dem Gebiet der jeweiligen föderierten Teilgebiete rechtfertigen - die Artikel, die den Rechtsrahmen für das COVID Safe Ticket betreffen oder diesen Rechtsrahmen festlegen, ab dem 1. November 2021 anwendbar zu machen, sofern ein föderiertes Teilgebiet diese Möglichkeit in einem Dekret oder einer Ordonnanz für einen bestimmten Zeitraum festschreibt, wobei dringend empfohlen wird, diesen Zeitraum auf maximal 3 Monate zu begrenzen.

Wie bereits erwähnt, kann ein Wiederauftreten des Virus nie ausgeschlossen werden. Daher ist es wünschenswert, die Artikel, die sich auf den rechtlichen Rahmen des COVID Safe Ticket beziehen oder diesen rechtlichen Rahmen erläutern, anzuwenden, sobald ein epidemischer Notfall gemäß dem Gesetz vom 14. August 2021 über die verwaltungspolizeilichen Maßnahmen während einer epidemischen Notlage erklärt wird. In diesem Sinne wird auch bestätigt, dass die Artikel, die sich auf den Rechtsrahmen des COVID Safe Ticket beziehen oder diesen Rechtsrahmen erläutern, bis zum 30. Juni 2022 in Kraft bleiben, und zwar im Einklang mit den Artikeln, die die Gestaltung und Ausstellung des digitalen EU-COVID-Zertifikats regeln. Die Artikel zum COVID Safe Ticket wurden daher angepasst, um diese Erweiterung zu ermöglichen.

Heute muss alles getan werden, um die schwerwiegenden sozioökonomischen Folgen der Coronavirus COVID-19 Pandemie zu beseitigen, und zwar für alle Sektoren, damit eine weitere Schließung bestimmter Sektoren, in denen ein hohes Risiko der Ausbreitung des Coronavirus COVID-19 besteht, vermieden werden kann. Das COVID Safe Ticket wurde ins Leben gerufen, um einerseits die Ausbreitung des Coronavirus COVID-19 einzudämmen und eine weitere Sättigung des Krankenhaussystems zu vermeiden und andererseits die Wirtschaft wieder anzukurbeln, aber auch um der Bevölkerung die Wiederaufnahme ihres früheren sozialen Lebens zu ermöglichen. Für bestimmte Sektoren, in denen ein hohes Risiko der Verbreitung des Coronavirus COVID-19 besteht, ist die Verwendung des COVID Safe Tickets unerlässlich.

Es ist also klar, dass es verschiedene Möglichkeiten des Zugangs zum COVID Safe Ticket gibt. Darüber hinaus ist der Zugang zu Impfungen und Tests sowohl aus finanzieller als auch aus organisatorischer Sicht hinreichend weit verbreitet und niedrigschwellig. Außerdem ist die Anwendung des COVID Safe Tickets immer zeitlich und auf Umgebungen mit erhöhtem Übertragungsrisiko begrenzt, damit die für die Bevölkerung wichtigen Dienstleistungen und Aktivitäten nicht beeinträchtigt werden.

Unter diesen Umständen ist der Eingriff in das Privatleben aller Beteiligten auf das Maß beschränkt, das notwendig ist, um die Verbreitung von Viren in einem Risikoumfeld zu begrenzen. In diesem Sinne gelten Veranstaltungen, die in einem (intimen) privaten Rahmen und/oder an einem geschlossenen Ort stattfinden, der nicht für die Öffentlichkeit zugänglich ist, nicht als Massenveranstaltungen.

In diesem Sinne wäre es auch ratsam, den Begriff der Massenveranstaltung weiter zu spezifizieren, eine Veranstaltung einer bestimmten Größe mit einer bestimmten Anzahl von Besuchern, die gemäß den besonderen Vorkehrungen für ihre Organisation und die zu treffenden Sicherheitsmaßnahmen organisiert wird bestimmt, die gegebenenfalls folgendermaßen festgelegt sind: (i) im Ministeriellen Erlass vom 28. Oktober 2020 über die verwaltungspolizeilichen Maßnahmen zur Eindämmung der Ausbreitung des Coronavirus COVID-19; (ii) nötigenfalls einem späteren Ministeriellen Erlass, (iii) einem Erlass gemäß Artikel 4 § 1 des Gesetzes vom 14. August 2021 über verwaltungspolizeiliche Maßnahmen während einer epidemischen Notlage oder (iv) einem ausführenden Zusammenarbeitsabkommen im Sinne von Artikel 92bis § 1 Absatz 3 des Sondergesetzes vom 8. August 1980 zur Reform der Institutionen oder gemäß Artikel 13bis § 2, wobei der Zugang auf der Grundlage eines COVID Safe Tickets oder auf der Grundlage zusätzlicher Maßnahmen geregelt wird. Es wird empfohlen, dass eine Massenveranstaltung an einem öffentlich zugänglichen Ort (privat oder anderweitig) und nicht in einem intimen persönlichen Rahmen stattfindet. Außerdem wird empfohlen, dass eine Veranstaltung, bei der weniger als 50 Besucher gleichzeitig anwesend sind oder erwartet werden, nicht als Massenveranstaltung eingestuft werden sollte.

Sachlicher Anwendungsbereich Neben der Ausweitung der Anwendbarkeit und Verwendung des COVID Safe Tickets für Test- und Pilotprojekte und Massenveranstaltungen haben die jüngsten GEMS-Stellungnahmen vom 18. August und 31. August 2021 (die vom COVID-Kommissariat angefordert wurden) gezeigt, dass es genügend epidemiologische Gründe gibt, um den Anwendungsbereich des COVID Safe Tickets auf andere Bereiche als Massenveranstaltungen und Pilotprojekte. In diesen GEMS-Berichten wurde eine Kaskade von Sektoren festgelegt, wobei diese Sektoren von einem hohen bis zu einem geringen Risiko der Verbreitung des Coronavirus COVID-19 definiert wurden. Die von diesem Zusammenarbeitsabkommen erfassten Sektoren, in denen die Verwendung des COVID Safe Tickets obligatorisch oder nicht obligatorisch sein kann, sind die Sektoren, in denen die derzeitigen Gesundheits- und Sicherheitsmaßnahmen nur schwer aufrechtzuerhalten sind, in denen aber ein hohes Risiko einer weiteren Ausbreitung des Coronavirus COVID-19 besteht und wo oft die Alternatieve eine vollständige Schließung dieser Sektoren wäre, wenn die epidemiologischen Umstände zusätzliche Maßnahmen rechtfertigen. Die wirtschaftlichen Rechte der Unternehmer in diesen Sektoren werden daher durch die Verwendung des COVID Safe Tickets gewahrt. In den GEMS-Beratungen wurden diese Sektoren für die Verwendung des COVID Safe Tickets vorgesehen. Andererseits gibt es Sektoren, in denen die geltenden Gesundheits- und Sicherheitsmaßnahmen relativ leicht durchgesetzt werden können, so dass die Verwendung eines COVID Safe Tickets in diesen Sektoren nicht zulässig oder verantwortlich zu sein scheint. Auf ausschließliches Ersuchen der föderierten Teilgebiete, die die epidemiologischen Umstände begründen müssen, und unter Beachtung und Rechtfertigung des Grundsatzes der Verhältnismäßigkeit, wurde daher eine solche Ausweitung des Anwendungsbereichs in Übereinstimmung mit den Sektoren (die im GEMS-Gutachten als hohes Risiko für die Verwendung des COVID Safe Ticket angegeben sind) in das Zusammenarbeitsabkommen aufgenommen, um die Möglichkeit einer solchen Ausweitung innerhalb der Zuständigkeiten der föderierten Teilgebiete, die dies wünschen, zu ermöglichen.

Dies geschieht jedoch unter Wahrung des Rechts auf Privatsphäre. Ziel ist es, dass die Verwendung des COVID Safe Tickets nicht zu sehr in die Privatsphäre des Einzelnen eingreift. Das COVID Safe Ticket kann nach wie vor nicht im privaten Bereich angewendet werden, und (unter anderem) wesentliche Dienstleistungen wie öffentliche Verkehrsmittel, öffentliche Dienste, Bildungseinrichtungen (wie Kindergärten, Grund- und Sekundarschulen, Universitäten und Hochschulen, Kunstakademien, Ballettschulen, ...) sowie Geschäfte und Einkaufszentren sind nicht in der Liste der Sektoren enthalten, für die eine solche Ausweitung vorgesehen ist.

Es ist auch nicht beabsichtigt, das COVID Safe Ticket am Arbeitsplatz obligatorisch zu machen. Daher wurde die Nutzung des COVID Safe Tickets bewusst nicht für Angestellte, Mitarbeiter, Organisatoren, Manager oder Personal von Angelegenheiten und Einrichtungen erklärt, für die die Nutzung des COVID Safe Tickets in Frage kommt, sondern nur für deren Besucher. Diese unterschiedliche Behandlung ist gerechtfertigt, da die Angestellten, Organisatoren und das Personal der betreffenden Einrichtung leicht auf die Einhaltung der geltenden Hygienevorschriften überprüft werden können, während dies bei Besuchern derzeit nicht der Fall ist. Darüber hinaus sind die Umstände der Angestellten, Arbeiter, Mitarbeiter, Organisatoren oder Leiter der fraglichen Einrichtungen und die der Besucher dieser Einrichtungen so unterschiedlich, dass eine unterschiedliche Behandlung völlig legitim ist und im Einklang mit der Auslegung der Artikel 10 und 11 der Verfassung steht. Die Angestellten, Mitarbeiter, Organisatoren oder Manager der Angelegenheiten und Einrichtungen kommen dorthin, um zu arbeiten oder Dienstleistungen anbieten, und müssen in diesem Zusammenhang regelmäßig und häufig in der Einrichtung oder Aktivität erscheinen, während die Besucher eher freiwillig in der Einrichtung oder Aktivität erscheinen. Wenn die Verwendung des COVID Safe Tickets für Angestellte, Arbeitnehmer, Mitarbeiter, Organisatoren oder Manager von Veranstaltungen und Einrichtungen, für die das COVID Safe Ticket verwendet werden kann, erlaubt oder vorgeschrieben wäre, würde dies außerdem eine implizite Verpflichtung zur Impfung dieser Personen bedeuten. Darüber hinaus würde dies eine mehrfache Verarbeitung personenbezogener Daten bedeuten, die nicht mehr mit dem Grundsatz der Datenminimierung vereinbar zu sein scheint.

Außerdem wird diese Ausweitung des sachlichen Anwendungsbereichs auf zusätzliche, restriktiv aufgeführte Sektoren (siehe unten), in denen das Risiko der Ausbreitung des Coronavirus (COVID-19) am größten ist, nicht de facto eingeführt. Die konkrete Verwendung des COVID Safe Tickets in diesen Sektoren kann nur dann möglich oder verpflichtend sein, wenn ein föderiertes Teilgebiet ein entsprechendes Dekret oder eine Ordonnanz verfasst, sofern epidemiologische Umstände vorliegen, die diese Verwendung rechtfertigen, vorbehaltlich der vorherigen Konsultation der RAG, die innerhalb von 5 Arbeitstagen eine nicht bindende Stellungnahme abgeben muss und sofern diese Nutzung zeitlich begrenzt ist (wobei dringend empfohlen wird, sie auf maximal 3 Monate zu beschränken). In dringenden Fällen, die von dem föderierten Teilgebiet zu begründen sind, kann das RAG seinen Rat bereits vorläufig übermitteln (z. B. telefonisch).

In Anbetracht der ähnlichen Tätigkeit und der Gefahr einer weiteren Ausbreitung des Coronavirus COVID-19 gelten für Tanzlokale und Diskotheken ab dem 1. Oktober die gleichen Maßnahmen wie für Massenveranstaltungen und Pilotprojekte, mit Ausnahme des Zeitraums vom 1. Oktober bis zum 31. Oktober 2021 in Bezug auf die Anzahl der Besucher und die obligatorische oder fakultative Nutzung des CST für solche Veranstaltungen. Im Bereich des Nachtlebens, d. h. in Diskotheken und Tanzlokalen, gab es in den letzten Monaten mehrere Beispiele in anderen europäischen Ländern, die zeigen, dass dieser Bereich eine Quelle für weit verbreitete Infektionen mit dem Coronavirus (COVID-19) sein kann. Daher wurde es für notwendig erachtet, die Verwendung des COVID Safe Tickets in Diskotheken und Tanzlokalen unabhängig von der Anzahl der (erwarteten oder nicht erwarteten) Besucher und der Art der Veranstaltung verbindlich vorzuschreiben. Ab dem 1. November 2021 obliegt es den föderierten Entitäten, die Modalitäten für die Nutzung des COVID Safe Tickets für Diskotheken und Tanzlokale zu regeln und festzulegen.

Die zusätzlichen Sektoren sind die Sektoren, die durch ein oder mehrere föderierte Teilgebiete inventarisiert werden: Hotels und Gaststätten, Sport- und Fitnessclubs, Messen und Kongresse, Einrichtungen des Kultur-, Fest- und Freizeitsektors sowie Pflegeeinrichtungen für Personen mit Unterstützungsbedarf.

