Etaamb.openjustice.be
Decreet van 15 mei 2003
gepubliceerd op 01 juli 2003

Decreet tot wijziging van de Waalse Huisvestingscode en artikel 174 van het Waals Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium

bron
ministerie van het waalse gewest
numac
2003027513
pub.
01/07/2003
prom.
15/05/2003
ELI
eli/decreet/2003/05/15/2003027513/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

15 MEI 2003. - Decreet tot wijziging van de Waalse Huisvestingscode en artikel 174 van het Waals Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium (1)


De Waalse Gewestraad heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.In de zin van dit decreet wordt verstaan onder : 1° « Code » : de Waalse Huisvestingscode, ingesteld bij decreet van 29 oktober 1998 en gewijzigd bij de decreten van 18 mei 2000, 14 december 2000, 31 mei 2001 en 20 december 2001;2° « WWROS » : het Waals Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium, gewijzigd bij de decreten van 27 november 1997, 23 juli 1998, 16 december 1998, 11 maart 1999, 1 april 1999, 6 mei 1999 en 18 juli 2002.

Art. 2.In artikel 1 van de Code wordt punt 2° opgeheven.

Art. 3.In artikel 1 van de Code worden onder de punten 9° en 11° volgende leden toegevoegd : « De in bovenstaand lid bedoelde gezinnen mogen tijdens de periode waarin ze de woning bewonen, geen woning in volle eigendom of in vruchtgebruik hebben, behalve indien het een onverbeterbare of onbewoonbare woning is.

De Regering legt de wijze vast waarop de bepaling van bovenstaand lid uitgevoerd wordt. »

Art. 4.In artikel 1 van de Code wordt er een punt 18°bis ingevoegd, luidend als volgt : « 18°bis. Onroerend goed waarvoor een overeenkomst bestaat : het type onroerend goed dat door de Regering is bepaald en waarvan het beheer verzorgd wordt door een vastgoedbeheerder die het verhuurt aan een gezin met een gemiddeld of bescheiden inkomen of aan een gezin dat in een precaire toestand verkeert. De Regering stelt de voorwaarden en de wijze van beheersovername en van verhuur vast; ».

Art. 5.In artikel 1, 23°, van de Code wordt het woorddeel « gemeente » geschrapt en worden de woorden « of een agentschap voor sociale huisvesting » vervangen door de woorden « , een agentschap voor sociale huisvesting of een vereniging ter bevordering van de huisvesting ».

Art. 6.In artikel 1 van de Code wordt punt 24° vervangen door volgende tekst : « 24° bouwen : een woning bouwen, laten bouwen dan wel een nooit bewoonde woning of een woning waarvan de ruwbouw niet is afgewerkt, aankopen; ».

Art. 7.In artikel 1 van de Code wordt een punt 26°bis ingevoegd, luidend als volgt : « 26°bis. In stand houden : werken uitvoeren om een woning in stand te houden; ».

In artikel 1 van de Code wordt een punt 26°ter ingevoegd, luidend als volgt : « 26°ter. Verbeteren : werken uitvoeren in een woning om het comfort, de uitrusting, de veiligheid of de duurzaamheid ervan te verhogen; ».

In artikel 1 van de Code wordt onder het punt 27° het woord « verbeterbare » vervangen door de woorden « al dan niet verbeterbare ».

Art. 8.In artikel 1 van de Code worden in het Frans in het laatste lid van de punten 29°, 30° en 31° de woorden « disposer d' » vervangen door het woord « détenir ».

Art. 9.In artikel 1 van de Code wordt een punt 36° ingevoegd, luidend als volgt : « 36° sociaal hypothecair krediet : de door een hypotheek gewaarborgde leningen die door de « Société wallonne du Crédit social », het « Fonds du Logement des Familles nombreuses de Wallonie » of de « Guichets du Crédit social » worden toegekend aan gezinnen die in een precaire toestand verkeren, aan gezinnen met een bescheiden of een gemiddeld inkomen, met het oog op : a) de bouw, de aankoop, de sanering, de herstructurering, de aanpassing, de instandhouding, de verbetering of de vrijwaring van de eigendom van een eerste woning in het Waalse Gewest, zoals bepaald door de Regering, bestemd voor eigen bewoning;b) de terugbetaling van bijzonder zware hypotheekschulden die aangegaan zijn voor dezelfde doeleinden als die bedoeld onder a) ;c) de financiering van enige levensverzekeringspremies om de leners te dekken in het kader van die verrichtingen. Gelijkgesteld met die leningen worden bepaalde producten die bedoelde leningen aanvullen of ermee verwant zijn, bepaald door de Regering.

Als ermee verwante producten worden meer bepaald beschouwd de hypothecaire leningen die voor dezelfde doeleinden toegekend zijn als die, bedoeld in het eerste lid onder a) en b) waarvan de toekenningsvoorwaarden hoofdzakelijk verband houden met de koopwaarde van de woning, binnen de door de Regering vastgelegde perken.

De rentevoet van de hypothecaire kredieten is lager dan de marktrente voor gelijkaardige, door de Regering vastgestelde verrichtingen. »

Art. 10.Het opschrift van hoofdstuk I van titel II van de Code wordt vervangen door volgend opschrift : « HOOFDSTUK I. - Gezondheidsnormen voor woningen en aanwezigheid van brandmelders »

Art. 11.In artikel 3, tweede lid, van de Code wordt punt 7° vervangen door volgende tekst : « 7° de structuur en de afmetingen van de woning; ».

Art. 12.In hoofdstuk I van titel II van de Code wordt een afdeling 1bis ingevoegd, luidend als volgt : « Afdeling 1bis. - Beveiliging tegen brandgevaar in de woningen door de aanwezigheid van brandmelders.

Art. 4bis.Elke individuele of collectieve woning wordt uitgerust met minstens één perfect functionerende brandmelder.

Onder brandmelder wordt het luchtbewakingstoestel verstaan dat volgens de door de Regering vastgestelde criteria door middel van een schel geluidssignaal verwittigt dat een bepaalde hoeveelheid van verbranding afkomstige rook- of gasconcentratie in de lucht aanwezig is. Het toestel dient door een door de Regering erkende instelling gecertificeerd te worden.

De eigenaar van de woning bedoeld in het eerste lid dient de kost voor de aankoop, de installatie en de vervanging van de brandmelders op zich te nemen, de bewoner dient hem te onderhouden en de eigenaar onverwijld verwittigen bij gebrekkige werking ervan.

De Regering stelt de voorwaarden voor en de wijze van uitvoering van dit artikel vast. »

Art. 13.Het opschrift van afdeling 2 van hoofdstuk I van titel II van de Code wordt vervangen door volgend opschrift : « Afdeling 2. - Inachtneming van de gezondheidsnormen en aanwezigheid van brandmelders »

Art. 14.In artikel 5 van de Code wordt het tweede lid vervangen door volgende bepaling : « Elke drager van zakelijke rechten op een woning en, indien de woning in huur is gegeven, de verhuurder en de bewoner van de woning worden, indien zij zijn geïdentificeerd, door het bestuur ingelicht over elk onderzoek met betrekking tot die woning en worden uitgenodigd om aanwezig te zijn bij het onderzoek. » In hetzelfde artikel wordt tussen het tweede en het derde lid volgend lid ingevoegd : « In afwijking van de bepalingen van het tweede lid is het bestuur er niet toe verplicht de verhuurder in te lichten indien het een onderzoek betreft met betrekking tot een woning die in huur genomen wordt of dient te worden door een persoon die een verhuis- en huurtoelage heeft aangevraagd. » In hetzelfde artikel worden in het voormalige derde lid de woorden « Indien de bewoner of de drager van de zakelijke rechten daar niet mee instemmen » vervangen door de woorden « Indien één van de personen bedoeld in het tweede lid daar niet mee instemt ».

Art. 15.In artikel 6 van de Code worden de woorden « aan de drager van zakelijke rechten op het gebouw, aan de bewoner » vervangen door de woorden « aan de personen bedoeld in het tweede lid van artikel 5 ».

Art. 16.In artikel 7 van de Code wordt het tweede lid vervangen door volgend lid : « Behalve bij dringende spoed is de burgemeester ertoe verplicht, elke drager van zakelijke rechten op de woning die bij het onderzoeksverslag betrokken is en, indien de woning in huur gegeven is, de verhuurder van de woning evenals diens eventuele bewoner te horen wanneer zij zijn geïdentificeerd en indien zij dat wensen. De verhoorprocedure wordt door de Regering vastgesteld. » In hetzelfde artikel worden in het vierde lid de woorden « de drager van zakelijke rechten op de woning » vervangen door de woorden « elke drager van zakelijke rechten op de woning en, indien de woning in huur is gegeven, de verhuurder ».

In hetzelfde artikel wordt in het voorlaatste lid het woord « gezondheidsonderzoek » vervangen door het woord « onderzoek ».

Een artikel 7bis, luidend als volgt, wordt in de Code ingevoegd : «

Art. 7bis.Elke drager van zakelijke rechten op de betrokken woning en, wanneer de woning in huur is gegeven, de verhuurder en de eventuele bewoner ervan kunnen bij ter post aangetekend schrijven een beroep bij de Regering indienen tegen de maatregelen die door de Burgemeester zijn beslist overeenkomstig artikel 7, eerste tot en met derde lid, indien die hen onvoldoende of ongepast leken. Het beroep wordt ingediend binnen een termijn van vijftien dagen met ingang van de dag waarop de verzoeker kennis heeft genomen van de door de burgemeester getroffen beslissingen. Behalve in geval van dringende spoed is het beroep opschortend.

Indien de Regering binnen een termijn van vijfenveertig volle dagen met ingang van de dag waarop het beroep ontvangen is, de nietigheid van de omstreden beslissingen niet heeft uitgesproken, wordt het beroep geacht ongegrond te zijn.

De Regering stelt de wijze vast van uitvoering van dit artikel. »

Art. 17.In het opschrift van afdeling 3 van hoofdstuk I van titel II van de Waalse Huisvestingscode worden de woorden « als hoofdverblijfplaats » geschrapt.

Art. 18.In artikel 9 van de Code, eerste lid, worden de woorden « voor zover ze deel uitmaken van gebouwen die minstens twintig jaar oud zijn » geschrapt en op het einde van het lid worden toegevoegd, de woorden « of op kleine individuele woningen die verhuurd of te huur aangeboden worden en die als voornaamste doel de huisvesting van studenten hebben ».

