gepubliceerd op 03 september 2018
Omzendbrief GPI 89 betreffende de richtlijnen met betrekking tot de organisatie van het rollenspel met vuurwapen, interactieve oefeningen met vuurwapen of gelijkaardige oefeningen met vuurwapen in de opleiding en training geweldbeheersing binnen de geïntegreerde politie
FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN
21 AUGUSTUS 2018. - Omzendbrief GPI 89 betreffende de richtlijnen met betrekking tot de organisatie van het rollenspel met vuurwapen, interactieve oefeningen met vuurwapen of gelijkaardige oefeningen met vuurwapen in de opleiding en training geweldbeheersing binnen de geïntegreerde politie
Aan de Dames en Heren Provinciegouverneurs, Aan Mevrouw de Hoge Ambtenaar belast met de uitoefening van bevoegdheden van de Brusselse Agglomeratie, Aan de Dames en Heren Burgemeesters, Aan de Dames en Heren Voorzitters van de Politiecolleges, Aan de Dames en Heren Korpschefs van de lokale politie, Aan de heer Commissaris-generaal van de federale politie, Ter informatie : Aan de Heer Directeur-generaal van de Algemene Directie Veiligheid en Preventie, Aan de Voorzitter van de Vaste Commissie van de lokale politie, Mevrouw, Mijnheer de Gouverneur, Mevrouw de Hoge Ambtenaar, Mevrouw, Mijnheer de Burgemeester, Mevrouw, Mijnheer de Voorzitter, Mevrouw, Mijnheer de Korpschef, Mijnheer de Commissaris-generaal, Het Hoog Overlegcomité heeft naar aanleiding van een dramatisch schietincident een advies geformuleerd over het gebruik van vuurwapens tijdens simulatie-oefeningen.
Ingevolge dit advies is gebleken dat het noodzakelijk is om de normen en de principes die voorzien zijn in de GPI 48 (1) en verduidelijkt worden in het handboek "opleiding geweldbeheersing - hoofdstuk 2 - het rollenspel in de opleiding en trainingen geweldbeheersing" te verfijnen voor de geïntegreerde politie.
Onderhavige richtlijn beperkt zich tot de opleiding en training in politie-interventietechnieken met vuurwapen, binnen of buiten een schietinfrastructuur (indoor of outdoor), zonder gebruik te maken van reële munitie en onder de vorm van rollenspelen, interactieve oefeningen of gelijkaardige oefeningen. De trainingen en oefeningen in het kader van het genegotieerd beheer van de publieke ruimte waarbij er geen gebruik wordt gemaakt van het vuurwapen vallen buiten de toepassing van onderhavige richtlijn.
De algemene en specifieke bepalingen uit de Welzijnswet (2) en de Codex (3) over het Welzijn op het Werk dienen te worden nageleefd net als de omkaderingsnormen uit de GPI 48, derwijze dat de volgende aspecten kunnen verzekerd worden : de algemene veiligheid van de activiteiten en de deelnemers op de site (« veiligheidsofficier ») ; de algemene coördinatie van de activiteiten (« coördinator ») en de evaluatie van de deelnemers (« evaluatoren »).
Voor de opleiding en training in politie-interventietechnieken, in de vorm van rollenspelen, interactieve oefeningen of gelijkaardige oefeningen dient er een specifieke omkadering te worden voorzien en mag enkel oefenbewapening, zoals hieronder omschreven, worden gebruikt.
Overeenkomstig de GPI 48 wordt iedere opleiding of training geleid en omkaderd door gebrevetteerde specialisten geweldbeheersing.
Onder oefenbewapening wordt verstaan : De werkende oefenwapens die in staat zijn om een projectiel maar geen reële munitie af te vuren, namelijk : - het airsoftwapen : wapen dat met perslucht, gas of een elektrisch motortje werkt en enkel inerte of markerende projectielen kan afvuren; - het simulatiewapen : wapen dat ontworpen is om gekleurde projectielen af te vuren; - het geconverteerde wapen : reëel wapen waarvan de loop en andere onderdelen definitief zijn vervangen door een dispositief dat enkel toelaat om met markerende of blanke munitie te schieten.