Auf der Grundlage der Analyse der föderierten Teilgebiete (oder des GEMS) wurde festgestellt, dass in diesen Sektoren einerseits ein erhöhtes Risiko der Ausbreitung des Coronavirus (COVID-19) und ein höheres Risiko der Superverbreitung aufweisen und andererseits mit Personen zu tun haben, die für das Coronavirus (COVID-19) besonders anfällig sind. Für föderierte Teilgebiete, die das COVID Safe Ticket ausweiten möchten, erfordern diese Risikofaktoren eine zusätzliche Sicherheit in Form des Einsatzes und der Verwendung des COVID Safe Tickets nur dann, wenn die föderierten Teilgebiete dies in Anbetracht der epidemiologischen Umstände in ihrem Hoheitsgebiet für erforderlich halten, und zwar unter Beachtung und Wahrung des Grundsatzes der Verhältnismäßigkeit. Das COVID Safe Ticket kann daher verwendet werden, um Besuchern einen wesentlich sichereren und risikoärmeren Zugang zu Einrichtungen und Anlagen in den Bereichen zu ermöglichen, in denen die Einhaltung der normalen Corona-Maßnahmen nicht immer möglich und/oder überprüfbar und anwendbar erscheint.

Im Gaststättengewerbe, insbesondere in Bars und Restaurants, gibt es einige eindeutige Risikofaktoren, die laut den GEMS-Berichten vom 18. und 31. August 2021 die Verwendung des COVID Safe Ticket rechtfertigen, wie z. B. die längere Anwesenheit von Personen in einem Raum, oft ohne ausreichende Belüftung. Darüber hinaus sind einige Restaurants und Cafés enger mit dem Nachtleben verbunden, was ebenfalls ein erhebliches Risiko für die Verbreitung des Coronavirus (COVID-19) darstellt. Auch bei Kultur-, Freizeit- und Festveranstaltungen bestehen ähnliche Risikofaktoren. In Sport- und Fitnessclubs wurden seit dem Ausbruch der COVID-19-Pandemie häufig Infektionscluster beobachtet, was auf den engen Kontakt der Menschen untereinander und die häufige Bewegung im selben Raum zurückzuführen ist. Dies gilt nicht für Hotels und Unterkünfte, da das oben genannte Risiko viel geringer ist und durch andere verwaltungspolizeiliche Maßnahmen verringert werden kann. Die Verpflegungsdienstleistungen in Hotels und Unterkünften fallen unter die Ausdehnung auf diesen Sektor.

In der Messe- und Kongressbranche gibt es noch weitere Risiken. Dies liegt daran, dass es in der Regel eine hohe Konzentration von Besuchern gibt, die sich häufig in den Räumen bewegen, und dass es keine sogenannten Kontaktblasen gibt, die die Chancen einer Superverbreitung einschränken würden.

Die Einführung des COVID Safe Tickets für Besucher von Einrichtungen, die schutzbedürftige Personen aufnehmen, beruht auf der Feststellung, dass diese Personen selbst bei vollständiger Impfung ein höheres Risiko haben, an einer Infektion mit dem Coronavirus (COVID-19) schwer zu erkranken oder zu sterben. Daher sind für diese Gruppen zusätzliche Vorsichtsmaßnahmen erforderlich. Das COVID Safe Ticket stellt sicher, dass die Personen, die diese Sektoren besuchen, ein geringeres Risiko haben, sich anzustecken, und dass das Risiko einer Ansteckung von Patienten oder Bewohnern mit dem Coronavirus COVID-19 deutlich verringert wird. Durch die Verwendung des COVID Safe Tickets wird die Verbreitung des Coronavirus COVID-19 und das enorme Risiko von Durchbruchsinfektionen weiter reduziert. Dadurch wird die Sättigung der Gesundheitseinrichtungen verhindert und außerdem sichergestellt, dass eine erneute Schließung von Einrichtungen und Tätigkeiten in diesen Hochrisikosektoren vermieden wird. Die Verwendung des COVID Safe Tickets in diesen Einrichtungen erstreckt sich jedoch nicht auf Personen, die (i) sich selbst vorstellen, um Pflege zu erhalten oder als allgemeine Sprechstunde (da es sich um Patienten oder pflegebedürftige Personen handelt) oder (ii) an der Bereitstellung von Pflege teilnehmen oder daran beteiligt sind (da es sich um Hausärzte, Physiotherapeuten, Freiwillige, informelle Pflegekräfte, ... handelt) und der Leitung oder Organisation dieser Einrichtungen bekannt sein können. Darüber hinaus kann das COVID Safe Ticket nicht Personen auferlegt werden, die aufgrund eines Dienstleistungs- oder Pflegebedarfs Zugang zu der Einrichtung erhalten müssen, sofern diese Personen der Einrichtung bekannt sind (man denke hier an die Situation, in der eine Tochter in das Pflegeheim gerufen wird, um ihrem sterbenden Elternteil beizustehen). Diese Personengruppen, für die die Verwendung des COVID Safe Tickets in diesen Einrichtungen nicht gilt, können zusätzlichen Hygienemaßnahmen unterworfen werden.

Als Besucher in den verschiedenen Sektoren gelten auch: die Personen, die eine in Artikel 1 § 1 Punkt 21° dieses Zusammenarbeitsabkommens genannte Einrichtung oder Tätigkeit, Massenveranstaltung oder Pilotprojekt oder Tanzlokale und Diskotheken betreten wollen, sowie die Personen, die sie begleiten können (die im vorigen Absatz genannten Personengruppen sind hiervon ausgenommen). Wie bereits erwähnt, ist jedoch nicht beabsichtigt, dass Angestellte, Mitarbeiter und Organisatoren als Besucher gelten und ein COVID Safe Ticket auslesen lassen müssen, da dies, wie bereits erwähnt, zu einer versteckten Impfpflicht führen würde, die eine Ungleichbehandlung und Diskriminierung zur Folge hätte.

Was die Ausweitung des Anwendungsbereichs des COVID Safe Tickets betrifft, einschließlich der Zulassung seiner Verwendung in den oben genannten Bereichen, so sollte es auf Anfrage einer oder mehrerer föderierter Teilgebiete nicht auf Jugendliche unter 16 Jahren angewandt werden, es sei denn, die Ausweitung des Anwendungsbereichs betrifft stationäre Pflegeeinrichtungen für schutzbedürftige Personen.

Die Anwendung des COVID Safe Tickets für Jugendliche unter 16 Jahren wird in den oben genannten Sektoren nicht als notwendig und verhältnismäßig angesehen. Bislang ist die Impfstrategie mit ihren Schwerpunktgruppen noch nicht abgeschlossen. Damit ist sichergestellt, dass heute, d. h. im Spätsommer und Frühherbst 2021, junge Menschen im Alter von 12 bis 18 Jahren vollständig geimpft sind. Aus den vorliegenden Zahlen geht hervor, dass sich immer mehr junge Menschen impfen lassen und dass die Durchimpfungsrate bei dieser Zielgruppe steigt. Darüber hinaus lässt sich nicht leugnen, dass sich diese jungen Menschen während der aktuellen Pandemie aufgrund der Auswirkungen der Krise nicht optimal entwickeln konnten. Insbesondere hatten sie nur begrenzten Zugang zu Bildung, häufig durch Fernunterricht, und hatten wenig oder gar keinen Zugang zu außerschulischen und sozialen Aktivitäten, geschweige denn zur Teilnahme daran. Für die weitere Entwicklung dieser Jugendlichen und Heranwachsenden ist es von grundlegender Bedeutung, dass sie alle Möglichkeiten haben, (wieder) an Freizeit-, Sport-, Kultur- und anderen Aktivitäten teilzunehmen, die nicht nur sehr wertvoll, sondern auch grundlegend für ihre weitere Entwicklung sind.

Darüber können Jugendliche unter 16 Jahren nicht selbst entscheiden, ob sie geimpft werden wollen oder nicht. Folglich könnte die Forderung nach einem Test oder einer Genesungsbescheinigung von ungeimpften Jugendlichen zu einem Ausschluss führen, den sie nicht selbst gewählt haben.

Aus diesem Grund ist die Forderung nach einem COVID Safe Ticket für Jugendliche unter 16 Jahren in diesem Zusammenhang nicht gerechtfertigt.

Darüber hinaus ist eine Ausnahme für den Zugang oder oder nicht zu Wohneinrichtungen zur Aufnahme von schutzbedürftigen Personen vorgesehen, für die die Altersgrenze auf 12 Jahre festgelegt ist.

Diese Ausnahme wird jedoch aus der Notwendigkeit gerechtfertigt, die Gesundheit schutzbedürftiger Personen zu schützen, was in diesen Fällen Vorrang vor dem Recht auf Selbstbestimmung haben, sollte in diesen Fällen Vorrang vor dem Recht der Jugendlichen auf Selbstentfaltung haben. Schließlich ist das Risiko von Durchbruchsinfektionen in solchen Einrichtungen wie Krankenhäusern, Pflegeheimen und (stationären oder sonstigen) Einrichtungen für schutzbedürftige Personen grundsätzlich höher als in oder für andere Bereiche oder Einrichtungen, in denen das COVID Safe Ticket eingesetzt werden kann, da solche Pflegeeinrichtungen per definitionem mehr kranke, schutzbedürftige und/oder anfällige Personen aufnehmen als in den anderen Bereichen, in denen das COVID Safe Ticket eingesetzt werden kann.

Aus diesem Grund wird das COVID Safe Ticket bei der Ausweitung des Anwendungsbereichs auf Einrichtungen für die stationäre Betreuung schutzbedürftiger Personen nicht auf Kinder ab 12 Jahren angewendet.

Bei Massenveranstaltungen, Test- und Pilotprojekte und Diskotheken und Tanzlokale kann das COVID Safe Ticket gemäß den geltenden Bestimmungen auch für Kinder ab 12 Jahren verwendet werden.

Dieser neue Mechanismus, mit dem das COVID Safe Ticket auf Initiative einer oder mehrerer föderierter Teilgebiete anwendbar gemacht wird, zielt darauf ab, ein Gleichgewicht zwischen der Erleichterung eines günstigen epidemiologischen Verlaufs der Krise des Coronavirus (COVID-19) und dem Schutz der Grundrechte des Einzelnen herzustellen.

Hinsichtlich des Personals, das in diesen Bereichen für den Zugang zu den in der erschöpfenden Liste aufgeführten Materialien und Einrichtungen eingesetzt werden kann, sollte klar festgelegt werden, dass dies nur bei einer begrenzten Anzahl von Mitarbeitern oder Angestellten möglich ist (wie z. B. einem Saalverantwortlichen) und dass der Geschäftsführer, Direktor oder Organisator stets eine Liste aller Personen führen muss, die das COVID Safe Ticket kontrollieren können.

Das zur Kontrolle des COVID Safe Tickets eingesetzte Personal sollte sich darauf beschränken, das digitale COVID-Zertifikat der EU oder das vom Inhaber erstellte COVID Safe Ticket sowie den Identitätsnachweis zu Überprüfungszwecken zu kontrollieren. Es handelt sich also nicht um eine Zugangskontrolle im Sinne des Gesetzes über die private Sicherheit. Wenn die Kontrolle des COVID Safe Tickets mit einer zusätzlichen Überwachung und Kontrolle der Teilnehmer kombiniert wird, dürfen nur die im Gesetz vom 2. Oktober 2017 zur Regelung der privaten und besonderen Sicherheit vorgesehenen Personen eingesetzt werden.

Die personenbezogenen Daten, die durch das Lesen des COVID Safe Tickets verarbeitet werden, können nicht gespeichert oder ausgetauscht werden. Der Barcode auf dem digitalen EU-COVID-Zertifikat wird von der Anwendung COVIDScan gelesen, und auf der Grundlage dieser Daten visualisiert das COVID Safe Ticket die darin enthaltenen Daten. Die gelesenen personenbezogenen Daten werden nicht in einer Datei gespeichert und die zwischengespeicherten Daten werden gelöscht, sobald ein neuer Barcode gescannt wird oder die COVIDScan-Anwendung deaktiviert wird. Die personenbezogenen Daten werden auch nicht mit einer externen Anwendung ausgetauscht. Folglich ist es nicht möglich, die COVIDScan-Anwendung zum Aufspüren oder zur Registrierung von Besuchern auf unrechtmäßige Weise zu verwenden, was natürlich in jedem Fall verboten ist. In diesem Sinne ist es also nicht gestattet, beim Lesen des COVID Safe Tickets eine direkte oder indirekte Speicherung von personenbezogenen Daten vorzunehmen, die nicht ausdrücklich in diesem Zusammenarbeitsabkommen vorgesehen ist Es liegt auf der Hand, dass diese Anpassung in Bezug auf die Verwendung des COVID Safe Ticket Teil eines umfassenderen Ansatzes im Bereich der Präventivmedizin und der Gesundheitsprävention ist: Das COVID Safe Ticket verringert das Risiko einer Übertragung des Virus zwischen ungeimpften und geimpften Personen, wenn diese sich in einer Situation befinden, die ein hohes Risiko einer möglichen Übertragung des Coronavirus (COVID-19) birgt, wie z. B. eine hohe Viruszirkulation oder eine unzureichende Impfquote in der betreffenden Region oder Gemeinschaft, das Zusammentreffen von geimpften und ungeimpften Personen oder das Vorhandensein anderer Risikofaktoren, die das Risiko einer Virusverbreitung, wie Aerosole, erhöhen. Die föderierte Teilgebiete sind die zuständige Behörde für diese präventive Gesundheitsfürsorge und können über die Angemessenheit dieser Maßnahmen entscheiden. Die Verwendung des COVID Safe Tickets für die Besucher der in diesem Zusammenarbeitsabkommen festgelegten Einrichtungen und Bereiche fällt in die Zuständigkeit der Gesundheitsprävention, da es sich lediglich um eine Regelung für die Besucher dieser Einrichtungen und Bereiche handelt und somit nicht die Niederlassung und Organisation dieser Einrichtungen und Bereiche selbst regeln soll, unter Berücksichtigung der GEMS-Stellungnahmen vom 18. und 31.August, in denen es heißt, dass die Verwendung des COVID Safe Ticket in diesen Einrichtungen und Bereichen zur Bekämpfung der Coronavirus-Pandemie COVID-19 empfohlen wird.

