gepubliceerd op 04 november 2000
Federale politie. - Algemene inspectie van de federale politie en van de lokale politie Oproep tot kandidaten Bij toepassing van de artikelen 121 en 247 van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestr a) één betrekking van commissaris-generaal; b) één betrekking van inspecteur-generaal; c) vi(...)
MINISTERIE VAN BINNENLANDSE ZAKEN
Federale politie. - Algemene inspectie van de federale politie en van de lokale politie Oproep tot kandidaten Bij toepassing van de artikelen 121 en 247 van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, wordt een oproep tot kandidaten verricht voor de eerste aanstelling in de federale politie en de algemene inspectie van de federale politie en van de lokale politie met betrekking tot de volgende betrekkingen : a) één betrekking van commissaris-generaal;b) één betrekking van inspecteur-generaal;c) vijf betrekkingen van directeur-generaal;d) vijf betrekkingen van adjunct-directeur-generaal;e) betrekkingen van directeurs binnen een algemene directie;f) betrekkingen van directeur van de diensten die rechtstreeks afhangen van de commissaris-generaal;g) betrekkingen van bestuurlijke directeur-coördinator (niveau gerechtelijk arrondissement);h) betrekkingen van gerechtelijke directeur (niveau gerechtelijk arrondissement). De betrekkingen e), f), g) en h) maken het voorwerp uit van een interne mededeling in de politiediensten, alsmede van een nakende bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.
De bijzondere profieleisen zijn vermeld in de bijlage bij deze oproep tot kandidaatstelling.
Onverminderd de toepassing van artikel 4 van het koninklijk besluit van 31 oktober 2000 tot vaststelling van de voorwaarden en de modaliteiten van de eerste aanstelling in bepaalde betrekkingen van de federale politie en van de algemene inspectie van de federale politie en van de lokale politie, moet de kandidaat voor de functie van inspecteur-generaal en die geen lid is van een politiedienst : - de Belgische nationaliteit hebben; - beschikken over de politieke en burgerlijke rechten; - van onberispelijk gedrag zijn; - hebben voldaan aan de militiewetten.
De kandidaturen moeten vergezeld zijn van de volgende documenten : - een uittreksel van de geboorteakte; - een officieel document van de overheid waaronder de kandidaat ressorteert ter bevestiging dat hij met de vereiste graad is bekleed; - een voor éénsluidend verklaard afschrift van de functionele overste van de laatste evaluatie van de kandidaat of bij gebrek aan een evaluatie, een attest dat dit bevestigt; - een attest ter staving van de afwezigheid van zware tuchtstraffen uitgereikt door zijn functionele overste; - voor wat de kandidaten betreft voor de betrekking van inspecteur-generaal en die geen lid zijn van een politiedienst, een voor éénsluidend verklaard afschrift van elk document ter staving van het feit dat zij ten minste tien jaar ervaring hebben in de vereiste domeinen; - een curriculum vitae; - een uiteenzetting over de kwaliteiten en van de motivering van de kandidaat voor de uitoefening van de door hem beoogde functie(s), gelet op het respectieve functieprofiel; - de telefoonnummer(s) waarop de kandidaten bereikbaar zijn.
De kandidaturen moeten per aangetekend schrijven verzonden worden aan de Heer Minister van Binnenlandse Zaken, Koningsstraat 60-62, te 1000 Brussel.
Bijlage bij de oproep tot kandidaten Functieprofiel Ambt van commissaris-generaal, directeur-generaal, adjunct- directeur-generaal en inspecteur-generaal Aanwijzing De commissaris-generaal wordt door de Koning aangewezen voor een termijn van vijf jaar die éénmaal kan worden verlengd op gezamenlijke voordracht van de Ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken.
Algemene voorwaarden De aanwijzingen gebeuren uitsluitend op vrijwillige basis.
