gepubliceerd op 07 augustus 2024
Samenwerkingsakkoord tussen het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest over het Intergewestelijk Comité voor de bescherming van dieren die worden gebruikt voor wetenschappelijke doeleinden
21 JUNI 2024. - Samenwerkingsakkoord tussen het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest over het Intergewestelijk Comité voor de bescherming van dieren die worden gebruikt voor wetenschappelijke doeleinden
Gelet op artikel 134 van de Grondwet;
Gelet op de bijzondere wet tot hervorming der instellingen, artikel 6, § 1, XI, ingevoegd bij de bijzondere wet van 6 januari 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/2014 pub. 31/01/2014 numac 2014200340 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Bijzondere wet tot wijziging van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof en de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse Instellingen type wet prom. 06/01/2014 pub. 31/01/2014 numac 2014200323 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Bijzondere wet tot wijziging van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse Instellingen, ter uitvoering van de artikelen 118 en 123 van de Grondwet type wet prom. 06/01/2014 pub. 31/01/2014 numac 2014200341 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Bijzondere wet met betrekking tot de Zesde Staatshervorming type wet prom. 06/01/2014 pub. 31/01/2014 numac 2014003016 bron federale overheidsdienst financien Bijzondere wet tot hervorming van de financiering van de gemeenschappen en de gewesten, tot uitbreiding van de fiscale autonomie van de gewesten en tot financiering van de nieuwe bevoegdheden sluiten, en artikel 92bis, § 1, ingevoegd bij de bijzondere wet van 8 augustus 1988 en gewijzigd bij de bijzondere wetten van 16 juli 1993 en van 06 januari 2014;
Overwegende dat in elk gewest een gewestelijke commissie werd opgericht, die de taken van het nationaal comité uitvoert, overeenkomstig artikel 49 van richtlijn 2010/63/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2010 betreffende de bescherming van dieren die voor wetenschappelijke doeleinden worden gebruikt;
Het Vlaamse Gewest, vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, in de persoon van haar Minister-President en van de Minister van Dierenwelzijn;
Het Waalse Gewest, vertegenwoordigd door de Waalse Regering, in de persoon van haar Minister-President en van de Minister van Dierenwelzijn;
Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, vertegenwoordigd door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, in de persoon van haar Minister-President en van de Minister van Dierenwelzijn;
Komen het volgende overeen:
HOOFDSTUK 1. - Definities
Artikel 1.In dit samenwerkingsakkoord wordt verstaan onder: 1° dienst: een van de gewestelijke diensten bevoegd voor dierenwelzijn, namelijk de afdeling Dierenwelzijn van het Departement Omgeving van de Vlaamse overheid, het Departement Dierenwelzijn van Leefmilieu Brussel en de Service public de Wallonie - Direction de la Qualité et du Bien-être animal;2° gewestelijke commissie: een van de gewestelijke commissies, namelijk de Vlaamse Proefdierencommissie, de Brusselse Commissie voor dierproeven en het Waalse comité voor de bescherming van proefdieren;3° Intergewestelijk Comité: het nationaal comité voor de bescherming van dieren die worden gebruikt voor wetenschappelijke doeleinden, vermeld in artikel 49 van richtlijn 2010/63/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2010 betreffende de bescherming van dieren die voor wetenschappelijke doeleinden worden gebruikt;4° partijen: de partijen bij dit samenwerkingsakkoord. HOOFDSTUK 2. - Oprichting van een Intergewestelijk Comité
Art. 2.Zonder afbreuk te doen aan de bevoegdheid van de gewestelijke commissies, wordt er een Intergewestelijk Comité opgericht.
HOOFDSTUK 3. - Samenstelling en voorzitterschap
Art. 3.§ 1. Het Intergewestelijk Comité is samengesteld uit maximaal twee vertegenwoordigers van elke gewestelijke commissie. In het Vlaamse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest worden de twee vertegenwoordigers aangeduid door de gewestminister bevoegd voor Dierenwelzijn, na advies van de dienst.
In het Waalse Gewest worden de twee vertegenwoordigers aangeduid door de regering, overeenkomstig artikel D.75 van het Waalse Dierenwelzijnswetboek. § 2. De voorzitter van het Intergewestelijk Comité wordt aangewezen voor een mandaat van een jaar via een rotatiesysteem tussen de partijen. Hierbij wordt de volgende volgorde aangehouden vanaf 2024: Vlaanderen - Brussel - Wallonië. De dienst die aan de beurt is, wijst een van de twee vertegenwoordigers van zijn gewestelijke commissie aan als voorzitter.
De gewestelijke commissie waarvan de voorzitter afkomstig is, staat in voor het secretariaat van het Intergewestelijk Comité.
De voorzitter is woordvoerder voor de standpunten die moeten worden ingenomen door de nationale comités, maar kan, na motivatie, ervoor kiezen om zich op bepaalde momenten door een ander lid van het Intergewestelijk Comité te laten vervangen als woordvoerder. In dat geval bepaalt het Intergewestelijk Comité de vervanger bij consensus.
HOOFDSTUK 3. - Taken
Art. 4.Het Intergewestelijk Comité heeft de volgende taken: 1° de bevoegde instanties en de instanties voor dierenwelzijn adviseren over de aanschaf, de fok, de huisvesting, de verzorging en het gebruik van dieren in dierproeven;2° informatie uitwisselen over het functioneren van de instanties voor dierenwelzijn en de projectevaluatie met onder meer andere nationale comités;3° de beste praktijken in België en in de Europese Unie verspreiden;4° de principes van vervanging, vermindering en verfijning promoten;5° de standpunten die moeten worden ingenomen door de nationale comités, en de informatie die gevraagd wordt door de Europese Commissie aan de nationale comités, voorbereiden en vastleggen.Alle communicatie hierover gebeurt via één gezamenlijk e-mailadres; 6° deelnemen aan de vergaderingen van de nationale comités die de Europese Commissie bijeenroept.Elke dienst beslist autonoom over de deelname hieraan van de eigen vertegenwoordigers van de gewestelijke commissie in het Intergewestelijk Comité en van de eigen deskundige(n). Als het aantal beschikbare plaatsen beperkt is, wordt een consensus bereikt binnen het Intergewestelijk Comité. Als er geen consensus wordt bereikt, wordt of worden de deskundige(n) aangewezen volgens het rotatiesysteem, vermeld in artikel 3, § 2, eerste lid; 7° deelnemen aan Europese werkgroepen voor de nationale comités die georganiseerd worden op initiatief van een nationaal comité van een EU-lidstaat of door een EU-lidstaat.Elke dienst beslist autonoom over de deelname hieraan van de eigen vertegenwoordigers van de gewestelijke commissie in het Intergewestelijk Comité en van de eigen deskundige(n). Als het aantal beschikbare plaatsen beperkt is, wordt een consensus bereikt binnen het Intergewestelijk Comité. Als er geen consensus wordt bereikt, wordt of worden de deskundige(n) aangewezen volgens het rotatiesysteem, vermeld in artikel 3, § 2, eerste lid.
In het eerste lid wordt verstaan onder deskundige: een vertegenwoordiger van de gewestelijke commissie van een gewest die kennis heeft van de aspecten waarvoor op hem een beroep wordt gedaan.
HOOFDSTUK 4. - Werkwijzen
Art. 5.Het Intergewestelijk Comité vergadert minimaal één keer per jaar en verder naargelang van de behoefte.
Art. 6.Na elke vergadering van het Intergewestelijk Comité bezorgt het secretariaat een verslag aan de leden van het Intergewestelijk Comité, aan de voorzitter van elke gewestelijke commissie en aan de diensten.
Art. 7.Naast de vergaderingen communiceert het Intergewestelijk Comité op elektronische wijze.
Art. 8.Het Intergewestelijk Comité beslist bij consensus.
Art. 9.Alle documenten en informatie van welke aard ook zijn vertrouwelijk, waarbij de toepasselijke decretale (ordonnantie-) regels in verband met de openbaarheid worden nageleefd. De adviezen die het Intergewestelijk Comité aanneemt, kunnen worden bekendgemaakt.
Het Intergewestelijk Comité beslist bij consensus welke documenten en informatie ook kunnen worden bekendgemaakt.
Alle leden van het Intergewestelijk Comité respecteren de vertrouwelijkheid.
Art. 10.Na zijn eerste vergadering stelt het Intergewestelijk Comité een huishoudelijk reglement op en keurt dat goed.
Het huishoudelijk reglement bevat onder meer bepalingen over het voorzitterschap, het secretariaat, de agenda, de vertrouwelijkheid en belangenconflicten.
Art. 11.De dienst van het deelnemende lid dekt de kosten voor deelname aan de vergaderingen van de nationale comités die de Europese Commissie bijeenroept.
De terugbetaling van de kosten die voortvloeien uit de deelname aan Europese werkgroepen voor de nationale comités die georganiseerd worden op initiatief van een nationaal comité van een lidstaat van de Europese Unie of door een lidstaat van de Europese Unie, is onderworpen aan het voorafgaande akkoord van de dienst die de kosten draagt.
HOOFDSTUK 5. - Slotbepalingen.
Art. 12.Elke partij kan dit samenwerkingsakkoord opzeggen nadat een opzegtermijn van een jaar werd gerespecteerd.
In het geval, vermeld in het eerste lid, sluiten de partijen een nieuw samenwerkingsakkoord af binnen de opzegtermijn, vermeld in het eerste lid.
Art. 13.De partijen zijn, elk wat haar betreft, belast met de uitvoering van dit samenwerkingsakkoord.
Art. 14.Dit samenwerkingsakkoord treedt in werking op de dag van ondertekening door alle partijen.
Brussel op 21 juni 2024, in 6 exemplaren (Nederlands en Frans).
Voor het Vlaamse Gewest : Pour la Région flamande : J. JAMBON, De Minister-President van de Vlaamse Regering B. WEYTS, De Minister van Onderwijs, Sport, Dierenwelzijn en Vlaamse Rand Voor het Waalse Gewest : Pour la Région wallonne : E. DI RUPO, Le Ministre-Président du Gouvernement wallon C. TELLIER, La Ministre de l'Environnement, de la Nature, de la Forêt, de la Ruralité et du Bien-être animal.
Voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : Pour la Région de Bruxelles-Capitale : R. VERVOORT, Le Ministre-Président du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering B. CLERFAYT, Le Ministre du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale de l'Emploi et de la Formation professionnelle, de la Transition numérique et des Pouvoirs locaux De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering en de Plaatselijke Besturen