Notwendigkeit und Verhältnismäßigkeit der Diversifizierung der Nutzung des COVID Safe Tickets Es ist auch festzustellen, dass die lokalen epidemiologischen Bedingungen in den verschiedenen föderierten Teilgebieten unterschiedlich sind, da die Impfkampagne im Gange ist; zum Beispiel eine geringere Durchimpfungsrate oder eine relativ höhere Zahl von Krankenhauseinweisungen in einem föderierten Teilgebiet. Diese epidemiologischen Unterschiede können eine Ausweitung des Einsatzes und der Verwendung des COVID Safe Ticket für eine bestimmte Gemeinschaft oder Region erforderlich machen oder ermöglichen, während für andere Gemeinschaften und Regionen eine solche Notwendigkeit nicht besteht oder durch die epidemiologischen Umstände nicht gerechtfertigt werden kann.

Im ersten Fall sollte es einem föderierten Teilgebiet daher möglich sein, im Rahmen seiner Autonomie eine Ausweitung der Maßnahmen auf seinem Gebiet zu aktivieren und dann anzuwenden, sofern die epidemiologischen Umstände dies rechtfertigen und nach einer Bewertung dieser Umstände durch das RAG. Diese breit gefächerte Anwendung des COVID Safe Ticket gewährleistet auch eine verhältnismäßige Anwendung dieses Instruments. Nur wenn die epidemiologische Situation es rechtfertigt und nach einer Bewertung dieser Umstände durch das RAG kann eine Gemeinschaft oder Region diese Maßnahmen aktivieren. Nach dem 31. Oktober 2021 gilt sogar der Grundsatz, dass das COVID Safe Ticket nicht mehr anwendbar ist und daher nicht verwendet werden kann, es sei denn, in einer bestimmten Gemeinschaft oder Region liegt eine alarmierende epidemiologische Situation vor und das RAG stimmt dem zu. Auf diese Weise wird der Einsatz auf das absolut Notwendige beschränkt.

Dies ermöglicht eine Diversifizierung auf der Grundlage objektiver wissenschaftlicher Parameter, z. B. durch Analyse der Durchimpfungsrate, der Zahl der Krankenhauseinweisungen und/oder der Reproduktionsrate pro Gemeinschaft oder Region. Eine Gemeinschaft oder Region kann dann je nach ihrer epidemiologischen Situation und unter Beachtung einer Begründung angesichts des Verhältnismäßigkeitsgrundsatzes selbst entscheiden, ob die Verwendung des COVID Safe Tickets verpflichtend ist oder nicht und welchen Umfang das COVID Safe Ticket im Rahmen des Zusammenarbeitsabkommens vom 14.

Juli 2021 haben wird.

Ebenso sollten die zuständigen Gouverneure und Bürgermeister auf Anfrage der föderierten Teilgebiete hin die Möglichkeit haben, für Massenveranstaltungen sowie Test- und Pilotprojekte strengere Maßnahmen hinsichtlich (i) der Besucherzahl zu ergreifen oder (ii) eine bestimmte Massenveranstaltung, eines Test- ein bestimmtes Pilotprojekt oder eine Discothek und Tanzlokal in ihrem Zuständigkeitsbereich verbindlich vorzuschreiben, wenn die epidemiologischen Umstände vorliegen, die solche Maßnahmen rechtfertigen und nach einer Bewertung dieser Umstände durch das RAG. In keinem Fall darf ein Bürgermeister oder Gouverneur die Verwendung des COVID Safe Tickets gestatten oder vorschreiben oder strengere Maßnahmen in Bezug auf die Verwendung des COVID Safe Tickets in den oben genannten zusätzlichen Bereichen ergreifen. Außerdem müssen diese Maßnahmen zeitlich begrenzt sein, und es wird dringend empfohlen, dass sie 30 Tage nicht überschreiten.

Darüber hinaus gilt Folgendes: - Wenn die Bürgermeister und Gouverneure von der oben beschriebenen Möglichkeit Gebrauch machen wollen, bestimmte strengere Maßnahmen für die Verwendung des COVID Safe Tickets im Rahmen einer Massenveranstaltung, eines Pilotprojekts für das Gebiet, für das sie zuständig sind, zu ergreifen, so können sie dies nur bis zum 31.

Oktober 2021 tun, sofern o epidemiologische Umstände vorliegen, die solche Maßnahmen rechtfertigen, und nach Bewertung dieser Umstände durch das RAG; o sie diese Maßnahmen mit den zuständigen Ministern auf Föderalebene abgestimmt und deren Zustimmung erhalten haben. - Wenn Bürgermeister und Gouverneure ab dem 1. November 2021 solche Maßnahmen ergreifen wollen, dürfen sie dies nur dann tun, wenn: o es in ihrem Hoheitsgebiet epidemiologische Umstände gibt, die solche Maßnahmen rechtfertigen, und nach Bewertung dieser Umstände durch die RAG; o das föderierte Teilgebiet, in dessen Gebiet der Bürgermeister oder Gouverneur zuständig ist, die Verwendung des COVID Safe Tickets für anwendbar erklärt und in einem Dekret oder einer Ordonnanz vorgesehen hat; o sie diese Maßnahmen mit den zuständigen Ministern des föderierten Teilgebiets, dem sie angehören, abgestimmt haben; und sie die Genehmigung der zuständigen Minister des betreffenden föderierten Teilgebiets erhalten haben.

Diese Ausweitung des Anwendungsbereichs des COVID Safe Tickets gibt den föderierten Teilgebieten, Bürgermeistern und Gouverneuren die Möglichkeit, das COVID Safe Ticket unter bestimmten Umständen und für einen bestimmten Zeitraum einzusetzen, je nach ihren jeweiligen Zuständigkeiten. Aufgrund ihrer jeweiligen Zuständigkeiten ist diese Ausweitung des Anwendungsbereichs jedoch begrenzt. ? Die föderierten Teilgebiete können bestimmen, ob die Verwendung des COVID Safe Tickets für Veranstaltungen, die unter die Definition von Massenveranstaltungen fallen, für die Region oder Gemeinschaft, für die sie zuständig sind, verpflichtend ist oder nicht. Konkret können sie z. B. die Zahl der Besucher von Massenveranstaltungen reduzieren, was in einem Ausführungserlass weiter geregelt werden soll. Allerdings müssen diese Zahlen immer eine bestimmte Größe mit einer bestimmten Besucherzahl haben, wenn empfohlen wird, dass eine Veranstaltung, bei der weniger als 50 Besucher gleichzeitig anwesend sind oder erwartet werden, nicht als Massenveranstaltung eingestuft werden kann. ? Im Rahmen der Ausweitung des Anwendungsbereichs des COVID Safe Tickets können sie, sofern die epidemiologischen Bedingungen dies zulassen, beschließen, dass das COVID Safe Ticket auch für einen oder mehrere der in diesem Zusammenarbeitsabkommen restriktiv genannten Bereiche verwendet werden kann. ? Sie können die Verwendung des COVID Safe Tickets für einen oder mehrere der oben genannten Sektoren verbindlich vorschreiben, wenn dies aufgrund der epidemiologischen Gegebenheiten gerechtfertigt werden kann. ? Darüber hinaus sieht das Zusammenarbeitsabkommen die Möglichkeit vor, dass die Bürgermeister und Gouverneure die Anwendungsbedingungen des Ministeriellen Erlasses vom 28. Oktober 2020, der für die Durchführung von Massenveranstaltungen und Test- und Pilotprojekten gilt, verschärfen können, d.h. in Bezug auf: o (i) die Mindestzahl der Besucher, die an der Massenveranstaltung oder dem Test- und Pilotprojekt organisiert werden kann, und o (ii) ob die Verwendung des COVID Safe Tickets für eine bestimmte oder spezifische Art von Veranstaltung, die unter die Definition einer Massenveranstaltung oder eines Test- oder Pilotprojekts fällt, verpflichtend ist oder nicht.

Die Ausweitung der Befugnis zum Ergreifen von Maßnahmen auf föderierte Teilgebiete und Bürgermeister oder Gouverneure ist - auf Anfrage der föderierten Teilgebiete - in diesem Zusammenarbeitsabkommen vorgesehen. Die Bedingungen für die Ausstellung eines gültigen COVID Safe Tickets, das Zugang zu Massenveranstaltungen, Experimenten und Pilotprojekten oder Diskotheken und Tanzlokale gewährt, werden immer in einem ausführenden Zusammenarbeitsabkommen festgelegt. Wenn ein föderiertes Teilgebiet, ein Bürgermeister oder ein Gouverneur im Rahmen seiner Zuständigkeiten beschließt, eine spezifischere Anwendung des COVID Safe Tickets einzuführen, geschieht dies auf ausschließliche Initiative des föderierten Teilgebiets und aufgrund von Regeln, die für das föderierte Teilgebiet, den Bürgermeister oder den Gouverneur spezifisch sind, jedoch im Einklang mit den Grundsätzen der Verordnung über digitale COVID-Zertifikate der EU, der Verordnung über digitale COVID-Zertifikate der EU für Drittstaatsangehörige und diesem Zusammenarbeitsabkommen.

Zeitliche Ausbreitung A. Zeitraum vom 1. Oktober 2021 bis zum 31. Oktober 2021 einschließlich Die Möglichkeit, den Anwendungsbereich des COVID Safe Tickets zu erweitern und möglicherweise die Bedingungen zu verschärfen, z. B. durch eine Verringerung der Besucherzahl bei Massenveranstaltungen und Test- und Pilotprojekten oder durch die verpflichtete Verwendung des COVID Safe Tickets für bestimmte Veranstaltungen und Sektoren, ist vom 1. Oktober bis zum 31.Oktober 2021 für die föderierten Teilgebiete möglich, sofern die epidemiologischen Umstände dies unter Beachtung einer Begründung angesichts des Verhältnismäßigkeitsgrundsatzes rechtfertigen und nach einer Bewertung dieser Bedingungen durch das RAG. Die Verwendung des COVID Safe Tickets existiert nicht de facto, sondern muss immer durch ein Dekret oder eine Ordonnanz des jeweiligen föderierten Teilgebiets auf der Grundlage seiner Zuständigkeit für die Gesundheitsprävention geregelt werden.

B. Zeitraum nach dem 31. Oktober 2021 Option 1: Nutzung des COVID Safe Tickets durch ein föderiertes Teilgebiet Nach dem 31. Oktober 2021 ist das COVID Safe Ticket nicht mehr gültig und daher nicht mehr anwendbar, ungeachtet der Tatsache, dass die Artikel, die sich auf den rechtlichen Rahmen des COVID Safe Tickets beziehen oder diesen rechtlichen Rahmen in diesem Zusammenarbeitsabkommen erläutern, noch bis zum 30 Juni 2022 in Kraft bleiben. Damit soll dem Wunsch der föderierten Teilgebiete entsprochen und ihnen die Möglichkeit gegeben werden, das COVID Safe Ticket nach dem 31. Oktober 2021 für Massenveranstaltungen, Test- und Pilotprojekte, und Zugang zu Diskotheken und Tanzlokale sowie für die zusätzliche restriktive Liste von Sektoren (wie oben aufgeführt) zu verwenden (oder sogar zu verpflichten), wenn sie mit ungünstigen epidemiologischen Umständen in ihrer Gemeinschaft oder Region konfrontiert sind, unter der Voraussetzung, dass die vorherige Konsultation des RAG, das innerhalb von 5 Arbeitstagen eine nicht bindende Empfehlung abgibt. Wenn es in Anbetracht des Sektors, in dem das COVID Safe Ticket verwendet werden soll, erforderlich ist, muss das föderierte Teilgebiet eine interne Aufteilung der Zuständigkeiten festlegen und die zu diesem Zweck erforderlichen gesetzgeberischen Initiativen ergreifen. Es ist keineswegs die Absicht dieses Zusammenarbeitsabkommens, die Aufteilung der Zuständigkeiten zwischen den föderierten Teilgebieten festzulegen, wie sie im Sondergesetz vom 8. August 1980 zur Reform der Institutionen vorgesehen ist.Diese Ausweitung kann sowohl materiell als auch territorial sein und aus der Nutzung und der Verpflichtung zur Nutzung des COVID Safe Tickets in einem genau definierten Anwendungsbereich bestehen, d.h.

Massenveranstaltungen, Pilotprojekte und Zugang zu Diskotheken und Tanzelokale einerseits und die in diesem Zusammenarbeitsabkommen erschöpfend aufgeführten Bereiche andererseits. Es ist auch möglich, die Verwendung des COVID Safe Ticket auf dem Gebiet des föderierten Teilgebiets verbindlich vorzuschreiben.

