FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN EN FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER

28 MEI 2004. - Omzendbrief. - Instructies betreffende de procedure voor indiening en goedkeuring van de Overeenkomsten inzake Verkeersveiligheid voor het jaar 2004

Aan Mevrouw en Heren Provinciegouverneurs, Aan Mevrouw de Gouverneur van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad, Aan de Dames en Heren Burgemeesters, Ter informatie, Aan de Dames en Heren Procureurs-generaal, Aan de Commissaris-generaal van de federale politie, Aan de Voorzitter van de Vaste Commissie van de lokale politie, Aan de Directeur-generaal van de Algemene Directie Veiligheids- en Preventiebeleid, Aan de Dames en Heren Arrondissementscommissarissen, Aan de Dames en Heren Korpschefs van de politiezones. 1. Wettelijke en reglementaire grondslag -Art.63bis tot 68quinquies van de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer, ingevoegd bij artikel 32 van de wet van 7 februari 2003 houdende verschillende bepalingen inzake verkeersveiligheid (Belgisch Staatsblad van 25 februari 2003). - Koninklijk besluit van 3 mei 2004 betreffende de overeenkomsten tussen de federale overheid en de politiezones inzake verkeersveiligheid (Belgisch Staatsblad van 12 mei 2004), hierna « het koninklijk besluit » genoemd. 2. Algemeen kader De verkeersveiligheid, één van de belangrijkste bezorgdheden van de bevolking, is eveneens een prioriteit van de regering die hiervoor een energieke, globale en gezamenlijke actie beoogt.De Staten-Generaal van de Verkeersveiligheid hebben in februari 2003 aanleiding gegeven tot formulering van heel wat aanbevelingen. Op grond van die aanbevelingen en met talrijke maatregelen (nieuwe indeling van de overtredingen, verbetering van het controle en handhavingsbeleid, Straatcode, ), heeft de regering financiële hulp willen bieden aan de politiezones opdat deze bijzondere acties zouden kunnen ontwikkelen inzake verkeersveiligheid.

In die context beoogt het nieuw hoofdstuk IV van titel V van de wet van 16 maart 1968 (art. 68bis tot 68quinquies) een herverdeling tot stand te brengen van de opbrengst van de strafrechtelijk geldboetes inzake wegverkeer, voor de politiezones die een overeenkomst inzake verkeersveiligheid met de betrokken Ministers hebben afgesloten.

Het gaat dus over een stimulans voor bijkomende acties inzake verkeersveiligheid. De acties die door de overeenkomst worden geviseerd moeten dus verschillen van de acties die reeds vóór de overeenkomst in de zone werden gevoerd. Het doel bestaat er niet in om de kosten te dragen van de acties die reeds door het politiekorps zijn uitgevoerd (de financiering bovenop de toelagen van de Veiligheids- en Preventiecontracten, van de federale dotatie, ...). Anderzijds wordt deze overeenkomst niet geïsoleerd gezien van haar context. De overeenkomst moet integendeel kaderen in een filosofie van integrale veiligheid en een grote samenhang verzekeren met het zonaal veiligheidsplan en met de jaarlijkse actieplannen die er in verband mee staan. Indien het Zonaal Veiligheidsplan dus het strategische hulpmiddel vormt voor bepaling van het veiligheidsbeleid in de politiezone, dan moet de overeenkomst worden beschouwd als één van de hulpmiddelen voor mogelijke uitvoering van het plan. Zoals artikel 68quinquies vermeldt, « De overeenkomst moet kaderen in het zonale veiligheidsplan ».

Zo verwijzen de overeenkomsten inzake veiligheid voor 2004 naar de zonale veiligheidsplannen 2003-2004 en voor de volgende jaren zullen zij rekening houden met de zonale plannen 2005-2008 en met de actieplannen die er betrekking op hebben.

Indien het thema van de verkeersveiligheid niet opgenomen is in het zonaal plan 2003-2004 en in de actieplannen van een bepaalde politiezone, dan kan ze die in haar plannen integreren mits een addendum wordt toegevoegd dat ze overzendt aan de Directeur-generaal van de Algemene Directie Veiligheids- en Preventiebeleid van de FOD Binnenlandse Zaken, ten laatste terzelfdertijd als de overeenkomst inzake verkeersveiligheid.

Deze circulaire stelt de procedure vast die concreet moet worden gevolgd wat betreft de uitwerking, de indiening en de goedkeuring van de overeenkomsten inzake verkeersveiligheid bedoeld bij de wegverkeerswet en het koninklijk besluit van 3 mei 2004.

