Etaamb.openjustice.be
Omzendbrief van 20 december 2004
gepubliceerd op 25 januari 2005

Ministeriële omzendbrief PLP 37 betreffende de samenwerking en het uitwisselen van inlichtingen met betrekking tot het fenomeen terrorisme en extremisme

bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
numac
2005000012
pub.
25/01/2005
prom.
20/12/2004
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN


20 DECEMBER 2004. - Ministeriële omzendbrief PLP 37 betreffende de samenwerking en het uitwisselen van inlichtingen met betrekking tot het fenomeen terrorisme en extremisme


Aan Mevrouw en Heren Provinciegouverneurs, Aan Mevrouw de Gouverneur van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad, Aan de Dames en Heren Burgemeesters, TER INFORMATIE : Aan de commissaris-generaal van de federale politie, Aan de voorzitter van de vaste commissie van de lokale politie, Aan de directeur-generaal van de algemene directie voor preventie en veiligheidsbeleid, Aan de arrondissementscommissarissen, Aan de korpschefs van de lokale politie.

Mevrouw, Mijnheer de Gouverneur, Dames en Heren Burgemeesters, I. Algemene context Een aantal recente dramatische gebeurtenissen op het vlak van terrorisme en extremisme kunnen onze eerder geponeerde doelstellingen in het nationaal veiligheidsplan 2003-2004 en het nu recente nationaal veiligheidsplan 2004-2007, enkel maar nog meer benadrukken. Uit informatie die ik heb ingewonnen blijkt dat ook de informatie-uitwisseling binnen onze geïntegreerde politiedienst naar behoren verloopt.

De informatieflux, zoals geregeld in de dwingende richtlijn MFO-3, heeft reeds meermaals zijn vruchten afgeworpen.

Hoeft het nog gezegd dat in het kader van een efficiënte terrorismebestrijding het permanent inwinnen van informatie van essentieel belang is. In dit verband wens ik nogmaals het belang van de lokale politie te onderstrepen. Zij zijn onze ogen en oren op het terrein en zijn per definitie daarom het best geplaatst om te voldoen aan hetgeen gevraagd wordt in het artikel 44 van de Wet op het Politieambt.

Om dit gegeven te verzekeren wens ik dat deze activiteit wordt beschouwd als een permanent aandachtpunt voor de lokale politie. Dit aandachtspunt kan op een later, nog te bepalen tijdstip, dan worden toegevoegd aan het zonaal veiligheidsplan.

Deze omzendbrief verfijnt, beklemtoont en interpreteert dan ook voor een deel hetgeen reeds staat vermeld in het artikel 44 van de WPA, hetgeen op zijn beurt dan technisch wordt vertaald in de dwingende richtlijn MFO 3. Het is ook mijn bedoeling dit belangrijk gegeven onder uw voortdurende aandacht te houden.

II. Maatregelen federale overheid Ook op federaal niveau hebben we een aantal structurele optimaliseringen aangebracht. Ook hier was het de bedoeling onze waakzaamheid hoog te houden en er tevens voor te zorgen dat we ook kunnen beschikken over de nodige structuren om alle gevraagde inlichtingen tijdig te kunnen verzamelen, te verkrijgen, te verwerken om ze vervolgens te kunnen contextualiseren.

Pas dan kunnen we met kennis van zaken, na de draagwijdte van elke te ondernemen stap correct te hebben ingeschat, de nodige beleidsmatige instructies, inlichtingen en opdrachten verstrekken aan onze politie.

Om ons hiervan te verzekeren zullen we de AGG, Algemeen Gemengde Groep, uitbreiden en omvormen tot een « Algemene Inlichtingendienst Veiligheidsdreigingen » (AIV). Hier zullen alle veiligheids- en inlichtingendiensten inclusief vertegenwoordigers van de lokale en federale politie en van de diverse departementen die nuttige inlichtingen terzake kunnen aanleveren, zoals bijvoorbeeld verkeer, transport, financiën, douane, buitenlandse zaken hun plaats hebben.

Alle beschikbare data en inlichtingen zullen dus worden samengebracht bij deze dienst. Deze nieuw op te richten dienst zal onder het gezag staan van de minister van Justitie en van mezelf.