Das förderierte Teilgebiet kann die Verwendung des COVID Safe Tickets in seinem Hoheitsgebiet fakultativ oder obligatorisch für genau definierte Sektoren vorschreiben, da es unmöglich wird, die Einhaltung der geltenden COVID-Maßnahmen zu überprüfen, ob die geltenden COVID-Maßnahmen eingehalten werden können. Dies sollte auf Umgebungen beschränkt werden, in denen ein erhöhtes Übertragungsrisiko besteht.

Ziel ist es sicherzustellen, dass die entsprechenden Dienstleistungen und Aktivitäten nicht wirtschaftlich beeinträchtigt werden. Diese weitere Nutzung des COVID Safe Ticket muss jedoch ab dem 1. November 2021 zeitlich begrenzt werden, wobei dringend empfohlen wird, diese Maßnahmen nicht länger als 3 Monate einzuführen und beizubehalten.

Option 2: Ende der föderalen Phase, ohne Ausrufung des epidemischen Notstands gemäß dem Gesetz vom 14. August 2021.

Für den Fall, dass die föderale Phase des nationalen Plans gemäß dem Ministeriellen Erlass vom 13. März 2020 zur Auslösung der föderalen Phase hinsichtlich der Koordinierung und des Krisenmanagements in Bezug auf das Coronavirus COVID-19 vollständig unterbrochen wird und die Bedingungen des Gesetzes vom 14. August 2021 über verwaltungspolizeiliche Maßnahmen während eines epidemischen Notfalls nicht erfüllt sind, und dieses Gesetz vom 14. August 2021 folglich nicht angewendet wird, muss ein föderiertes Teilgebiet die Verwendung des COVID Safe Tickets durch ein Dekret oder eine Ordonnanz vorgesehen hat, muss es überprüfen (und gegebenenfalls vorlegen), ob der zuständige Gouverneur oder Bürgermeister auf der Grundlage des besagten Dekrets oder der besagten Ordonnanz die erforderlichen Durchführungsmaßnahmen zur Aufrechterhaltung der Verwendung des COVID Safe Tickets ergreifen kann. Diese verwaltungspolizeilichen Maßnahmen gelten nur für das COVID Safe Ticket und können bis zu dem Zeitraum in Kraft bleiben, der von dem zuständigen föderierten Teilgebiet in dem jeweiligen Dekret oder der jeweiligen Ordonnanz über die Bereitstellung der Verwendung des COVID Safe Tickets durch dieses föderierte Teilgebiet vorgesehen ist, und solange die Bedingungen des Gesetzes vom 14. August 2021 über verwaltungspolizeiliche Maßnahmen während einer epidemischen Notlage nicht erfüllt sind und dieses Gesetz daher nicht angewendet wird.

Die Zahl der Besucher von Massenveranstaltungen und Diskotheken und Tanzlokale wird in diesem Fall in einem ausführenden Zusammenarbeitsabkommen festgelegt.

Option 3: Der im Gesetz vom 14. August 2021 vorgesehene epidemische Notstand wird im Einklang mit diesem Gesetz ausgerufen Wird das Gesetz vom 14. August 2021 über die verwaltungspolizeilichen Massnahmen während einer epidemischen Notlage angewendet, so werden die Artikel über die Verwendung des COVID Safe Tickets im Rahmen eines differenzierten Ansatzes und für die zusätzlichen Sektoren (insbesondere Artikel 2bis, §§ 1 und 2, 13bis und 13ter dieses Zusammenarbeitsabkommens) nicht mehr angewendet und aufgehoben. Um einen an die aktuelle epidemiologische Situation angepassten Ansatz bieten zu können, wird geprüft, ob die Verwendung des COVID Safe Ticket für das gesamte Gebiet wieder eingeführt werden sollte (oder nicht). Erforderlichenfalls sollte präzisiert werden, dass dies nur bis zum 30. Juni 2022 möglich ist. In diesem Sinne sieht das Zsuammenarbeitsabkommen folgende Bestimmungen vor: Wenn ein epidemischer Notfall ausgerufen wird und somit entschieden wird, dass ein koordiniertes Vorgehen gegen die Gesundheitskrise auf föderaler Ebene erforderlich ist und folglich eine differenzierte Verwendung des COVID Safe Tickets nicht mehr angemessen ist, werden die von den föderierten Teilgebieten einzeln ergriffenen Maßnahmen in Bezug auf die Verwendung des COVID Safe Tickets außer Kraft gesetzt oder ausgesetzt. Folglich können die förderierten Teilgebieten nicht mehr per Dekret oder Ordonnanz über eine andere Verwendung des COVID Safe Tickets entscheiden, da diese Dekrete und Ordonnanzen nicht mehr angewandt werden können und/oder ausgesetzt werden, sobald der epidemische Notstand ausgerufen wird. Die weitere Verwendung des COVID Safe Tickets während des epidemischen Notstands sollte dann von den Vertragsparteien der Zusammenarbeitsabkommens vorgesehen werden: - durch eine ergänzende legislative Zusammenarbeitsabkommens, wenn die Parteien des Zusammenarbeitsabkommens das COVID Safe Ticket für die zusätzlichen Sektoren nutzen wollen, in denen das COVID Safe Ticket verwendet werden kann, oder - Durch einen Erlass gemäß dem Gesetz vom 14. August 2021 über verwaltungspolizeiliche Maßnahmen während einer epidemischen Notlage oder durch ein ausführendes Zusammenarbeitsabkommen in Bezug auf die Verwendung des COVID Safe Ticket für Massenveranstaltungen, Pilotprojekte sowie Tanzlokale und Diskotheken.

Wird der epidemische Notstand beendet, werden die Artikel, die sich auf den Rechtsrahmen des COVID Safe Tickets beziehen oder diesen Rechtsrahmen festlegen, wieder anwendbar, es sei denn, die Parteien dieses Zusammenarbeitsabkommens beschließen durch einen neuen Zusammenarbeitsabkommens ausdrücklich etwas anderes." Kommentar zu den Artikeln

Artikel 1.Artikel 1 enthält die Änderungen, die an der niederländischen, französischen und deutschen Fassung des Kommentars zu den Artikeln des Artikels 16 des Zusammenarbeitsabkommens vom 14.

Juli 2021 vorzunehmen sind (Paragraf 1), an der niederländischen Fassung des Artikels 16 § 2 des Zusammenarbeitsabkommens vom 14. Juli 2021 (Paragraf 2), an der französischen Fassung von Artikel 16 des Zusammenarbeitsabkommens vom 14. Juli 2021 (Paragrafen 3 und 4) und an der deutschen Fassung von Artikel 16 des Zusammenarbeitsabkommens vom 14. Juli 2021 (Paragrafen 5 und 6).

Artikel 2.Artikel 2 enthält die Änderungen, die an Artikel 1 § 1 Nummern 4 und 11 des Zusammenarbeitsabkommens vom 14. Juli 2021 vorzunehmen sind.

Artikel 3.Artikel 3 enthält die Absätze, die in Artikel 1 § 1 des Zusammenarbeitsabkommens vom 14. Juli 2021 über die Erweiterung des Geltungsbereichs des COVID Safe Tickets hinzugefügt werden sollen.

Wenn von Sport- und Fitnessclubs die Rede ist, bezieht sich dies auf die sportlichen Aktivitäten eines solchen Clubs und nicht auf die Managementaktivitäten.

Es wird eine Definition des Begriffs "Besucher" hinzugefügt, d. h.

Personen, die eine der Einrichtungen und Aktivitäten betreten, bei denen das Lesen eines COVID Safe Tickets verlangt werden kann. Dies gilt sowohl für die Personen, die die Einrichtung oder Aktivität besuchen, als auch für die Begleitpersonen. Ein COVID Safe Ticket kann beispielsweise auch von den Aufsichtspersonen von Jugendlichen, die einen Sport- oder Fitnessclub besuchen. Wie oben erwähnt, zählen zu den Besuchern nicht der Veranstalter, der Leiter, das Personal, die Selbstständigen oder die Freiwilligen sowie alle Personen, die (i) sich selbst für die Betreuung anbieten, (ii) an der Betreuung teilnehmen oder daran beteiligt sind und von diesem Standpunkt der Leitung oder Organisation dieser Einrichtungen bekannt sein können oder (iii) die aufgrund eines Dienstleistungs- oder Betreuungsbedarfs Zugang zu der Einrichtung benötigen, soweit diese Personen der Einrichtung bekannt sind.

Artikel 4.Artikel 4 enthält den in das Zusammenarbeitsabkommen vom 14. Juli 2021 einzufügenden Artikel 2bis über den zeitlichen Geltungsbereich des COVID Safe Ticket. Sobald der epidemische Notstand nach Artikel 3 § 1 des Gesetzes vom 14. August 2021 über die verwaltungspolizeilichen Massnahmen während einer epidemischen Notlage ausgerufen wird, sind die Artikel 2bis, §§ 1 und 2, 13bis und 13ter nicht mehr anwendbar.Die von den föderierten Teilgebieten aufgrund dieser Artikel 2bis, §§ 1 und 2, 13bis und 13ter erlassenen Dekrete und Ordonnanzen treten ausser Kraft und werden aufgehoben, sobald der epidemische Notstand gemäss Artikel 3, § 1 des Gesetzes vom 14. August 2021 über verwaltungspolizeiliche Massnahmen während einer epidemischen Notlage ausgerufen wird. Dieser Artikel legt ferner fest, dass in einem solchen Fall und wenn die Vertragsparteien dieses Zusammenarbeitsabkommens das COVID Safe Ticket für die Angelegenheiten und Einrichtungen, für die das COVID Safe Ticket verwendet werden kann, verwenden wollen, diese Vertragsparteien die Modalitäten dieser Verwendung in einem ergänzende legislative Zusammenarbeitsabkommens und gegebenenfalls in einem ausführenden Zusammenarbeitsabkommen genauer festlegen müssen, und zwar unter der Bedingung, dass die Verwendung des COVID Safe Tickets auf der Grundlage epidemiologischer Umstände für jede einzelne Gruppe von Angelegenheiten oder Einrichtungen, wie sie in Artikel 1, § 1, 21° dieses Zusammenarbeitsabkommens aufgeführt sind, begründet werden kann. Die konkreten Umsetzungsmodalitäten bezüglich der Verwendung des COVID Safe Tickets für Besucher von Massenveranstaltungen, Pilotprojekten und Tanzlokalen und Diskotheken müssen durch einen Erlass gemäß Artikel 4, § 1 des Gesetzes vom 14. August 2021 über die Maßnahmen der Verwaltungspolizei während eines epidemischen Notfalls oder gegebenenfalls in einem ausführenden Zusammenarbeitsabkommen weiter festgelegt werden. In diesem Artikel heißt es auch, dass das angenommene ergänzende Zusammenarbeitsabkommen, der angenommene Beschluss oder das angenommene ausführende Zusammenarbeitsabkommen eine maximale Gültigkeitsdauer vorsehen muss. Schliesslich sieht dieser Artikel vor, dass - wenn der gemäss Artikel 3, § 1 des Gesetzes vom 14. August 2021 über die verwaltungspolizeilichen Massnahmen während einer epidemischen Notlage ausgerufene epidemische Notstand beendet ist - die Artikel 2bis, §§ 1 und 2, 13bis und 13ter wieder anwendbar werden, sofern die Parteien dieses Zusammenarbeitsabkommens nicht ausdrücklich etwas anderes beschliessen.

Artikel 5.Artikel 5 enthält die an Artikel 12 des Zusammenarbeitsabkommens vom 14. Juli 2021 vorzunehmenden Änderungen in Bezug auf die Verwendung des COVID Safe Tickets.

Darin wird festgelegt, dass die föderierten Teilgebiete die Verwendung des COVID Safe Tickets gemäß den in diesem Zusammenarbeitsabkommen festgelegten Modalitäten fakultativ oder obligatorisch machen können.

Die Entscheidung, ob die Verwendung des COVID Safe Tickets fakultativ oder obligatorisch ist, bleibt der Autonomie des föderierten Teilgebiets überlassen, die dafür eine ausreichende Begründung liefern muss.

Artikel 6.Artikel 6 enthält die an Artikel 13 des Zusammenarbeitsabkommens vom 14. Juli 2021 vorzunehmenden Änderungen in Bezug auf die Verwendung des COVID Safe Tickets.

Artikel 7.Artikel 7 enthält den in Titel IV einzufügenden Artikel 13bis des Zusammenarbeitsabkommens vom 14. Juli 2021 über den Anwendungsbereich des COVID Safe Ticket.

Artikel 8.Artikel 8 enthält den in Titel IV einzufügen den Artikel 13ter des Zusammenarbeitsabkommens vom 14. Juli 2021 über die Möglichkeit, das COVID Safe Ticket zu aktivieren.

Artikel 9.Mit Artikel 9 wird Artikel 13quater in Titel IV COVID Safe Ticket des Zusammenarbeitsabkommens vom 14. Juli 2021 eingefügt, für den Fall, dass die föderale Phase beendet ist und der epidemische Notstand im Sinne des Gesetzes vom 14. August 2021 noch nicht ausgerufen wurde oder nicht ausgerufen worden wäre.

Artikel 10.Artikel 10 enthält die Änderungen, die an Artikel 14 § 3 des Zusammenarbeitsabkommens vom 14. Juli 2021 im Hinblick auf die Entwicklung des COVID Safe Ticket vorzunehmen sind.