De niet-werkende oefenwapens waarmee het onmogelijk is om een projectiel af te vuren : - het alarmwapen; - het inerte wapen: een wapen onder de vorm van een blok hars of plastiek dat getrouw de vorm van een wapen weergeeft. Dit wapen kan op geen enkele manier worden gemanipuleerd; - het didactisch wapen : een in de lengte doorgesneden wapen dat de verschillende onderdelen ervan zichtbaar maakt; - het pedagogisch wapen : een wapen dat alle gewone manipulaties en het gebruik van inerte patronen toelaat.
Indien om redenen van operationele beschikbaarheid tijdens de verplaatsing van en naar de oefeninfrastructuur de dracht van de individuele of collectieve bewapening met reële munitie dient te gebeuren, dient deze operationele individuele of collectieve bewapening, laders en reserveladers met bijhorende reële munitie voorafgaand aan de oefening afgegeven te worden aan de verantwoordelijke van de opleiding of training. Laatstgenoemde waakt over het respect van de principes voor het opslaan en bewaren van bewapening zoals voorzien in de GPI 62 (4).
Bovendien dient elk personeelslid dat deelneemt aan dergelijke opleiding of training de kogelwerende vest te dragen afgestemd op de opdracht waarvoor de oefening bestemd is en, in voorkomend geval, de voorziene bijkomende beschermingsmiddelen indien gebruik wordt gemaakt van inerte of markerende projectielen.
Tot slot is het noodzakelijk om nogmaals te wijzen op het feit dat het verzekeren van de veiligheid en de gezondheid tijdens om het even welke oefening een verantwoordelijkheid is van de bevoegde overheid onder wiens gezag de oefening wordt georganiseerd en van elke deelnemer aan de oefening, zowel hij die omkadert als hij die deelneemt.
Met het oog op het verzekeren van de continuïteit van de opleiding en training van het personeel wordt een overgangsperiode, de tijd nodig om de aankoop van het materiaal te realiseren, voorzien.
Deze overgangsperiode beperkt zich tot de categorie van bewapening waarvoor er op de markt momenteel geen oefenwapens (werkende of niet-werkende) bestaan.
Tijdens deze overgangsperiode wordt het gebruik van reële wapens, die tijdelijk werden geconverteerd, voorlopig toegelaten en dient de overheid onverwijld alles in het werk te stellen om het materiaal, noodzakelijk om uitvoering te geven aan onderhavige richtlijn, aan te schaffen. Ter gelegenheid van het gebruik van de tijdelijke geconverteerde reële wapens dienen specifieke maatregelen te worden genomen met het oog op het versterken van de veiligheid, in het bijzonder met betrekking tot de controle op de afwezigheid van reële munitie in die wapens.
De Vice-Eerste Minister en Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, J. JAMBON _______ Nota's (1) Omzendbrief GPI 48 van 17 maart 2006 betreffende de opleiding en training in geweldbeheersing voor de personeelsleden van het operationeel kader van de politiediensten.(2) Wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 08/06/2005 numac 2005015073 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993 type wet prom. 04/08/1996 pub. 24/07/1997 numac 1996015142 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Arabische Republiek Egypte tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Kaïro op 3 januari 1991 type wet prom. 04/08/1996 pub. 21/10/1999 numac 1999015088 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en internationale samenwerking Wet houdende instemming met het Protocol tussen de regering van het Koninkrijk België en de regering van de Franse Republiek betreffende het kraamgeld, ondertekend te Brussel op 26 april 1993 type wet prom. 04/08/1996 pub. 30/06/1998 numac 1998015016 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van de Overeenkomst over het Wegvervoer tussen het Koninkrijk België, de Republiek Estland, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden, ondertekend te Athene op 11 juni 1992 type wet prom. 04/08/1996 pub. 19/05/1999 numac 1999015018 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van de Overeenkomst over het wegvervoer tussen het Koninkrijk België, de Republiek Estland, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden, ondertekend te Athene op 11 juni 1992. - Addendum sluiten betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk.(3) Codex van 28 april 2017 over het welzijn op het werk. (4) Omzendbrief GPI 62 van 14 februari 2008 betreffende de bewapening van de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus.