Etaamb.openjustice.be
Omzendbrief van 19 juni 2007
gepubliceerd op 20 augustus 2007

Ministeriële omzendbrief betreffende de installatie van de gemeentelijke adviescommissies voor ruimtelijke ordening en mobiliteit

bron
ministerie van het waalse gewest
numac
2007202549
pub.
20/08/2007
prom.
19/06/2007
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

MINISTERIE VAN HET WAALSE GEWEST


19 JUNI 2007. - Ministeriële omzendbrief betreffende de installatie van de gemeentelijke adviescommissies voor ruimtelijke ordening en mobiliteit


I. WETTELIJKE VERWIJZINGEN Artikelen 7, 17, 33, 50, 51, 79, 127, 6°, 168, 173, 251, 255/1, 255/2, 259/1, 259/2 en 268 van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium.

II. INLEIDING Deze omzendbrief heeft als doel de toepassingsmodaliteiten van de regels inzake samenstelling en werking van de gemeentelijke adviescommissies voor ruimtelijke ordening en mobiliteit na de vernieuwing van de gemeenteraden te verduidelijken.

Hij vervangt de ministeriële omzendbrief van 12 januari 2001 (Belgisch Staatsblad van 16 maart 2001).

De decreten van 18 juli 2002, 1 april 2004, 3 februari 2005, 27 oktober 2005, 23 februari 2006, 1 juni 2006 en 15 februari 2007 hebben de regels inzake de gemeentelijke adviescommissies voor ruimtelijke ordening gewijzigd wat de volgende punten betreft. ? Op algemeen vlak ? Het opschrift van de gemeentelijke commissie wordt aangevuld om te verwijzen naar haar bevoegdheid inzake mobiliteit en wordt dus de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening en mobiliteit (C.C.A.T.M.). ? Op het vlak van de samenstelling ? Het ledenaantal van de commissie bestaat uit twaalf leden (gemeenten van minder dan twintigduizend inwoners) of zestien leden (gemeenten van minstens twintigduizend inwoners). ? Het voorzitterschap van de commissie mag niet aan een lid van het gemeentecollege worden toevertrouwd. ? Elk lid, de voorzitter inbegrepen, mag niet meer dan twee opeenvolgende effectieve mandaten uitoefenen. ? Op verzoek van de gemeenteraad kan van de evenredigheidsregel worden afgeweken ten gunste van de minderheid in de raad. ? De mobiliteitsbelangen moeten in de commissie aanwezig zijn. ? De gemeenteraad kiest de leden met inachtneming van, onder meer, een weergave van de leeftijdspyramide die eigen is aan de gemeente. ? Op het vlak van de bevoegdheden De bij de decreten van 18 juli 2002, 1 april 2004, 3 februari 2005, 27 oktober 2005, 23 februari 2006, 1 juni 2006 en 15 februari 2007 aangebrachte wijzigingen aan het Wetboek vertrouwen nieuwe opdrachten aan de "C.C.A.T.M." toe, onder meer de mobiliteit.

Naast de opdrachten omschreven in het Wetboek kan de "C.C.A.T.M." initiatiefadviezen geven over de onderwerpen die zij als relevant beschouwt. ? Op het vlak van de werking ? De commissie komt minstens zes keer per jaar bijeen.

Het bedrag van het presentiegeld waarop de voorzitter en de leden van de gemeentelijke commissie recht hebben kan door de Regering vastgelegd worden. ? Op het vlak van de procedure De dossiers inzake de samenstelling, de vernieuwing en de wijziging van de "C.C.A.T.M." moeten niet aan het advies van de Gewestelijke Commissie voor Ruimtelijke Ordening worden onderworpen.

III. SAMENSTELLING Algemeen Enkel een gewoon lid wordt als lid van de "C.C.A.T.M." beschouwd.

Elk lid van de gemeentelijke commissie, de voorzitter inbegrepen, mag niet meer dan twee opeenvolgende effectieve mandaten uitoefenen. Deze bepaling is van toepassing voor de duur van de twee laatste opeenvolgende mandaten die voorafgaan aan de inwerkingtreding van het decreet van 15 februari 2007. Een gewoon lid dat al twee opeenvolgende mandaten heeft uitgeoefend, kan als plaatsvervanger worden aangewezen.

Een plaatsvervanger die twee opeenvolgende mandaten heeft uitgeoefend kan eveneens als gewoon lid worden aangewezen.

Op voordracht van één of meer van zijn leden kiest de gemeenteraad de voorzitter en de leden met inachtneming van : ? een evenwichtige geografische verspreiding op het gehele grondgebied van de gemeente; ? een vertegenwoordiging van de sociale, economische, patrimoniale, milieu en mobiliteitsbelangen moet behartigd worden; ? een weergave van de leeftijdspyramide die eigen is aan de gemeente.

Aantal leden Het aantal leden van de "C.C.A.T.M." hangt af van het bevolkingscijfer van de gemeente op de datum van de gemeentelijke beraadslaging over de samenstelling of de vernieuwing van de "C.C.A.T.M.". Het aantal leden blijft onveranderd ongeacht de evolutie van de bevolking tijdens de duur van de mandaten.

Voor elk lid kan de gemeenteraad één of meer plaatsvervangers aanwijzen die dezelfde belangen behartigen als het betrokken gewoon lid.

Naast de voorzitter is de "C.C.A.T.M." samengesteld uit : - twaalf leden voor een bevolking van minder dan twintigduizend inwoners; - zestien leden voor een bevolking van minstens twintigduizend inwoners.

Voorzitterschap De voorzitter van de gemeentelijke commissie wordt door de gemeenteraad gekozen onder de personen die hun kandidatuur ingediend hebben overeenkomstig de modaliteiten van de openbare oproep.

De voorzitter mag geen gemeenteraadslid zijn.

Het lid van de gemeenteraad dat bevoegd is voor ruimtelijke ordening en stedenbouw en de adviseur inzake de ruimtelijke ordening en stedenbouw bedoeld in artikel 12, § 1, 6°, van het Wetboek, hebben van ambtswege zitting in de gemeentelijke commissie met raadgevende stem.

De voorzitter is lid noch plaatsvervangend lid en mag bijgevolg niet meegerekend worden. Hij heeft geen plaatsvervanger.

Gemeentevierde Wat het gemeentevierde betreft, wordt in artikel 7 van het Wetboek bepaald dat de gemeentelijke commissie voor één vierde uit door de gemeenteraad afgevaardigde leden bestaat. Dit vierde wordt verdeeld naar evenredigheid van de vertegenwoordiging van de meerderheid en de minderheid binnen de gemeenteraad en wordt respectievelijk gekozen door de gemeenteraadsleden van de ene en de andere.

Op verzoek van de gemeenteraad kan van de evenredigheidsregel worden afgeweken ten gunste van de minderheid.

De gemeenteraadsleden van de meerderheid, enerzijds, en van de minderheid, anderzijds, wijzen hun respectievelijke vertegenwoordigers aan. Deze beslissingen worden vervolgens door de gemeenteraad bekrachtigd.

Andere leden De andere leden en hun eventuele plaatsvervangers worden gekozen onder de personen die zich kandidaat hebben gesteld binnen de in de openbare oproep bepaalde termijn. Een lid kan niet tegelijk plaatsvervanger zijn; een plaatsvervanger kan alleen de plaatsvervanger van één enkel lid zijn.

Indien de gemeenteraad beslist één of meerdere plaatsvervangers aan ieder lid toe te voegen, moeten deze laatsten dezelfde belangen of, bij gebrek, gelijkaardige belangen behartigen.

Onder alle voorgedragen kandidaten kiest de gemeenteraad de leden.

De belangen worden bepaald naar gelang de motivering in de kandidaatstellingen.

Indien een vereniging wenst vertegenwoordigd te worden, kan ze een persoonlijke instemmende kandidaatstelling steunen. Indien een lid een vereniging wenst te vertegenwoordigen, moet hij een uitdrukkelijke machtiging van deze vereniging kunnen tonen.

In haar keuze, voor het geheel van de commissie, kan de gemeenteraad ook gebruik maken van het bepaalde van het decreet van 15 mei 2003 tot bevordering van de evenwichtige aanwezigheid van mannen en vrouwen binnen de gewestelijke adviesorganen (Belgisch Staatsblad van 20 mei 2003), inzonderheid artikel 3 waarin wordt bepaald dat hoogstens twee derde van de leden van een adviesorgaan van hetzelfde geslacht zijn.

Onverenigbaarheid Het feit dat een zaak niet door dezelfde persoon onderzocht en berecht kan worden, geldt steeds als algemeen beginsel.

Aangezien de gemeente er belang bij heeft om verscheidene adviezen in te winnen, is het aangewezen het advies van de "C.C.A.T.M." te onderscheiden van de door administraties uitgebrachte adviezen.