Voor de aanwijzing voor een mandaat komt uitsluitend in aanmerking het personeelslid dat : - deel uitmaakt van het operationeel kader, - beantwoordt aan dit profiel, - geen evaluatie met eindvermelding "onvoldoende" in de loop van de vijf jaar die de indiening van de kandidatuur voorafgaan, heeft verkregen, - geen niet-uitgewiste zware tuchtstraf, heeft opgelopen, - de leeftijd van zestig jaar niet heeft bereikt, - minimum veertig jaar oud is en een dienstanciënniteit van tien jaar heeft als officier. Voor inspecteur-generaal moet de kandidaat die de hoedanigheid van politieambtenaar niet heeft een ervaring van minstens tien jaar kunnen aantonen in de functies beschreven in artikel 4 van het koninklijk besluit van 30 oktober 2000 houdende vaststelling van de voorwaarden en de modaliteiten van de eerste aanstelling tot bepaalde betrekkingen van de federale politie en van de algemene inspectie van de federale politie en van de lokale politie, - vijf jaar ervaring kan aantonen in een leidinggevende functie.
Deze voorwaarden moeten vervuld zijn op de ultieme datum van de indiening van de kandidaatstelling.
Specifieke voorwaarden A. Kennis Grondige kennis van de wettelijke bepalingen m.b.t. het politiewezen, Grondige kennis van de organisatie, de structuren en de verschillende bevoegdheden van de twee niveaus van de geïntegreerde politiedienst, Kennis van algemeen organisatiemanagement, Kennis van projectmanagement, Kennis van politiebeleid, federaal en lokaal.
B. Vaardigheden Leidinggevende vaardigheden De bekwaamheid tot het ontwikkelen van een missie, visie en waarden voor zijn politieorganisatie, en het vervullen van een voorbeeldrol, Persoonlijke betrokkenheid bij het verzekeren dat het managementsysteem van de organisatie ontwikkeld, geïmplementeerd en voortdurend verbeterd wordt, Persoonlijke betrokkenheid bij klanten, partners en vertegenwoordigers van de gemeenschap, De bekwaamheid om de bij wet bepaalde, en de door de overheden opgelegde opdrachten uit te voeren, De bekwaamheid om de verschillende opdrachten van de diverse overheden op een coherente wijze tot een goed einde te brengen, en dit met de ter beschikking gestelde werkvormen en -middelen, De bekwaamheid tot organiseren : de bekwaamheid een organisatiestructuur te ontwikkelen voor de effectieve en efficiënte uitvoering van de opdrachten van de federale politie, De bekwaamheid tot delegeren : eigen beslissingsbevoegdheden en verantwoordelijkheden op efficiënte wijze aan collega's / medewerkers toebedelen, De bekwaamheid om de principes van het human resources management toe te passen binnen de organisatie, De bekwaamheid om de medewerkers te motiveren, op te volgen en te coachen, Het kunnen inzetten van de juiste man op de juiste plaats, De bekwaamheid tot plannen van de werkzaamheden van de dienst : op effectieve wijze prioriteiten bepalen en aangeven welke acties nodig zijn om de gestelde doelen op korte en lange termijn te realiseren, De bekwaamheid tot relativeren, Zelfstandig beslissingen kunnen nemen : beslissingen kunnen nemen zonder problemen voor zich uit of in de schoenen van anderen te schuiven, Initiatieven durven nemen, Bekwaamheid tot onderhandelen, Bekwaamheid tot samenwerken : samen met de medewerkers bijdragen tot een gezamenlijk resultaat, Bekwaamheid tot opvolgen en bijsturen.
Over goede mondelinge en schriftelijke communicatieve vaardigheden beschikken, Probleemoplossend ingesteld zijn : efficiënt zijn in het opsporen van mogelijke oorzaken van problemen alsook bijdragen tot het zoeken naar oplossingen, Contactvaardig zijn, Besluitvaardig zijn.