Art. 19.In artikel 10, tweede lid, van de Code worden punten 1° en 2° vervangen door volgende punten : « 1° de specifieke, door de Regering op grond van artikel 3 vastgestelde gezondheidscriteria nageleefd worden; 2° de gemeenteverordeningen inzake gezondheid, evenals de verordeningen inzake brandveiligheid nageleefd worden;».

Art. 20.In artikel 11 van de Code wordt volgend lid ingevoegd tussen het eerste en het tweede lid : « De verhuurder en de huurder kunnen zich niet verzetten tegen bovenbedoeld onderzoek en tegen de controlebezoeken. In onderlinge overeenstemming leggen onderzoeker, verhuurder en huurder een datum vast voor het woningbezoek.

Indien geen overeenstemming bereikt wordt, legt de onderzoeker de datum vast. De datum wordt minstens acht dagen vooraf schriftelijk aan huurder en verhuurder medegedeeld. »

Art. 21.In artikel 11, tweede lid, van de Code worden de woorden « de aflevering van verhuurvergunningen, alsmede de maximumtarieven voor de onderzoekskosten » vervangen door de woorden « de aflevering van verhuurvergunningen, hun hernieuwing, alsmede de maximumtarieven voor de onderzoekskosten » en wordt volgende zin toegevoegd : « De Regering stelt de beroepsprocedures en -modaliteiten met betrekking tot de aflevering van de verhuurvergunningen vast. »

Art. 22.In artikel 13 van de Code wordt het eerste lid aangevuld met volgende zin : « De huurder wordt over die aanmaning ingelicht. » In hetzelfde artikel wordt het tweede lid vervangen door volgend lid : « Indien de verhuurder niets onderneemt binnen een termijn van twintig dagen na verstrijken van de aanmaning bedoeld in het eerste lid, kan het college van burgemeester en schepenen of, indien laatstgenoemde niets onderneemt binnen een termijn van dertig dagen, de Regering de verhuurvergunning intrekken. » Er wordt in de Code een artikel 13bis ingevoegd, luidend als volgt : «

Art. 13bis.Bij gebrek aan of bij intrekking van de verhuurvergunning kan de burgemeester of, indien laatstgenoemde binnen een redelijke termijn niets onderneemt, de Regering de toegang tot en de bewoning van betrokken woningen verbieden. »

Art. 23.Artikel 14 van de Code wordt vervangen door volgende bepaling : «

Art. 14.§ 1. Het Gewest kent binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten een tegemoetkoming toe aan gezinnen die : 1° ofwel een gezonde woning aankopen of een woning aankopen om ze gezond te maken;2° ofwel een gebouw aankopen dat aanvankelijk niet voor bewoning bestemd was, om het voor huisvesting te bestemmen;3° ofwel een onverbeterbare woning slopen en op het aldus vrijgemaakte perceel een nieuwe woning bouwen;4° ofwel bouwen;5° ofwel saneren als dragers van zakelijke rechten op of huurders van de woning;6° ofwel herstructureren;7° ofwel aanpassen als dragers van zakelijke rechten op of huurders van de woning;8° ofwel een onverbeterbare woning waarop zij dragers zijn van zakelijke rechten, tot op de grond slopen. § 2. Binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten kent het Gewest toe : 1° een tegemoetkoming om een onroerend goed in aanmerking te laten komen voor een overeenkomst.Het onroerend goed waarvoor de overeenkomst afgesloten is, moet minstens negen jaar in die hoedanigheid behouden blijven; 2° een verhuis- of huurtegemoetkoming : a) aan de gezinnen in een precaire toestand die een gezonde woning in huur nemen, dan wel een verbeterbare woning die gezond zal worden gemaakt binnen een termijn van zes maanden na er hun intrek in te hebben genomen, ofwel door een onbewoonbare of overbevolkte woning te verlaten die gedurende een zekere door de Regering bepaalde periode bewoond is, ofwel door een einde te maken aan de toestand van dakloze zoals door de Regering bepaald;b) aan de gezinnen in een precaire toestand waarvan één gezinslid gehandicapt is en die een gezonde woning in huur nemen dan wel een woning die gezond zal worden gemaakt binnen een termijn van zes maanden na er hun intrek in te hebben genomen en aangepast zal worden nadat ze een onaangepaste woning hebben verlaten die ze bewoonden tijdens een zekere door de Regering bepaalde periode;c) aan de huurders van een woning die behoort aan een openbare huisvestingsmaatschappij die op initiatief van de maatschappij een door laatstgenoemde beheerde onderbewoonde woning verlaten en een woning van dezelfde maatschappij in huur nemen die in verhouding staat tot hun gezinssamenstelling. De huurtegemoetkoming wordt enkel toegekend voor zover de in huur genomen woning niet beheerd wordt door een openbare huisvestingsmaatschappij of niet behoort aan een bloedverwant in opgaande of nederdalende lijn van een gezinslid; 3° een tegemoetkoming voor het verstrekken van de huurwaarborg door een bankinstelling aan het gezin dat in een precaire toestand verkeert en een gezonde of verbeterbare woning in huur neemt.De tegemoetkoming kan meer bepaald worden toegekend via een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn. § 3. De Regering kan binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten andere verrichtingen bepalen waarvoor een tegemoetkoming aan de gezinnen toegekend wordt, gesteund op uitzonderlijke gebeurtenissen. » De artikelen 15, 16, 17, 18, 19, 20, 21 en 22 van de Code worden opgeheven.

Art. 24.In artikel 23, § 2, eerste lid, van de Code worden de woorden « van de sociale kredietmaatschappij » vervangen door de woorden « van de hypotheekondernemingen bedoeld in paragraaf 1, 4° ».

Art. 25.Artikel 24, § 1, van de Code wordt aangevuld als volgt : « 3° in voorkomend geval, de ligging van het gebouw; 4° in voorkomend geval, het bedrag van de werken.» In hetzelfde artikel wordt in paragraaf 2 het punt 3° vervangen door volgende tekst : « 3° de staat en, in voorkomend geval, de ligging van het gebouw, behalve voor de tegemoetkoming bedoeld in artikel 14, § 2, 2°; ».

In dezelfde paragraaf 2 wordt het punt 4 vervangen door volgende tekst : « 4° in voorkomend geval, de termijnen voor de uitvoering van de werken bedoeld in artikel 14. »

Art. 26.In artikel 25 van de Code worden de woorden « Société wallonne du Logement » vervangen door de woorden « Société wallonne du Crédit social » en de woorden « sociale kredietmaatschappijen » door de woorden « Guichets du Crédit social » bedoeld in afdeling 2 van hoofdstuk III van titel III ».

Art. 27.In artikel 26 van de Code wordt het eerste lid vervangen door volgend lid : « Behoudens toepassing van artikel 175.2, § 4, worden de tegemoetkomingsaanvragen aan het bestuur gericht, dat binnen tien werkdagen na ontvangst de ontvangst ervan bericht en, in voorkomend geval, om ieder document verzoekt dat nodig is voor de verdere aanvulling van het dossier. »

Art. 28.Artikel 29 van de Code wordt vervangen door volgende bepaling : «

Art. 29.§ 1. Het Gewest kan een tegemoetkoming toekennen aan elk plaatselijk bestuur of aan elk autonoom bedrijf dat één of meer sociale of middelgrote woningen optrekt of dat drager is of wordt van zakelijke rechten op een verbeterbaar gebouw, met het oog op de sanering, de herstructurering of de aanpassing ervan met als doel de oprichting van één of meer sociale of middelgrote woningen.

De verzoeker stelt de openbare huisvestingsmaatschappij die op het betrokken grondgebied bevoegd is de vraag of laatstgenoemde in aanmerking wil komen voor de tegemoetkomingen bepaald bij de artikelen 54 of 58.

Het toekennen van de tegemoetkoming aan de verzoeker is ondergeschikt aan de weigering van de openbare huisvestingsmaatschappij om in aanmerking te komen voor de tegemoetkomingen bepaald bij die artikelen 54 of 58, gegrond op de onmogelijkheid voor haar om de in het vooruitzicht gestelde verrichting te volbrengen en aan de weigering van de « Société wallonne du Logement » om zich in de plaats van bedoelde maatschappij te stellen als vastgoedbeheerder.

De onmogelijkheid bedoeld in vorig lid dient te worden aangetoond als gegrond door de « Société wallonne du Logement ». § 2. Het Gewest komt tussenbeide in : 1° de kostprijs voor de aankoop van de zakelijke rechten op het gebouw;2° de kostprijs voor de bouw, de sanering, de herstructurering of de aanpassing. § 3. De sociale of middelgrote woning die is opgericht met de tegemoetkoming van het Gewest wordt voor minstens dertig jaar voor dat doel bestemd. »

Art. 29.In artikel 31, § 1, eerste lid, van de Code worden de woorden « met uitzondering van de openbare huisvestingsmaatschappijen » vervangen door woorden « met uitsluiting van de "Société wallonne du Logement" en de openbare huisvestingsmaatschappijen ».

Art. 30.In artikel 32, § 1, eerste lid, van de Code worden de woorden « of aan iedere sociale instelling, met uitzondering van de openbare huisvestingsmaatschappijen » vervangen door de woorden « , of aan iedere sociale instelling of aan het Fonds du Logement des Familles nombreuses de Wallonie', met uitzondering van de Société wallonne du Logement' en de openbare huisvestingsmaatschappijen ».

Art. 31.Artikel 33 van de Code wordt opgeheven.

Art. 32.Er wordt in de Code een artikel 34bis ingevoegd, luidend als volgt : «

Art. 34bis.De Regering kan andere verrichtingen bepalen waarvoor een tegemoetkoming toegekend wordt aan de rechtspersonen, met uitzondering van de openbare huisvestingsmaatschappijen, gesteund op uitzonderlijke gebeurtenissen. »

Art. 33.In artikel 36, tweede lid, van de Code wordt er een punt 9° toegevoegd, luidend als volgt : « 9° in voorkomend geval, de overeenstemming van de verrichting met de programma's die zijn goedgekeurd door de Regering bedoeld in artikel 189, § 3, en de beslissingen van de Regering bedoeld in artikel 190, § 1; ».

In hetzelfde lid wordt er een punt 10° toegevoegd, luidend als volgt : « 10° in voorkomend geval, de plaats waar de verrichting gebeurt. »

Art. 34.In artikel 37 van de Code wordt paragraaf 2 vervangen door volgende bepaling : « § 2. De Regering bepaalt de wijze van berekening van de tegemoetkoming en houdt hierbij rekening met de bestemming van de met de tegemoetkoming opgetrokken woning, met de ligging van het gebouw, met de omvang van de uitgevoerde werken, met de door de Regering vastgestelde verkoopwaarde van het gebouw, na advies van het comité voor de aankoop van onroerende goederen of van de ontvanger van de registratie van het ambtsgebied waarbinnen het onroerend goed gelegen is. »

Art. 35.Artikel 39 van de Code wordt vervangen door volgende bepaling : «

Art. 39.Onverminderd het tweede lid worden de tegemoetkomingsaanvragen aan het bestuur gericht, dat binnen tien werkdagen de ontvangst van het dossier bericht en, in voorkomend geval, om ieder document verzoekt dat nodig is voor de verdere aanvulling van het dossier.

Indien nodig stelt het bestuur de dossiers samen voor de tegemoetkomingsaanvragen in opdracht van en op schriftelijk verzoek van de andere rechtspersonen dan de openbare huisvestingsmaatschappijen die verrichtingen uitvoeren die voortvloeien uit de de door de Regering goedgekeurde programma's bedoeld in artikel 189, § 3, en uit de beslissingen van de Regering bedoeld in artikel 190, § 1.

Wanneer de oorspronkelijke staat van het gebouw een voorwaarde vormt voor de toekenning van de tegemoetkoming, stelt het bestuur een gezondheidsverslag op.

Het bestuur maakt aan de Regering het tegemoetkomingsaanvraagdossier op bedoeld in het eerste lid, binnen de vijfenveertig dagen na ontvangst van het volledige dossier. »

Art. 36.De artikelen 40 en 41 worden opgeheven.

Art. 37.Artikel 42 van de Code wordt vervangen door volgende bepaling : «

Art. 42.De Regering kan de subsidie toekennen overeenkomstig de artikelen 36 tot en met 38, in voorkomend geval op basis van het gezondheidsverslag bedoeld in artikel 39. »

Art. 38.In artikel 44 van de Code wordt de inleidende zin van paragraaf 1 vervangen door volgende bepaling : « § 1. Wanneer een plaatselijk bestuur of een autonoom bedrijf een groep van gelijkgestelde sociale woningen of, met de hulp van het Gewest, middelgrote woningen, integratie- of transitwoningen optrekt of wanneer het « Fonds du Logement des Familles nombreuses de Wallonie » een groep van integratiewoningen of een groep van gelijkgestelde sociale woningen optrekt, kan het Gewest volgende kosten overnemen : ».

In hetzelfde artikel wordt in paragraaf 2 het woord « nomaden » vervangen door de woorden « rondreizende bevolkingsgroepen ».

Art. 39.In artikel 47 van de Code wordt er een punt 6° toegevoegd, luidend als volgt : « 6° in voorkomend geval, de voorwaarden voor de overeenstemming tussen de verrichting en de door de Regering goedgekeurde programma's bedoeld in artikel 189, § 3, en de beslissingen van de Regering bedoeld in artikel 190, § 1; ».

In hetzelfde artikel wordt er een punt 7° toegevoegd, luidend als volgt : « 7° in voorkomend geval, de voorwaarden voor lokalisering van de groepen. »

Art. 40.In artikel 48 van de Code wordt er een punt 3° toegevoegd, luidend als volgt : « 3° in voorkomend geval, de ligging van de groepen. »

Art. 41.Artikel 50, § 1, tweede lid, van de Code wordt vervangen door volgend lid : « Deze overdracht wordt verricht op de datum van ondertekening van het proces-verbaal van definitieve oplevering. »

Art. 42.Artikel 51 van de Code wordt vervangen door volgende bepaling : «

Art. 51.Onverminderd het tweede lid worden de tegemoetkomingsaanvragen aan het bestuur gericht, dat binnen tien werkdagen ontvangst van het dossier bericht en, in voorkomend geval, om ieder document verzoekt dat nodig is voor de verdere aanvulling van het dossier.

Indien nodig stelt het bestuur de dossiers samen voor de tegemoetkomingsaanvragen in opdracht van en op schriftelijk verzoek van de andere rechtspersonen dan de openbare huisvestingsmaatschappijen die verrichtingen uitvoeren die voortvloeien uit de de door de Regering goedgekeurde programma's bedoeld in artikel 189, § 3, en uit de beslissingen van de Regering bedoeld in artikel 190, § 1.

Het bestuur maakt aan de Regering het tegemoetkomingsaanvraagdossier over bedoeld in het eerste lid, binnen de vijfenveertig dagen na ontvangst van het volledige dossier. »

Art. 43.Artikel 52 van de Code wordt opgeheven.

Art. 44.Artikel 53 van de Code wordt vervangen door volgende bepaling : «

Art. 53.De Regering kan de tegemoetkoming toekennen, mits naleving van onderafdeling 2 van deze afdeling.

De voorwaarden en nadere regels voor de uitvoering van deze onderafdeling worden door de Regering bepaald. »

Art. 45.Artikel 54 van de Code wordt vervangen door volgende bepaling : «

Art. 54.§ 1. De « Société wallonne du Logement » kan een tegemoetkoming toekennen aan de openbare huisvestingsmaatschappij die één of meer sociale woningen bouwt of die de eigendom verwerft over één of meer woningen om ze voor sociale huisvesting te bestemmen.

De « Société wallonne du Logement » draagt bij in de kostprijs voor de bouw of de aankoop. § 2. De « Société wallonne du Logement » kan een tegemoetkoming toekennen aan elke openbare huisvestingsmaatschappij die een onverbeterbaar gebouw aankoopt of onteigent of drager wordt van zakelijke rechten erop met het oog op sanering, herstructurering of aanpassing ervan met het oog op de oprichting van één of meer sociale woningen.

De « Société wallonne du Logement » draagt in de volgende kosten bij : 1° de kosten voor verwerving van zakelijke rechten op het gebouw;2° de renovatie-, herstructurerings- of aanpassingskosten.»

Art. 46.In artikel 58, eerste lid, van de Code worden de woorden « of aankoopt » ingevoegd na de woorden « die een woning bouwt ».

Art. 47.Er wordt in de Code een artikel 59bis ingevoegd, luidend als volgt : «

Art. 59bis.De Regering kan andere verrichtingen bepalen waarvoor door de « Société wallonne du Logement » een tegemoetkoming verleend kan worden aan de openbare huisvestingsmaatschappijen, gesteund op uitzonderlijke gebeurtenissen of met het oog op de instandhouding of de verbetering van de woningen. »

Art. 48.In artikel 61, tweede lid, van de Code wordt er een punt 9° toegevoegd, luidend als volgt : « 9° in voorkomend geval, de overeenstemming tussen de verrichting en de door de Regering goedgekeurde programma's bedoeld in artikel 189, § 3, en de beslissingen van de Regering bedoeld in artikel 190, § 1; ».

In hetzelfde artikel wordt er een punt 10° toegevoegd, luidend als volgt : « 10° in voorkomend geval, de voorwaarden voor lokalisering van de verrichting. »

Art. 49.Artikel 62, § 2, van de Code wordt vervangen door volgende bepaling : « § 2. De Regering bepaalt de wijze van berekening van de tegemoetkoming door rekening te houden met de bestemming van de met de tegemoetkoming opgetrokken woning, met de ligging van het gebouw, met de omvang van de uitgevoerde werken, met de door de Regering vastgestelde verkoopwaarde van het gebouw, na advies van het comité voor de aankoop van onroerende goederen of van de ontvanger van de registratie van het ambtsgebied waarbinnen de woning gelegen is. »

Art. 50.Artikel 64 van de Code wordt vervangen door volgende bepaling : «

Art. 64.Onverminderd het tweede lid worden de tegemoetkomingsaanvragen aan de « Société wallonne du Logement » gericht, dat binnen tien werkdagen ontvangst van het dossier bericht en, in voorkomend geval, om ieder document verzoekt dat nodig is voor de verdere aanvulling van het dossier.

Indien nodig stelt de « Société wallonne du Logement » de dossiers samen voor de tegemoetkomingsaanvragen in opdracht van en op schriftelijk verzoek van de openbare huisvestingsmaatschappijen die verrichtingen uitvoeren die voortvloeien uit de de door de Regering goedgekeurde programma's bedoeld in artikel 189, § 3, en uit de beslissingen van de Regering bedoeld in artikel 190, § 1. »

Art. 51.Artikel 66 van de Code wordt opgeheven.

Art. 52.Artikel 67 van de Code wordt vervangen door volgende bepaling : «

Art. 67.De « Société wallonne du Logement » kan de subsidie toekennen overeenkomstig de artikelen 61 tot en met 63 en op grond van het gezondheidsverslag bedoeld in artikel 65. »

Art. 53.De laatste zin van artikel 69 van de Code wordt er paragraaf 2 van.

Art. 54.In artikel 72 van de Code wordt er een punt 6° toegevoegd, luidend als volgt : « 6° in voorkomend geval, de voorwaarden voor de overeenstemming tussen de verrichting en de door de Regering goedgekeurde programma's bedoeld in artikel 189, § 3, en de beslissingen van de Regering bedoeld in artikel 190, § 1; ».

In hetzelfde artikel wordt er een punt 7° toegevoegd, luidend als volgt : « 7° in voorkomend geval, de voorwaarden voor de ligging van de groepen. »

Art. 55.In artikel 73 van de Code wordt er een punt 3° toegevoegd, luidend als volgt : « 3° in voorkomend geval, de ligging van de groepen. »

Art. 56.Artikel 75, § 1, van de Code wordt vervangen door volgende bepalingen : « § 1. De in artikel 69, 1° en 2°, bedoelde uitrustingen en inrichtingen worden, met uitzondering van de gemeenschappelijke toegangswegen, in de staat waarin ze zich bevinden kosteloos naar de gemeente overgedragen en bij de gemeentewegen ondergebracht.

Deze overdracht wordt van ambtswege verricht op de datum van ondertekening van het proces-verbaal van definitieve oplevering.

De gemeenschappelijke toegangswegen bedoeld in vorig lid worden aan de gemeente overgedragen indien de gemeente dat wenst, in de staat waarin ze zich bevinden overgedragen en bij de gemeentewegen ondergebracht.

Die overdracht wordt enkel kosteloos verricht ter hoogte van het bedrag van de gewestelijke subsidie. De overdrachtswaarde wordt voor het overige bij overeenkomst bepaald tussen de openbare huisvestingsmaatschappij en de gemeente. »

Art. 57.Artikel 76 van de Code wordt vervangen door volgende bepaling : «

Art. 76.Onverminderd het tweede lid worden de tegemoetkomingsaanvragen aan de « Société wallonne du Logement » gericht, dat binnen tien werkdagen ontvangst van het dossier bericht en, in voorkomend geval, om ieder document verzoekt dat nodig is voor de verdere aanvulling van het dossier.

Indien nodig stelt de « Société wallonne du Logement » de dossiers samen voor de tegemoetkomingsaanvragen in opdracht van en op schriftelijk verzoek van de openbare huisvestingsmaatschappijen die verrichtingen uitvoeren die voortvloeien uit de de door de Regering goedgekeurde programma's bedoeld in artikel 189, § 3, en uit de beslissingen van de Regering bedoeld in artikel 190, § 1. »

Art. 58.Artikel 77 van de Code wordt opgeheven.

Art. 59.Artikel 78 van de Code wordt vervangen door volgende bepaling : «

Art. 78.De « Société wallonne du Logement » kan de tegemoetkoming toekennen, mits naleving van onderafdeling 2 van deze afdeling.

De voorwaarden en nadere regels voor de uitvoering van deze onderafdeling worden door de Regering bepaald. »

Art. 60.Er wordt in titel II van de Code een hoofdstuk IVbis ingevoegd, luidend als volgt : « HOOFDSTUK IVbis. - Tegemoetkomingen voor samenwerkingsverbanden

Art. 78bis.§ 1. Om het recht op huisvesting uit te voeren, kunnen een plaatselijk bestuur, een autonoom bedrijf, een openbare huisvestingsmaatschappij, het « Fonds du Logement des Familles nombreuses de Wallonie », de « Société wallonne du Logement » of een erkende sociale instelling in een samenwerkingsverband met een andere rechtspersoon optreden en een tegemoetkoming van het Gewest in de vorm van een subsidie krijgen. § 2. Om voor de tegemoetkoming van het Gewest in aanmerking te komen, wordt er een partnerovereenkomst ter goedkeuring aan de Regering voorgelegd.

De Regering bepaalt de inhoudelijke bestanddelen die deel moeten uitmaken van de partnerovereenkomst.

De aanvraag voor het krijgen van tegemoetkomingen voor een samenwerkingsverband wordt aan het bestuur gericht. § 3. In voorkomend geval stelt de Regering in afwijking van de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek de voorwaarden vast voor het toekennen van de tegemoetkomingen voor samenwerkingsverbanden.

Die voorwaarden hebben betrekking op : 1° het type en het maximumaantal woningen;2° de maximale kostprijs van de woningen;3° de maximumtermijn waarin de woningen opgetrokken dienen te worden;4° de normen waaraan de woningen dienen te beantwoorden;5° de voorwaarden voor het toelaten van kandidaat-huurders of bewoners;6° de voorwaarden voor de verkoop, de verhuur of het betrekken van de woningen. § 4. De Regering stelt de wijze van berekening van de subsidie vast waarbij rekening gehouden wordt met het type en het aantal opgerichte woningen, hun ligging, de omvang van de uitgevoerde werken en de gewestelijke tegemoetkomingen die zijn toegekend overeenkomstig de hoofdstukken III en IV van titel II. § 5. De Regering stelt de wijze van berekening vast van het bedrag dat de begunstigde terug dient te betalen bij niet-naleving van de voorwaarden voor de toekenning van de tegemoetkoming.

Er wordt rekening gehouden met de termijn waarin de voorwaarden zijn nageleefd. § 6. De Regering stelt de voorwaarden voor en de wijze van uitvoering van dit hoofdstuk vast. »

Art. 61.Het opschrift van hoofdstuk V van titel II van de Code wordt vervangen door volgend opschrift : « HOOFDSTUK V. - Bepalingen betreffende de woonkernen en de bevoorrechte initiatiefgebieden » Artikel 79 van de Code wordt vervangen door volgende bepaling : «

Art. 79.§ 1. Om bepaalde tegemoetkomingen van deze Code toe te kennen of aan te passen, bepaalt de Regering naar gelang van de door hem bepaalde criteria : 1° woonkernen;2° bevoorrechte initiatiefgebieden. § 2. De woonkernen bedoeld in paragraaf 1 zijn geografische gebieden waar op grond van de gegevens van het Nationaal Instituut voor de Statistiek een minimumaantal en een dichtheid van bewoners zoals door de Regering bepaald tegelijk worden aangetroffen, of die beantwoorden aan leefmilieu-, ruimtelijke ordenings- of stedenbouwkundige criteria zoals door de Regering bepaald. § 3. De bevoorrechte initiatiefgebieden bedoeld in paragraaf 1 zijn van tweeërlei soort : a) gebieden die onderhevig zijn aan een hoge vastgoeddruk waar de prijs van de bouwgrond hoger is dan het gemiddelde in het Waalse Gewest in een door de Regering te bepalen verhouding;b) gebieden met te herkwalificeren woonkernen die gekenmerkt zijn door enerzijds afgetakelde woningen en anderzijds een op sociaal-economisch vlak kwetsbare bevolkingsgroep. § 4. Bij de afbakening van een woonkern of van een bevoorrecht initiatiefgebied kan de Regering van de criteria afwijken die vastgelegd zijn voor de bepaling van hun uitrusting of hun bestemming, om rekening te houden met de bouwkenmerken van de betrokken woningen. »

Art. 62.In artikel 80, tweede lid, van de Code worden de bij arrest nr. 105/2000 van het Arbitragehof van 25 oktober 2000 nietig verklaarde punten 3° en 4° vervangen door de punten 3° en 4° als volgt luidend : « 3° als het water- en elektriciteitsverbruik zoals vastgesteld tijdens een periode van minstens twaalf opeenvolgende maanden lager is dan het door de Regering vastgestelde verbruik, behalve als de drager van zakelijke rechten aantoont dat die omstandigheid onafhankelijk van zijn wil is; 4° als er geen enkele persoon in het bevolkingsregister ingeschreven is tijdens een periode van minstens twaalf opeenvolgende maanden, behalve indien de drager van zakelijke rechten aantoont dat de woning daadwerkelijk ofwel als woning gediend heeft, ofwel als plaats waar bedrijfs-, sociale of andere activiteiten zijn uitgeoefend of indien die omstandigheid onafhankelijk van zijn wil is.»

Art. 63.Er wordt in de Code een artikel 85bis ingevoegd, luidend als volgt : «

Art. 85bis.§ 1. Wanneer een vastgoedbeheerder een woning overeenkomstig dit hoofdstuk in huur of beheer neemt, kan het Gewest hem een tegemoetkoming toekennen in de vorm van een terugbetaalbaar voorschot waardoor hij in de mogelijkheid gesteld wordt om sanerings- of herstructureringswerken waarvan de aard door de Regering wordt vastgesteld, uit te voeren. § 2. De tegemoetkomingsaanvragen worden aan het bestuur gericht. De tegemoetkoming wordt door het bestuur toegekend. § 3. De Regering stelt de voorwaarden voor en de wijze van toekenning van de tegemoetkoming vast, evenals de berekeningswijze. »

Art. 64.In artikel 86 van de Code wordt paragraaf 1 vervangen door volgende bepaling : « § 1. De "Société wallonne du Logement", binnen het bestek van dit hoofdstuk "Société" genoemd, is een publiekrechtelijke rechtspersoon. » In artikel 86 wordt paragraaf 2 vervangen door volgende bepaling : « § 2. De « Société » is opgericht in de vorm van een naamloze vennootschap. Ze valt onder de wet- en regelgeving die van toepassing zijn op de naamloze vennootschappen voor al wat niet uidrukkelijk anders bepaald is bij of krachtens dit hoofdstuk.

De faillissementswet van 8 augustus 1997, de wet van 17 juli 1997 betreffende het gerechtelijk akkoord en de artikelen 633, 634 en 635 van het Wetboek van vennootschappen zijn niet van toepassing op de « Société ». » In hetzelfde artikel, § 3, wordt het tweede lid vervangen door volgende bepaling : « Onverminderd de statutaire bepalingen of een andersluidende beslissing van de « Société », is het elke persoon toegelaten in te tekenen op kapitaalparticipaties van de « Société ».

Kapitaalparticipaties worden ter goedkeuring aan de Regering voorgelegd.

Het kapitaal van de « Société » is voor het merendeel in handen van het Gewest en voor meer dan 75 %, in handen van publiekrechtelijke rechtspersonen. » In hetzelfde artikel wordt er een paragraaf 6 ingevoegd, luidend als volgt : « § 6. De « Société » deelt jaarlijks zijn begroting ter inlichting aan de Regering mee voor de uitwerking van de gewestelijke uitgavenbegroting. De Regering maakt hem aan de Waalse Gewestraad over, samen met het ontwerp van de uitgavenbegroting. »

Art. 65.In artikel 88, § 2, 1°, van de Code worden de woorden « de renovatie, de aanpassing » vervangen door de woorden « de renovatie, de instandhouding, de verbetering; de aanpassing, ».

In hetzelfde artikel wordt in paragraaf 2 punt 5° opgeheven.

In hetzelfde artikel wordt in paragraaf 5 het derde lid vervangen door volgend lid : « In geval van spoedeisendheid kan de Regering die termijn terugbrengen. »

Art. 66.In artikel 90 van de Code wordt het tweede lid vervangen door volgend lid : « De "Société" kan eveneens van de Regering de toelating krijgen om in de financiering of voorfinanciering van de uitgaven van voornoemde instellingen of vennootschappen te voorzien of hen de nodige middelen te verschaffen voor de verwezenlijking van hun doel. » Het derde en de volgende leden van hetzelfde artikel worden opgeheven.