Aan het einde van dit eerste verslagjaar 2004, zal een evaluatie plaatsvinden van de procedure teneinde deze, indien nodig, te verduidelijken. 3. Verdeelsleutel Voor de toepassing van de verdeelsleutel zoals bepaald in artikel 5 van het koninklijk besluit, werden de volgende bronnen gebruikt : ? gegevens van het Nationaal Instituut van de Statistiek, betreffende het aantal doden en zwaargewonden op de wegen van de zone die onder de bevoegdheid van de lokale politie vallen; ? gegevens van de FOD Mobiliteit en Vervoer wat betreft het aantal kilometers lokale en gewestelijke wegen van de zone. 4. Uitwerking van de overeenkomsten 4.1. Algemeenheden Zoals voorzien in artikel 2, § 2 van het koninklijk besluit komt de procedure voor voorbereiding en aanneming van de overeenkomst overeen met de procedure die is voorzien voor de voorbereiding en de aanneming van de zonale veiligheidsplannen.

Het ontwerp van overeenkomst inzake verkeersveiligheid wordt voorbereid, besproken en goedgekeurd binnen de Zonale Veiligheidsraad (ZVR) en moet minstens door de Voorzitter en door de Procureur des Konings worden ondertekend.

Aangezien het gaat over financiële hulp aan de zone met het oog op het versterken van allerhande maatregelen en acties en waarbij de verkeersveiligheid wordt verbeterd, voorziet de overeenkomst zowel in acties op het vlak van informatie, van sensibilisering van de burger en van preventie, als inzake verkeerscontroles.

De zone verbindt er zich toe om alle beschikbaar gestelde middelen aan te wenden om bijkomende acties uit te voeren en specificeert de acties die zullen worden gevoerd. Deze moeten redelijkerwijs overeenkomen met het bedrag dat wordt toegekend aan de zone.

De voorziene acties hebben betrekking op het referentiejaar voor de toekenning van de specifieke financiële hulp. 4.2. Aandachtspunten Het ontwerp van overeenkomst inzake verkeersveiligheid zal ervoor zorgen dat de samenhang met het zonaal veiligheidsplan met betrekking tot het lopende jaar, op de voorgrond wordt gesteld. De overeenkomst vormt immers in zekere zin een actieplan van het zonaal veiligheidsplan voor wat de verkeersveiligheid betreft en het is dus belangrijk dat de overeenkomst kadert in de logica van het zonaal veiligheidsplan.

Er zal eveneens een argumentatie worden ontwikkeld over de opportuniteit van de keuzes inzake acties, door de zone gemaakt in functie van haar specifiek karakter en met het oog op het bereiken van het beoogde doel, met name, een effectieve vermindering van het aantal doden en gewonden op de wegen. (1) 4.3. Thema's De overeenkomst inzake verkeersveiligheid kan, naar keuze, op een of meerdere van de volgende thema's betrekking hebben : - overdreven of onaangepaste snelheid - rijden na alcoholopname - rijden onder invloed van drugs of andere stoffen - vervoer over de weg, van goederen en personen - gordels en veiligheidsuitrustingen - hinderlijk of gevaarlijk parkeren - agressief gedrag in het verkeer. 4.4. Vorm van de overeenkomst De ontwerpen van overeenkomsten zullen worden uitgewerkt overeenkomstig het bijgaande vooraf vastgestelde model, teneinde een zo groot mogelijke samenhang te verzekeren en de taak te vergemakkelijken, zowel van de diensten die deze moeten analyseren met het oog op hun goedkeuring als van de politiediensten die deze moeten aanwenden.

De zone gebruikt dit model in functie van de acties die zij van plan is te voeren en geeft, zoals artikel 68quinquies bepaalt, een korte beschrijving van de verkeersveiligheidsproblemen in de zone, evenals een inventaris van de bestaande preventieve en repressieve activiteiten. 5. Goedkeuringsprocedure Overeenkomstig artikel 68bis, § 1, wordt de overeenkomst inzake verkeersveiligheid, na goedkeuring en ondertekening door de burgemeester(s) en de procureur des Konings, voorgelegd aan de Minister van Binnenlandse Zaken en aan de Minister van Mobiliteit, die zich, na overleg, moeten uitspreken over de al dan niet goedkeuring van de overeenkomst. 5.1. Ontvankelijkheid Het ontwerp van overeenkomst wordt slecht in aanmerking genomen wanneer aan de volgende voorwaarden wordt voldaan : ? Het ontwerp van overeenkomst moet worden goedgekeurd door de zonale veiligheidsraad. ? Voor 2004 mag het ontwerp van overeenkomst worden ingediend vanaf de publicatie van het koninklijk besluit en ten laatste uiterlijk op 1 september. De komende jaren moet het ontwerp van overeenkomst uiterlijk op 1 april worden ingediend. ? De voorzitter van de zonale veiligheidsraad stuurt, per post of via elektronische weg, een exemplaar naar het volgende adres : - Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer Directoraat-generaal Mobiliteit en Verkeersveiligheid Ter attentie van Jean-Paul Gailly, Directeur-generaal Résidence Palace - Wetstraat 155 1040 Brussel E-mailadres : conventies.vv@mobilit.fgov.be - Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken Directoraat-generaal Veiligheids- en Preventiebeleid Ter attentie van Jérôme GLORIE, Directeur-generaal Koningsstraat 56 1000 Brussel E-mailadres : vpb.spuv@ibz.fgov.be ? Vanaf het tweede jaar moet, bij de indiening van het nieuwe ontwerp van overeenkomst door de politiezone, verplicht een evaluatie van de vorige overeenkomst worden bijgevoegd. Het gaat over een verplichte en noodzakelijke voorwaarde voor de goedkeuring van de overeenkomst.