Artikel 11.Artikel 11 enthält die Änderungen, die an Artikel 33 § 1 des Zusammenarbeitsabkommens vom 14. Juli 2021 in Bezug auf den zeitlichen Geltungsbereich des COVID Safe Tickets vorzunehmen sind.

Artikel 12.Artikel 12 enthält die Änderungen, die an Artikel 33 § 2 des Zusammenarbeitsabkommens vom 14. Juli 2021 hinsichtlich des zeitlichen Geltungsbereichs des COVID Safe Ticket vorzunehmen sind.

Artikel 13.Artikel 13 enthält die Änderungen, die an Artikel 33 § 3 des Zusammenarbeitsabkommens vom 14. Juli 2021 in Bezug auf den zeitlichen Geltungsbereich des COVID Safe Tickets vorzunehmen sind.

Artikel 14.Mit Artikel 14 wird ein Artikel 33bis in Titel X Schlussbestimmungen des Zusammenarbeitsabkommens vom 14. Juli 2021 eingefügt, über die Aktivierung oder Reaktivierung des COVID Safe Ticket.

Zusammenarbeitsabkommen zur Änderung des Zusammenarbeitsabkommens vom 14. Juli 2021 zwischen dem Föderalstaat, der Flämischen Gemeinschaft, der Französischen Gemeinschaft, der Deutschsprachigen Gemeinschaft, der Gemeinsamen Gemeinschaftskommission, der Wallonischen Region und der Französischen Gemeinschaftskommission über die Verarbeitung von Daten im Zusammenhang mit dem digitalen EU-COVID-Zertifikat, dem COVID Safe Ticket, dem PLF und der Verarbeitung personenbezogener Daten von Lohnempfängern und Selbständigen, die im Ausland leben oder wohnen und in Belgien Tätigkeiten ausüben Unter Berücksichtigung des Sondergesetzes vom 8.August 1980 zur Reform der Institutionen, Artikel 5, § 1, I, 87, § 1, und 92bis;

Unter Berücksichtigung des Zusammenarbeitsabkommens vom 14.07.2021 zwischen dem Föderalstaat, der Flämischen Gemeinschaft, der Französischen Gemeinschaft, der Deutschsprachigen Gemeinschaft, der Gemeinsamen Gemeinschaftskommission, der Wallonischen Region und der Französischen Gemeinschaftskommission über die Verarbeitung von Daten im Zusammenhang mit dem digitalen EU-COVID-Zertifikat, dem COVID Safe Ticket, dem PLF, der Verarbeitung personenbezogener Daten von Arbeitnehmern und Selbstständigen, die im Ausland wohnen oder sich dort aufhalten und in Belgien eine Tätigkeit ausüben;

ZWISCHEN Dem föderalen Staat, vertreten durch die föderale Regierung, in der Person von Alexander De Croo, Premierminister, Frank Vandenbroucke, stellvertretender Premierminister und Minister für soziale Angelegenheiten und Volksgesundheit, Sophie Wilmès, stellvertretende Premierministerin und Ministerin für auswärtige Angelegenheiten, europäische Angelegenheiten und Außenhandel sowie für die föderalen Kulturinstitutionen, Annelies Verlinden, Ministerin für Inneres, institutionelle Reformen und demokratische Erneuerung, Sammy Mahdi, Staatssekretär für Asyl und Migration und Mathieu Michel, Staatssekretär für Digitalisierung;

Der Flämischen Gemeinschaft, vertreten durch die Flämische Regierung, in der Person von Jan Jambon, Ministerpräsident der Flämischen Regierung und Flämischer Minister für Auswärtige Angelegenheiten, Kultur, Digitalisierung und Facility Management, und Wouter Beke, Flämischer Minister für Wohlfahrt, Volksgesundheit, Familie und Armutsbekämpfung;

Der Französischen Gemeinschaft, vertreten durch ihre Regierung, in Person von Pierre-Yves Jeholet, Premierminister, und Bénédicte Linard, Vizepräsidentin und Ministerin für Kinder, Gesundheit, Kultur, Medien und Frauenrechte, sowie Valérie Glatigny, Ministerin für Hochschulwesen, Bildung zur sozialen Förderung, wissenschaftliche Forschung, Universitätskliniken, Jugend, Sport und Förderung von Brüssel;

Der Wallonischen Region, vertreten durch ihre Regierung, in der Person von Elio Di Rupo, Ministerpräsident der Wallonischen Regierung, und Christie Morreale, Vizeministerpräsidentin der Wallonischen Regierung und Ministerin für Beschäftigung, Ausbildung, Gesundheit, soziale Maßnahmen, Chancengleichheit und Frauenrechte;

Der Deutschsprachigen Gemeinschaft, vertreten durch ihre Regierung in der Person von Oliver Paasch, Ministerpräsident und Minister für lokale Verwaltung und Finanzen, und Antonios Antoniadis, stellvertretender Ministerpräsident und Minister für Gesundheit und Soziales, Raumordnung und Wohnungsbau;

Der Gemeinsamen Gemeinschaftskommission, vertreten durch das Vereinigte Kollegium in der Person von Rudi Vervoort, Präsident des Vereinigten Kollegiums, und Alain Maron und Elke Van Den Brandt, die für Gesundheit und Wohlfahrt zuständigen Mitglieder;

Der Französischen Gemeinschaftskommission, vertreten durch ihr Kollegium in Person von Barbara Trachte, Ministerpräsidentin für Gesundheitsförderung, und Alain Maron, Minister für Soziales und Gesundheit;

WIRD FOLGENDES VEREINBART:

Artikel 1.§ 1. Im Kommentar von Artikel 16 des Zusammenarbeitsabkommens vom 14. Juli 2021 sollte in der niederländischen Fassung der Begriff "protocolakkoord" durch den Begriff "verwerkersovereenkomst", in der französischen Fassung der Begriff "protocole d'accord" durch "accord de sous-traitance" und in der deutschen Fassung der Begriff "Vereinbarungsprotokoll" durch den Begriff "Datenverarbeitungsvertrag" ersetzt werden. § 2. Die niederländische Fassung von Artikel 16 § 2 des Zusammenarbeitsabkommens vom 14. Juli 2021 wird wie folgt geändert: " § 2. De bevoegde gefedereerde entiteiten of de door de bevoegde gefedereerde entiteiten aangeduide agentschappen en Sciensano zullen, wat betreft het COVID Safe Ticket, voldoen aan de principes van gegevensbescherming door ontwerp en door standaardinstellingen overeenkomstig artikel 25 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming. Deze principes zullen nader worden uitgewerkt door middel van een verwerkersovereenkomst." § 3. Die französische Fassung von Artikel 16 § 1 des Zusammenarbeitsabkommens vom 14. Juni 2021 wird wie folgt abgeändert: " § 1. En ce qui concerne l'établissement et la délivrance des certificats visés à l'article 9, les entités fédérées compétentes ou les agences désignées par les entités fédérées compétentes et Sciensano prennent les mesures techniques et opérationnelles adéquates conformément à l'article 32 du règlement général sur la protection des données afin de garantir un niveau de protection adapté aux risques.

Ces mesures sont définies plus avant au moyen d'un accord de sous-traitance. » § 4. Die französische Fassung von Artikel 16 § 2 des Zusammenarbeitsabkommens vom 14. Juni 2021 wird wie folgt geändert: « § 2. En ce qui concerne le COVID Safe Ticket, les entités fédérées compétentes ou les agences désignées par les entités fédérées compétentes et Sciensano respectent les principes de protection de données dès la conception et par défaut conformément à l'article 25 du règlement général sur la protection des données. Ces principes seront élaborés plus avant au moyen d'un accord de sous-traitance. » § 5. Die deutsche Fassung von Artikel 16 § 1 des Zusammenarbeitsabkommens vom 14. Juni 2021 wird wie folgt geändert: " § 1 - Was die Erstellung und Ausstellung der in Artikel 9 erwähnten Zertifikate betrifft, treffen die zuständigen föderierten Teilgebiete oder die von den zuständigen föderierten Teilgebieten bestimmten Agenturen und Sciensano geeignete technische und organisatorische Maßnahmen gemäß Artikel 32 der Datenschutz-Grundverordnung, um ein den Risiken angemessenes Schutzniveau zu gewährleisten. Diese Maßnahmen werden durch einen Datenverarbeitungsvertrag genau festgelegt." § 6. Die deutsche Fassung von Artikel 16 § 2 des Zusammenarbeitsabkommens vom 14. Juni 2021 wird wie folgt geändert: " § 2 - Was das COVID Safe Ticket betrifft, erfüllen die zuständigen föderierten Teilgebiete oder die von den zuständigen Teilgebieten bestimmten Agenturen und Sciensano Datenschutzgrundsätze durch Technikgestaltung und durch Voreinstellungen gemäß Artikel 25 der Datenschutz-Grundverordnung. Diese Grundsätze werden in einem Datenverarbeitungsvertrag weiter ausgearbeitet." Artikel 2, § 1. Artikel 1, § 1, Nummer 4 des Zusammenarbeitsabkommens vom 14. Juli 2021 wird wie folgt geändert: "4° COVID Safe Ticket: das Ergebnis des Lesens der digitalen EU-COVID-Bescheinigung mittels der in Artikel 17 genannten Anwendung, um den Zugang zu einem Pilotprojekt, einer Massenveranstaltung, Diskotheken und Tanzlokale oder zu Angelegenheiten und Einrichtungen zu regeln, für die die Möglichkeit vorgesehen ist, das COVID Safe Ticket im Zusammenhang mit der Coronavirus-Pandemie COVID-19 zu verwenden;" § 2. Artikel 1, § 1, Nummer 11 des Zusammenarbeitsabkommens vom 14.

Juli 2021 wird wie folgt geändert: "11. Massenveranstaltung: eine Veranstaltung mit einer bestimmten Größe und einer bestimmten Anzahl von Besuchern, die gemäß den besonderen Vorkehrungen für ihre Organisation und die zu treffenden Sicherheitsmaßnahmen stattfindet, die gegebenenfalls folgendermaßen festgelegt sind: i) im Ministeriellen Erlass vom 28. Oktober 2020 über die verwaltungspolizeilichen Maßnahmen zur Eindämmung der Ausbreitung des Coronavirus COVID-19; (ii) nötigenfalls einem späteren Ministeriellen Erlass, (iii) einem Erlass gemäß Artikel 4, § 1 des Gesetzes vom 14. August 2021 über verwaltungspolizeiliche Maßnahmen während einer epidemischen Notlage oder (iv) einem ausführenden Zusammenarbeitsabkommen im Sinne von Artikel 92bis § 1 Absatz 3 des Sondergesetzes vom 8. August 1980 zur Reform der Institutionen oder gemäß Artikel 13bis § 2, wobei der Zugang auf der Grundlage eines COVID Safe Tickets oder auf der Grundlage zusätzlicher Maßnahmen geregelt wird;"

Artikel 3.§ 1. In Artikel 1 § 1 des Zusammenarbeitsabkommens vom 14.

Juli 2021 wird der folgende Absatz eingefügt: "21. Angelegenheiten und Einrichtungen, für die das COVID Safe Ticket verwendet werden kann: Es handelt sich um eine abschließende Aufzählung von Angelegenheiten und Einrichtungen, für die das COVID Safe Ticket verwendet werden kann um den Zugang zu diesen Angelegenheiten oder Einrichtungen zu regeln. Dabei handelt es sich um die folgenden Bereiche oder Einrichtungen: 1° Gaststätten: alle der Öffentlichkeit zugänglichen Orte oder Räumlichkeiten, unabhängig von den Zugangsbedingungen, deren hauptsächliche und ständige Tätigkeit in der Zubereitung und/oder dem Anbieten von Speisen und/oder Getränken zum Verzehr an Ort und Stelle, auch unentgeltlich, besteht, insbesondere Speise- und Getränkebetriebe;2° Sport- und Fitnesszentren: jede Einrichtung, deren Hauptzweck aufgrund einer Vereinbarung oder ihrer Satzung in der Organisation von Sportveranstaltungen oder Sport- und Fitnessaktivitäten besteht, mit Ausnahme der Verwaltungstätigkeiten dieser Sport- oder Fitnesszentren ;3° Messen und Kongresse: Es handelt sich um eine Ausstellung oder ein Treffen, das organisiert wird, damit Unternehmen oder Organisationen, die hauptsächlich aus einer bestimmten Branche stammen, ihre neuen Produkte und Dienstleistungen ausstellen und vorführen können, und/oder um eine groß angelegte Veranstaltung zu einem bestimmten Thema, an der beispielsweise Mitglieder einer bestimmten Organisation oder eines Sektors teilnehmen;4° Einrichtungen des Kultur-, Fest- und Freizeitsektors: Diese Einrichtungen werden in einem ausführenden Zusammenarbeitsabkommen im Sinne von Artikel 92bis, § 1, dritter Absatz, des Sondergesetzes vom 8.August 1980 zur die Reform der Institutionen näher definiert; 5° Einrichtungen für die stationäre Betreuung schutzbedürftiger Personen: Krankenhäuser, Pflegeheime, Rehabilitationskliniken und -zentren, Zentren für Kinderbetreuung und Familienhilfe (ZKF), Einrichtungen für Menschen mit Behinderungen, psychiatrische Einrichtungen oder Einrichtungen für Menschen mit psychischen Erkrankungen;" § 2. In Artikel 1 § 1 des Zusammenarbeitsabkommens vom 14. Juli 2021 wird der folgende Absatz eingefügt: "22. Besucher: Besucher von Massenveranstaltungen sowie Test- und Pilotprojekten, Besucher von gastronomischen Einrichtungen, Besucher von Tanzlokalen und Diskotheken, Besucher von Sport- und Fitnessclubs, Besucher und Aussteller von Kongressen und Messen, Besucher von Einrichtungen des Kultur-, Fest- und Freizeitsektors oder Besucher von Einrichtungen zur stationären Betreuung hilfsbedürftiger Personen, und die Personen die diese Besucher in die Einrichtung oder Aktivität begleiten. Nicht zu den Besuchern zählen der Veranstalter, der Leiter, das Personal, die Selbstständigen oder die Freiwilligen sowie alle Personen, die (i) sich selbst für die Betreuung anbieten, (ii) an der Betreuung teilnehmen oder daran beteiligt sind und von diesem Standpunkt der Leitung oder Organisation dieser Einrichtungen bekannt sein können oder (iii) die aufgrund eines Dienstleistungs- oder Betreuungsbedarfs Zugang zu der Einrichtung benötigen, soweit diese Personen der Einrichtung bekannt sind." § 3. In Artikel 1 § 1 des Zusammenarbeitsabkommens vom 14. Juli 2021 wird der folgende Absatz eingefügt: "23. Diskotheken und Tanzlokale: ein Vergnügungslokal, das aus einem oder mehreren Sälen besteht, in denen hauptsächlich zu Musik getanzt wird.;" § 4. In Artikel 1 § 1 des Zusammenarbeitsabkommens vom 14. Juli 2021 wird der folgende Absatz eingefügt: "24. Manager: die natürliche oder juristische Person, die für die Organisation und Einrichtung der Angelegenheiten und Einrichtungen verantwortlich ist und verantwortlich ist für die organisation, für die die Nutzung des COVID Safe Tickets in Anspruch genommen werden kann."