Bijgevolg mogen de ambtenaren die, in het kader van hun beroep, dossiers in verband met de gemeente moeten behandelen of een beslissing daarover moeten nemen inzake ruimtelijke ordening, stedenbouw, patrimonium en mobiliteit, geen voorzitter, lid of plaatsvervanger zijn van de "C.C.A.T.M.". Een attest van de hiërarchisch meerdere zal de functies van de ambtenaar die eventueel zijn kandidatuur ingediend heeft, bepalen. De onverenigbaarheden met betrekking tot de behandeling van de mobiliteitsdossiers beperken zich tot de aanvragen behandeld op grond van het Wetboek.

Personen kunnen naar gelang de agenda door de "C.C.A.T.M." als deskundigen worden opgeroepen. Er zijn geen permanente deskundigen. De deskundigen mogen aan de beraadslagingen niet deelnemen.

Als de voorzitter, een lid of een plaatsvervanger rechtstreeks of onrechtstreeks betrokken is bij een dossier behandeld door de "C.C.A.T.M.", moet hij de zitting verlaten en mag hij geenszins aan de stemming deelnemen.

IV. BEVOEGDHEDEN Naast de adviezen die ze vanwege het Wetboek moet geven, kan de commissie initiatiefadviezen geven over de onderwerpen die zij als relevant beschouwt.

Het gemeentecollege of de gemeenteraad kan op eigen intiatief dossiers voor advies aan de "C.C.A.T.M." voorleggen.

Zo kan onder andere de uitdrukkelijke verwijzing naar de bevoegdheid inzake mobiliteit leiden tot het bevoordelen van dit aspect in de adviezen, inzonderheid wat het openbaar vervoer of de inrichtingen voor personen met een beperkte beweeglijkheid betreft.

V. PROCEDURE 1. Oprichting of vernieuwing a.Beslissing van de gemeenteraad Indien de gemeentelijke commissie reeds bestaat, beslist de gemeenteraad binnen drie maanden na zijn eigen oprichting over de vernieuwing ervan. Het gaat hier om een termijn van orde.

Binnen zes maanden na zijn eigen oprichting beslist de gemeenteraad over de oprichting van de "C.C.A.T.M.". Het gaat hier ook om een termijn van orde.

In beide gevallen belast de gemeenteraad het gemeentecollege met een openbare oproep binnen de maand na de beslissing tot oprichting of vernieuwing van de commissie. b. Openbare oproep ° Termijn Het gemeentecollege stelt de openbare oproep op en bepaalt de daaraan verbonden termijn.De termijn zal voldoende zijn om zo veel mogelijke kandidaatstellingen mogelijk te maken. Op ideale wijze zou deze termijn minimum dertig kalenderdagen bedragen. ° Wijze van bekendmaking Het model en de afmetingen moeten met de bepalingen van artikel 7, § 3, tweede lid, van het wetboek overeenstemmen. Bij een decretale wijziging terzake, blijven het model en de afmetingen bedoeld in het vorig artikel van toepassing tot de inwerkingtreding van een nieuw wijzigend uitvoeringsbesluit.

Het bericht moet naar gelang het geval in de bladzijden met streeknieuws van drie Franstalige of Duitstalige dagbladen worden bekendgemaakt. Het bericht kan ook bekendgemaakt worden in gemeentelijke informatiebladen of in reclamekranten die gratis aan de bevolking worden uitgedeeld of op een gemeentelijke website. ° Kandidaatstelling De kandidaatstellingen moeten, binnen de termijnen en uiterlijk de dag voor de datum aangegeven in de openbare oproep, bij aangetekend schrijven gericht worden aan het gemeentecollege of tegen ontvangstbewijs neergelegd worden op het gemeentehuis.

In de kandidaatstelling zullen minstens de naam, voornaam, woonplaats, leeftijd, geslacht, motivatie, functie en (sociale, economische, patrimoniale, leefmilieu en mobiliteit) belangen die de kandidaat wenst te behartigen, worden vermeld.

Wat de weergave van de leeftijdspyramide betreft, dient verwezen te worden naar artikel 488 van het Burgerlijk Wetboek waarin staat dat de meerderjarigheid is vastgesteld op de volle leeftijd van achttien jaar, op die leeftijd is men bekwaam tot alle handelingen van het burgerlijk leven, in casu de indiening van een kandidatuur.

De gemeentesecretaris maakt een chronologische lijst op van de kandidaatstellingen, die bij het dossier gevoegd zal worden wanneer de leden en plaatsvervangers door de gemeenteraad aangewezen worden. ° Bijkomende oproep Als het aantal ontvangen kandidaturen tijdens de openbare oproep onvoldoende is, kan het gemeentecollege beslissen om een bijkomende oproep op te stellen. Deze oproep gaat in op de datum vastgelegd door het gemeentecollege. c. Keuze van de voorzitter, van de leden en de plaatsvervangers De aanwijzing van de voorzitter, de leden en de plaatsvervangers wordt vermeld in eenzelfde beraadslaging van de gemeenteraad. De gemeenteraad heeft twee maanden na het einde van de openbare oproep om de voorzitter en de leden te kiezen en de plaatsvervangers aan te wijzen.

Om alle mogelijke disfunctie te vermijden, is het aangewezen één of meer plaatsvervangers toe te voegen.

De gemeenteraad zorgt ervoor dat de plaatsvervangers hiërarchisch worden gerangschikt om de plaatsvervanger te kunnen identificeren die over de prerogatieven van het lid tijdens diens afwezigheid zal beschikken. d. Berekening van het gemeentevierde Voor de berekening van het gemeentevierde komt de voorzitter niet in aanmerking.De berekening gebeurt als volgt : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Een gewone regel van drieën zal voor de juiste afrekening van deze vertegenwoordiging zorgen. Wanneer de uitslag van de berekening een getal met decimalen is, moeten de waarden van 0,01 tot 0,49 op een hele eenheid naar beneden worden afgerond en de waarden van 0,50 tot 0,99 op een hele eenheid naar boven. het aantal leden die de meerderheid in het gemeentevierde vertegenwoordigen = aantal gemeenteraadseleden van de meerderheid/totaal aantal gemeenteraadsleden vertegenwoordigen x aantal leden die het gemeentevierde het aantal leden die de minderheid in het gemeentevierde vertegenwoordigen = aantal gemeenteraadsleden van de oppositie/totall aantal gemennteraadsleden vertegenwoordigen x aantal leden die het gemeentevierde bijvoorbeeld : de gemeente telt 22.000 inwoners, de gemeenteraad bestaat uit 25 leden, onder wie 17 leden de meerderheid vertegenwoordigen en 8 leden de minderheid. De "C.C.A.T.M." bestaat uit 16 leden. Naast de eventuele plaatsvervangers telt het gemeentevierde dus 4 leden en wordt samengesteld als volgt : Voor de meerderheid : 17/25 X 4 = 2,74 leden hetzij 3 leden Voor de minderheid : 8/25 X 4 = 1,28 lid hetzij 1 lid Ter herinnering, op verzoek van de gemeenteraad kan er van de evenredigheidsregel worden afgeweken maar uitsluitend ten voordele van de minderheid. 2. Gedeeltelijke vernieuwing tijdens de duur van de mandaten In geval van wettige reden kan de gemeenteraad tijdens de duur van de mandaten tot de gedeeltelijke vernieuwing van de "C.C.A.T.M." overgaan bijvoorbeeld als het aantal plaatsvervangers niet toelaat om de openstaande betrekkingen in te vullen. Bij de gedeeltelijke hernieuwing wordt de openbare oproep opgesteld in functie van het aantal openstaande mandaten.

Deze gedeeltelijke vernieuwing neemt alle formaliteiten voor de oprichting of volledige vernieuwing van een "C.C.A.T.M." in acht.

Elke wijziging moet gerechtvaardigd worden.

Voorzitterschap Als het mandaat van de voorzitter openstaat, kan de gemeenteraad zijn vervanging aan de Regering voorstellen overeenkomstig artikel 7 van het Wetboek en het huishoudelijk reglement.

Deze aanwijzing wordt bij ministerieel besluit bekrachtigd.

Binnen het gemeentevierde Tijdens de duur van de mandaten kan een mandaat binnen het gemeentevierde openvallen ingevolge een ontslag, een overlijden, een onverenigbaarheid of indien één of meerdere vertegenwoordigers van de gemeenteraadsleden van een politieke richting binnen het gemeentevierde het vertrouwen van deze gemeenteraadsleden niet meer krijgen.

In dit geval stellen de gemeenteraadsleden de gemeenteraad voor dit lid of deze leden te vervangen door kandidaten die ze zelf hebben gekozen. Zij kunnen ook plaatsvervangers vervangen of weglaten of hun aantal vergroten.

Bij ministerieel besluit wordt de aanwijzing van nieuwe leden van het gemeentevierde bekrachtigd.

De gemeenteraad zal, in voorkomend geval, akte nemen van het in gebreke blijven van één of meerdere plaatsvervanger(s). Deze beraadslaging wordt ter informatie aan de Regering voorgelegd.

Onder de andere leden ° Openstaand mandaat als lid Indien het mandaat van een lid openstaat, neemt de gemeenteraad hiervan akte en kiest hij de vervanger onder zijn plaatsvervangers volgens de eerder vastgestelde hiërarchische volgorde. Bij gebreke aan een plaatsvervanger kan de gemeenteraad ook een plaatsvervanger van een ander lid kiezen, dat hetzelfde belang of, bij gebrek, een gelijkaardig belang behartigt in verband met de keuze die hij bij zijn kandidaatstelling heeft geuit.