Indien die evaluatie er niet is bijgevoegd wanneer de volgende overeenkomst wordt voorgelegd, wordt de beslissing tot goedkeuring uitgesteld (zie punt 7). 5.2. Goedkeuring van de overeenkomsten inzake verkeersveiligheid De ontwerpen van overeenkomst worden, naarmate ze binnenkomen, geanalyseerd door de bevoegde diensten van de FOD Mobiliteit (DG Mobiliteit en Verkeersveiligheid, Directie Verkeersveiligheid) en Binnenlandse Zaken (AD Veiligheids- en Preventiebeleid, Directie Publieke Veiligheid). Krachtens artikel 6 van het koninklijk besluit, kunnen de overeenkomsten inzake verkeersveiligheid het voorwerp uitmaken van een beslissing tot goedkeuring, tot uitstel of tot weigering : - Uitstel : Wanneer tijdens onderzoek van het ontwerp van overeenkomst en na overleg, blijkt dat er wijzigingen of aanpassingen moeten worden aangebracht opdat de overeenkomst kan worden goedgekeurd, dan wordt contact opgenomen met de coördinator van de betrokken zone opdat hieraan zou kunnen worden verholpen. Deze laatste beschikt dan over een termijn van 15 werkdagen om een nieuw ontwerp van overeenkomst in te dienen. - Weigering : de Ministers van Mobiliteit en van Binnenlandse Zaken kunnen, na overleg en bij gemotiveerde beslissing, altijd een overeenkomst weigeren (in eerste en laatste instantie of wanneer, naar aanleiding van een beslissing tot uitstel, het nieuwe ontwerp van overeenkomst nog altijd niet kan worden goedgekeurd). In dat geval kan de betrokken zone geen nieuw ontwerp meer indienen vóór het volgende jaar.

Van zodra het ontwerp van overeenkomst door beide bevoegde Ministers is goedgekeurd, nodigt de Directie Verkeersveiligheid de FOD Financiën uit om de bedragen waartoe werd besloten, te storten. Gelijktijdig hiermee deelt zij de beslissing tot goedkeuring mee aan de Voorzitter van de zonale veiligheidsraad.

Op dezelfde wijze wordt, in geval van weigering, de gemotiveerde beslissing ter kennis gebracht van de Voorzitter van de ZVR. 6. Betalingsmodaliteiten - Een eerste schijf, die overeenkomt met 50 % van het bedrag, voorzien in het besluit houdende toekenning van de financiële tussenkomst en waarop de zone aanspraak kan maken, wordt gestort zodra de overeenkomst door de Ministers van Mobiliteit en Binnenlandse Zaken is goedgekeurd. - De storting van het saldo wordt ten laatste op 1 januari eropvolgend uitgevoerd. 7. Evaluatieverslag Het eerste jaar voegt de zone, bij de plannen, inzake de maatregelen van het ontwerp van overeenkomst (zie bijlage), de acties toe die gevoerd en voorzien zijn in de zone en in het kader van het zonaal veiligheidsplan en de actieplannen 2003 (indien er zijn) en 2004.Voor de volgende jaren zullen de plannen inzake maatregelen de acties hernemen die voorzien en gevoerd zijn in het kader van de veiligheidsovereenkomst van het voorgaande jaar. Deze plannen met maatregelen zullen dus terzelfdertijd het evaluatieverslag uitmaken dat over de overeenkomsten over het voorafgaande jaar is uitgebracht.

Dit verslag moet de bijkomende inspanningen, gedaan door de zone dankzij de toegekende toelage, nader belichten.

Zoals aangegeven in het punt 5.1. « « Ontvankelijkheid » », zal, bij afwezigheid van dit verslag tijdens de indiening van het tweede ontwerp van overeenkomst, dit laatste niet in aanmerking kunnen worden genomen. 8. Bijlage Om het opstellen van deze overeenkomst te vergemakkelijken, wordt een model bij deze omzendbrief gevoegd. Brussel, 28 mei 2004.

De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL De Minister van Mobiliteit, B. ANCIAUX _______ Nota (1) Staten-Generaal van de Verkeersveiligheid (voor 2010, een vermindering van het aantal doden met 50 %) Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld