gepubliceerd op 28 januari 2020
Nationale overeenkomst ZH/2020 tussen de verpleeginrichtingen en de verzekeringsinstellingen. - Ministerraad 24 januari 2020. - Notificatie punt 14 BETREFT: MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN Goedkeuring van de overeenkomsten met zorgverstrekkers, verpleeginrichtingen Nr. notificatie 2020A70720.004 NOTIFICATIE De Raad hecht zijn goedkeu(...)
RIJKSINSTITUUT VOOR ZIEKTE- EN INVALIDITEITSVERZEKERING
Nationale overeenkomst ZH/2020 tussen de verpleeginrichtingen en de verzekeringsinstellingen. - Ministerraad 24 januari 2020. - Notificatie punt 14 BETREFT: MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN Goedkeuring van de overeenkomsten met zorgverstrekkers, in uitvoering van het artikel 51, § 1, 3de lid, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 - Nationale overeenkomsten: verpleeginrichtingen Nr. notificatie 2020A70720.004 NOTIFICATIE De Raad hecht zijn goedkeuring aan de overeenkomst.
Tijdens de vergadering van de Overeenkomstencommissie tussen de verpleeginrichtingen en de verzekeringsinstellingen van 12 december 2019, onder het voorzitterschap van de heer D. CRABBE, adviseur-generaal, daartoe gedelegeerd door de heer Mickaël DAUBIE, leidend ambtenaar van de Dienst voor geneeskundige verzorging.
Gelet op de wetgeving inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen; werd overeengekomen wat volgt: HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Artikel 1.Deze overeenkomst omschrijft, overeenkomstig de bepalingen van artikel 42 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, de betrekkingen tussen: ? de verpleeginrichtingen, zoals gedefinieerd in artikel 2 van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 10 juli 2008, met uitzondering van de psychiatrische ziekenhuizen zoals gedefinieerd in artikel 3 van diezelfde wet, ? de verzekeringsinstellingen, zoals gedefinieerd in artikel 2, i) van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, en ? de rechthebbenden, zoals gedefinieerd in artikel 2, j) van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994.
Art. 2.Voor de toepassing van deze overeenkomst verstaat men onder: ? daghospitalisatie: Een daghospitalisatie is een opname en verblijf in een erkend ziekenhuis zonder overnachting waarbij de patiënt één of meerdere planbare interventies ondergaat.
Bedoelde interventies vereisen vastgestelde procedures voor de selectie van de patiënten(1), de veiligheid, het kwalitatief toezicht, de continuïteit, de nazorg, de opstelling van verslagen en de samenwerking met de diverse medisch-technische diensten onder toezicht en leiding van een arts-specialist verbonden aan het ziekenhuis met adequaat toezicht en toediening van zorg. ? een functie "chirurgische daghospitalisatie": Is erkend op basis van de bepalingen die zijn vastgesteld bij het KB van 25 november 1997 houdende vaststelling van de normen waaraan de functie "chirurgische daghospitalisatie" moet voldoen om te worden erkend. ? Thuishospitalisatie: De specifieke ten laste neming van zorgen aan een patiënt thuis of in een residentiële zorginstelling waarbij, indien deze daar niet worden verricht, ze verleend zouden moeten worden tijdens een klassieke opname in een ziekenhuis of gedurende een opeenvolging van opnames in het dagziekenhuis of van een van de situaties zoals voorzien in artikel 4 van de overeenkomst. Specifiek gaat het om de zorg die is beschreven in de overeenkomst "thuishospitalisatie" die is gesloten tussen de Minister van Volksgezondheid en het ziekenhuis in uitvoering van artikel 63 van het koninklijk besluit van 25 april 2002 betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen. ? bedrag per opname: het bedrag van het variabele gedeelte van het budget van de financiële middelen dat wordt vereffend per opname krachtens de bepalingen van artikel 99 van het KB van 25 april 2002 betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen. ? bedrag per verpleegdag: het bedrag van het variabele gedeelte van het budget van de financiële middelen dat per hospitalisatiedag wordt vereffend krachtens de bepalingen van artikel 99 van het KB van 25 april 2002 betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen. ? gespecialiseerde algemene ziekenhuizen: ziekenhuizen die enkel beschikken over psychiatrische ziekenhuisdiensten samen met gespecialiseerde diensten voor behandeling en revalidatie (kenletter Sp) en/of een dienst voor geriatrie (kenletter G) of ziekenhuizen die enkel beschikken over een dienst Sp palliatief. ? gipskamer: een kamer bestemd voor het aanbrengen van fixatiemateriaal op basis van gipsverbanden of synthetisch materiaal, die meer bepaald gebruikt worden voor een breuk, een luxatie, een orthopedische behandeling of het nemen van een afgietsel. ? verlof: de periode tijdens welke de in een ziekenhuis opgenomen patiënt het ziekenhuis verlaat zonder dat een einde wordt gesteld aan zijn verblijf door mededeling van een formulier 727 aan de verzekeringsinstelling en zonder dat hij naar een ander ziekenhuis wordt overgebracht; de duur van het verlof mag niet meer dan 5 dagen bedragen en de datum van terugkeer van de patiënt naar het ziekenhuis wordt vastgesteld bij het begin van het verlof. ? ziekenhuiswet: wet betreffende de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen, gecoördineerd op 10 juli 2008. HOOFDSTUK II. - Bedrag per opname en bedrag per verpleegdag
Art. 3.Het bedrag per opname is verschuldigd voor elke eerste hospitalisatiedag die ten minste één nacht behelst, d.w.z. een opname die plaatsvindt vóór middernacht en eindigt na 8 uur 's anderdaags.
Dit bedrag per opname is eveneens verschuldigd in geval van opname in de chirurgische daghospitalisatie waarbij een verstrekking wordt verricht die is opgenomen in bijlage 3, 5. (lijst A) van het koninklijk besluit van 25 april 2002 betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen of een in artikel 101bis van datzelfde besluit beoogde verstrekking.
Dat bedrag per opname is niet verschuldigd in geval van opname in een Sp-dienst (met inbegrip van de palliatieve Sp), in een gespecialiseerd algemeen ziekenhuis of in eenheden voor de behandeling van zwaar verbranden.
Het bedrag per verpleegdag is verschuldigd voor elke hospitalisatiedag die ten minste één nacht behelst, d.w.z. een opname die aanvangt vóór middernacht en eindigt na 8 uur 's anderdaags. Dit bedrag per verpleegdag is eveneens verschuldigd in geval van opname in de chirurgische daghospitalisatie waarbij een verstrekking wordt verricht die is opgenomen in bijlage 3, 5. (lijst A) van het voornoemde koninklijk besluit van 25 april 2002 of een in artikel 101bis van datzelfde besluit beoogde verstrekking.
In geval tijdens dezelfde dag en in hetzelfde ziekenhuis een opname in de chirurgische daghospitalisatie al dan niet onmiddellijk wordt gevolgd door een opname in het ziekenhuis, is voor die dag slechts eenmaal het bedrag per opname en slechts eenmaal het bedrag per verpleegdag verschuldigd.
De overbrenging van de rechthebbende naar een andere dienst van hetzelfde ziekenhuis, dat al dan niet op dezelfde site is gelegen, wordt beschouwd als een voortzetting van de ziekenhuisopname en geeft geen recht op een bedrag per opname behalve indien het een patiënt betreft die oorspronkelijk is opgenomen in een Sp-dienst van het ziekenhuis, vervolgens intern wordt overgebracht naar een dienst die geen Sp-dienst is. In geval van een tweede (of volgende) transfer tussen de voornoemde diensten zal geen enkel nieuw opnamebedrag mogen worden aangerekend.
De dag van opname en de dag van ontslag worden gezamenlijk beschouwd als één hospitalisatiedag, behalve in de gevallen waarin de volgende voorwaarden tegelijkertijd worden vervuld: opname van de rechthebbende voor 12 uur op de dag van opname en vertrek van de rechthebbende na 14 uur op de dag van zijn ontslag uit het ziekenhuis.
In geval de dag van opname en de dag van ontslag in toepassing van het vorige lid als twee hospitalisatiedagen worden beschouwd wordt het bedrag per dag aangerekend op de dag van opname en wordt op de dag van ontslag een bedrag per dag aangerekend ter waarde van 0 euro.
In de andere situaties worden de hospitalisatiedagen van de rechthebbende als volgt geboekt: ? in geval van opname vóór 12 uur op de dag van opname en vertrek vóór 14 uur op de dag van zijn ontslag: boeking van de dag van opname; ? in geval van opname na 12 uur op de dag van opname, ongeacht het vertrekuur op de dag van ontslag : boeking van de dag van ontslag.
In afwijking van het voorgaande lid kan in de gespecialiseerde algemene ziekenhuizen in geval van opname voor 12 uur op de dag van opname en vertrek na 14 uur op de dag van ontslag `het bedrag per dag' aangerekend worden voor zowel de dag van opname als de dag van ontslag.
Het bedrag per dag moet gefactureerd worden met de dienstcode van de dienst waar de patiënt verbleef om 12u `s middags. Indien de patiënt om 12u 's middags niet meer aanwezig is, (verlof of ontslag vóór 12u), dan wordt het bedrag per dag gefactureerd met de dienstcode van de dienst waar de patiënt verbleef op het ogenblik van zijn ontslag.
Het bedrag per opname wordt steeds geboekt op de datum van opname van de rechthebbende.
Indien een rechthebbende echter de dag zelf van zijn opname overlijdt, is de betaling van één hospitalisatiedag verschuldigd voor zowel het bedrag van de opname als dat van de verpleegdag.
In geval van toekenning van verlof mag de dag van vertrek alleen worden aangerekend wanneer de rechthebbende de verpleeginrichting verlaat na 14 uur en mag de dag van terugkeer alleen worden aangerekend wanneer de rechthebbende vóór 12 uur naar de verpleeginrichting terugkeert. HOOFDSTUK III. - De verschillende forfaits
Art. 4.§ 1. De in § 4 (maxiforfait), § 5 (dagziekenhuisforfait), § 8 (forfait chronische pijn) en 9 (forfait manipulatie poortkatheter) vastgestelde bedragen zijn verschuldigd in de situaties die in dezelfde paragrafen worden beoogd, en dit onder de volgende voorwaarden: ? de opname geeft geen aanleiding tot een ziekenhuisverblijf met overnachting (een opname die plaatsvindt voor middernacht en eindigt na 8 uur 's anderdaags), ongeacht de duur van het verblijf, ? en de opname gebeurt niet in de wachtkamer, noch in een poliklinische raadplegingsdienst van de verpleeginrichting, ? en de opname wordt niet onmiddellijk gevolgd door een geprogrammeerde ziekenhuisverpleging in dezelfde verpleeginrichting, ? en indien bij de opname naar aanleiding van een verstrekking die is opgenomen in § 5 en § 8, een procedure, zoals bedoeld in artikel 7 van het koninklijk besluit van 25 november 1997 houdende vaststelling van de normen waaraan de functie "chirurgische daghospitalisatie" moet voldoen om te worden erkend, is ingevoerd voor de follow-up van de patiënt na zijn ziekenhuisopname. § 2. Het bedrag van het maxiforfait, zoals bedoeld in § 4, a), is gelijk aan het bedrag dat het ziekenhuis volgens de bepalingen van artikel 4, § 4 van de overeenkomst van 24 juni 2011 tussen de verpleeginrichtingen en de verzekeringsinstellingen op 31 december 2013 in rekening kon brengen vermeerderd met 1,39%.
Indien het gaat om een nieuw ziekenhuis is het bedrag van het maxiforfait gelijk aan 42,87 % van de prijs per parameter van activiteit van dit ziekenhuis, zoals bedoeld in artikel 116 van de ziekenhuiswet.
Bij fusie van ziekenhuizen berekent de Dienst voor Geneeskundige Verzorging op basis van de meest recent beschikbare gegevens betreffende het aantal maxiforfaits in de betrokken ziekenhuizen en op basis van de bedragen van de maxiforfaits in deze ziekenhuizen, het gewogen gemiddelde als maxiforfait voor het fusieziekenhuis.
Bij defusie behoudt elk van de ziekenhuizen het maxiforfait van het fusieziekenhuis.
Het maxiforfait bedraagt minstens 25 euro. § 3. De vergoeding van de miniforfaits is opgeheven vanaf 1 januari 2014. De financiering ervan wordt vanaf die datum ten laste genomen via het budget van financiële middelen. § 4 In geval van medisch en verpleegkundig toezicht: a) bij een verstrekking uitgevoerd onder algemene anesthesie, onder toezicht van een arts gespecialiseerd in anesthesie-reanimatie is een maxiforfait verschuldigd zoals bedoeld in § 2;b) bij de toediening/inname van medicatie van de vergoedingscategorie A geregistreerd onder de ATC-codes L01 of L03AX03 kunnen volgende forfaits aangerekend worden: a.forfait "oncologische basiszorg": 49,78 euro bij orale medicatie van één of meerdere moleculen geregistreerd onder bovenvermelde ATC-codes. Dit forfait kan maximaal 1 keer per kalendermaand aangerekend worden. b. "maxiforfait monotherapie": 126,20 euro per behandelingsdag bij toediening van één molecule geregistreerd onder bovenvermelde ATC-codes.De toediening ervan gebeurt intraveneus, intrathecaal, intramusculair, intra-arterieel, intracavitair (= intrapleuraal, intravesicaal, intraventriculair, intraperitoneaal, intrapericardiaal) of subcutaan. c. "maxiforfait combitherapie": 169,31 euro per behandelingsdag bij toediening van minstens twee moleculen geregistreerd onder bovenvermelde ATC-codes.De toediening ervan gebeurt intraveneus, intrathecaal, intramusculair, intra-arterieel, intracavitair (= intrapleuraal, intravesicaal, intraventriculair, intraperitoneaal, intrapericardiaal) of subcutaan. d. forfait "pediatrie mono": 36,91 euro per behandelingsdag bij kinderen.Dit forfait wordt steeds samen aangerekend met het "maxiforfait monotherapie". Dit forfait kan aangerekend worden voor kinderen tot en met 16 jaar. e. forfait "pediatrie combi": 107,19 euro per behandelingsdag bij kinderen.Dit forfait wordt steeds samen aangerekend met het "maxiforfait combitherapie". Dit forfait kan aangerekend worden voor kinderen tot en met 16 jaar.
De forfaits "maxiforfait monotherapie" en "maxiforfait combitherapie" mogen gecumuleerd worden met het forfait "oncologische basiszorg". De forfaits "maxiforfait monotherapie" en "maxiforfait combitherapie" mogen niet onderling gecumuleerd worden.
Deze forfaits mogen onder dezelfde voorwaarden aangerekend worden bij de toediening van medicatie die geregistreerd is onder de in het eerste lid vermelde ATC-codes maar waarvoor nog geen vergoeding werd vastgelegd, indien aan de volgende cumulatieve voorwaarden is voldaan: ? het therapeutisch nut voor de geregistreerde indicatie is bewezen; ? de medicatie wordt toegediend buiten een klinische trial. § 5. Het dagziekenhuisforfait is verschuldigd voor de verstrekkingen die zijn opgenomen in bijlage I bij deze overeenkomst, voor zover ze uitgevoerd worden in een dagziekenhuis.
De waarde van het dagziekenhuisforfait wordt vastgesteld op: ? forfait "Groep 1" : 173,54 euro : in geval van een verstrekking die is vermeld onder het deel "Groep 1" van de nominatieve lijst van de verstrekkingen die is opgenomen in bijlage I bij deze overeenkomst; ? forfait "Groep 2" : 211,98 euro : in geval van een verstrekking die is vermeld onder het deel "Groep 2" van de nominatieve lijst van de verstrekkingen die is opgenomen in bijlage I bij deze overeenkomst; ? forfait "Groep 3" : 306,18 euro : in geval van een verstrekking die is vermeld onder het deel "Groep 3" van de nominatieve lijst van de verstrekkingen die is opgenomen in bijlage I bij deze overeenkomst; ? forfait "Groep 4": 218,17 euro : in geval van een verstrekking die is vermeld onder het deel "Groep 4" van de nominatieve lijst van de verstrekkingen die is opgenomen in bijlage I bij deze overeenkomst; ? forfait "Groep 5": 226,84 euro : in geval van een verstrekking die is vermeld onder het deel "Groep 5" van de nominatieve lijst van de verstrekkingen die is opgenomen in bijlage I bij deze overeenkomst; ? forfait "Groep 6": 270,25 euro : in geval van een verstrekking die is vermeld onder het deel "Groep 6" van de nominatieve lijst van de verstrekkingen die is opgenomen in bijlage I bij deze overeenkomst; ? forfait "Groep 7": 223,13 euro : in geval van een verstrekking die is vermeld onder het deel "Groep 7" van de nominatieve lijst van de verstrekkingen die is opgenomen in bijlage I bij deze overeenkomst. § 6. De nominatieve lijst van de verstrekkingen van bijlage I bij deze overeenkomst kan jaarlijks door de overeenkomstencommissie worden herzien en bijgewerkt. § 7. Ingeval de gipskamer wordt gebruikt onder dezelfde voorwaarden inzake verblijfsduur als die welke zijn vastgesteld in § 1, is een forfaitair bedrag van 31,49 euro verschuldigd als gips, gipsverbanden of fixatiemateriaal op basis van synthetisch materiaal ter vervanging van klassiek gips(verband), wordt aangebracht ? voor een breuk of luxatie; ? of voor een orthopedische behandeling; ? of voor het nemen van een afgietsel met een betrekkelijke waarde, gelijk aan of hoger dan N 66.
Het gipsmateriaal mag worden aangerekend in overeenstemming met afdeling 9 van deel I, hoofdstuk 2 van de lijst in bijlage bij het KB van 24-10-2002. Ingeval synthetisch materiaal wordt gebruikt, is de facturering tegen het bedrag van een gewoon gipsverband toegestaan en het verschil tussen de kostprijs en de vergoeding blijft ten laste van de patiënt. § 8. Een forfait voor de behandeling van chronische pijn is verschuldigd in geval van een verstrekking die is vermeld in bijlage II van deze overeenkomst als ze in het dagziekenhuis worden uitgevoerd.