C. Attitudes Dynamisch en creatief zijn : met de nodige verbeeldingskracht langs onbetreden paden een doel na streven en de bereidheid om het risico te nemen om met onzekerheden om te gaan, de capaciteit en bereidheid om nieuwe of alternatieve doelstellingen te formuleren die een breuk zijn met tradities en oude vertrouwde gewoontes, Over een grote integriteit beschikken : respect voor anderen, noch favoritisme noch discriminatie, Over het nodige gezag beschikken : niet alleen een voldoende dominante persoonlijkheid zijn om mensen en situaties te beheersen en te leiden, maar dit gezag ook weten uit te stralen zodat men als vanzelfsprekend als leider wordt aanvaard, Duidelijkheid en transparantie : geen mysterieuze of wisselvallige figuur van wie men zelden weet wat hij bedoelt of waar hij naartoe wil; wel iemand die zich helder, duidelijk en vatbaar weet uit te drukken zodat de boodschap exact begrepen kan worden, Hoge frustratietolerantie en incasseringsvermogen, Stressbestendig zijn, Openstaan voor de problemen van alle personeelsleden en deze discreet kunnen behandelen, Innovatief denken, In alle omstandigheden blijk geven van een correcte ingesteldheid, Aanpassingsbereid zijn, Bereid zich in te schrijven in het politieconcept zoals uitgewerkt in de wet op de geïntegreerde politie en in de implementatiewetgeving.
D. Specifieke vereisten Cognitief engagement : de wil en het vermogen om zich steeds verder te vervolmaken in de uitoefening van zijn functie, onder meer via schriftelijke documentatiebronnen, het bijwonen van colloquia, vormingssessies, symposia, Sociaal engagement : het vermogen empatisch en sociaal voelend het maatschappelijke probleemveld aan te pakken vanuit een politioneel vaktechnische achtergrond, Ervaring in de toepassing van moderne managementtechnieken, Praktische expertise in het leidinggeven.
Ambt van directeur in een algemene directie (en directeur in de diensten van de commissaris generaal) Aanwijzing De directeur in een algemene directie wordt door de Koning aangewezen voor zijn ambt voor een termijn van vijf jaar, die éénmaal kan worden hernieuwd, op voordracht van de minister van Justitie en van de minister van Binnenlandse Zaken.
Plaats in de organisatie De directeur in een algemene directie geeft bijstand aan de directeur-generaal in de uitvoering van zijn opdrachten. Hij handelt conform de bevelen, onderrichtingen en richtlijnen vanwege de directeur-generaal van de algemene directie.
Algemene functieomschrijving De directeur : leidt en organiseert een directie in de algemene directie, coördineert de uitvoering van de opdrachten door de leden van zijn dienst, voert strategische studies uit, stelt de plannen op en geeft verslag over de activiteiten van zijn directie, controleert de activiteiten en houdt voordurend de verhouding tussen de werking van zijn directie en de beoogde doeleinden in de gaten, onderhoudt externe dienstbetrekkingen, voert functionerings- en evaluatiegesprekken.
Algemene voorwaarden De aanwijzingen gebeuren uitsluitend op vrijwillige basis.
Voor de aanwijzing voor een mandaat komt uitsluitend in aanmerking het personeelslid dat : deel uitmaakt van het operationeel kader, beantwoordt aan dit profiel, geen evaluatie met eindvermelding "onvoldoende" in de loop van de vijf jaar die de indiening van de kandidatuur voorafgaan heeft verkregen, zich bevindt in een administratieve stand waar het zijn aanspraken op bevordering en baremische loopbaan kan doen gelden, geen niet-uitgewiste zware tuchtstraf heeft opgelopen, de leeftijd van zestig jaar niet heeft bereikt, minimum vijfendertig jaar oud is of vijf jaar dienstanciënniteit heeft in een graad van officier of in de graad die vereist is om zich kandidaat te stellen.
Deze voorwaarden moeten vervuld zijn op de ultieme datum van de indiening van de kandidaatstelling.
Specifieke voorwaarden A. Kennis Grondige kennis van de wettelijke bepalingen m.b.t. het politiewezen, Grondige kennis van de organisatie, de structuren en de verschillende bevoegdheden van de twee niveaus van de geïntegreerde politiedienst, Kennis van algemeen organisatiemanagement, Kennis van projectmanagement, Kennis van het politieambt, Kennis van human ressources management.
B. Vaardigheden Leidinggevende vaardigheden, De bekwaamheid om de principes van het human ressources management toe te passen binnen te organisatie, De bekwaamheid tot het ontwikkelen van een missie, visie en waarden voor zijn politieorganisatie, en het vervullen van een voorbeeldrol, Persoonlijke betrokkenheid bij het verzekeren dat het managementsysteem van de organisatie ontwikkeld, geïmplementeerd en voortdurend verbeterd wordt, De bekwaamheid om de bij wet bepaalde, en de door de overheden opgelegde opdrachten uit te voeren, De bekwaamheid om de medewerkers te motiveren, De bekwaamheid om de verschillende opdrachten van de diverse overheden op een coherente wijze tot een goed einde te brengen, en dit met de ter beschikking gestelde werkvormen en middelen, De bekwaamheid tot organiseren : de bekwaamheid een organisatiestructuur te ontwikkelen voor de efficiënte en effectieve uitvoering van de taken in de algemene directie, De bekwaamheid tot delegeren : eigen beslissingsbevoegdheden en verantwoordelijkheden op efficiënte wijze aan collega's / medewerkers toebedelen, Het kunnen inzetten van de juiste man op de juiste plaats, De bekwaamheid tot plannen van de werkzaamheden van de dienst : op effectieve wijze prioriteiten bepalen en aangeven welke acties nodig zijn om de gestelde doelen op korte en lange termijn te realiseren, De bekwaamheid tot relativeren, Zelfstandig beslissingen kunnen nemen : beslissingen kunnen nemen zonder problemen voor zich uit of in de schoenen van anderen te schuiven.
Initiatieven durven nemen, Bekwaamheid tot onderhandelen, Bekwaamheid tot samenwerken : samen met de medewerkers bijdragen tot een gezamenlijk resultaat, Over goede mondelinge en schriftelijke communicatieve vaardigheden beschikken, Probleemoplossend ingesteld zijn : efficiënt zijn in het opsporen van mogelijke oorzaken van problemen alsook bijdragen tot het zoeken naar oplossingen, Contactvaardig zijn, Besluitvaardig zijn, C. Attitudes Dynamisch en creatief zijn : met de nodige verbeeldingskracht langs onbetreden paden een doel na streven en de bereidheid om het risico te nemen om met onzekerheden om te gaan, de capaciteit en bereidheid om nieuwe of alternatieve doelstellingen te formuleren die een breuk zijn met tradities en oude vertrouwde gewoontes, Over een grote integriteit beschikken : respect voor anderen, noch favoritisme noch discriminatie, Over het nodige gezag beschikken : niet alleen een voldoende dominante persoonlijkheid zijn om mensen en situaties te beheersen en te leiden, maar dit gezag ook weten uit te stralen zodat men als vanzelfsprekend als leider wordt aanvaard, Duidelijkheid en transparantie : geen mysterieuze of wisselvallige figuur van wie men zelden weet wat hij bedoelt of waar hij naartoe wil; wel iemand die zich helder, duidelijk en vatbaar weet uit te drukken zodat de boodschap exact begrepen kan worden, Hoge frustratietolerantie en incasseringsvermogen, Stressbestendig zijn, Openstaan voor de problemen van alle personeelsleden en deze discreet kunnen behandelen, Innovatief denken, In alle omstandigheden blijk geven van een correcte ingesteldheid, Aanpassingsbereid zijn.
D. Specifieke vereisten Cognitief engagement : de wil en het vermogen zich steeds verder te vervolmaken in de uitoefening van zijn/haar functie, onder meer via schriftelijke documentatiebronnen, het bijwonen van colloquia, vormingssessies, symposia, Sociaal engagement : het vermogen empatisch en sociaal voelend het maatschappelijke probleemveld aan te pakken vanuit een politioneel vaktechnische achtergrond, Ervaring in de toepassing van moderne managementtechnieken, Het kunnen inschatten van de nodige materiële en menselijke middelen voor de goede werking in zijn directie.
Ambt van bestuurlijke directeur-coördinator Aanwijzing De bestuurlijke directeur-coördinator wordt door de Koning aangewezen voor zijn ambt voor een termijn van vijf jaar, die éénmaal kan worden hernieuwd, op voordracht van de minister van Binnenlandse Zaken en na gemotiveerd advies van de minister van Justitie en van de territoriaal bevoegde provinciegouverneur.