Artikel 4.§ 1. In Titel I. Allgemeines des Zusammenarbeitsabkommens vom 14. Juli 2021 wird ein neuer Artikel 2bis mit folgendem Wortlaut eingefügt: "

Art. 2bis.§ 1. Solange kein epidemischer Notstand gemäß Artikel 3, § 1 des Gesetzes vom 14. August 2021 über die verwaltungspolizeilichen Maßnahmen während einer epidemischen Notlage ausgerufen wird, muss ein Dekret oder eine Ordonnanz eines föderierten Teilgebiets ausdrücklich die Verwendung des COVID Safe Tickets durch Besucher von Angelegenheiten und Einrichtungen vorsehen, für die die Verwendung fakultativ oder obligatorisch des COVID Safe Tickets vom 1. Oktober 2021 bis zum 31. Oktober 2021 unter Berücksichtigung der zu rechtfertigenden epidemiologischen Umstände und unter Beachtung und Wahrung des Grundsatzes der Verhältnismäßigkeit, genutzt werden kann.

Das zuständige föderierte Teilgebiet muss die Artikel, die sich auf den rechtlichen Rahmen des COVID Safe Tickets beziehen oder diesen rechtlichen Rahmen festlegen, gemäß Artikel 13bis anwendbar machen. § 2. Solange keine epidemische Notlage gemäß Artikel 3, § 1 des Gesetzes vom 14. August 2021 über die verwaltungspolizeilichen Maßnahmen während einer epidemischen Notlage ausgerufen wurde, muss die Nutzung des COVID Safe Tickets für Besucher von (i) Massenveranstaltungen sowie Test- und Pilotprojekten, Diskotheken und Tanzlokale und (ii) Angelegenheiten und Einrichtungen, für die die Nutzung des COVID Safe Ticket nach dem 31. Oktober 2021 genutzt werden kann, ausdrücklich in einem Dekret oder einer Ordonnanz eines föderierten Teilgebiets vorgesehen werden. Das zuständige föderierte Teilgebiet muss die Artikel, die den Rechtsrahmen des COVID Safe Tickets betreffen oder diesen Rechtsrahmen festlegen, gemäß Artikel 13bis die Festlegung einer maximalen Gültigkeitsdauer der durch das Dekret oder den Erlass festgelegten Maßnahmen und Modalitäten. Die von dem föderierten Teilgebiet gemäß Artikel 13bis in Kraft gesetzten Artikel gelten höchstens bis zum 30. Juni 2022. § 3. Sobald der epidemische Notstand nach Artikel 3 § 1 des Gesetzes vom 14. August 2021 über verwaltungspolizeiliche Massnahmen während einer epidemischen Notlage ausgerufen wird, sind die Artikel 2bis, §§ 1 und 2, 13bis und 13ter nicht mehr anwendbar. Die auf Grund dieser Artikel 2bis, §§ 1 und 2, 13bis und 13ter erlassenen Dekret und Ordonnanzen der föderierten Teilgebiete treten ausser Kraft oder werden aufgehoben mit der Ausrufung des epidemischen Notstands gemäss Artikel 3 § 1 des Gesetzes vom 14. August 2021 über die verwaltungspolizeilichen Massnahmen während einer epidemischen Notlage ausser Kraft und werden aufgehoben. Für den Fall, dass ein epidemischer Notfall ausgerufen wird und die Vertragsparteien dieses Zusammenarbeitsabkommens das COVID Safe Ticket in Anspruch nehmen wollen: (i) Für die in Artikel 1 § 1 Ziffer 21 definierten Angelegenheiten und Einrichtungen, für die das COVID Safe Ticket verwendet werden kann, müssen die Vertragsparteien dieses Zusammenarbeitsabkommens die Modalitäten seiner Verwendung in einer zusätzlichen Vereinbarung klären.in einer ergänzenden Zusammenarbeitsabkommens im Einzelnen festgelegt werden, wobei die Verwendung des COVID Safe Tickets aufgrund epidemiologischer Gegebenheiten pro einzelner Gruppe von Veranstaltungen oder Einrichtungen gemäß Artikel 1 § 1, 21° dieses Zusammenarbeitsabkommens gerechtfertigt sein kann. (ii) für Massenveranstaltungen, Pilotprojekte und Diskotheken und Tanzlokale sind die konkreten Durchführungsmodalitätn, soweit erforderlich, durch ein Dekret gemäß Artikel 4, § 1 des Gesetzes vom 14. August 2021 über die verwaltungspolizeilichen Maßnahmen während einer epidemischen Notlage oder gegebenenfalls in einem ausführenden Zusammenarbeitsabkommens gemäß Artikel 92bis, § 1, dritter Absatz, des Sondergesetzes vom 8. August 1980 zur Reform der Institutionen geregelt.

In jedem Fall muss die ergänzende legislative Zusammenarbeitsabkommens, der gemäß Artikel 4, § 1 des Gesetzes vom 14. August 2021 über die verwaltungspolizeilichen Maßnahmen während einer epidemischen Notlage erlassene Rechtsakt oder das angenommene ausführende Zusammenarbeitsabkommen eine maximale Gültigkeitsdauer vorsehen.Wird der nach Artikel 3 § 1 des Gesetzes vom 14. August 2021 über die verwaltungspolizeilichen Massnahmen während einer epidemischen Notlage ausgerufene epidemische Notstand beendet, so werden die Artikel 2bis §§ 1 und 2, 13bis und 13ter wieder anwendbar, sofern die Vertragsparteien dieses Zsuammenarbeitsabkommens nicht ausdrücklich etwas anderes beschliessen."

Artikel 5.Artikel 12 des Zusammenarbeitsabkommens vom 14. Juli 2021 wird wie folgt geändert: " § 1. Abweichend von den Bestimmungen des Artikels 10 in Bezug auf Besucher von (i) Massenveranstaltungen sowie Test- und Pilotprojekten, Diskotheken und Tanzlokale und (ii) Angelegenheiten und Einrichtungen, für die die Verwendung des COVID Safe Tickets in Anspruch genommen werden kann, und sofern die Bedingungen des Artikels 2bis sowie der Artikel 13bis und 13ter erfüllt sind, bezweckt die Verarbeitung der personenbezogenen Daten des digitalen EU-COVID-Zertifikats, das COVID Safe Ticket über das CST-Modul der COVIDScan-Anwendung zu lesen und ggf. zu generieren, um Folgendes zu überprüfen und zu verifizieren: 1. die Tatsache, ob der Inhaber des digitalen EU-COVID-Zertifikats die Bedingungen für den Zugang zu einer Massenveranstaltung oder eines Test- oder Pilotprojekts, Diskotheken und Tanzlokale oder der Angelegenheiten und Einrichtungen, für die die Verwendung des COVID Safe Ticket genutzt werden kann, erfüllt;2. anhand eines Ausweises die Identität des Inhabers eines digitalen EU-COVID-Zertifikats. Das COVID Safe Ticket kann entweder vom Benutzer in der Anwendung COVIDSafe oder in der Anwendung COVIDScan durch Einlesen des digitalen EU-COVID-Zertifikats erstellt werden. § 2. Die Organisatoren, Manager und Betreiber von Angelegenheiten und Einrichtungen, bei denen die Möglichkeit der Nutzung des COVID Safe Tickets für Besucher vorgesehen ist, einschließlich der in Artikel 13, § 3 dieses Zusammenarbeitsabkommens genannten Personen, können entweder (i) das digitale EU-COVID-Zertifikat in digitaler oder Papierform lesen oder (ii) das vom Benutzer erstellte COVID Safe Ticket in der COVIDSafe-Anwendung lesen. Das COVID Safe Ticket darf nur verwendet und gelesen werden, wenn es einen rechtlichen Grund dafür gibt.

Die oben genannten Organisatoren und Betreiber sind nicht verpflichtet, die digitale EU-COVID-Bescheinigung zu lesen, es sei denn: 1. zum einen die Größe der Massenveranstaltung und des Pilotprojekts und zum andere die Beschaffenheit der Anlage (Diskothek und Tanzlokal) die obligatorische Verwendung des COVID Safe Tickets gemäß dem Ministerialerlass vom 28.Oktober 2020 über die verwaltungspolizeilichen Maßnahmen zur Begrenzung der Ausbreitung des Coronavirus COVID-19 oder gegebenenfalls einem (nach)folgenden Ministerialerlass, einem Erlass gemäß Artikel 4, § 1 des Gesetzes vom 14. August 2021 über die verwaltungspolizeilichen Maßnahmen während einer epidemischen Notlage zur Folge hat, oder einem ausführenden Zusammenarbeitsabkommen im Sinne von Artikel 92bis, § 1, dritter Absatz, des Sondergesetzes vom 8.August 1980 zur Reform der Institutionen oder gemäß Artikel 13bis, § 2; 2. Anderslautendes in einem Dekret oder einer Ordonnanz eines föderierten Teilgebiets nach Artikel 2bis §§ 1 und 2, Artikel 13bis und Artikel 13ter vorgesehen ist;3. gemäß Artikel 2bis, § 3, wenn der epidemische Notstand gemäß Artikel 3, § 1 des Gesetzes vom 14.August 2021 über die verwaltungspolizeilichen Maßnahmen während einer epidemischen Notlage ausgerufen wird;

Das Auslesen und gegebenenfalls die Erstellung des COVID Safe Tickets mit Hilfe der Anwendung COVIDScan muss für die in den Artikeln 12 und 13 dieses Zusammenarbeitsabkommens genannten Verarbeitungszwecke mit dem CST-Modul dieser Anwendung erfolgen. Ist das Ergebnis der Ablesung gemäß § 1 negativ oder kann die Identität des Inhabers nicht überprüft oder bestätigt werden, muss dem Inhaber der Zugang zu der Massenveranstaltung, dem Test- oder Pilotprojekt, die Diskothek und Tanzlokal oder den Angelegenheiten und Einrichtungen, für die das COVID Safe Ticket verwendet werden kann, verweigert werden, es sei denn, der Inhaber wird zusätzlichen Maßnahmen unterworfen, die in einem ausführenden Zusammenarbeitsabkommen gemäß Artikel 92bis, § 1, Absatz 3 des Sondergesetzes vom 8. August 1980 zur Reform der Institutionen vorgesehen sind. § 3. Mit Ausnahme der Bestimmungen in Artikel 10 dieses Zusammenarbeitsabkommens werden die Kategorien personenbezogener Daten in den Zertifikaten gemäß Artikel 1, § 1, Nummern 5, 6 und 7 und § 2, Nummer 2 dieses Zusammenarbeitsabkommens nur verarbeitet, um den Zugang von Besuchern zu Test- und Pilotprojekten, Massenveranstaltungen, Diskotheken und Tanzlokale oder Angelegenheiten und Einrichtungen zu regeln, für die die Verwendung des COVID Safe Tickets genutzt werden kann, sowie zur Überprüfung der auf dem COVID Safe Ticket angegebenen Daten zu ermöglichen. Die Daten werden nur insoweit verarbeitet, als die Nutzung des COVID Safe Tickets entweder aufgrund dieses Zusammenarbeitsabkommens oder aufgrund eines Dekrets oder einer Ordonnanz aktiv angewendet wird. § 4. Die Verarbeitung, bei der das digitale EU-COVID-Zertifikat oder das vom Inhaber generierte COVID Safe Ticket gelesen wird, um den Zugang zu Massenveranstaltungen, Pilotprojekten, Diskotheken und Tanzlokale oder Einrichtungen für die stationäre Betreuung schutzbedürftiger Personen zu regeln ist nur für Inhaber eines digitalen EU-COVID-Zertifikats ab 12 Jahren rechtmäßig, ohne die Möglichkeit, Personen unter 12 Jahren den Zugang zu der Massenveranstaltung, dem Pilotprojekt, Diskotheken und Tanzlokale oder den Angelegenheiten und Einrichtungen für die stationäre Betreuung schutzbedürftiger Personen zu verweigern. § 5. Mit Ausnahme von Betreuungseinrichtungen für schutzbedürftige Personen, ist die Verarbeitung, die das Auslesen des digitale EU-COVID-Zertifikat oder des vom Inhaber generierten COVID Safe Ticket beinhaltet, um den Zugang zu Angelegenheiten und Einrichtungen zu regeln, für die das COVID Safe Ticket verwendet werden kann, nur für Inhaber eines digitale EU-COVID-Zertifikat ab 16 Jahren rechtmäßig, ohne die Möglichkeit, Personen unter 16 Jahren den Zugang zu Angelegenheiten und Einrichtungen hindern, für die das COVID Safe Ticket verwendet werden kann zu verweigern."

Artikel 6.Die Absätze 2, 3, 5 und 6 von Artikel 13 des Zusammenarbeitsabkommens vom 14. Juli 2021 werden wie folgt geändert: " § 2. Das COVID Safe Ticket enthält und zeigt nur die folgenden Informationen an: 1. die Angabe, ob dem Inhaber in seiner Eigenschaft als Besucher einer Massenveranstaltung, eines Test- oder Pilotprojekts, das Diskothek oder Tanzlokaloder von Angelegenheiten und Einrichtungen, bei denen die Verwendung des COVID Safe Tickets eingesetzt werden kann, der Zugang zu der Massenveranstaltung, dem Test- oder Pilotprojekt, die Diskothek oder Tanzlokal oder den Angelegenheiten und Einrichtungen, bei denen die Verwendung des COVID Safe Tickets eingesetzt werden kann, gestattet oder verweigert werden muss; 2. Angaben zur Identität des Inhabers, d.h. Nachname und Vorname; 3. die Gültigkeitsdauer des COVID Safe Tickets. § 3. Für die in Artikel 12 genannten Zwecke darf die digitale EU-COVID-Bescheinigung oder das vom Inhaber erstellte COVID Safe Ticket nur mit Hilfe des CST-Moduls der COVIDScan-Anwendung gemäß Artikel 17 gelesen werden, und der Ausweis kann von den folgenden Personen zur Überprüfung gemäß Artikel 12 § 1 angefordert werden: 1. den mit der Zugangskontrolle zur Massenveranstaltung beauftragten Personen;2. den Personen, die für die Zugangskontrolle des Test- oder Pilotprojekts zuständig sind;3. den mit der Zugangskontrolle zur Diskothek oder Tanzlokal beauftragten Personen;4. Personen, die für die Kontrolle des Zugangs zu Kongressen und Messen zuständig sind, oder Personen, die für die Kontrolle des Zugangs zu Einrichtungen des Kultur-, Fest- und Freizeitsektors zuständig sind;5. wenn es keine Personen im Sinne von Nummer 4 gibt, dem Leiter und der Verwaltung der Angelegenheiten und Einrichtungen, für die die Nutzung des COVID Safe Tickets in Anspruch genommen werden kann, und sein Personal, soweit sie in erschöpfender Weise genutzt werden und mit der Kontrolle des COVID Safe Tickets beauftragt sind;6. vom Personal eines privaten Sicherheitsunternehmens oder eines internen Sicherheitsdienstes im Sinne des Gesetzes vom 2.Oktober 2017 zur Regelung der privaten und besonderen Sicherheit. § 5. Die Bedingungen, unter denen der Zugang zu einer Massenveranstaltung, einem Test- oder Pilotprojekt, eine Diskothek oder Tanzlokal oder zu Angelegenheiten und Einrichtungen, für die das COVID Safe Ticket verwendet werden kann, auf der Grundlage einer digitalen EU-COVID-Bescheinigung oder auf der Grundlage anderer Maßnahmen gewährt werden kann, sofern sie im öffentlichen Interesse im Bereich der öffentlichen Gesundheit und der Bekämpfung der COVID-19-Pandemie gerechtfertigt werden können, unter Wahrung und Rechtfertigung des Grundsatzes der Verhältnismäßigkeit, in einem ausführenden Zusammenarbeitsabkommen im Sinne von Artikel 92bis § 1 Absatz 3 des Sondergesetzes vom 8. August 1980 zur Reform der Institutionen oder in einem anderen ausführenden Rechtsinstrument festgelegt sind. § 6. Es ist den in Artikel 13, § 3 genannten Personen ausdrücklich untersagt, das digitale EU-COVID-Zertifikat oder das vom Inhaber erzeugte COVID Safe Ticket zu lesen, um das COVID Safe Ticket mit einer anderen Anwendung oder einem anderen Modul als dem CST-Modul der COVIDScan-Anwendung zu lesen und zu erzeugen. Die Organisatoren, die Leitung und die Geschäftsführer erstellen eine Liste der in Artikel 13 § 3 genannten Personen."

Artikel 7.In Titel IV. COVID Safe Ticket des Zusammenarbeitsabkommens vom 14. Juli 2021 wird ein Artikel 13bis mit folgendem Wortlaut eingefügt: "

Art. 13bis.§ 1. Wenn es die örtlichen epidemiologischen Gegebenheiten erfordern, unter Wahrung und Rechtfertigung des Grundsatzes der Verhältnismäßigkeit, erhalten die föderierten Teilgebieten die Möglichkeit, das COVID Safe Ticket ab dem 1. Oktober 2021 bis einschließlich 31. Oktober 2021 zu verwenden, sofern dies im Rahmen ihrer Zuständigkeit für die Gesundheitsvorsorge in ihrem gesamten Hoheitsgebiet oder in Teilen davon geschieht. § 2. Die zuständige föderierte Teilgebiet kann von dieser Möglichkeit nur dann Gebrauch machen, wenn sie ein entsprechendes Dekret oder eine entsprechende Ordonnanz erlässt, in dem/der eine maximale Gültigkeitsdauer für die darin enthaltenen Maßnahmen und Modalitäten festgelegt ist, das/die sich auf die Artikel bezieht, die den rechtlichen Rahmen des COVID Safe Tickets betreffen oder diesen rechtlichen Rahmen festlegen, und sofern die Verwendung des COVID Safe Tickets nur in eine Erweiterung des sachlichen, räumlichen und zeitlichen Anwendungsbereichs des COVID Safe Tickets fällt, wie in den Artikeln 2bis, 12, 13, 13bis bis einschließlich quater vorgesehen: 1. die Angabe der Gegenstände und Einrichtungen, für die die Nutzung des COVID Safe Tickets verwendet wird, wie in Artikel 1, § 1, Nummer 21 vorgesehen;2. die Verwendung des COVID Safe Tickets für Besucher von Angelegenheiten und Einrichtungen vorzuschreiben, für die die Verwendung des COVID Safe Tickets gemäß Artikel 2bis und Artikel 13bis, § 1, Nummer 1 verwendet werden kann.3. die Verwendung des COVID Safe Tickets für Besucher von Massenveranstaltungen sowie Test- und Pilotprojektenn, unabhängig von ihrer Größe, in Abweichung von der geltenden Verordnung über die verwaltungspolizeilichen Maßnahmen zur Eindämmung der Verbreitung des Coronavirus COVID-19 oder des geltenden ausführenden Zusammenarbeitsabkommens, ausschließlich zum Zwecke der Durchsetzung strengerer Vorschriften, vorzuschreiben; § 3. Wenn es die örtlichen epidemiologischen Gegebenheiten erfordern, wird den Bürgermeistern und Gouverneuren jeweils für ihr eigenes Hoheitsgebiet für den Zeitraum vom 1. Oktober 2021 bis zum 31. Oktober 2021 im Rahmen der Bestimmungen über das COVID Safe Ticket in diesem Zusammenarbeitsabkommen, auf der Grundlage der autonome Befugnisse, die ihnen auf der Grundlage der Artikel 134 und 135 des Neuen Gemeindegesetzes und des Artikels 11 des Gesetzes über das Polizeiamt eingeräumt werden, die Möglichkeit geboten, strengere Sonderregelungen hinsichtlich der Organisation und der Sicherheitsmaßnahmen festzulegen, die ausschließlich für Massenveranstaltungen sowie Test- und Pilotprojekte zu treffen sind, als in dem in Artikel 1 § 1 Nr. 11 genannten Beschluss vorgesehen sind. Die Maßnahmen, die der Bürgermeister oder der Gouverneur ergreifen kann, betreffen nur Massenveranstaltungen sowie Test- und Pilotprojekte, und zwar (i) die Herabsetzung der Mindestbesucherzahl für eine MassenVeranstaltung oder ein Test- oder Pilotprojekt oder (ii) die obligatorische Durchführung einer bestimmten Massenveranstaltung, eines Test- oder Pilotprojekts oder eine Diskothek und Tanzlokal. Die Bürgermeister und Gouverneure dürfen dies nur nach Anhörung und mit Zustimmung des zuständigen föderalen zuständigen Minister tun, und zwar sowohl auf der Grundlage des Systems der Gesundheitsvorsorge als auch der zuständige Minister, der ebenfalls für die geplanten Maßnahmen und Verfahren zuständig ist.

Diese Konsultation und Zustimmung der föderalen Behörde erfolgt unbeschadet der Befugnisse, die von Bürgermeistern und Gouverneuren gemäß den Artikeln 134 und 135 des Neuen Gemeindegesetzes und Artikel 11 des Gesetzes über das Polizeiamt ausgeübt werden können. § 4. Die gemäß den §§ 1 bis 3 dieses Artikels erlassenen Maßnahmen und besonderen Modalitäten dürfen nicht im Widerspruch zu der Verordnung über digitale EU-COVID-Zertifikate und der Verordnung über digitale EU-COVID-Zertifikate für Drittstaatsangehörige stehen und müssen mit dem oder mehreren geltenden ausführenden Zusammenarbeitsabkommen im Einklang stehen. § 5. Die in den §§ 1 bis 3 genannten lokalen epidemiologischen Bedingungen werden vorab von der Risikobewertungsgruppe (RAG) gemäß Artikel 7 § 1 der Protokollvereinbarung vom 5. November 2018 zwischen der Föderalregierung und den in den Artikeln 128, 130 und 135 der Verfassung genannten Behörden zur Festlegung der allgemeinen Strukturen für das sektorale Gesundheitsmanagement bei Krisen im Bereich der öffentlichen Gesundheit und ihrer Arbeitsweise zur Anwendung der Internationalen Gesundheitsvorschriften (2005) und des Beschlusses Nr. 1082/2013/EU über schwerwiegende grenzüberschreitende Gesundheitsbedrohungen bewertet. Diese nicht verbindliche Stellungnahme des RAG wird innerhalb von 5 Arbeitstagen nach Eingang des Ersuchens um Stellungnahme abgegeben. Erst nach Erhalt dieser Stellungnahme des RAG oder nach Ablauf der Frist von 5 Arbeitstagen und unter der Voraussetzung, dass die übrigen Bestimmungen des Artikels 13bis oder gegebenenfalls des Artikels 13ter erfüllt sind, können die jeweiligen föderierten Teilgebieten, Bürgermeister oder Gouverneure die epidemiologischen Gegebenheiten berücksichtigen, um den Anwendungsbereich des COVID Safe Tickets in einem Staat oder einem lokalen Gebiet zu erweitern oder seine Verwendung gemäß den Bestimmungen dieses Zusammenarbeitsabkommens zu verschärfen. Wenn die unverbindliche Stellungnahme des RAG nicht innerhalb der oben genannten Frist eingeht, können die jeweiligen förderierten Teilgebiete, Bürgermeister oder Gouverneure immer noch die vorgesehenen Maßnahmen und Modalitäten festlegen, vorausgesetzt, dass sie diese Maßnahmen mit den zuständigen Ministern auf Föderalebene abgestimmt und deren Zustimmung erhalten haben. § 6. Wenn ein föderiertes Teilgebiet gemäß § 2 beschließt, Angelegenheiten und Einrichtungen zu benennen oder zu aktivieren, für die die Möglichkeit oder Verpflichtung zur Inanspruchnahme des COVID Safe Tickets vorgesehen ist, muss eine Konsultation zwischen dem jeweils zuständigen Entität für Gesundheitsvorsorge und dem oder den jeweils zuständigen Entitäten für den oder die betroffenen Sektoren stattfinden. Auf der Grundlage dieser Konsultation werden die notwendigen Vereinbarungen getroffen und gegebenenfalls die erforderlichen Bestimmungen in das Dekret oder die Ordonnanz aufgenommen."

Artikel 8.In Titel IV. COVID Safe Ticket des Zusammenarbeitsabkommens vom 14. Juli 2021 wird ein Artikel 13ter mit folgendem Wortlaut eingefügt: "

Art. 13ter.§ 1. Wenn es die lokalen epidemiologischen Gegebenheiten erfordern, erhalten die föderierten Teilgebieten die Möglichkeit, das COVID Safe Ticket in ihrem gesamten oder einem Teil ihres Zuständigkeitsgebiets auch nach dem 31. Oktober 2021 zu verwenden, sofern dies im Einklang mit Artikel 2bis und im Rahmen ihrer jeweiligen Zuständigkeiten geschieht. § 2. Die zuständige föderierte Teilgebiet kann von dieser Möglichkeit nur gemäß den in Artikel 13bis Absätze 2, 4, 5 und 6 festgelegten Modalitäten Gebrauch machen. Im Rahmen dieser Regelungen können die föderierten Teilgebiete auch die Verwendung des COVID Safe Tickets für den Zugang zu Diskotheken und Tanzlokalen festlegen. § 3. Wenn die örtlichen epidemiologischen Gegebenheiten es erfordern und sofern die Verwendung des COVID Safe Tickets von der zuständigen föderierten Teilgebiet, der der Bürgermeister oder Gouverneur angehört, vorgesehen ist, werden die Bürgermeister und Gouverneure ab dem 1. November 2021 im Rahmen ihrer jeweiligen Zuständigkeiten und im Rahmen der Bestimmungen über das COVID Safe Ticket in diesem Zusammenarbeitsabkommen jeweils für ihr eigenes Gebiet tätig, auf der Grundlage der ihnen in den Artikeln 134 und 135 des Neuen Gemeindgesetzes und in Artikel 11 des Gesetzes über das Polizeiamt eingeräumten Befugnisse die Möglichkeit, strengere Sonderregelungen in Bezug auf die Organisation und die ausschließlich bei Massenveranstaltungen sowie Test- und Pilotprojekten und - wo angebracht - Tanzlokale und Diskotheken zu treffenden Sicherheitsmaßnahmen festzulegen, als sie in dem in Artikel 1, § 1, Nummer 11 genannten Beschluss vorgesehen sind. Dies gilt für einen Zeitraum von höchstens 30 Tagen, der um mehrere Zeiträume von 30 Tagen verlängert werden kann, sofern die epidemiologischen Bedingungen dies erfordern. Es handelt sich um einen Höchstzeitraum von 30 Tagen, der um mehrere 30-Tage-Zeiträume verlängert werden kann, solange es die epidemiologischen Bedingungen erfordern. Dies betrifft nur die Anpassung der Mindestbesucherzahl für eine Massenveranstaltung, ein Pilotprojekt oder - wo angebracht -eine Diskothek und Tanzlokal oder die Verpflichtung, das CST für eine bestimmte Massenveranstaltung, ein Test- oder Pilotprojekt oder - wo angebracht - die Diskothek und Tanzlokal zu nutzen. Die Bürgermeister und Gouverneure können dies nur nach Konsultation und mit Zustimmung des zuständigen Ministers der föderierten Teilgebiet(en), der/denen der Bürgermeister oder Gouverneur angehört, nach den vorgesehenen Modalitäten tun. Diese Konsultation und Zustimmung der föderalen Behörde berührt nicht die autonome Befugnisse, die Bürgermeister und Gouverneure gemäß den Artikeln 134 und 135 des Neuen Gemeindegesetzes und Artikel 11 des Gesetzes über das Polizeiamt ausüben können. § 4. Der zuständige Bürgermeister oder Gouverneur kann von der in § 3 vorgesehenen Möglichkeit nur nach den in Artikel 13bis, § 4 und § 5 vorgesehenen Modalitäten Gebrauch machen."

Artikel 9.In Titel IV. COVID Safe Ticket des Zusammenarbeitsabkommens vom 14. Juli 2021 wird ein Artikel 13quater mit folgendem Wortlaut eingefügt: "

Art. 13quater.§ 1. Wenn die lokalen epidemiologischen Bedingungen es erfordern und für den Fall, dass die föderale Phase des nationalen Plans gemäß dem Ministerialerlass vom 13. März 2020 über die Ausrufung der föderalen Phase zur Koordinierung und Bewältigung der COVID-19-Krise vollständig beendet ist und kein epidemischer Notfall gemäß Artikel 3 § 1 des Gesetzes vom 14. August 2021 über die verwaltungspolizeilichen Maßnahmen während einer epidemischen Notlage ausgerufen wurde wenn die zuständige föderierte Teilgebiet von der Möglichkeit Gebrauch gemacht hat, das COVID Safe Ticket nach dem 31.

Oktober 2021 durch ein Dekret oder eine Ordonnanz anzuwenden, überprüft sie die Möglichkeit, dass der zuständige Gouverneur oder zuständige Bürgermeister auf der Grundlage des besagten Dekrets oder der besagten Ordonnanz die erforderlichen Durchsetzungsmaßnahmen ergreifen kann, um die Verwendung des COVID Safe Tickets aufrechtzuerhalten, und sieht diese gegebenenfalls vor. § 2. Die Anzahl bzw. die jeweiligen Besucherzahlen für Massenveranstaltungen, Test- und Pilotprojekte sowie Diskotheken und Tanzlokale werden, sofern kein geltender Beschluss vorliegt, in einem ausführenden Zusammenarbeitsabkommen festgelegt.

Artikel 10.Artikel 14, § 3 des Zusammenarbeitsabkommens vom 14. Juli 2021 wird wie folgt geändert: " § 3. Das Auslesen der Daten nach den Artikeln 12 und 13 dieses Zusammenarbeitsabkommens darf nur bis zum 31. Oktober 2021 erfolgen, es sei denn, die Artikel 12 und 13 werden gemäß den Artikeln 2bis und 13ter vor dem 30. Juni 2022 aktiviert."

Artikel 11.§ 1. Artikel 33, § 1, Nummer 1 des Zusammenarbeitsabkommens vom 14. Juli 2021 wird wie folgt geändert: "1. vom 16. Juni bis zum 30. Juni 2021 in Bezug auf Artikel 1 § 2, Artikel 3, Artikel 9, Artikel 10 § 1 bis § 3 und Artikel 14 § 1;" § 2. Artikel 33, § 1, Nummer 2 des Zusammenarbeitsabkommens vom 14.

Juli 2021 wird wie folgt geändert: "2. ab 16. Juni 2021 in Bezug auf Artikel 1 § 1, Artikel 2 bis 8, Artikel 10 § 4, Artikel 11, Artikel 14 § 2 bis § 5, Artikel 15 bis 17;" § 3. Artikel 33, § 1, Nummer 3 des Zusammenarbeitsabkommens vom 14.

Juli 2021 wird wie folgt geändert: "3. vom Inkrafttreten dieses Zusammenarbeitsabkommens bis zum 31.

Oktober 2021 die Artikel 12 und 13, sofern die Artikel 12 und 13 nicht vor dem 30. Juni 2022 gemäß den Artikeln 2bis und 13ter aktiviert werden."

Artikel 12.Artikel 33, § 2 des Zusammenarbeitsabkommens vom 14. Juli 2021 wird wie folgt geändert: " § 2. Soweit in § 1, Nummern 1 und 2 nicht ausdrücklich etwas anderes bestimmt ist, treten die Bestimmungen der Titel I bis VII am Tag der Veröffentlichung des letzten Rechtsakts über die Zustimmung zu dem Zusammenarbeitsabkommen im Belgischen Staatsblatt in Kraft."

Artikel 13.Artikel 33, § 3 des Zusammenarbeitsabkommens vom 14. Juli 2021 wird wie folgt geändert: " § 3. Soweit in § 1 Nummer 1 nicht ausdrücklich etwas anderes bestimmt ist, treten die Bestimmungen der Titel I bis VII am Tag des Inkrafttretens der EU-COVID-Verordnung über digitale Zertifikate und der EU-COVID-Verordnung über digitale Zertifikate für Drittstaatsangehörige außer Kraft."

Artikel 14.In Titel X. Schlussbestimmungen des Zusammenarbeitsabkommens vom 14. Juli 2021 wird der folgende Artikel 33bis eingefügt "

Art. 33bis.Wird der epidemische Notstand vor dem 30. Juni 2022 ausgerufen, können gemäß Artikel 3 § 1 des Gesetzes vom 14. August 2021 über die verwaltungspolizeilichen während einer epidemischen Notlage ausgerufen, können die Artikel 12 und 13 für die Dauer des epidemischen Notstands erneut angewendet werden, sofern dieser nicht über den 30. Juni 2022 hinausgeht." Brüssel, den 27. September 2021 in einer Originalausfertigung.

Der Premierminister A. DE CROO Der Vizepremierminister und Minister für auswärtige Angelegenheiten, Europaangelegenheiten und Außenwirtschaft und der Kulturinstitutionen des Bundes S. WILMES Der Vizepremierminister und Minister der Sozialen Angelegenheiten und der Volksgesundheit F. VANDENBROUCKE Der Innenminister, institutionelle Reformen und demokratische Erneuerung A. VERLINDEN Der Staatssekretär für Asyl und Migration S. MAHDI Der Staatssekretär für Digitalisierung M. MICHEL Der Ministerpräsident der Flämischen Regierung und Flämischer Minister der Außenpolitik, der Kultur, die Digitalisierung und der Allgemeinen Dienste J. JAMBON Der Flämische Minister des Wohlbefindens, der Volksgesundheit, der Familie und der Armutsbekämpfung W. BEKE Der Ministerpräsident der Französischen Gemeinschaft P.-Y. JEHOLET Die Vizepräsidentin und Ministerin für Kinderwohlfahrt, Gesundheit, Kultur, Medien und Frauenrechte B. LINARD Die Ministerin für Hochschulwesen, Weiterbildungsunterricht, wissenschaftliche Forschung, Universitätskrankenhäuser, Jugendhilfe, Justizhäuser, Jugend, Sport und die Promotion von Brüssel V. GLATIGNY Der Ministerpräsident der Wallonischen Regierung E. DI RUPO Die Vizepräsidentin und Ministerin für Beschäftigung, Ausbildung, Gesundheit, Soziale Maßnahmen, Chancengleichheit und Frauenrechte der Wallonischen Regierung C. MORREALE Der Ministerpräsident und Minister für lokale Behörden und Finanzen der Deutschsprachigen Gemeinschaft O. PAASCH Der Vize-Ministerpräsident, Minister für Gesundheit und Soziales, Raumordnung und Wohnungswesen der Deutschsprachigen Gemeinschaft A. ANTONIADIS Der Präsident des Vereinigten Kollegiums der Gemeinsamen Gemeinschaftskommission R. VERVOORT Das Mitglied des Vereinigten Kollegiums der Gemeinsamen Gemeinschaftskommission, zuständig für die Gesundheit und die Soziale Aktion A. MARON Das Mitglied des Vereinigten Kollegiums der Gemeinsamen Gemeinschaftskommission, zuständig für die Gesundheit und die Soziale Aktion E. VAN DEN BRANDT Die Ministerpräsidentin, beauftragt mit der Gesundheitsförderung B. TRACHTE Der Minister, Mitglied des Kollegiums, beauftragt mit Sozialen Maßnahmen und Gesundheit A. MARON Brüssel, den 27. September 2021 in einer Originalausfertigung.

Der Premierminister A. DE CROO Der Vizepremierminister und Minister für auswärtige Angelegenheiten, Europaangelegenheiten und Außenwirtschaft und der Kulturinstitutionen des Bundes S. WILMES Der Vizepremierminister und Minister der Sozialen Angelegenheiten und der Volksgesundheit F. VANDENBROUCKE Der Innenminister, institutionelle Reformen und demokratische Erneuerung A. VERLINDEN Der Staatssekretär für Asyl und Migration S. MAHDI Der Staatssekretär für Digitalisierung M. MICHEL Der Ministerpräsident der Flämischen Regierung und Flämischer Minister der Außenpolitik, der Kultur, die Digitalisierung und der Allgemeinen Dienste J. JAMBON Der Flämische Minister des Wohlbefindens, der Volksgesundheit, der Familie und der Armutsbekämpfung W. BEKE Der Ministerpräsident der Französischen Gemeinschaft P.-Y. JEHOLET Die Vizepräsidentin und Ministerin für Kinderwohlfahrt, Gesundheit, Kultur, Medien und Frauenrechte B. LINARD Die Ministerin für Hochschulwesen, Weiterbildungsunterricht, wissenschaftliche Forschung, Universitätskrankenhäuser, Jugendhilfe, Justizhäuser, Jugend, Sport und die Promotion von Brüssel V. GLATIGNY Der Ministerpräsident der Wallonischen Regierung E. DI RUPO Die Vizepräsidentin und Ministerin für Beschäftigung, Ausbildung, Gesundheit, Soziale Maßnahmen, Chancengleichheit und Frauenrechte der Wallonischen Regierung C. MORREALE Der Ministerpräsident und Minister für lokale Behörden und Finanzen der Deutschsprachigen Gemeinschaft O. PAASCH Der Vize-Ministerpräsident, Minister für Gesundheit und Soziales, Raumordnung und Wohnungswesen der Deutschsprachigen Gemeinschaft A. ANTONIADIS Der Präsident des Vereinigten Kollegiums der Gemeinsamen Gemeinschaftskommission R. VERVOORT Das Mitglied des Vereinigten Kollegiums der Gemeinsamen Gemeinschaftskommission, zuständig für die Gesundheit und die Soziale Aktion A. MARON Das Mitglied des Vereinigten Kollegiums der Gemeinsamen Gemeinschaftskommission, zuständig für die Gesundheit und die Soziale Aktion E. VAN DEN BRANDT Die Ministerpräsidentin, beauftragt mit der Gesundheitsförderung B. TRACHTE Der Minister, Mitglied des Kollegiums, beauftragt mit Sozialen Maßnahmen und Gesundheit A. MARON