De waarde van het forfait chronische pijn is vastgesteld op: ? Forfait 1 chronische pijn: 242,96 euro: in het geval van een verstrekking vermeld onder het gedeelte "Forfait 1 chronische pijn" van de nominatieve lijst van de verstrekkingen van bijlage II bij deze overeenkomst; ? Forfait 2 chronische pijn: 135,12 euro: in het geval van een verstrekking vermeld onder het gedeelte "Forfait 2 chronische pijn" van de nominatieve lijst van de verstrekkingen van bijlage II bij deze overeenkomst; ? "Forfait 3 chronische pijn: 105,36 euro: in het geval van een verstrekking vermeld onder het gedeelte "Forfait 3 chronische pijn" van de nominatieve lijst van de verstrekkingen van bijlage II bij deze overeenkomst." De nominatieve lijst van de verstrekkingen van bijlage II bij deze overeenkomst kan jaarlijks door de overeenkomstencommissie worden herzien en bijgewerkt. § 9. Bij manipulatie van een subcutaan geplaatste intraveneuze toegangsweg met als doel dezelfde dag: ? Een prestatie medische beeldvorming, opgenomen in artikel 17 en 17ter (radiologie), 17bis en 17 quater (echografie) of artikel 18 (nucleaire geneeskunde) van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, waarvoor de inspuiting van een contrastvloeistof of een radio-isotoop via intraveneuze weg nodig is; en/of ? Een bloedafname voor biologische analyse opgenomen in artikel 3, § 1er, A, II et C, I of artikel 18, § 2, B, e of artikel 24, § 1, of artikel 24 bis (moleculaire biologie) of artikel 33 (genetisch onderzoek) artikel 33bis (moleculaire biologie) van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen. kan een forfait aangerekend worden van 29,85 euro (= forfait manipulatie poortkatheter). § 9bis. Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt de thuishospitalisatie gelijkgesteld met de situaties zoals bedoeld in § 4 of § 5, en beschouwd als uitgevoerd binnen de zorgperimeter van het ziekenhuis onder de verantwoordelijkheid van het ziekenhuis. De financiering ervan is geregeld in toepassing van de overeenkomst "thuishospitalisatie", gesloten tussen de Minister van Volksgezondheid en het ziekenhuis in uitvoering van artikel 63 van het koninklijk besluit van 25 april 2002.
Voor de toepassing van artikel 80ter van het koninklijk besluit van 21 december 2001 tot vaststelling van de procedures, termijnen en voorwaarden inzake de tegemoetkoming van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen in de kosten van farmaceutische specialiteiten, wordt de rechthebbende, die volgens de bepalingen van de overeenkomst die is gesloten in uitvoering van artikel 63 van het koninklijk besluit van 25 april 2002 in thuishospitalisatie wordt verzorgd, gelijkgeschakeld met een in een ziekenhuis opgenomen rechthebbende. Bijgevolg is de voorafgaande machtiging van de adviserend geneesheer voor de farmaceutische specialiteiten uit hoofdstuk IV van de lijst als bijlage van het voornoemd besluit van 21 december 2001 die door de ziekenhuisapotheek zijn afgeleverd aan rechthebbenden in thuishospitalisatie niet vereist als de betrokken rechthebbende voldoet aan de vergoedingsvoorwaarden die in de lijst zijn voorzien, tenzij er in de vergoedingsvoorwaarden expliciet vermeld wordt dat er een voorafgaande machtiging van de adviserend geneesheer vereist is. Wanneer een farmaceutische specialiteit bedoeld in artikel 95, § 3, van het koninklijk besluit van 21 december 2001 wordt voorgeschreven aan een patiënt die in thuishospitalisatie wordt verzorgd, overeenkomstig de bepalingen van dat artikel, is er een onweerlegbaar vermoeden dat de betrokken rechthebbende voldoet aan de vergoedingsvoorwaarden die in de lijst zijn voorzien, en is de machtiging van de adviserend geneesheer bijgevolg niet vereist.
Indien naar aanleiding van een controle door de adviserend geneesheer van de verzekeringsinstelling van de facturering aan derdebetalersregeling aan de verzekeringsinstelling blijkt dat de patiënt niet voldeed aan de vergoedingsvoorwaarden van hoofdstuk IV, is een correctie van de patiëntenfactuur waarbij het bedrag dat door de verzekeringsinstelling verworpen werd aan de patiënt aangerekend wordt, niet toegelaten (*). (*) op basis van de bepalingen van artikel 8, § 2 van de wet van 22 augustus 2002 betreffende de rechten van de patiënt. § 10. De bedragen, bedoeld in, § 4, § 5, § 8 en § 9 van dit artikel, en het bedrag per verpleegdag, bedoeld in artikel 3, mogen niet worden gecumuleerd.
De bedragen die zijn vastgesteld in § 4 (maxiforfait), § 5 (dagziekenhuisforfait), § 7 (gipskamer), § 8 (forfait chronische pijn) en § 9 (forfait manipulatie poortkatheter) evenals de bedragen per opname en per dag bij opname in chirurgische daghospitalisatie zoals bepaald in artikel 3, zijn niet verschuldigd voor een gehospitaliseerde patiënt, behalve indien hij is opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis, in een geïsoleerde gespecialiseerde dienst voor behandeling en revalidatie (Sp), in een geïsoleerde dienst voor geriatrie en revalidatie (G) of in een gespecialiseerd algemeen ziekenhuis.
De bedragen die zijn vastgesteld in § 5 (dagziekenhuisforfait), zijn verschuldigd in het geval van de verstrekkingen 355084, 453165, 453180, 453563, 453585, 453600, 464166, 464181, 464203, 589024, 589061, 589120, 589142, 589164, 589186, 589223, wanneer de desbetreffende verzorging wordt verleend aan een rechthebbende die in een andere verpleeginrichting is opgenomen. § 11. Als voor dezelfde opname van een patiënt in een dagziekenhuis verscheidene verstrekkingen worden uitgevoerd die aanleiding geven tot de facturering van een bedrag dat is vastgesteld in § 4 (maxiforfait), § 5 (dagziekenhuisforfait), § 7 (gipskamer) en/of § 9 (forfait manipulatie poortkatheter) kan enkel het hoogste bedrag worden aangerekend.
Als voor dezelfde opname van een patiënt in een dagziekenhuis een verstrekking wordt verricht die aanleiding geeft tot de facturering van een bedrag zoals bedoeld in § 8 (forfait chronische pijn), zijn de bedragen bedoeld in § 4 (maxiforfait) niet verschuldigd.
De facturatie van het forfait "manipulatie poortkatheter" ( § 9) kan met geen enkel ander forfait bedoeld in artikel 4 gecumuleerd worden.
Als voor dezelfde opname van een patiënt in een dagziekenhuis zowel een prestatie wordt verricht zoals bedoeld in § 5 (dagziekenhuisforfait) en/of in § 7 (gipskamer) en/of in § 8 (forfait chronische pijn), kan enkel het hoogste bedrag worden aangerekend.
Als bovenop die verstrekkingen die aanleiding geven tot de facturering van een bedrag zoals bedoeld in § 4 (maxiforfait), § 5 (dagziekenhuisforfait), § 7 (gipskamer), § 8 (forfait chronische pijn) en/of § 9 (forfait manipulatie poortkatheter), een verstrekking wordt verricht die aanleiding geeft tot de aanrekening van bedragen zoals bedoeld in artikel 3 in geval van een opname in het kader van een chirurgische daghospitalisatie waar een verstrekking wordt verricht die is opgenomen in bijlage 3, 5. (lijst A) van het voornoemde koninklijk besluit van 25 april 2002 of een in artikel 101bis van datzelfde besluit beoogde verstrekking, zijn alleen de bedragen per opname en per dag verschuldigd. § 12. Het bedrag van de forfaits, bedoeld in § 4, § 5, § 7, § 8 en § 9 wordt elk jaar geïndexeerd op 1 januari op grond van de evolutie tussen 30 juni van het voorlaatste jaar en 30 juni van het vorige jaar, van de waarde van de gezondheidsindex bedoeld in artikel 1 van het koninklijk besluit van 8 december 1997 tot bepaling van de toepassingsmodaliteiten voor de indexering van de prestaties in de regeling van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging, op voorwaarde dat de overeenkomstencommissie vaststelt dat hiervoor een toereikende begrotingsmarge voorzien is door de Algemene Raad.
In afwijking van het voorgaande lid kan de overeenkomstencommissie ziekenhuizen - verzekeringsinstellingen uiterlijk op 31 december van het lopende jaar en met hetzelfde quorum als het quorum dat noodzakelijk is voor het sluiten van een overeenkomst beslissen om de financiële marge voor de indexering van de forfaits die in de begrotingsdoelstelling is voorzien voor het daaropvolgende kalenderjaar op een andere wijze te besteden.
Om rekening te houden met de kost die veroorzaakt wordt door de evolutie van de anciënniteit van het personeel, worden op diezelfde datum de forfaits, bedoeld in § 5, § 8 en § 9 aangepast volgens het stijgingspercentage dat in de loop van het vorige kalenderjaar werd toegekend in het kader van de berekening van het budget van de financiële middelen, zoals bepaald wordt door het koninklijk besluit van 25 april 2002.
De verhogingen, bedoeld in de vorige alinea, worden berekend in verhouding tot de loonlasten die de forfaits samenstellen. HOOFDSTUK IV. - Behandeling van de chronische nierinsufficiëntie
Art. 5.Per hemodialyse, verricht in een door de bevoegde overheid erkend centrum voor chronische hemodialyse, is het bedrag verschuldigd zoals bepaald in de specifieke overeenkomsten betreffende de financiering van hemodialyse die met de betrokken centra werden afgesloten in toepassing van artikel 22, 6 de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994.
Art. 5bis Voor de rechthebbenden opgenomen in een gespecialiseerd algemeen ziekenhuis, en die in een algemeen ziekenhuis of in een dienst voor collectieve autodialyse : 1° ofwel een behandeling (chemotherapeutische behandeling, behandeling door stralingen) moeten krijgen zoals bedoeld in artikel 1, 1° en 2° van het ministerieel besluit van 6 juli 1989 tot uitvoering van artikel 37, § 11, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, 2° ofwel chronische hemodialyse of peritoneale dialyse moeten krijgen zoals bepaald in de specifieke overeenkomsten betreffende de financiering van hemodialyse die met de betrokken centra werden afgesloten in toepassing van artikel 22, 6° van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, kan het gespecialiseerd algemeen ziekenhuis aan de verzekeringsinstelling, voor de heen- en terugreis, een vergoeding voor de reiskosten aanrekenen a rata van 0,25 EUR per km op grond van de werkelijke afstand tussen het gespecialiseerd algemeen ziekenhuis en de gespecialiseerde dienst van het ziekenhuis of de dienst voor collectieve autodialyse waar de rechthebbende in behandeling is, met een maximum van tweemaal dertig kilometer, bovenop de vergoeding die hiervoor voorzien is in het budget van financiële middelen zoals bedoeld in artikel 102 van de wet op de ziekenhuizen. HOOFDTUK V. - Tegemoetkoming van de patiënt in de verblijfskosten
Art. 6.§ 1. Onverminderd de bepalingen van artikel 97 (kamersupplementen) van de wet op de ziekenhuizen dekt het budget van de financiële middelen, zoals bedoeld in artikel 95 van dezelfde wet, op forfaitaire wijze de kosten die voortvloeien uit het verblijf van de rechthebbende in een gemeenschappelijke kamer en uit de zorgverlening aan die rechthebbende in de verpleeginrichting.