De aanwijzing van het nieuwe lid wordt bij ministerieel besluit bekrachtigd.

Bij ontstentenis van de plaatsvervanger moet de gemeenteoverheid overgaan tot de gedeeltelijke of zelfs volledige vernieuwing van haar "C.C.A.T.M.". ° Openstaand mandaat als plaatsvervanger Indien het mandaat van een plaatsvervanger openstaat, neemt de gemeenteraad hiervan akte. Hij zal : - ofwel een plaatsvervanger aanwijzen volgens de eerder vastgestelde hiërarchische volgorde; - ofwel een plaatsvervanger van een ander lid aanwijzen die hetzelfde belang of, bij gebrek, een gelijkaardig belang behartigt; - ofwel niet tot zijn vervanging overgaan.

Deze beraadslaging wordt ter informatie aan de Regering voorgelegd.

Deze beslissing wordt niet bij ministerieel besluit bekrachtigd.

Elk openstaand mandaat (lid of plaatsvervanger) moet het voorwerp uitmaken van een rechtvaardiging bij beraadslaging van de gemeenteraad en, in voorkomend geval, door het sturen van de ontslagbrief.

De kandidaten die bij de installatie van de "C.C.A.T.M." niet in aanmerking werden genomen, worden niet in een wervingsreserve opgenomen. 3. Ontbinding van de "C.C.A.T.M." Overeenkomstig artikel 7, § 2, eerste lid, van het Wetboek, ofwel op eigen initiatief ofwel op voordracht van de gemeenteraad, kan de Regering het besluit tot oprichting van de gemeentelijke commissie opheffen wanneer deze commissie niet meer bijeenkomt, onregelmatig werkt of wanneer de in het eerste lid bedoelde beslissing tot vernieuwing niet wordt genomen.

Indien de Regering tijdens de duur van de mandaten vaststelt dat de "C.C.A.T.M" haar opdrachten niet regelmatig vervult, richt ze een schrijven aan de gemeenteoverheid om haar op de hoogte ervan te brengen en verzoekt ze haar om de toestand te regulariseren.

Indien de toestand binnen drie maanden niet geregulariseerd is, kan de Regering op eigen initiatief tot de ontbinding van de "C.C.A.T.M." overgaan.

VI. WERKING VAN DE "C.C.A.T.M." 1. Huishoudelijk reglement De Regering stelt de commissie in en bepaalt gelijktijdig haar huishoudelijk reglement. Dit reglement is een referentiemiddel voor de werking van de commissie.

Bij de oprichting of de vernieuwing van de "C.C.A.T.M.", dienen de gemeenteoverheden aan de Regering een ontwerp van nieuw huishoudelijk reglement of een aanpassing van dit reglement in functie van de vigerende decreetsbepalingen voor te stellen.

Elke wijziging wordt bij ministerieel besluit bekrachtigd.

Een model van het huishoudelijk reglement kan bij het "Direction générale de l'Aménagement du Territoire, du Logement et du Patrimoine - Direction de l'Aménagement local" (Directoraat-generaal Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Patrimonium - Directie Plaatselijke Inrichting), rue des Brigades d'Irlande 1, 5100 Jambes (081-33 25 43 of 081-33 25 82) verkregen worden. 2. Werkingstoelage De gemeente waarvan de commissie kan aantonen dat ze, overeenkomstig artikel 255/1 van het Wetboek, haar bevoegdheden geregeld heeft uitgeoefend tijdens het jaar vóór de subsidieaanvraag, komt voor een jaarlijkse subsidie in aanmerking. De aanvraag, waarbij het activiteitenverslag van het afgelopen jaar gevoegd is, wordt door het gemeentecollege bij "Direction générale de l'Aménagement du Territoire, du Logement et du Patrimoine - Division de l'Aménagement et de l'Urbanisme" (Directoraat-generaal Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Patrimonium - Afdeling Inrichting en Stedenbouw) ingediend binnen de eerste drie maanden na het jaar waarvoor de subsidie wordt aangevraagd. De nodige formulieren zijn beschikbaar op de website van het "Direction générale de l'Aménagement du Territoire, du Logement et du Patrimoine" (Directoraat-generaal Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Patrimonium).

Deze omzendbrief vervangt de ministeriële omzendbrief van 12 januari 2001.

Namen, 19 juni 2007.

De Minister van Huisvesting, Vervoer en Ruimtelijke Ontwikkeling, A. ANTOINE

^