Verder werd er voor gezorgd dat de diensten van de federale politie die zich specifiek met materies als terrorisme en extremisme bezighouden danig in personeel en materieel worden versterkt.

III. Maatregelen voor de lokale politie Ook hier werd reeds een hele weg afgelegd. In het jaar 2002, t.t.z. in het volle reorganisatiejaar van de opstart lokale politie, bleek dat op het vlak van samenwerking en uitwisseling van informatie er reeds degelijke initiatieven waren ontwikkeld. De infogaring was echter onvoldoende gestructureerd en liet teveel ruimte op het vlak van inzameling en verwerking op het niveau van de lokale korpsen.

Om de zones te ondersteunen en om betere infofluxen te verkrijgen heeft de federale politie, via de kanalen van de directeurs gerechtelijke politie, netwerken opgezet met de korpsen van lokale politie. Met meer dan 100 zones zijn er reeds gezamenlijke contactpunten met de diensten GDA (Gerechtelijke diensten arrondissement) van de federale politie. In bepaalde arrondissementen werden zelfs projecten opgestart waar behoudens de lokale en de federale politie, ook de inlichtingendiensten, de douane en zelfs het leger aan deelnemen. Ik kan dit enkel toejuichen en aanmoedigen.

Ik wil echter niets onverlet laten en alle mogelijke bronnen en structuren uitputten ten einde onze bevolking de hoogste mogelijke veiligheid te kunnen garanderen.

IV. Te volgen werkwijze voor de lokale politie In het Nationaal Veiligheidsplan 2004-2007 wordt het beheersen en zo mogelijk terugdringen van de omvang van het terrorisme als een prioriteit weerhouden. Hierbij wordt van de lokale politie verwacht dat ze o.m. : - gericht informatie inwinnen en die doorsturen; - bijzondere aandacht besteden aan de kwaliteit van de vaststellingen.

Om een optimale inwinning, doorstroming en lokale exploitatie van de bestuurlijke infoflux te garanderen verzoek ik de burgemeesters, de voorzitters van het politiecollege ingeval van een meergemeentenzone, om de organisatie van de informatiedoorstroming intern het korps als een aandachtspunt op te laten opnemen in het zonale veiligheidsplan 2005-2008, en me tevens ter kennis te brengen op welke wijze hun korpsen hiertoe (hebben) bij(ge)dragen.

Dit aandachtpunt kan worden uitgewerkt onder de vorm van een actieplan, waarbij aan volgende vragen minstens moet voldaan worden : - wie levert de informatie aan ? - welke informatie wordt ingezameld/ingewonnen ? - op welke wijze gebeurt dit (actief en passief) ? - wanneer gebeurt dit ? - aan wie wordt deze informatie aangeleverd ? - welke hulpmiddelen (technologisch en materieel) worden hiertoe aangewend ? - met wie wordt hiervoor samengewerkt ? - .....

Dit actieplan dient uiteraard ook te worden voorzien van een maatplan of een opvolgingsplan waarbij maatstaven en indicatoren zijn opgenomen. De zonale veiligheidsraad kan zich dan op elke vergadering laten informeren op basis van dit opvolgingsplan.

Het actieplan wordt, zoals voorgeschreven in de omzendbrief PLP 35 toegezonden aan CGL voor toevoeging aan het zonale veiligheidsplan.

CGL stelt hierover jaarlijks een rapport op dat aan mij zal worden overgemaakt, zodat ik na grondige analyse kan nagaan op welke wijze het geheel van de fluxen kan worden geoptimaliseerd, mocht dit evenwel nodig blijken.

Ik zou u dankbaar zijn indien u alle burgemeesters van uw provincie dringend op de hoogte brengt van het voorgaande.

U gelieve, Mevrouw, Mijnheer de Gouverneur, de datum waarop deze Omzendbrief in het Belgisch Staatsblad wordt gepubliceerd, in het bestuursmemoriaal te willen vermelden.

P. DEWAEL, Vice-Eerste Minister en Minister van Binnenlandse Zaken

^