Zijn niet begrepen in die bedragen, de kosten die zijn vastgesteld in artikel 102 van de ziekenhuiswet. § 2. Onverminderd de bepalingen van artikel 97 (kamersupplementen) van de wet op de ziekenhuizen dekken de bedragen, bedoeld in artikel 4, § 5 en § 8, op forfaitaire wijze de volgende kosten die voortvloeien uit het verblijf van de rechthebbende en uit de zorgverlening aan die rechthebbende in de verpleeginrichting voor de verstrekkingen zoals bedoeld in de bijlagen I en II: ? de algemene kosten en de administratiekosten ? het comfort van de patiënt (kosten voor beddengoed en wasserij) ? de kosten voor de tenlasteneming van de patiënt (onderhouds- en verwarmingskosten) ? de tijd van verpleegkundige activiteit (voorbereiding, het in orde brengen van de zaal, de tijd die aan de patiënt wordt besteed tijdens de voorbereiding, de ingreep en de nabehandeling) ? de kosten van het courante anesthesiemateriaal (voor alle types van anesthesie) ? de kosten van de plaats van de verstrekking, ontwaakzaal en kamer van de patiënt (het gebruikte gewone klein materiaal, zowel voor eenmalig gebruik als hersteriliseerbaar) ? drank en voedsel. § 2bis. Onverminderd de bepalingen van artikel 97 (kamersupplementen) van de ziekenhuiswet, dekt het bedrag in artikel 4 § 4 b) en § 9, op forfaitaire wijze de volgende kosten die voortvloeien uit het verblijf van de rechthebbende en uit de zorgverlening aan die rechthebbende in de verpleeginrichting voor de verstrekking bedoeld in artikel 4 § 4 b) en § 9: ? de algemene kosten en administratiekosten ? de tijd van verpleegkundige activiteit ? het courant klein materiaal: zowel materiaal voor éénmalig gebruik als stereliseerbaar materiaal. § 3. Onverminderd de bepalingen van artikel 97 van de wet op de ziekenhuizen, dekken de bedragen, zoals bedoeld in artikel 4, § 4 a) en § 7, op forfaitaire wijze de kosten die voortvloeien uit het verblijf van de rechthebbende in de inrichting en uit de zorgverlening aan die rechthebbende in de verpleeginrichting.
In deze bedragen zijn niet begrepen, de kosten voor de farmaceutische specialiteiten, alsook de honoraria van de zorgverleners en andere kosten in verband met de in artikel 102, 2° van de ziekenhuiswet opgesomde geneeskundige verstrekkingen. § 4. In geval van situaties die een dringende verzorging in een ziekenhuisbed verantwoorden en/of in geval van situaties waarbij een intraveneuze of subcutane perfusie wordt toegediend, dekt, onverminderd de bepalingen van artikel 97 van de wet op de ziekenhuizen, het budget van financiële middelen op forfaitaire wijze de kosten die voortvloeien uit het verblijf van de rechthebbende in de inrichting en uit de zorgverlening aan die rechthebbende in de verpleeginrichting.
In dit budget zijn niet begrepen, de kosten voor de farmaceutische specialiteiten, alsook de honoraria van de zorgverleners en andere kosten in verband met de in artikel 102, 2° van de ziekenhuiswet opgesomde geneeskundige verstrekkingen. § 5. In toepassing van artikelen 97 van de wet op de ziekenhuizen mag er aan de patiënt geen kamersupplement worden aangerekend tijdens het verblijf op een eenheid voor intensieve zorg.
Art. 7.§ 1. Aan de rechthebbende die is opgenomen in een gemeenschappelijke kamer of in een tweepersoonskamer, mag, ongeacht de dienst en op zijn vroegst op het ogenblik van de opname, een voorschot worden gevraagd van maximum 150,00 euro voor de verblijfskosten (zoals vastgesteld in artikel 1 van het KB van 5 maart 1997), het forfaitair persoonlijk aandeel in de kosten van de vergoedbare farmaceutische specialiteiten (zoals vastgesteld in artikel 2, § 2 van het KB van 7 mei 1991), het bijkomend aandeel van de patiënt betreffende de eerste hospitalisatiedag (zoals vastgesteld in artikel 2, § 3 van het KB van 21 september 1993 en de andere persoonlijke aandelen in de verpleegdagprijs.
Dit maximum wordt verminderd tot 75 euro voor de kinderen die de hoedanigheid hebben van persoon ten laste in de verzekering voor geneeskundige verzorging en die geen recht hebben op de verhoogde verzekeringstegemoetkoming en tot 50 euro voor de personen die recht hebben op de verhoogde verzekeringstegemoetkoming en hun personen ten laste.
De bedragen, bedoeld in de vorige alinea's kunnen worden herzien door de Overeenkomstencommissie, als blijkt dat de som van zevenmaal het persoonlijk aandeel in de verblijfskosten van de eerste tot de zevende hospitalisatiedag, zoals vastgesteld in artikel 1 van het KB van 5 maart 1997, en van het forfaitair persoonlijk aandeel in de kosten van de vergoedbare farmaceutische specialiteiten, zoals vastgesteld in artikel 2, b van het KB van 7 mei 1991, verhoogd met het bedrag dat is bepaald in artikel 2, § 3 van het KB van 21 september 1993 en van alle andere persoonlijke aandelen in de verpleegdagprijs, deze bedragen overschrijdt. § 2. Aan de rechthebbende die op zijn verzoek is opgenomen in een eenpersoonskamer met kamersupplement, mag een bijkomend voorschot worden gevraagd van maximum zevenmaal het bedrag van het supplement voor een eenpersoonskamer. § 3. Een nieuw voorschot, zoals bepaald in § 1 en § 2 van dit artikel, mag worden gevraagd bij het begin van elke nieuwe verblijfsperiode van zeven dagen. § 4. In geval er te veel voorschotten werden betaald, moet het saldo worden vereffend aan het loket van de inrichting ingeval bij het ontslag van de rechthebbende de definitieve factuur contant wordt betaald; zoniet wordt het saldo vereffend bij het versturen van de factuur aan de rechthebbende. Het saldo wordt terugbetaald uiterlijk binnen 3 maanden die volgen op het einde van de maand waarin de rechthebbende uit de instelling werd ontslagen. § 5. De onmogelijkheid om het voorschot te betalen, kan geen reden zijn om het verblijf van een rechthebbende in een kamer van de verpleeginrichting te weigeren tegen de prijs, bedoeld in artikel 95 van de ziekenhuiswet. § 6. Aan de rechthebbende die behandeld wordt in een van de situaties, beschreven in artikel 4 van deze overeenkomst, of in geval van opname in de chirurgische daghospitalisatie waarbij een verstrekking wordt verricht die is opgenomen in bijlage 3, 6. (lijst A) van het voornoemde koninklijk besluit van 25 april 2002, of een in artikel 101bis van datzelfde besluit beoogde verstrekking, mag geen voorschot van welke aard ook worden gevraagd behalve indien de rechthebbende geëist heeft in een eenpersoonskamer verpleegd te worden. In dat geval bedraagt het voorschot maximaal het bedrag van het supplement voor een eenpersoonskamer. § 7. Indien het ziekenhuis in toepassing van artikel 1 van het koninklijk besluit van 8 juni 2007 tot uitvoering van artikel 3, derde lid, van de wet van 5 juni 2002 betreffende de maximumfactuur in de verzekering voor geneeskundige verzorging, op het moment dat het voorschot zou gevraagd worden, ontegensprekelijk in kennis werd gesteld van het feit dat de rechthebbende het voordeel van de maximumfactuur geniet, mag het ziekenhuis vanaf dat ogenblik geen voorschotten meer aanrekenen voor de vergoeding van de kosten bepaald in § 1 van hetzelfde artikel, bij verblijf in een gemeenschappelijke kamer of tweepersoonskamer. Bij verblijf in een eenpersoonskamer kan nog maximum zevenmaal het bedrag van het supplement voor een eenpersoonskamer als voorschot gevraagd worden.
Art. 8.De inrichting verbindt zich ertoe aan de patiënt geen andere kosten aan te rekenen dan: a) de kosten voorzien in: o artikel 3 (bedragen per opname en per verpleegdag) o artikel 4, § 4, § 5, § 7, § 8 en § 9; o artikel 97 van de ziekenhuiswet (kamersupplementen) onder de voorwaarden bepaald in dit artikel en zijn uitvoeringsbesluiten o artikel 2 van het koninklijk besluit van 7 mei 1991 tot vaststelling van het persoonlijk aandeel van de rechthebbende in de kosten van de in het kader van de verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering vergoedbare farmaceutische verstrekkingen; dit bedrag blijft verschuldigd in geval van verlof voor zover de inrichting aan de patiënt de farmaceutische verstrekkingen aflevert die nodig zijn voor de voortzetting van zijn behandeling tijdens de duur van het verlof o het koninklijk besluit van 5 maart 1997 tot vaststelling van het bedrag van de vermindering van de verzekeringstegemoetkoming in geval van opname in een ziekenhuis of van verblijf in een revalidatiecentrum o het koninklijk besluit van 23 juni 2003 tot uitvoering van artikel 71bis, §§ 1 en 2 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 (hemodialyse) o de overeenkomst "thuishospitalisatie' gesloten tussen de Minister van Volksgezondheid en het ziekenhuis in uitvoering van artikel 63 van het koninklijk besluit van 25 april 2002. b) de kosten overeenkomstig artikel 6 c) producten en diensten, die geen strikt medische indicatie hebben en die door de patiënt of zijn vertegenwoordiger worden gevraagd.Bij de opname in het ziekenhuis ontvangt de patiënt of zijn vertegenwoordiger de lijst van de meest frequent gevraagde producten en diensten en van de tarieven die mogen worden aangerekend; deze laatste verplichting is van toepassing met ingang van 1 september 2007. De patient moet bij de opname en in het kader van de opnameverklaring de keuze hebben om producten en diensten te weigeren.
Voor de levering van producten en diensten die niet op deze lijst voorkomen, is het akkoord van de patiënt of zijn vertegenwoordiger vereist.
Deze producten en diensten die worden geleverd door het ziekenhuis, worden uitsluitend via de factuur in de rubriek « diverse kosten » aangerekend aan de patiënt.
De inrichting verbindt zich ertoe binnen de perken van haar bevoegdheid, ten overstaan van de patiënt, zo veel mogelijk transparantie te creëren over deze producten. Daartoe zal de lijst, bedoeld in punt c) hierboven, een alinea bevatten die de patiënt ertoe aanzet zich over deze producten zo volledig mogelijk te informeren.
De inrichting verbindt zich ertoe om voor een gasvormige farmaceutische specialiteit toegediend via inhalatie, waarvoor de ATC-code 5e niveau niet opgenomen is in de lijst van bijlage IV van het K.B. van 1 februari 2018, in geen geval een farmaceutische specialiteit met dezelfde ATC-code 5e niveau aan de patiënt aan te rekenen.
Hoofstuk VI. - Betalings- en facturatiecriteria
Art. 9.Voor de toepassing van de derdebetalersregeling geldt de reglementering zoals ze is vastgesteld bij het koninklijk besluit van 18 september 2015 tot uitvoering van artikel 53, § 1, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, betreffende de derdebetalersregeling, zoals gewijzigd door het koninklijk besluit van 18 september 2017.
De facturatie- en betalingscriteria zijn bepaald in hetzelfde koninklijk besluit.
Hoofdstuk VII. - Diverse bepalingen
Art. 10.De inrichting verbindt zich ertoe aan de verzekeringsinstellingen de bescheiden te bezorgen die zij nodig hebben voor de vergoeding van de prestaties die zijn bedoeld in deze overeenkomst en voor de controle op de wets-, verordenings- of overeenkomstenbepalingen ter zake.
Art. 11.De inrichting verbindt zich ertoe de adviserend artsen van de verzekeringsinstellingen en de geneesheren-inspecteurs van de Dienst voor Geneeskundige Evaluatie en Controle van het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering toe te laten de bezoeken af te leggen die zij voor het vervullen van hun taak nuttig achten.
Art. 12.Onverminderd de wetsbepalingen ter zake is de overeenkomstencommissie belast met het onderhandelen over en het sluiten van de overeenkomsten met de verpleeginrichtingen, bevoegd om een uitspraak te doen over alle geschillen die voortvloeien uit de toepassing van deze overeenkomst.
Het onderzoek van die geschillen kan worden toevertrouwd aan gewestelijke comités ingesteld door de Overeenkomstencommissie die het huishoudelijk reglement opstelt.
Art. 13.De begrotingsdoelstelling van de in artikel 4 van deze overeenkomst bepaalde bedragen wordt vastgesteld op grond van de wettelijke en verordeningsbepalingen die ter zake gelden.
Overeenkomstig artikel 51, § 2, van de voornoemde gecoördineerde wet van 14 juli 1994 kunnen de volgende correctiemechanismen in werking treden zodra wordt vastgesteld dat de jaarlijkse partiële doelstelling is overschreden of dreigt te worden overschreden: ? bij voorrang selectieve maatregelen, die nog nader moeten worden bepaald; ? bij ontstentenis van selectieve maatregelen, een lineaire vermindering van de bedragen die zijn vastgesteld in artikel 4, § 4, § 5, § 7, § 8 en § 9.
Indien de Algemene Raad binnen een termijn van een maand die volgt op de vastgestelde datum van inwerkingtreding van de in artikel 40, § 1, van de voornoemde gecoördineerde wet van 14 juli 1994 bedoelde structurele besparingen of van die welke in artikel 18 van dezelfde wet worden beoogd, vaststelt dat deze maatregelen niet zijn toegepast, zal ambtshalve een automatische en onmiddellijk toepasbare vermindering van het bedrag van de in artikel 4, § 4, § 5, § 7, § 8 en § 9 bedoelde tegemoetkoming worden doorgevoerd; die vermindering wordt via een omzendbrief ter kennis gebracht van de inrichtingen en de verzekeringsinstellingen en treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand die volgt op de inwerkingtreding van de beoogde besparingen.
De toepassing van de in het tweede en derde lid bedoelde correctiemaatregelen mag noch door een van de partijen die de overeenkomst hebben gesloten, noch door de individuele zorgverlener die tot de overeenkomst is toegetreden, worden aangevoerd om deze overeenkomst op te zeggen.
Art. 14.In uitvoering van de principes die zijn opgenomen in de visienota omtrent de herziening van de daghospitalisatie die door de Overeenkomstencommissie en de Federale raad voor ziekenhuisverpleging aan het Verzekeringscomité van het Riziv is voorgelegd in zijn vergadering van 18 november 2019 en rekening houdende met het feit dat binnen een gegarandeerd budget verstrekkingen in het kader van de financiering van het dagziekenhuis geschrapt of toegevoegd kunnen worden, op voorwaarde dat ze op een kwaliteitsvolle en veilige manier buiten dan wel binnen daghospitalisatie kunnen doorgaan, zal de overeenkomstencommissie een beroep doen op werkgroepen van artsen-experten om : a) een lijst van kandidaat verstrekkingen voor te stellen die kunnen toegevoegd worden aan de lijsten 1-7 (in bijlage bij deze overeenkomst) en/of de lijst A (bijlage bij het KB van 25/04/2002);b) de verstrekkingen aan te duiden op de lijsten 1-7 of op de lijst A die dienen geschrapt te worden voor financiering in daghospitalisatie;c) de verstrekkingen aan te duiden op de lijsten 1-7 waarvoor ingevolge de evolutie van de medische vooruitgang of van de best practices het forfait daghospitalisatie moet worden herzien of die moeten ondergebracht worden in een andere groep van verstrekkingen;d) de verstrekkingen aan te duiden op de lijsten 1-7 en op de lijst A die dienen verschoven te worden van of naar de lijst A/de lijsten 1-7;e) eventueel de voorwaarden te bepalen waaronder verstrekkingen alsnog in klassieke hospitalisatie en/of daghospitalisatie kunnen worden verricht met financiering via het budget van financiële middelen en/of via de forfaits van de lijsten 1-7;f) in antwoord op de aanbeveling van de Dienst voor geneeskundige evaluatie en controle om de verstrekkingen 220253-220264, 260271-260282, 310914-310925, 311135-311146, 355073-355084 en 432353-432364 te schrappen in de lijsten 1-7 en in uitvoering van de principes die opgenomen zijn in de visienota zoals bedoeld in het eerste lid, ten laatste tegen 30 juni 2020 een advies te formuleren waarbij de aanbeveling wordt bevestigd of waarbij ze argumenteren om de verstrekkingen toch te behouden in de lijsten 1-7.Indien de artsen-experten vaststellen dat deze verstrekkingen niet langer moeten opgenomen worden in de lijsten 1-7, dan zal de overeenkomstencommissie de lijsten1-7 aanpassen.
De overeenkomstencommissie zal op basis van de voorstellen van de artsen-experten en binnen de toegekende begrotingsdoelstelling, beslissen om de lijsten van verstrekkingen van het dagziekenhuis aan te passen (toevoegen en schrappen). Daarbij kan het budget dat vrijkomt door het schrappen van verstrekkingen in de financiering van de daghospitalisatie worden aangewend voor de financiering van de kost voor de eventuele nieuwe verstrekkingen die in daghospitalisatie kunnen plaatsvinden.
In uitvoering van de principes die zijn opgenomen in de visienota zal de overeenkomstencommissie in de loop van 2020 een voorstel formuleren waarbij de ziekenhuizen worden geïnformeerd omtrent hun uitgaven en aantal forfaits van de daghospitalisatie en dit ten opzichte van het gemiddelde en de mediaan van de andere ziekenhuizen.
Art. 15.Deze overeenkomst treedt in werking op 1 januari 2020.
Zij geldt tot 31 december 2020 en wordt niet stilzwijgend verlengd.
De individuele toetreding geldt voor de duur van de overeenkomst. De verpleeginrichtingen die tot de vorige overeenkomst zijn toegetreden, worden, behoudens andersluidende wilsuiting binnen dertig dagen na de verzending van deze overeenkomst door de Dienst voor Geneeskundige Verzorging van het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering, geacht hun toetreding tot deze overeenkomst te behouden.
De overeenkomstencommissie Verpleeginrichtingen - Verzekeringsinstellingen kan wijzigingsclausules sluiten aan deze Nationale overeenkomst. De verwerping van een dergelijke wijzigingsclausule door een verpleeginrichting betekent het einde van de individuele toetreding van die inrichting tot deze overeenkomst met ingang van de datum van inwerking treding van de wijzigingsclausule.
Art. 16.In afwijking van de bepalingen van artikel 14 heeft de toetreding tot deze overeenkomst door een nieuw erkende verpleeginrichting of door een verpleeginrichting die het voorwerp uitmaakt van een overname of van een fusie, uitwerking vanaf de eerste dag van de maand na die waarin aan de Dienst voor Geneeskundige Verzorging van het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering door vermelde inrichting kennis is gegeven van de toetreding tot deze overeenkomst, behalve wanneer de toetreding plaatsvindt binnen 30 dagen na ontvangst, door de verpleeginrichting, van deze overeenkomst. In dat geval heeft de toetreding uitwerking vanaf de datum van de erkenning, de overname of de fusie.
Opgemaakt te Brussel, op 12 december 2019.
Voor de verenigingen van de verpleeginrichtingen, L. GERKENS F. IDE I. NOLIS C. ROSSINI A. VERBURGT Y. WUYTS Voor de verzekeringsinstellingen, Y. ADRIAENS S. BRABANT L. COBBAERT B. LANDTMETERS F. MAROY M. NEELEN M. VAN IMSCHOOT _______ Nota (1) De normen van de KB's van 25/11/1997 (artikel 8) "chirurgisch dagziekenhuis" en van 10/2/2008 (artikel 4, 2° ) (niet-chirurgisch dagziekenhuis) beperken terecht de ten laste neming in het dagziekenhuis tot patiënten "die bij hen thuis, kunnen genieten van een adequate ten laste neming gedurende minstens 24 uur na hun ontslag". BIJLAGE I. - Bij de Nationale overeenkomst ZH/2020 NOMINATIEVE LIJST VAN DE VERSTREKKINGEN BEDOELD IN ARTIKEL 4, § 5.
GROEP 1
256874
256885
Curettage van halsfistel
257294
257305
Bronchoscopie zonder afname voor biopsie en/of bronchoscopie met therapeutische aspiratie
257316
257320
Bronchoscopie met afname voor biopsie en/of verwijderen van tumors en/of coagulatie van letsels
260271
260282
Cystoscopie, met of zonder afname voor biopsie bij de man
260293
260304
Cystoscopie, met uretercatheterisme
312336
312340
Mucoperiostlap (inclusief de apicaalwaartse verschuiving van de mucoperiostlap) boven een geretineerde tand met het doel de tand kroon vrij te maken
312351
312362
Verwijdering van een in de bovenkaak geretineerd surnummerair element, in de streek van hoektand tot hoektand
312373
312384
Heterotopische transplantatie van het tandorgaan, inclusief het creëren van een neoalveole fixatie inbegrepen
312395
312406
Transalveolaire tandtransplantatie (osteotomie van omgevend bot met behoud van het tandligament), fixatie inbegrepen
471715
471726
Bronchoscopie zonder afname voor biopsie
471730
471741
Bronchoscopie met afname voor biopsie, en/of verwijderen van tumors, en/of coagulatie van letsels
471752
471763
Bronchoscopie met transcarinale punctie en eventuele radioscopische controle
476652
476663
Hartcatheterisatie met endomyocardbiopsie langs veneuze weg
GROEP 2
212111
212122
Elektrische defibrillatie van het hart in geval van circulatiestilstand en/of elektrostimulatie van het hart door uitwendige hartprikkelaar, inclusief de elektrocardiografische controle, buiten de ingrepen met open thorax en de verstrekkingen 229110 - 229121, 229132 - 229143, 229154 - 229165, 229176 - 229180
244370
244381
Verwijderen van goedaardige tumors of van poliepen van het sigmoideum langs endoscopische weg, per zitting
355751
355762
Leverpunctie
355950
355961
Percutane gastrostomie onder endoscopische controle met het oog op het plaatsen van een sonde voor enterale voeding
451813
451824
Cholangiowirsungografie door fibroduodenoscopie en catheterisme van de pancreas- en galwegen (minimum tien clichés), mag niet worden gecumuleerd met verstrekking nr 451894-451905 dezelfde dag verricht
451894
451905
Cholangiowirsungografie door fibroduodenoscopie en catheterisme van de pancreas- en galwegen met papillectomie (minimum 10 clichés) mag niet worden gecumuleerd met verstrekking nr 451813-451824 dezelfde dag verricht
462814
462825
Cholangiowirsungografie door fibroduodenoscopie en catheterisme van de pancreas- en galwegen (minimum 10 clichés), mag niet worden gecumuleerd met verstrekking nr 462895 - 462906 dezelfde dag verricht
462895
462906
Cholangiowirsungografie door fibroduodenoscopie en catheterisme van de pancreas- en galwegen met papillectomie (minimum 10 clichés), mag niet worden gecumuleerd met verstrekking nr 462814 - 462825, dezelfde dag verricht
471811
471822
Bronchoscopie met perifere pulmonaire afnamen voor biopsie (ofwel veelvuldige afnamen, minimum 5, ofwel geleide afname in geval van perifere tumor), inclusief de eventuele radioscopische controle
472091
472102
Pneumatische dilatatie van slokdarm, per behandeling
473174
473185
Volledige colonoscopie, d.w.z. tot de rechterhoek van het colon of de ileocoecale klep
473270
473281
Behandeling van oesofagusspataders langs endoscopische weg onafhankelijk van het type van de endoscopische behandeling, inclusief het eventueel gebruikte product
473292
473303
Plaatsen van een oesofagusprothese volgens endoscopische methode, inclusief de eventuele radioscopie . De honoraria dekken de kosten van de gebruikte prothese.
473432
473443
Ileoscopie
473535
473546
Inbrengen van een endoprothese van de galwegen langs de huid onder echoscopische of radioscopische controle met beeldversterker en televisie in gesloten keten
474751
474762
Onderzoek van het ileum met een endoscoop die is uitgerust met een hulpmiddel om het inbrengen ervan langs anale weg te vergemakkelijken
474736
474740
Onderzoek van de gal- en pancreaswegen door middel van endoscopie
474795
474806
Uitsnijden van een tumor van het spijsverteringskanaal door technieken van mucosectomie, door middel van endoscopie.
474832
474843
Sectie van de musculus cricopharyngeus, door middel van endoscopie
474773
474784
Fragmenteren van een of meer gal- of pancreasstenen met behulp van een laser of elektrohydraulische sonde
473690
473701
Fibroduodenoscopie met papillotomie
473712
473723
Plaatsen van een dilatatieprothese van de galwegen door fibroduodenoscopie
GROEP 3
453154
453165
Viscerale arteriografie na selectief catheterisme van een viscerale slagader vanaf de oorsprong ervan
453176
453180
Veelvoudige viscerale arteriografie, na selectief catheterisme van verscheidene viscerale slagaders vanaf de oorsprong ervan, ongeacht het aantal slagaders
453235
453246
Radiografie van de aorta thoracalis en/of abdominalis en van de vertakkingen ervan, minimum drie clichés (mag niet worden gecumuleerd met verstrekking nr. 453294-453305, dezelfde dag verricht)
453272
453283
Radiografie van de aorta abdominalis en van de vertakkingen ervan, en arteriografie van de onderste ledematen (minimum zes clichés of drie clichés van één meter)
453294
453305
Arteriografie van één of van de slagaders van een lidmaat, minimum drie clichés
453316
453320
Viscerale cavografie en/of viscerale flebografie, minimum drie clichés
453552
453563
Digitale angiografie van de rechter ventrikel en/of arteria pulmonalis (minimum één incidentie)
453574
453585
Digitale coronarografie voor hartcatheterisatie
453596
453600
Digitale coronarografie voor hartcatheterisatie met minimum twee gefilmde sequenties per overbrugging
454016
454020
Cerebrale angiografie langs de arteria carotis of totale cerebrale angiografie, twee verschillende invalshoeken, minimum vijf clichés
454031
454042
Cerebrale angiografie langs de arteria carotis of totale cerebrale angiografie, meer dan twee invalshoeken, minimum acht clichés
454053
454064
Cerebrale angiografie langs de arteria vertebralis, minimum drie clichés
454075
454086
Cerebrale angiografie langs geïsoleerde vertebrale weg, minimum twee verschillende invalshoeken en 10 clichés
464155
464166
Digitale angiografie van de rechter ventrikel en/of arteria pulmonalis (minimum één incidentie)
464170
464181
Digitale coronarografie door hartcatheterisatie
464192
464203
Digitale coronarografie door hartcatheterisatie met minimum twee gefilmde sequenties per overbrugging
464236
464240
Radiografie van de aorta thoracalis en/of abdominalis en van de vertakkingen ervan, minimum drie clichés (mag niet worden gecumuleerd met verstrekking nr 464295 - 464306, dezelfde dag verricht)
464273
464284
Radiografie van de aorta abdominalis en van de vertakkingen ervan en arteriografie van de onderste ledematen (minimum zes clichés of drie clichés van één meter)
464295
464306
Arteriografie van één of van de slagaders van een lidmaat, minimum drie clichés
464310
464321
Viscerale cavografie en/of viscerale flebografie, minimum 3 clichés
465010
465021
Cerebrale angiografie langs de arteria carotis of totale cerebrale angiografie, twee verschillende invalshoeken, minimum 5 clichés
465032
465043
Cerebrale angiografie langs de arteria carotis of totale cerebrale angiografie, meer dan twee invalshoeken, minimum acht clichés
465054
465065
Cerebrale angiographie langs de geïsoleerde arteria vertebralis, minimum 3 clichés
465076
465080
Cerebrale angiografie langs geïsoleerde vertebrale weg, minimum twee verschillende invalshoeken en 10 clichés
476276
476280
Uitgebreid electrofysiologisch onderzoek voor het opwekken en beëindigen van tachycardieën met behulp van drie of meer catheters,inclusief afname van bloedstalen, radioscopische en electrocardiografische controles, toediening van farmaca en contraststoffen, met protocol en tracés
476291
476302
Beperkt elektrofysiologisch onderzoek zonder ablatie tot studie van de sinusknoopfunctie en van de atrioventriculaire geleiding met behulp van een of meerdere catheters met inbegrip van de electrocardiografische opnamen
589013
589024
Percutane endovasculaire dilatatie met of zonder plaatsing van stent(s) onder controle door medische beeldvorming van een vernauwing en/of occlusie van een kransslagader, inclusief de manipulaties en controles tijdens de behandeling en al het gebruikte materieel, met uitsluiting van de dilatatiecatheter, de farmaca en de contrastmiddelen. Voor het geheel van de kransslagaders
589050
589061
Percutane endovasculaire dilatatie met of zonder plaatsing van stents(s) onder controle door medische beeldvorming van een artiriële vernauwing en/of occlusie inclusief de manipulaties en controles tijdens de behandeling en al het gebruikte materieel, exclusief de dilatatiecatheter(s), de farmaca en en de contrastmiddelen . Voor de andere slagaders dan de coronaire
589131
589142
Percutane occlusie onder controle door medische beeldvorming van de arteriële of veneuze vascularisatie van pathologische letsels of van arteriële bloeding in de faciale, thoracale, abdominale of bekkenstreek, inclusief de manipulaties en controles tijdens de behandeling en de gebruikte catheters, exclusief de gebruikte embolisatiecatheter(s), de farmaca, de contrastmiddelen en het embolisatiematerieel
589153
589164
Percutaan inbrengen onder controle door medische beeldvorming van endovasculaire catheters met het oog op het oplossen van één of meer bloedstolsels, inclusief de manipulaties en controles tijdens de behandeling en de gebruikte catheters, exclusief de farmaca en contrastmiddelen. Voor de coronaire bloedvaten
589212
589223
Percutane endovasculaire plaatsing van een filter in de vena cava, inclusief de controle-cavografie
589374
589385
Percutane endovasculaire plastiek van de ader bij veneuze stenose ten gevolge van chronische hemodialysebehandeling of bij compressie van de vena cava superior of inferior, van de vena subclavia of van de vena iliaca door een expansief proces, inclusief de manipulaties en controles tijdens de behandeling en/of het gebruikte materieel, exclusief de dilatatiecatheter(s), de farmaca en de contrastmiddelen en de eventuele stent(s)
GROEP 4
149170
149181
Medisch toezicht op de transfusie van bloed, geconcentreerde rode bloedlichaampjes of bloedplaatjes voor een andere dan post-traumatische, post-heelkundige of post-hemorragische indicatie
251591
251602
Wegnemen van een borstprothese, omwille van gedocumenteerde complicatie, per borst
423010
423021
Normale of ingewikkelde verlossing, inclusief het honorarium van de eventuele anesthesie, met uitsluiting van de anesthesieën door de geneesheren, specialisten voor anesthesie
470013
470024
Transfusie van leucocyten met afname bij de donor (uitwisselen van de inhoud aan leucocyten van minimum 2 liter bloed)
470271
470282
Medisch toezicht op een hoog risico transfusie van volledig bloed, packed cells, bloedplaatjes-, granulocyten- of lymfocytenconcentraat
474331
474342
Exsanguinatietransfusie
474655
474666
Medisch toezicht op bloed- of plasmatransfusie bij een kind jonger dan zeven jaar
GROEP 5
230252
230263
Intrafasciculaire neurolyse onder operatiemicroscoop
232094
232105
Herstellen van zenuw door hechten of enten: Interfasciculair hechten (Millesi) van een zenuw in een opereerstreek
275273
275284
Acromioclaviculaire artroplastie
275892
275903
Artroplastie van de articulatie van een vinger
275936
275940
Artrodese van een articulatie van een vinger
276290
276301
Peestransplantaties aan de onderarm of de hand : van twee pezen
276312
276323
Peestransplantaties aan de onderarm of de hand :van drie pezen of meer
277756
277760
Behandeling van een intraosseuse tumor van een been van de hand of de voet
277771
277782
Behandeling van een intraosseuse tumor van een been dat niet tot de hand of de voet behoort
278530
278541
Heelkundige behandeling van superior labrium letsel (SLAP-letsel) : door tenotomie
278552
278563
Heelkundige behandeling van superior labrium letsel (SLAP-letsel) : door tenodese
278574
278585
Heelkundige behandeling van superior labrium letsel (SLAP-letsel) : door hechting
278596
278600
Heelkundige behandeling van compressiesyndroom van elleboogzenuw : door submusculaire translocatie van elleboogzenuw en/of plastie van de mediale epicondylus
278611
278622
Heelkundige behandeling van compressiesyndroom van de nervus radialis aan en distaal van de elleboog
278633
278644
Heelkundige behandeling van een compressiesyndroom van de nervus medianus aan de elleboog of de onderarm
278655
278666
Ontzenuwing van de pols
278714
278725
Articulaire ontzenuwing of sympathectomie ter hoogte van een vinger
278736
278740
Hechting van ligamenten van een articulatie van een vinger
278751
278762
Plastie van ligamenten van een articulatie van een vinger
278773
278784
Vrijmaken van het kanaal van Guyon
278795
278806
Uitsnijden van een tenosynoviale tumor van de hand of van de voet (Giant Cell Tumor)
278810
278821
Uitsnijden van een tumor van weke weefsels van de hand of van de voet met uitzondering van cyste vorming
278854
278865
Tenosynovectomie van de flexoren, behalve voor het vrijmaken van handwortelkanaal
280512
280523
Insnijden van peesschede
287276
287280
Exeresis van olecranonbursitis met of zonder resectie van been of periost
287291
287302
par translocation sous-cutanée ou neurolyse in situ
287733
287744
Tenolysis van flexoren
288072
288083
Insnijden en draineren van diepliggende handpalmflegmonen
293414
293425
Verwijderen van een exostose onder een nagel
471796
471800
Bronchoscopie met extractie van vreemde lichamen of plaatsing van een prothetisch element
GROEP 6
220253
220264
Volledige heelkundige behandeling van diepliggende phlegmone
227113
227124
Heelkundige bewerking wegens gynecomastie
238092
238103
Onderbinden, fulguratie (vein eraser) of trapsgewijze resecties van twee of drie variqueuze aders
238136
238140
Totale exeresis van de vena saphena externa
238151
238162
Geïsoleerde resectie van de boog van de vena saphena interna
241894
241905
Heelkundige behandeling van een bilaterale inguinale, femorale of obturatorhernia
244510
244521
Resectie van aarskloof
244576
244580
Volledige behandeling van veelvuldige inwendige hemorrhoïden door diathermoresectie of heelkundige resectie
244591
244602
Uitsnijden of diathermoresectie van een inwendig pak hemorrhoïden met aarsdilatatie
251296
251300
Dermo-epidermale enten : Over een oppervlakte van 10 cm2 tot 50 cm2
251355
251366
Enten van totale huid (inclusief bedekken van de donoroppervlakte) over een oppervlakte van 10 cm2 tot 50 cm2
251672
251683
Subcutaan plaatsen van één expansie prothese
253654
253665
Enten van totale huid (inclusief bedekken van de donoroppervlakte) over een oppervlakte van minder dan 10 cm2 in het gelaat
254833
254844
Volledige eenzijdige heelkundige behandeling van inflammatoire pathologie van twee sinussen
254855
254866
Volledige eenzijdige heelkundige behandeling van inflammatoire pathologie van drie of vier sinussen
256896
256900
Heelkundige bewerking wegens aangeboren halsfistel
258075
258086
Microlaryngoscopie in suspensie (Kleinsasser) met of zonder afname voor biopsie
260750
260761
Wegnemen van epididymistumor
261155
261166
Heelkundige reductie van paraphimosis
275730
275741
Heelkundige behandeling van een pseudoartrose van een handbeen
276732
276743
Totale synovectomie van enkel of achtervoet (met inbegrip van osteochondromatose)
277012
277023
Heelkundige behandeling van pseudartrosen : één been van de voorvoet met uitzondering van de teen
277056
277060
Metatarsofalangeale artroplastie of capsulectomie of synovectomie : meer dan één straal via dezelfde incisie
277115
277126
Heelkundige behandeling van hallux valgus of flexus : door meer dan één osteotomie (metatarsaal of falanx) en handeling op de weke weefsels
277174
277185
Heelkundige behandeling van de hallux rigidus : door cheilectomie en osteotomie (middelvoet of falanx)
277196
277200
Heelkundige behandeling van de hallux rigidus : door cheilectomie en meer dan één osteotomie (middelvoet of falanx)
277351
277362
Plastie van één of beide gekruiste knieligamenten met tendineus, cutaan of aponeurotisch materiaal, ongeacht de techniek
279090
279101
Heelkundige behandeling van een tibio-talair conflict door middel van een weke weefselprocedure
279112
279123
Heelkundige behandeling van een tibiotalair conflict door middel van een beenderige weefselprocedure
280556
280560
Peesexploratie
280593
280604
Tenotomie
280615
280626
Verlengen van pees
292132
292143
Heelkundige behandeling van pseudartrosen : één been van de achter- en/of middenvoet
293333
293344
Heelkundige behandeling van hallux valgus of flexus : door een metatarsale osteotomie en handeling op de weke weefsels
294630
294641
Losmaken van de aponeurose van voetzool (Steindler)
294652
294663
Aponeurectomie van voetzool
294696
294700
Uitruimen van voetwortelsinus
300392
300403
Behandeling van osteochondritis door osteosynthese
300414
300425
Hechten van een meniscusscheur bij een patiënt van minder dan 25 jaar
310435
310446
Volledige eenzijdige heelkundige behandeling van inflammatoire pathologie van twee sinussen
310450
310461
Volledige eenzijdige heelkundige behandeling van inflammatoire pathologie van drie of vier sinussen
311393
311404
Dubbele osteotomie (inclusief afname) van been uit beendermassief van gelaat
311651
311662
Wegnemen van wortel of vreemde lichamen langs de fossa canina
312071
312082
Pharyngoplastiek (type Sanvenero-Rosselli)
312535
312546
Excisie voor biopsie van een kleine diep gelegen halsklier
422671
Verlossing verricht door een vroedvrouw in het kader van een daghospitalisatie op een werkdag
423673
Verlossing verricht door een vroedvrouw in het kader van een daghospitalisatie in het weekend of op een feestdag
424012
424023
Normale of ingewikkelde verlossing inclusief het honorarium voor de eventuele anesthesie, met uitsluiting van de anesthesieën door de geneesheren, specialisten voor anesthesie
424115
424126
Verloskundige ingreep wegens miskraam van vier tot zes maanden, op voorwaarde dat de vrouw het bewijs heeft geleverd dat op haar zwangerschap geneeskundig toezicht is uitgeoefend in de derde maand
431115
431126
Ovariëctomie of eierstokplastiek, één- of tweezijdig
431432
431443
Salpingectomie en salpingostomie
431653
431664
Myomectomie langs abdominale of vaginale weg
432456
432460
Volledige resectie van het endometrium, inclusief de hysteroscopie en de curettage
589116
589120
Percutane occlusie onder controle door medische beeldvorming van de arteriële of veneuze vascularisatie van één of meer organen en van pathologische letsels door fysische of chemische middelen in de encefale of medullaire streek inclusief de manipulatie en controles, tijdens de behandeling en de gebruikte catheters, exclusief de gebruikte embolisatiecatheter(s), de farmaca, de contrastmiddelen en het embolisatiematerieel
589175
589186
Percutaan inbrengen onder controle door medische beeldvorming van endovasculaire catheters met het oog op de rekanalisatie van een gedocumenteerde vasculaire occlusie, door fibrinolyse, door mechanische rekanalisatie, door aanwending van energie (thermische, laser, radiofrequentie) en door aspiratie inclusief de manipulaties en controles tijdens de behandeling en het gebruikte materiaal, exclusief de angioplastiekcatheters, de farmaca en contrastmiddelen. Voor de andere bloedvaten dan de coronaire
GROEP 7
212214
212225
Hartcatheterisme met het oog op het plaatsen van één of meerdere catheters langs veneuze weg voor tijdelijke atriale en/of ventriculaire stimulatie en/of voor monitoring van de drukken of van de hartdebieten, inclusief de eventuele radioscopische controles met televisie, denudatie, elektrocardiografische controles
220091
220102
Bioptische afname volgens Daniels
220356
220360
Exeresis van ganglion
256535
256546
Amygdalectomie, met of zonder adenoïdectomie, bij volwassenen, d.w.z. degene die achttien jaar is of ouder
256933
256944
Heelkundige bewerking wegens diepliggende halscyste of -tumor
257471
257482
Transtympanaal draineren door middel van prothese, uni of bilateraal
258532
258543
Microchirurgische ingreep op de larynx voor het corrigeren of het behoud van de stem
260175
260186
Uitnemen van uretersteen langs endoscopische weg, per zitting, inclusief cystoscopie
260713
260724
Epididymectomie
261531
261542
Testiculaire biopsie
261612
261623
Meatoplastiek door verschuiving van het slijmvlies
261811
261822
Percutane pyelo- of nefrostomie onder echoscopische of radioscopische controle met beeldversterker en televisie in gesloten keten
262356
262360
Diagnostische ureteroscopie of ureterorenoscopie met ureterdilatatie onder controle door medische beeldvorming.
262371
262382
Therapeutische ureteroscopie of ureterorenoscopie met ureterdilatatie onder controle door medische beeldvorming voor de behandeling van lithiasis, abcessen, letsels of stenose.
276533
276544
Reconstructie van nagelbed door ent
287851
287862
Hechting van nagelbed
300355
300366
Percutane nucleotomie wegens discushernia onder controle met beeldversterker
310914
310925
Behandeling van kaakbeenostitis, door curettage, in één of meer bewerkingen
311135
311146
Trepanatie van bovenkaakbeen wegens tumor, ostitis, sequesters of voor opzoeken van vreemde lichamen
311371
311382
Enkelvoudige osteotomie (inclusief afname) van been uit beendermassief van gelaat
311415
311426
Osteotomie met verplaatsing van kaakbeenstukken of reconstructieheelkunde op het kaakbeen inclusief plaatfixatie en eventuele afname van een autogene beenent
312012
312023
Osteosynthese wegens breuk van bovenkaakbeen of van malaris
312130
312141
Behandeling - eenvoudige methode - van breuk van een been van beendermassief van gelaat, exclusief neusbeenbreuken
355073
355084
Behandeling van steenvormingen (nier-, gal-, pancreasstenen) met behulp van de extracorporele schokgolvenlithotriptor onder radioscopische of echografische controle
431093
431104
Marsupialisatie van de klier van Bartholin
431491
431502
Amputatie van baarmoederhals en plastiek met vaginale lappen (Sturmdorf)
431756
431760
Vagina- en vulvaplastiek
432294
432305
Conisatie van de baarmoederhals
432353
432364
Invasieve obstetrische procedure ( amniocentese,foetale punctie, cordocentese ) onder echografische controle
532210
532221
Afschaven of dermabrasio door heelkundig procédé van ten minste de helft van het gelaat of uitgestrekt over ten minste één vijfde van de lichaamsoppervlakte met uitsluiting van scheikundige technieken
BIJLAGE II. - Bij de Nationale overeenkomst ZH/2020 NOMINATIEVE LIJST VAN DE VERSTREKKINGEN BEDOELD IN ARTIKEL 4, § 8
Forfait 1 chronische pijn
202355
202366
Cervicale cordotomie door middel van percutane radiofrequente techniek, met gebruik van beeldversterker
202392
202403
Percutane behandeling van het ganglion, sphenopalatinum door middel van radiofrequente stromen, met gebruik van beeldversterker
202716
202720
Plaatsen, subcutaan tunnelen en fixeren van een epidurale, intrathecale of plexuscatheter met het oog op een langdurige infusie van analgetica, al dan niet met gebruik van beeldversterker
202753
202764
Radiofrequente of chemische behandeling van de sympaticusstreng, op cervicaal, thoracaal of lumbo-sacraal niveau, met gebruik van beeldversterker, aanrekenbaar maximaal driemaal per jaar
202775
202786
Radiofrequente of chemische behandeling van het ganglion coeliacum bilateraal, met gebruik van beeldversterker
Forfait 2 chronische pijn
202370
202381
Percutane behandeling van het ganglion van Gasser door middel van radiofrequente stromen, glycerol of balloncompressie, met gebruik van beeldversterker
202414
202425
Intraveneuze sympatectomie, aanrekenbaar maximaal viermaal per jaar, per zitting
202436
202440
Selectieve diagnostische blokkade van de bezenuwing van de zygoapofysaire gewrichten, minimum drie gewrichtsniveaus (unilateraal), met gebruik van beeldversterker, aanrekenbaar maximaal driemaal per jaar
Percutane radiofrequente behandeling van de bezenuwing van de zygoapofysaire gewrichten, minimum drie gewrichtsniveaus (unilateraal), met gebruik van beeldversterker, aanrekenbaar maximaal driemaal per jaar :
202451
202462
op cervicaal niveau
202473
202484
op thoracaal niveau
202495
202506
op lumbaal/sacraal niveau
202510
202521
Selectieve diagnostische blokkade van het lumbaal of sacraal dorsaal ganglion met gebruik van beeldversterker, aanrekenbaar maximaal driemaal per behandeling en zesmaal per jaar
202532
202543
Percutane radiofrequente behandeling van het lumbaal of sacraal dorsaal ganglion, met gebruik van beeldversterker, 1ste zenuwniveau, aanrekenbaar maximaal tweemaal per jaar
202576
202580
Selectieve diagnostische blokkade van het cervicaal dorsaal ganglion met gebruik van beeldversterker, aanrekenbaar maximaal driemaal per behandeling en zesmaal per jaar
202591
202602
Percutane radiofrequente behandeling van het cervicaal dorsaal ganglion, met gebruik van beeldversterker, 1ste zenuwniveau, aanrekenbaar maximaal tweemaal per jaar
202635
202646
Selectieve diagnostische blokkade van het thoracaal dorsaal ganglion met gebruik van beeldversterker, aanrekenbaar maximaal driemaal per behandeling en zesmaal per jaar
202650
202661
Percutane radiofrequente behandeling van het thoracaal dorsaal ganglion, met gebruik van beeldversterker, 1ste zenuwniveau, aanrekenbaar maximaal tweemaal per jaar
202694
202705
Cryotherapie van zenuw of ganglion, aanrekenbaar maximaal zesmaal per jaar
202731
202742
Selectieve diagnostische blokkade van de sympaticusstreng, op cervicaal, thoracaal of lumbo-sacraal niveau, met gebruik van beeldversterker, aanrekenbaar maximaal driemaal per jaar
202790
202801
Radiculaire of transforaminale infiltratie, met gebruik van beeldversterker, maximum een zenuwwortel per zitting, aanrekenbaar maximaal zesmaal per jaar
Forfait 3 chronische pijn
202834
202845
Epidurale infiltratie met therapeutisch doel, op thoracaal of cervicaal niveau, uitgevoerd in een daartoe technisch uitgeruste ruimte binnen een erkende verplegingsinrichting, aanrekenbaar maximaal zesmaal per jaar