Plaats in de organisatie De bestuurlijke directeur-coördinator leidt en organiseert de gedeconcentreerde coördinatie- en steundienst. In de uitvoering van zijn opdrachten handelt de bestuurlijke directeur-coördinator conform de bevelen, onderrichtingen en richtlijnen van de commissaris-generaal en van de directeurs-generaal. Hij stemt bovendien zijn activiteiten af op die van de directeur van de gedeconcentreerde gerechtelijke dienst.
Algemene functieomschrijving De bestuurlijke directeur-coördinator : leidt en organiseert de gedeconcentreerde coördinatie- en steundienst en waakt er met name over alle maatregelen te nemen ter voorbereiding van het beheren, op bovenlokaal niveau van crisisgebeurtenissen, crisissituaties, van rampen, onheil of schadegevallen, onderhoudt geregelde dienstbetrekkingen met de arrondissementscommissaris en de gouverneur, beantwoordt de aanvragen tot technische, administratieve ondersteuning van de lokale politie, met uitzondering van de ondersteuning inzake gespecialiseerde opdrachten van gerechtelijke politie bedoeld in artikel 102 van de wet GPI, verzekert de coördinatie, op vraag van de bevoegde overheden van bestuurlijke politie, van de ondersteuning door het federaal niveau voor de bovenlokale opdrachten van bestuurlijke politie, verzekert de coördinatie, op vraag van de bevoegde overheden, van de ondersteuning door het federaal niveau voor de bovenlokale opdrachten die zowel een component van bestuurlijke politie als van gerechtelijke politie bevatten, verzekert de leiding van de gedeconcentreerde federale diensten van bestuurlijke politie, neemt deel aan de zonale veiligheidsraad en verleent bijstand aan de lokale bestuurlijke of gerechtelijke overheden die daarom verzoeken, brengt verslag uit bij de commissaris-generaal over de uitvoering van de federale opdrachten door de lokale polities, coördineert en leidt de politieoperaties overeenkomstig de artikelen 7/1 tot 7/3 van de wet op het politieambt met uitzondering van de gespecialiseerde opdrachten van gerechtelijke politie, bedoeld in artikel 102 van de wet GPI, oefent de bevoegdheden van officier van bestuurlijke politie uit en houdt toezicht op de uitvoering ervan, oefent de bevoegdheden van officier van gerechtelijke politie, hulpofficier van de procureur des Konings uit en houdt toezicht op de uitvoering ervan, onderhoudt externe dienstbetrekkingen, voert functionerings- en evaluatiegesprekken.
Algemene voorwaarden De aanwijzingen gebeuren uitsluitend op vrijwillige basis.
Voor de aanwijzing voor een mandaat komt uitsluitend in aanmerking het personeelslid dat : deel uitmaakt van het operationeel kader, beantwoordt aan dit profiel, geen evaluatie met eindvermelding "onvoldoende" in de loop van de vijf jaar die de indiening van de kandidatuur voorafgaan heeft verkregen, zich bevindt in een administratieve stand waar het zijn aanspraken op bevordering en baremische loopbaan kan doen gelden, geen niet-uitgewiste zware tuchtstraf heeft opgelopen, de leeftijd van zestig jaar niet heeft bereikt; minimum vijfendertig jaar oud is of vijf jaar dienstanciënniteit heeft in een graad van officier of in de graad die vereist is om zich kandidaat te stellen, Deze voorwaarden moeten vervuld zijn op de ultieme datum van de indiening van de kandidaatstelling.
Specifieke voorwaarden A. Kennis Grondige kennis van de wettelijke bepalingen m.b.t. het politiewezen, Grondige kennis van de organisatie, de structuren en de verschillende bevoegdheden van de twee niveaus van de geïntegreerde politiedienst, Kennis van algemeen organisatiemanagement Kennis van projectmanagement, Kennis van alle aspecten van de bestuurlijke politiefunctie, Kennis van technieken van openbare orde, Kennis van informatiebeheer.
B. Vaardigheden Leidinggevende vaardigheden De bekwaamheid tot het vervullen van een voorbeeldrol, Persoonlijke betrokkenheid bij klanten, partners en vertegenwoordigers van de gemeenschap, De bekwaamheid om de bij wet bepaalde, en de door de overheden opgelegde opdrachten uit te voeren, De bekwaamheid om de verschillende opdrachten van de diverse overheden op een coherente wijze tot een goed einde te brengen, en dit met de ter beschikking gestelde werkvormen en -middelen, De bekwaamheid tot organiseren : de bekwaamheid een organisatiestructuur te ontwikkelen voor de efficiënte en effectieve uitvoering van zijn opdrachten, De bekwaamheid tot delegeren : eigen beslissingsbevoegdheden en verantwoordelijkheden op efficiënte wijze aan collega's / medewerkers toebedelen, De bekwaamheid om de principes van het human resources management toe te passen binnen de organisatie, De bekwaamheid om de medewerkers te motiveren, De bekwaamheid tot plannen van de werkzaamheden van de dienst : op effectieve wijze prioriteiten bepalen en aangeven welke acties nodig zijn om de gestelde doelen op korte en lange termijn te realiseren, De bekwaamheid tot relativeren, Politiezone-overschrijdend kunnen denken, Zelfstandig beslissingen kunnen nemen :beslissingen kunnen nemen zonder problemen voor zich uit of in de schoenen van anderen te schuiven, Initiatieven durven nemen, Bekwaamheid tot onderhandelen, Bekwaamheid tot samenwerken : samen met de medewerkers bijdragen tot een gezamenlijk resultaat, Over goede mondelinge en schriftelijke communicatieve vaardigheden beschikken, Probleemoplossend ingesteld zijn : efficiënt zijn in het opsporen van mogelijke oorzaken van problemen alsook bijdragen tot het zoeken naar oplossingen, Contactvaardig zijn, Besluitvaardig zijn.
C. Attitudes Dynamisch en creatief zijn : met de nodige verbeeldingskracht langs onbetreden paden een doel na streven en de bereidheid om het risico te nemen om met onzekerheden om te gaan, de capaciteit en bereidheid om nieuwe of alternatieve doelstellingen te formuleren die een breuk zijn met tradities en oude vertrouwde gewoontes, Over een grote integriteit beschikken : respect voor anderen, noch favoritisme noch discriminatie, Over het nodige gezag beschikken : een voldoende dominante persoonlijkheid hebben om mensen en situaties te beheersen en te leiden, Duidelijkheid en transparantie : geen mysterieuze of wisselvallige figuur van wie men zelden weet wat hij bedoelt of waar hij naartoe wil; wel iemand die zich helder, duidelijk en vatbaar weet uit te drukken zodat de boodschap exact begrepen kan worden, Hoge frustratietolerantie en incasseringsvermogen, Stressbestendig zijn, Openstaan voor de problemen van alle personeelsleden en deze discreet kunnen behandelen, Innovatief denken, In alle omstandigheden blijk geven van een correcte ingesteldheid, Aanpassingsbereid zijn, Bekwaamheid tot navolgen en tot corrigeren van de operaties.
D. Specifieke vereisten Cognitief engagement : de wil en het vermogen om zich steeds verder te vervolmaken in de uitoefening van zijn functie, onder meer via schriftelijke documentatiebronnen, het bijwonen van colloquia, vormingssessies, symposia, Sociaal engagement : het vermogen empatisch en sociaal voelend het maatschappelijke probleemveld aan te pakken vanuit een politioneel vaktechnische achtergrond, Ervaring in de toepassing van moderne managementtechnieken, Het kunnen inschatten van de nodige materiële en menselijke middelen bij de vraag tot ondersteuning vanuit het federale niveau aan de lokale zones, Het kunnen coördineren en opvolgen van de door de federale en lokale niveaus gevraagde en geleverde steun en samenwerking, Het kunnen inschatten van de nodige materiële en menselijke middelen bij de vraag tot ondersteuning vanuit, en/of tot samenwerking tussen, de politiezones, Een degelijke perceptie hebben van de scharnierrol van de bestuurlijke directeur-coördinator in de relatie tussen de federale en de lokale politie, met inachtneming van de respectieve prerogatieven, Zich kunnen inschakelen in de gezagsverhouding die uitgaat van de overheden op federaal en op lokaal niveau.
Ambt van gerechtelijke directeur (directeur van de gedeconcentreerde gerechtelijke dienst) Aanwijzing De gerechtelijke directeur wordt door de Koning aangewezen voor zijn ambt voor een termijn van vijf jaar, die éénmaal kan worden hernieuwd, op voordracht van de minister van Justitie en na gemotiveerd advies van de minister van Binnenlandse Zaken en van de territoriaal bevoegde procureur-generaal bij het hof van beroep.
Plaats in de organisatie De gerechtelijke directeur leidt en organiseert de gedeconcentreerde gerechtelijke dienst. Voor de uitvoering van zijn opdrachten handelt de gerechtelijke directeur conform de bevelen, onderrichtingen en richtlijnen vanwege de directeur-generaal van de algemene directie gerechtelijke politie, onverminderd artikel 99, tweede lid en het artikel 105, zesde lid van de wet GPI. Hij stemt bovendien zijn activiteiten af op die van de bestuurlijke directeur-coördinator.
Algemene functieomschrijving De gerechtelijke directeur : leidt en organiseert een gedeconcentreerde gerechtelijke dienst, coördineert de uitvoering van de opdrachten door de leden van zijn dienst, -dit zijn de gespecialiseerde opdrachten van gerechtelijke politie die deze dienst zijn toevertrouwd conform artikel 5, tweede en derde lid van de wet op het politieambt en in bijkomende orde gespecialiseerde opdrachten van bestuurlijke politie-, detacheert één of meer verbindingsambtenaren bij één of meer lokale polities in functie van de belangrijkheid van de gerechtelijke opdrachten van die lokale polities, oefent de bevoegdheden van officier van gerechtelijke politie, hulpofficier van de procureur des Konings uit en houdt toezicht op de uitvoering ervan, oefent de bevoegdheden van officier van bestuurlijke politie uit en houdt toezicht op de uitvoering ervan, onderhoudt externe dienstbetrekkingen, voert functionerings- en evaluatiegesprekken.
Algemene voorwaarden De aanwijzingen gebeuren uitsluitend op vrijwillige basis.
Voor de aanwijzing voor een mandaat komt uitsluitend in aanmerking het personeelslid dat : deel uitmaakt van het operationeel kader, beantwoordt aan dit profiel, geen evaluatie met eindvermelding "onvoldoende" in de loop van de vijf jaar die de indiening van de kandidatuur voorafgaan heeft verkregen, zich bevindt in een administratieve stand waar het zijn aanspraken op bevordering en baremische loopbaan kan doen gelden, geen niet uitgewiste zware tuchtstraf heeft opgelopen, de leeftijd van zestig jaar niet heeft bereikt, minimum vijfendertig jaar oud is of vijf jaar dienstanciënniteit heeft in een graad van officier of in de graad die vereist is om zich kandidaat te stellen.
Deze voorwaarden moeten vervuld zijn op de ultieme datum van de indiening van de kandidaatstelling.
Specifieke voorwaarden A. Kennis Grondige kennis van de wettelijke bepalingen m.b.t. het politiewezen, Grondige kennis van de organisatie, de structuren en de verschillende bevoegdheden van de twee niveaus van de geïntegreerde politiedienst, Kennis van algemeen organisatiemanagement, Kennis van projectmanagement, Kennis van de gerechtelijke politiefunctie en van de positie van de gerechtelijke politiefunctie binnen het gerechtelijk apparaat, Kennis van recherchemanagement, Kennis van informatiebeheer.
B. Vaardigheden Leidinggevende vaardigheden, De bekwaamheid tot het ontwikkelen van een missie, visie en waarden voor zijn politieorganisatie, en het vervullen van een voorbeeldrol, Persoonlijke betrokkenheid bij het verzekeren dat het managementsysteem van de organisatie ontwikkeld, geïmplementeerd en voortdurend verbeterd wordt, De bekwaamheid om de medewerkers te motiveren, De bekwaamheid om de bij wet bepaalde, en de door de overheden opgelegde opdrachten uit te voeren, De bekwaamheid om de verschillende opdrachten van de diverse overheden op een coherente wijze tot een goed einde te brengen, en dit met de ter beschikking gestelde werkvormen en middelen, De bekwaamheid tot organiseren : de bekwaamheid een organisatiestructuur te ontwikkelen voor de efficiënte en effectieve uitvoering van zijn opdrachten, De bekwaamheid tot delegeren : eigen beslissingsbevoegdheden en verantwoordelijkheden op efficiënte wijze aan collega's / medewerkers toebedelen, De bekwaamheid om de principes van het human resources management toe te passen binnen de organisatie, Inzetten van de juiste man op de juiste plaats, De bekwaamheid tot plannen van de werkzaamheden van de dienst : op effectieve wijze prioriteiten bepalen en aangeven welke acties nodig zijn om de gestelde doelen op korte en lange termijn te realiseren, De bekwaamheid tot relativeren, Zelfstandig beslissingen kunnen nemen : beslissingen kunnen nemen zonder problemen voor zich uit of in de schoenen van anderen te schuiven, Initiatieven durven nemen, Bekwaamheid tot onderhandelen, Bekwaamheid tot samenwerken : samen met de medewerkers bijdragen tot een gezamenlijk resultaat, Over goede mondelinge en schriftelijke communicatieve vaardigheden beschikken, Probleemoplossend ingesteld zijn : efficiënt zijn in het opsporen van mogelijke oorzaken van problemen alsook bijdragen tot het zoeken naar oplossingen, Contactvaardig zijn, Besluitvaardig zijn, Bekwaamheid tot opvolgen en tot corrigeren van de operaties.
C. Attitudes Dynamisch en creatief zijn : met de nodige verbeeldingskracht langs onbetreden paden een doel na streven en de bereidheid om het risico te nemen om met onzekerheden om te gaan, de capaciteit en bereidheid om nieuwe of alternatieve doelstellingen te formuleren die een breuk zijn met tradities en oude vertrouwde gewoontes, Over een grote integriteit beschikken : respect voor anderen, noch favoritisme noch discriminatie, Over het nodige gezag beschikken : niet alleen een voldoende dominante persoonlijkheid zijn om mensen en situaties te beheersen en te leiden, maar ook dit gezag weten uit te stralen zodat men als vanzelfsprekend als leider wordt aanvaard, Duidelijkheid en transparantie : geen mysterieuze of wisselvallige figuur van wie men zelden weet wat hij bedoelt of waar hij naartoe wil; wel iemand die zich helder, duidelijk en vatbaar weet uit te drukken zodat de boodschap exact begrepen kan worden, Hoge frustratietolerantie en incasseringsvermogen, Stressbestendig zijn, Openstaan voor de problemen van alle personeelsleden en deze discreet kunnen behandelen, Innovatief denken, In alle omstandigheden blijk geven van een correcte ingesteldheid, Aanpassingsbereid zijn.
D. Specifieke vereisten Cognitief engagement : de wil en het vermogen zich steeds verder te vervolmaken in de uitoefening van zijn/haar functie, onder meer via schriftelijke documentatiebronnen, het bijwonen van colloquia, vormingssessies, symposia, Sociaal engagement : het vermogen empatisch en sociaal voelend het maatschappelijke probleemveld aan te pakken vanuit een politioneel vaktechnische achtergrond, Ervaring in de toepassing van moderne managementtechnieken, Ervaring hebben in de materie van bovenlokale, nationale en internationale criminaliteit, Het kunnen inschatten van de nodige materiële en menselijke middelen bij de vorderingen, Zich kunnen inschakelen in de hierarchische relatie die uitgaat van de gerechtelijke overheden, Een goede perceptie hebben van de plaats die hij bekleedt in de relatie met de gerechtelijke overheden, Beschikken over de vereiste kwaliteiten om diensten die voorheen een eigen identiteit , cultuur en werkmethodiek hadden, te integreren.