Art. 67.Artikel 91 van de Code wordt opgeheven.

Art. 68.In artikel 94, § 1, van de Code worden de woorden « bepaalt de Regering de voorwaarden » vervangen door de woorden « bepaalt de Regering, in voorkomend geval in afwijking van de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek, de voorwaarden ».

In hetzelfde artikel wordt paragraaf 3 opgeheven.

Art. 69.In artikel 95 van de Code wordt punt 1° vervangen door volgende tekst : « 1° de in de gewestelijke begroting opgenomen subsidies, kapitaaldotaties en kredieten; ».

In hetzelfde artikel wordt er een punt 5° ingevoegd, luidend als volgt : « 5° de opbrengst van financiële sancties opgelegd aan de openbare huisvestingsmaatschappijen. » Hetzelfde artikel wordt met volgend lid aangevuld : « De « Société » kan diens vermogen en beschikbare gelden enkel gebruiken voor het uitvoeren van zijn opdrachten en taken bepaald bij of krachtens deze Code of het beheerscontract. » In artikel 96 wordt volgende zin op het einde van het eerste lid toegevoegd : « De waarborg dekt eveneens de verrichtingen van financieel beheer met betrekking tot die leningen. »

Art. 70.In artikel 97 van de Code worden de woorden « de commissarissen en de waarnemer van de Regering » vervangen door de woorden « en de commissarissen ».

In hetzelfde artikel worden de woorden « de adjunct-directeur-generaal » geschrapt.

Art. 71.In artikel 98 van de Code wordt paragraaf 1 vervangen door volgende bepaling : « § 1. De raad van bestuur van de « Société » bestaat uit dertien leden waarvan één aangewezen wordt op de voordracht van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap. » Paragraaf 2 van hetzelfde artikel wordt vervangen door volgende bepaling : « § 2. De Regering benoemt en ontslaat de bestuurders.

Het mandaat van bestuurder is onverenigbaar met de hoedanigheid van bestuurder, van directeur-beheerder of personeelslid van een openbare huisvestingsmaatschappij, evenals met de hoedanigheid van personeelslid van de « Société », van Regeringscommissaris als bedoeld in artikel 115 en van revisor als bedoeld in artikel 116. »

Art. 72.In artikel 99, eerste lid, van de Code worden de woorden « drie ondervoorzitters » door de woorden « één ondervoorzitter ».

In hetzelfde artikel wordt het tweede lid opgeheven.

Art. 73.In artikel 100 van de Code wordt het woord « zes » vervangen door het woord « vijf ».

Art. 74.In artikel 101, eerste lid, van de Code worden de woorden « en de waarnemer » geschrapt.

In hetzelfde artikel worden in het tweede lid de woorden « en de adjunct-directeur-generaal » geschrapt en de woorden « hebben » en « nemen » vervangen door de woorden « heeft » en « neemt ».

Art. 75.Artikel 102 van de Code wordt vervangen door volgende bepaling : «

Art. 102.Het is elke bestuurder van de « Société » verboden : 1° aanwezig te zijn op de beraadslagingen met betrekking tot voorwerpen waarin zij een rechtstreeks belang hebben of waarin zijn bloed- of aanverwanten tot en met de vierde graad een persoonlijk en rechtstreeks belang hebben;2° rechtstreeks of onrechtstreeks deel te hebben in de opdrachten die bij de « Société » zijn geplaatst.»

Art. 76.In artikel 103, § 2, van de Code worden de woorden « en de adjunct-directeur-generaal » geschrapt.

Art. 77.In artikel 105, eerste lid, van de Code worden de woorden « bijgestaan door een adjunct-directeur-generaal » geschrapt.

In hetzelfde artikel wordt het tweede lid vervangen door volgend lid : « De Regering wijst de directeur-generaal aan voor een mandaat van vijf jaar waarvan hij de voorwaarden vaststelt. »

Art. 78.Artikel 106 van de Code wordt vervangen door volgende bepaling : «

Art. 106.Het ambt van directeur-generaal is onverenigbaar met de ambten van bestuurder van de « Société » of van een openbare huisvestingsmaatschappij, van directeur-beheerder of van personeelslid van een openbare huisvestingsmaatschappij, van Regeringscommissaris als bedoeld in artikel 115 en van revisor als bedoeld in artikel 116. »

Art. 79.In artikel 107, eerste lid, van de Code worden de woorden « en de adjunct-directeur-generaal » geschrapt.

In hetzelfde lid wordt het woord « zijn » vervangen door het woord « is ».

Art. 80.In afdeling 6 van hoofdstuk I van titel III van de Code wordt er een onderafdeling 4 ingevoegd, luidend als volgt : « Onderafdeling 4. - Oriëntatiecomité van de « Société » Art. 107.2. Er wordt binnen de « Société » een oriëntatiecomité ingesteld.

Het oriëntatiecomité heeft een adviserende bevoegdheid over elke ontwerp-beslissing van de raad van bestuur van de « Société » die van invloed is op het huisvestingsbeleid, met uitzondering van de beslissingen die dossiers betreffen die een individuele draagwijdte hebben.

Het comité kan eveneens op eigen initiatief adviezen uitbrengen over elke aangelegenheid die betrekking heeft op het algemene beleid van de « Société ».

De wijze waarop het georganiseerd is en functioneert, wordt door de Regering vastgesteld, op voorstel van de raad van bestuur van de « Société ».

De Regering benoemt diens leden. Het bestaat uit vier vertegenwoordigers van de « Conseil économique et social de la Région wallonne », één vertegenwoordiger van de « Ligue des familles », één vertegenwoordiger van de v.z.w. « Association du Logement social », twee vertegenwoordigers van de v.z.w. « Union des Villes et Communes de Wallonie » en één vertegenwoordiger van de v.z.w. « Association des Provinces wallonnes. »

Art. 81.In artikel 108 van de Code wordt het tweede lid opgeheven.

Art. 82.Artikel 109 van de Code wordt vervangen door volgende bepaling : «

Art. 109.§ 1. Het beheerscontract regelt meer bepaald volgende aangelegenheden : 1° de fundamentele beleidslijnen en -keuzes die de « Société » zal moeten blijven aanhouden tijdens de door het contract gedekte jaren;2° de algemene en specifieke doelstellingen die de « Société » worden toegewezen, de doelstellingen met betrekking tot de financiële structuur van de « Société », evenals de termijnen waarbinnen die doelstellingen bereikt dienen te worden;3° de middelen die aangewend worden en, in voorkomend geval, aangewend dienen te worden om de vastgelegde doelstellingen te bereiken;4° de voorwaarden voor de terbeschikkingstellingen, de berekeningswijze, de vaststelling en wijze van betaling van de eventuele subsidies en dotaties die ten laste gaan van de algemene uitgavenbegroting van het Gewest;5° de wijze van besteding en controle over de besteding van de inkomsten, met inbegrip van de regels met betrekking tot de besteding van de overschotten en tot het beleggingsbeleid;6° de regels met betrekking tot de meerjarige investerings- en financieringsprogramma's van de « Société ».Die regels zorgen ervoor dat de investeringsprogramma's van de « Société » goedgekeurd worden door de Regering; 7° de regels en de systemen voor sanctionering en aanmoediging, al naar gelang van de graad van verwezenlijking van de doelstellingen en de verbintenissen;8° de systemen en de criteria voor de evaluatie van het beheerscontract;9° de bestanddelen die de inhoud van het jaarlijks evaluatieverslag bedoeld in artikel 110 nader bepalen;10° de regels met betrekking tot het beheerscontract, met inbegrip van : a) de duur van het beheerscontract;b) de bepalingen van onvoorzienbaarheid waardoor bepaalde parameters gewijzigd en het beheerscontract aangepast kan worden wegens toeval en overmacht;11° gedragsregels en regels voor de informatieverstrekking aan meer bepaald de gebruikers van de prestaties. § 2. Elke uitdrukkelijke ontbindende voorwaarde in het beheerscontract is geacht ongeschreven te zijn.

Artikel 1184 van het Burgerlijk Wetboek is niet van toepassing op het beheerscontract. De partij ten opzichte van wie een verplichting uit het beheerscontract niet is uitgevoerd kan enkel de tenuitvoerlegging van de verplichting vorderen en, in voorkomend geval, schadevergoeding vorderen, onverminderd de toepassing van elke speciale bij het beheerscontract bepaalde sanctie. § 3. Het beheerscontract vormt geen akte of reglement als bedoeld in artikel 14 van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973. Alle clausules ervan zijn geacht van contractuele aard te zijn. § 4. Om over het beheerscontract te onderhandelen, wordt de « Société » vertegenwoordigd door de voorzitter van de raad van bestuur en de directeur-generaal en door personen die ten dien einde zijn aangewezen door de raad van bestuur.

Het beheerscontract wordt ter instemming voorgelegd aan de raad van bestuur die beslist met twee derde van de uitgebrachte stemmen. § 5. Het beheerscontract treedt enkel in werking na de instemming te hebben gekregen van de Waalse Regering, en op de datum die bij die instemming is vastgelegd. Het wordt ter inlichting overgemaakt aan de Waalse Gewestraad. § 6. Het beheerscontract wordt afgesloten voor een duur van minstens drie en hoogstens vijf jaar. § 7. Bij verstrijken van het lopende beheerscontract kan de Regering, indien er geen instemming bestaat over de inhoud van een nieuw beheerscontract, voor de duur van één begrotingsjaar bepalingen vaststellen waarvan de inhoud overeenstemt met de inhoud bepaald bij paragraaf 1. Indien dat niet het geval is, blijft het verstreken beheerscontract van toepassing volgens dezelfde beginselen, nadere regels en voorwaarden die toepassing vonden tijdens het laatste jaar van het beheerscontract. »

Art. 83.Artikel 110 van de Code wordt vervangen door volgende bepaling : «

Art. 110.Onverminderd andere door de Regering bepaalde evaluatieprocessen maken de raad van bestuur van de « Société » en de Regeringscommissarissen als bedoeld in artikel 115 een jaarlijks evaluatieverslag over het beheerscontract aan de Regering over tegen 1 juli van het jaar volgend op het werkingsjaar waarop het betrekking heeft.

De Regering bepaalt de voornaamste bestanddelen die in dat jaarverslag opgenomen dienen te worden. De inhoud ervan kan bij het beheerscontract van de « Société » nader bepaald worden.

Dat verslag wordt ter inlichting door de Regering aan de Waalse Gewestraad overgemaakt binnen een termijn van één maand te rekenen van de ontvangst ervan. »

Art. 84.Artikel 111 van de Code wordt opgeheven.

Art. 85.In artikel 113, derde lid, van de Code worden onder punt 3° de woorden « en de waarnemer van de Regering » geschrapt en de woorden « artikel 115, § 2 » vervangen door de woorden « artikel 115, § 4 ».

In hetzelfde lid van hetzelfde artikel worden onder punt 4° de woorden « en de adjunct-directeur-generaal » geschrapt.

Art. 86.Het opschrift van onderafdeling 2 van afdeling 8 van hoofdstuk I van titel III van de Code wordt vervangen door volgend opschrift : « Onderafdeling 2. - Regeringscommissarissen » Artikel 115 van de Code wordt vervangen door volgende bepaling : «

Art. 115.§ 1. De « Société » is onderworpen aan de controlebevoegdheid van de Regering.

Die controle wordt uitgeoefend door toedoen van twee commissarissen die de Regering benoemt en ontslaat.

De Regering regelt de uitoefening van de opdrachten van diens commissarissen en bepaalt de hen toegekende vergoeding. § 2. De Regeringscommissarisen zien toe op de naleving, door de organen van de « Société », van de wetgeving, de regelgeving, de statuten, het beheerscontract en het algemeen belang. § 3. De ambten van commissaris zijn niet verenigbaar met die van bestuurder, directeur-beheerder of personeelslid van een openbare huisvestingsmaatschappij, noch met die van bestuurder of personeelslid van de « Société » noch met die van revisor als bedoeld in artikel 116. § 4. De commissarissen worden opgeroepen voor en wonen alle vergaderingen van de raad van bestuur, van de algemene vergadering en van de andere bestuurs- en controleorganen van de « Société » met raadgevende stem bij. § 5. Zij hebben de ruimste bevoegheden om hun opdrachten te volbrengen.

Zij kunnen te allen tijde ter plaatse kennis nemen van elk stuk dat nuttig is voor de uitoefening van hun opdracht.

Zij kunnen van elke bestuurder of van elk personeelslid uitleg of inlichtingen eisen en elke verificatie verrichten die hen noodzakelijk lijkt voor de uitoefening van hun mandaat.

Daarnaast kunnen zij elk vraagstuk dat betrekking heeft op de uitoefening van hun opdracht bij de raad van bestuur laten agenderen. § 6. Elke commissaris beschikt over een termijn van vier volle dagen om in beroep te gaan bij de Regering tegen elke beslissing die hij strijdig acht met de wetgeving, de regelgeving, de statuten, het beheerscontract en het algemeen belang. Het beroep is opschortend. Het wordt bij de Regering ingediend.

Die termijn loopt vanaf de dag van de vergadering waarop de beslissing is getroffen, voor zover de commissaris die heeft bijgewoond of, in het tegenovergestelde geval, vanaf de dag waarop hij daar kennis van heeft genomen.

Als de Regering de nietigverklaring binnen een termijn van dertig volle dagen die aanvangt dezelfde dag als de termijn bedoeld in het tweede lid van deze paragraaf, niet heeft uitgesproken, wordt de beslissing definitief.

De beslissing tot nietigverklaring wordt bij ter post aangetekend schrijven aan de « Société » medegedeeld. § 7. De Regeringscommissarissen is het verboden aanwezig te zijn bij beraadslagingen die betrekking hebben op voorwerpen waarin zij een rechtstreeks belang hebben of waarin hun bloed- of aanverwanten tot en met de vierde graad een persoonlijk en rechstreeks belang hebben. »

Art. 87.Artikel 116 van de Code wordt vervangen door volgende bepaling : «

Art. 116.§ 1. De controle over de financiële toestand, de jaarrekeningen en de regelmatigheid van de verrichtingen die in de jaarrekeningen vastgesteld dienen te worden ten overstaan van het Wetboek van vennootschappen wordt aan meerdere revisoren en aan één vertegenwoordiger van het Rekenhof, die collegiaal handelen, toevertrouwd. § 2. De revisoren worden door de algemene vergadering benoemd onder de leden, natuurlijke of rechtspersonen, van het Instituut der Bedrijfsrevisoren.

De vertegenwoordiger van het Rekenhof wordt door de algemene vergadering aangewezen op voordracht van bedoeld Hof. § 3. Het verslag bedoeld in artikel 143 van het Wetboek van vennootschappen wordt, terzelfder tijd als het aan de raad van bestuur van de « Société » wordt overgemaakt, aan de Regering overgemaakt. »

Art. 88.Afdeling 9 van hoofdstuk I van titel III van de Code wordt opgeheven.

Art. 89.Artikel 127 van de Code wordt vervangen door volgende bepaling : «

Art. 127.De Regering stelt het statuut van het personeel van de « Société » vast, na advies van diens raad van bestuur.

De « Société » benoemt en ontslaat het statutaire personeel en neemt het contractuele personeel in dienst en ontslaat het. » In het decreet van 22 januari 1998 betreffende het statuut van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut die onder het Waalse Gewest ressorteren wordt in artikel 1 punt 4° opgeheven.

Artikel 129 van de Code wordt vervangen door volgende bepaling : «

Art. 129.De personeelsleden van de « Société » mogen hun ambten niet cumuleren met de ambten van commissaris als bedoeld in artikel 166, van bestuurder, van directeur-beheerder of personeelslid van een openbare huisvestingsmaatschappij, van bestuurder van de « Société », van commissaris als bedoeld in artikel 115 en van revisor als bedoeld in artikel 116. »

Art. 90.In artikel 130 van de Code worden in § 1, tweede lid, de woorden « onderworpen is aan de gecoördineerde wetten op de handelsvennootschappen » vervangen door de woorden « onderworpen is aan het Wetboek van vennootschappen ».

Art. 91.In artikel 131 van de Code worden onder punt 2° de woorden « de renovatie, de aanpassing » vervangen door de woorden « de renovatie, de instandhouding, de verbetering, de aanpassing, ».

In hetzelfde artikel wordt punt 4° opgeheven.

Art. 92.In artikel 135 van de Code wordt in § 1 punt 3° vervangen door volgende tekst : « 3° leningen die ze heeft aangegaan bij de "Société wallonne du Logement" of bij derde instellingen door toedoen van de "Société wallonne du Logement » of met diens toelating; ».

Art. 93.Artikel 137 van de Code wordt opgeheven.

Art. 94.Artikel 138 van de Code wordt aangevuld als volgt : « § 3. De terugbetaling van het kapitaal aan een coöperator is beperkt tot de volgestorte nominale waarde, zonder dat hem een deel van de reserve, de meerwaarde en andere daarmee op boekhoudkundig en fiscaal vlak gelijkgestelde gelden toegewezen wordt § 4. In geval van vereffening van de maatschappij worden de activa die overblijven na aanzuivering van de passiva en terugbetaling van het gestorte kapitaal toegewezen aan een door de « Société wallonne du Logement » aangewezen openbare huisvestingsmaatschappij, die aanvaardt, en bij ontstentenis, aan de « Société ». »

Art. 95.Artikel 139 van de Code wordt opgeheven.

Art. 96.Artikel 144, § 2, wordt vervangen door volgende bepaling : « § 2. De bijzondere commissaris woont de vergaderingen van de organen van de « Société » bij en gaat ter plaatse na of het fusie- of herstructureringsprogramma wordt uitgevoerd. » Artikel 144, § 3, van de Code wordt vervangen door volgende bepaling : « § 3. Als de Regering daartoe beslist, mag de bijzondere commissaris de plaats innemen van de bestuurs- en controleorganen van de maatschappij.

De Regering kan de bijzondere commissaris machtigen om de prerogatieven van de organen van de maatschappij uit te oefenen voor de toepassing van de artikelen van het Wetboek van vennootschappen die betrekking hebben op de fusie of de herstructurering van de maatschappijen. »

Art. 97.In artikel 146 van de Code wordt het tweede lid als volgt aangevuld : « Bij overlijden of ontslag van de Commissaris wordt het Gewest tot en met de aanwijzing van een nieuwe commissaris door de Regering vertegenwoordigd door de, door de Regering aangewezen bestuurder als bedoeld in artikel 148, eerste lid. Dat geldt ook bij afwezigheid van de commissaris indien verantwoord door een geval van overmacht, met instemming van de « Société wallonne du Logement » en met een schriftelijke volmacht die door de commissaris aan bovenbedoelde bestuurder is toegekend. »

Art. 98.In artikel 149 van de Code wordt onder punt 1° de tweede zin geschrapt.

In artikel 150 wordt er een tweede lid toegevoegd waarvan de inhoud als volgt luidt : « Andere oorzaken van onverenigbaarheid met het ambt van bestuurder kunnen door de Regering worden vastgesteld. »

Art. 99.In artikel 155, § 1, van de Code wordt punt 7° als volgt aangevuld : « , evenals de bouwontwerpen van de maatschappij ».

Art. 100.In artikel 156 van de Code worden de woorden « sociale buurtregie » vervangen door de woorden « buurtregie ».

Art. 101.Artikel 162 van de Code wordt opgeheven.

Art. 102.In artikel 163, § 1, van de Code wordt punt 5° vervangen door volgende tekst : « 5° nieuwe leden aan te werven of de opzegging van het lidmaatschap toe te staan; ».

In dezelfde paragraaf wordt het laatste lid vervangen door volgend lid : « Indien er geen beslissing medegedeeld wordt binnen de termijnen bepaald bij het tweede en het derde lid, wordt de handeling bedoeld in het eerste lid toegelaten. » In hetzelfde artikel wordt in paragraaf 2 het laatste lid als volgt gewijzigd : « Indien er geen beslissing medegedeeld wordt binnen de termijn bepaald bij het tweede lid, wordt de handeling bedoeld in het eerste lid geacht goedgekeurd te zijn. »

Art. 103.In artikel 164 van de Code worden in de paragrafen 2 en 3, eerste lid, de woorden « 62.000 euro » vervangen door de woorden « dan het bedrag dat is vastgesteld krachtens artikel 17, § 2, 1°, a) , van de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten ».

Art. 104.In artikel 165 van de Code worden de woorden « en de adjunct-directeur-generaal » geschrapt.

Art. 105.In artikel 166, derde lid, van de Code wordt de eerste zin vervangen door volgende zinnen : « Het ambt van commissaris is onverenigbaar met de ambten van voorzitter, directeur-beheerder, personeelslid van een openbare huisvestingsmaatschappij en met de hoedanigheid van huurder van de maatschappij. Andere oorzaken van onverenigbaarheid met het ambt van commissaris kunnen door de Regering worden vastgesteld. »

Art. 106.Artikel 170, § 1, van de Code wordt vervangen door volgende bepaling : « § 1. De Regering stelt de criteria en de voorwaarden vast die het opleggen van een beheersplan aan een maatschappij verantwoorden die met structurele financiële moeilijkheden te kampen heeft of die in aanmerking wenst te komen voor bepaalde brugpensioensmechanismen voor diens personeelsleden, evenals de voorwaarden voor en wijze van uitwerking, uitvoering van en controle over het beheersplan.

De maatschappij die aan de criteria en voorwaarden bedoeld in het eerste lid beantwoordt, is ertoe verplicht een beheersplan vast te stellen die de goedkeuring krijgt van de « Société » en dat beheersplan uit te voeren.

Indien de maatschappij geen beheersplan heeft vastgesteld die de goedkeuring gekregen heeft van de « Société » binnen de door de Regering vastgestelde termijnen, kan de « Société » een beheersplan uitwerken die de maatschappij verplicht is uit te voeren. » Artikel 170, § 3, eerste lid, van de Code wordt vervangen door volgend lid : « Als de maatschappij nalaat het beheersplan uit te voeren of als de doelstellingen van het beheersplan niet bereikt worden, kan de Regering een bijzondere commissaris aanwijzen van wie hij de bezoldiging en de reiskosten draagt. » In dezelfde paragraaf worden in de tweede en de derde zin de woorden en woorddelen « bestuurs- en controle » geschrapt.

In artikel 170, § 4, wordt het derde lid gewijzigd als volgt : « Het fusieplan wordt overeenkomstig de artikelen van het Wetboek van vennootschappen met betrekking tot die aangelegenheid uitgevoerd. »

Art. 107.In artikel 174, § 1, van de Code wordt punt 3° vervangen door volgende tekst : « 3° het onder toezicht van de Waalse Regering plaatsen, overeenkomstig paragraaf 3 van dit artikel; ».

In artikel 174, § 2, van de Code wordt het tweede lid vervangen door volgend lid : « In voorkomend geval spreekt de raad van bestuur van de « Société wallonne du Logement » na dat verhoor naar gelang het geval de sanctie uit en stelt de Regering in het geval bedoeld in paragraaf 1 voor de maatschappij onder toezicht te plaatsen. » In artikel 174 wordt er een paragraaf 3 ingevoegd, luidend als volgt : « § 3. Het onder toezicht plaatsen bedoeld in paragraaf 1 wordt geconcretiseerd door een bijzondere commissaris naar de maatschappij te sturen.

De Regering beslist op voorstel van de « Société » over het al dan niet onder toezicht plaatsen.

Hij treft zijn beslissing binnen een termijn van dertig volle dagen te rekenen van de kennisgeving van dat voorstel.

Bij verstrijken van die termijn wordt het sanctievoorstel geacht geweigerd te zijn.

Hij stelt op voorstel van de « Société » de omvang van de opdracht van de bijzondere commissaris en de duur ervan vast.

Op beslissing van de Regering kan de bijzondere commissaris zich in de plaats stellen van de organen van de maatschappij.

De Regering bepaalt de emolumenten van de bijzondere commissaris. »

Art. 108.Het opschrift van hoofdstuk III van titel III van de Code wordt vervangen door volgend opschrift : « HOOFDSTUK III. - "Société wallonne du Crédit social" (Waalse sociale kredietmaatschappij) en « Guichets du Crédit social » (Sociale kredietloketten) »

Art. 109.De artikelen 175 tot en met 178 van de Code worden vervangen door volgende bepalingen : « Afdeling 1. - « Société wallonne du Crédit social » Onderafdeling 1. - Algemeen Art. 175.1. § 1. De « Société wallonne du Crédit social », in dit hoofdstuk de « Société » genaamd, is een publiekrechtelijke rechtspersoon. § 2. De « Société » is opgericht in de vorm van een naamloze vennootschap. Onverminderd de toepassing van wet- en regelgeving betreffende instellingen voor hypothecair krediet, is de « Société » onderworpen aan de wet- en regelgeving die van toepassing zijn op de naamloze vennootschappen voor al wat niet uitdrukkelijk anders is bepaald bij of krachtens deze afdeling.

De faillissementswet van 8 augustus 1997, de wet van 17 juli 1997 betreffende het gerechtelijk akkoord en de artikelen 633, 634 en 635 van het Wetboek van vennootschappen zijn niet van toepassing op de « Société ». § 3. De maatschappelijke zetel van de « Société » is gevestigd te Charleroi. § 4. De « Société » is geacht erkend te zijn in de zin van artikel 216 van het Wetboek op de inkomstenbelastingen. § 5. Statuten en huishoudelijk reglement van de « Société » worden ter goedkeuring aan de Regering voorgelegd. § 6. Onverminderd de statutaire bepalingen of een andersluidende beslissing van de « Société » is elke persoon gemachtigd om kapitaalparticipaties van de « Société » te nemen. Het nemen van kapitaalparticipaties wordt ter goedkeuring aan de Regering voorgelegd.

Het merendeel van het kapitaal van de « Société » is in handen van het Gewest en tegen meer dan 75 % in handen van publiekrechtelijke rechtspersonen. § 7. De « Société » deelt jaarlijks zijn begroting aan de Regering ter inlichting mee vóór uitwerking van de gewestelijke uitgavenbegroting.

De Regering maakt hem jaarlijks aan de Waalse Gewestraad over, samen met het ontwerp van de uitgavenbegroting.

Onderafdeling 2. - Opdrachten van openbare dienst, taken van openbare dienst en actiemiddelen van de « Société » Art. 175.2. § 1. De « Société » heeft uitsluitend als opdrachten van openbare dienst : 1° voorzien in het financiële en administratieve beheer van het sociale hypothecair krediet;2° de bevordering van het sociale hypothecair krediet verzorgen;3° de begeleiding van kandidaat-leners bij het sociale hypothecair krediet op zich nemen;4° het experimenteren in en het onderzoek naar het sociale hypothecair krediet bevorderen;5° voorzien in de goede werking, het gezonde beheer van de « Guichets du Crédit social », evenals in de kwaliteit van hun dienstverlening;6° de mogelijkheid om eigenaar te worden en het behoud van een eerste woning bevorderen. § 2. De « Société » kan elke andere opdracht die verband houdt met de opdrachten bedoeld in dit artikel uitoefenen, mits toestemming van de Regering. § 3. In het kader van zijn opdrachten is de « Société » met volgende taken belast : 1° offerteaanvragen uitschrijven en, mits toestemming van de Regering, door het Gewest gedekte leningen aangaan en beheren op de kapitaalmarkten, met het oog op de financiering van diens activiteiten en van die van de « Guichets du Crédit social ». De « Société » deelt aan de Regering elke inlichting mee betreffende de aangegane leningen, evenals betreffende de beleggingen van zijn gelden en zijn ter beschikking staande middelen.

De gewestelijke waarborg dekt eveneens de verrichtingen van financieel beheer die betrekking hebben op de door het Gewest gedekte leningen; 2° kredieten of terugbetaalbare voorschotten toekennen aan de « Guichets du Crédit social », op de wijze, tegen de voorwaarden en volgens de procedures die door de Regering zijn vastgesteld;3° mits toestemming van de Regering, de rentevoet, de rentestructuur en de tarieven die zij en de « Guichets du Crédit social » aan de kandidaten voorstelt, bepalen;4° mits toestemming van de Regering de soorten leningen bepalen die via hypotheek zijn gewaarborgd en de aanvullende of met de leningen verwante producten die zij en de « Guichets du Crédit social » aan de kandidaat-leners voorstellen, evenals de toekenningsvoorwaarden en -wijze;5° de standaarddocumenten die zij en de « Guichets du Crédit social » dienen te gebruiken, bepalen;6° de « Guichets du Crédit social » erkennen, van raad voorzien, controleren en, in voorkomend geval, bestraffen;7° mits toestemming van de Regering, de beheers- en werkingsnormen die de « Guichets du Crédit social » toe dienen te passen, bepalen;8° mits toestemming van de Regering, vergoedingsschalen bepalen ten gunste van de « Guichets du Crédit social » binnen de perken van de beginselen van het beheerscontract;9° de vergoedingen bedoeld onder 8° toekennen;10° in de begeleiding voorzien voor de kandidaat-leners, meer bepaald door bij de « Guichets du Crédit social » de menselijke middelen ter beschikking te stellen die voor die begeleiding nodig zijn;11° in zijn personeelsopleiding en in die van de « Guichets du Crédit social » voorzien;12° waken over de optimale verspreiding van de « Guichets du Crédit social » over het grondgebied van het Waalse Gewest. § 4. Op beslissing van de Regering en in de door hem bepaalde gevallen stelt de « Société » zich voor sommige tegemoetkomingen aan natuurlijke personen die rechtstreeks verbonden zijn aan een hypothecaire lening, in de plaats van het bestuur voor de toepassing van artikel 26 van de Code. § 5. Er kunnen taken in aanvulling op bovenbedoelde taken aan de « Société » worden toevertrouwd in het beheerscontract waarvan sprake in de onderafdeling 7 hiernavolgend. § 6. De « Société » moedigt de initiatieven van de actoren van het sociale hypothecair krediet aan die in een samenwerkingsverband met andere openbare en/of privé-actoren worden opgezet. § 7. Mits toelating van de Regering kan de « Société » deelnemen aan de oprichting en/of aan het beheer van rechtspersonen waarvan het maatschappelijk doel ofwel bijdraagt tot de uitvoering en de coördinatie van het gewestelijk huisvestingsbeleid ofwel de verwezenlijking en de ontwikkeling van de opdrachten van de « Société » gemakkelijker kan maken.

De « Société » kan eveneens door de Regering gemachtigd worden om in de financiering of de voorfinanciering van de uitgaven van bedoelde organismen of maatschappijen voorzien of hen de nodige middelen voor de verwezenlijking van hun doel ter beschikking stellen.

Onderafdeling 3. - Inkomsten Art. 175.3. De financiële middelen van de « Société » zijn : 1° de subsidies, de kapitaaldotaties en de kredieten die op de gewestelijke begroting zijn opgenomen;2° de inkomsten die uit haar activiteiten voortvloeien;3° de opbrengst van de leningen onder de waarborg van het Waalse Gewest die zij na toelating van de Regering kan aangaan op de kapitaalmarkten;4° de giften en de legaten;5° de opbrengst van de financiële sancties die de « Guichets du Crédit social » zijn opgelegd. De « Société » kan zijn gelden en ter beschikking staande middelen enkel aanwenden voor de verwezenlijking van zijn opdrachten en taken bepaald bij of krachtens deze Code of het beheerscontract.

Onderafdeling 4. - Organen van de « Société » A. Algemene vergadering Art. 175.4. De algemene vergadering bestaat uit aandeelhouders, bestuurders, de directeur-generaal van de « Société » en de Regeringscommissarissen als bedoeld in artikel 175.16.

Enkel de aandeelhouders kunnen aan de stemming deelnemen. Elke aandeelhouder beschikt over een stemrecht dat bepaald is door het aantal aandelen dat hij in handen heeft, behalve andersluidende bepaling in de statuten van de « Société ».

De bestuurders en de directeur-generaal hebben zitting in de algemene vergadering met raadgevende stem.

De directeur-generaal neemt het secretariaat van de vergaderingen waar.

De Regeringscommissarissen bedoeld in artikel 175.16 hebben zitting in de algemene vergadering volgens de voorwaarden en op de wijze die in hetzelfde artikel zijn vastgesteld.

B. Raad van bestuur Art. 175.5. § 1. De leden van de raad van bestuur worden voor een hernieuwbaar mandaat van vijf jaar benoemd en worden door de Regering ontslagen. § 2. De raad van bestuur van de « Société » bestaat uit dertien leden waarvan één aangewezen wordt op voordracht van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap. De raad van bestuur wijst uit zijn midden een voorzitter en een ondervoorzitter aan. § 3. Het mandaat van bestuurder eindigt van rechstwege wanneer diens houder de leeftijd van zevenenzestig jaar bereikt. § 4. Het mandaat van bestuurder is onverenigbaar met de hoedanigheid van bestuurder, directeur-beheerder of personeelslid van een « Guichet », evenals met de hoedanigheid van personeelslid van de « Société », van Regeringscommissaris of van revisor als bedoeld in de artikelen 175.15 en 175.16. § 5. Indien een mandaat van bestuurder om ongeachte welke reden openstaat, kan de Regering in diens vervanging voorzien.

Elke bestuurder die aangewezen wordt in de omstandigheden als bovenvermeld wordt enkel benoemd voor de tijd die noodzakelijk is voor de voleindiging van het mandaat van de bestuurder die hij vervangt. § 6. De commissarissen bedoeld in artikel 175.16 hebben zitting in de raad van bestuur volgens de voorwaarden en op de wijze die in hetzelfde artikel zijn vastgesteld. § 7. De directeur-generaal van het Directoraat-generaal Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Patrimonium of, in geval van verhindering, de inspecteur-generaal van de Afdeling Huisvesting heeft zitting in de raad van bestuur met raadgevende stem.

Art. 175.6. Elke bestuurder van de « Société » is het verboden : 1° aanwezig te zijn op de beraadslagingen die betrekking hebben op voorwerpen waarin zij een rechtstreeks belang hebben of waarin zijn bloed- of aanverwanten tot en met de vierde graad een persoonlijk en rechstreeks belang hebben;2° rechtstreeks of onrechstreeks deel te hebben in de opdrachten die bij de « Société » zijn geplaatst. Art. 175.7. § 1. Onverminderd de beperkingen die in de statuten van de « Société » zijn vervat, beschikt de raad van bestuur over alle bevoegdheden die nuttig of nodig zijn voor de verwezenlijking van het maatschappelijk doel van de « Société ». § 2. De raad van bestuur maakt een jaarverslag aan de Regering over met betrekking tot diens activiteiten.

Dat verslag wordt uiterlijk op 1 juli van het jaar volgend op het werkingsjaar waarop het betrekking heeft, overgemaakt.

Het wordt in de daaropvolgende maand aan de Waalse Gewestraad overgemaakt. § 3. De raad van bestuur kan de Regering voorstellen voorleggen tot wijziging van de decreten of besluiten die hij belast is toe te passen, elk advies over de vigerende of in ontwerp zijnde teksten met betrekking tot de aangelegenheden die de « Société » behandelt, evenals over het in de toekomst te volgen beleid.

Art. 175.8. Onverminderd de bepalingen van deze afdeling wordt de werkingswijze van de raad van bestuur door de statuten van de « Société » vastgesteld.

C. Directie Art. 175.9. § 1. De « Société » wordt door een directeur-generaal geleid.

De Regering wijst de directeur-generaal aan voor een mandaat van vijf jaar waarvan hij de voorwaarden vaststelt. § 2. Het ambt van directeur-generaal is onverenigbaar met de ambten van bestuurder van de « Société » of van een « Guichet », van directeur-beheerder of van een personeelslid van een « Guichet », van Regeringscommissaris of van revisor als bedoeld in de artikelen 175.15 en 175.16. § 3. Naast de delegaties vastgelegd door de raad van bestuur van de « Société », 1° voert de directeur-generaal de beslissingen uit van de algemene vergadering of van de raad van bestuur;2° neemt hij het dagelijks bestuur waar en vertegenwoordigt de « Société » in alle daarop betrekking hebbende handelingen, met inbegrip van de rechtsvorderingen. D. Oriëntatiecomité Art. 175.10. Er wordt in de « Société » een oriëntatiecomité ingesteld.

Het oriëntatiecomité heeft een adviserende bevoegdheid over elke ontwerpbeslissing van de raad van bestuur van de « Société » die van invloed is op het huisvestingsbeleid, met uitzondering van de beslissingen die dossiers betreffen met een individuele draagwijdte.

Het comité kan eveneens op eigen initiatief advies uitbrengen over elke aangelegenheid die het algemene beleid van de « Société » betreft.

De wijze van organisatie en werking van het oriëntatiecomité wordt door de Regering vastgesteld, op voorstel van de raad van bestuur van de « Société ».

De Regering benoemt diens leden. Het bestaat uit vier vertegenwoordigers van de « Conseil économique et social de la Région wallonne », één vertegenwoordiger van de « Ligue des familles », één vertegenwoordiger van de v.z.w. « Association du Logement social », twee vertegenwoordigers van de v.z.w. « Union des Villes et Communes de Wallonie » en één vertegenwoordiger van de v.z.w. « Association des Provinces wallonnes ».

E. Kredietcomité Art. 175.11. De raad van bestuur van de « Société » stelt een kredietcomité in waaraan het beheer en de bewerking van de dossiers met een individuele draagwijdte die betrekking hebben op het sociale hypothecair krediet, gedelegeerd kunnen worden.

Het kredietcomité beschikt over een eigen beslissingsbevoegdheid. Het handelt onder de verantwoordelijkheid van de raad van bestuur van de « Société ».

Samenstelling en werkingswijze van dat comité worden in de statuten van de « Société » bepaald.

F. Comité voor het financiële beheer.

Art. 175.12. § 1. Het comité voor het financiële beheer dient de raad van bestuur van raad in financiële beheersaangelegenheden. § 2. Het comité voor het financiële beheer bestaat uit vijf leden : 1° drie bestuurders die aangewezen worden door de raad van bestuur van de « Société »;2° twee vertegenwoordigers van het Gewest die aangewezen worden door de Regering uit de Afdeling Thesaurie, Begroting, Financiën en Departementale Boekhouding en uit de Inspectie van Financiën. Het comité voor het financiële beheer kiest uit eigen midden een voorzitter.

Het comité voor het financiële beheer wordt bijgestaan door : 1° één vertegenwoordiger van het Rekenhof; 2° de revisoren die zijn aangewezen overeenkomstig artikel 175.15; 3° de Regeringscommissarissen in de voorwaarden vastgesteld in artikel 175.16; 4° de directeur-generaal van de « Société ». § 3. Het comité voor het financiële beheer vergadert elk kwartaal.

De werkingswijze van het comité voor het financiële beheer, evenals de bezoldiging van diens leden worden in de statuten van de « Société » bepaald.

Onderafdeling 5. - Personeel van de « Société » Art. 175.13. De Regering stelt het statuut van het personeel van de « Société » vast, na advies van de raad van bestuur ervan.

De « Société » benoemt en ontslaat het statutaire personeel en neemt het contractuele personeel in dienst en ontslaat het.

De Regering stelt de personeelsformatie van de « Société » vast op voorstel van laatstgenoemde.

Art. 175.14. De personeelsleden van de « Société » mogen hun ambt niet cumuleren met het ambt van bestuurder, directeur-beheerder of personeelslid van een « Guichet », van bestuurder van de « Société », van Regeringscommissarissen of revisoren als bedoeld in de artikelen 175.15 en 175.16.

Onderafdeling 6. - Toezicht op de « Société » A. Revisorale controle Art. 175.15. § 1. De controle over de financiële toestand, de jaarrekeningen de regelmatigheid van de verrichtingen die in de jaarrekeningen vastgesteld dienen te worden, meer bepaald ten opzichte van het Wetboek van vennootschappen en de statuten van de « Société », wordt aan verschillende revisoren toevertrouwd, en aan een vertegenwoordiger van het Rekenhof, die collegiaal handelen. § 2. De revisoren worden door de algemene vergadering benoemd uit de leden, natuurlijke of rechtspersonen, van het Instituut der Bedrijfsrevisoren.

De vertegenwoordiger van het Rekenhof wordt op de voordracht van laatstgenoemde door de algemene vergadering aangewezen. § 3. Het verslag bedoeld in artikel 143 van het Wetboek van vennootschappen wordt tegelijkertijd als het aan de raad van bestuur van de « Société » wordt overgemaakt, aan de Regering overgemaakt.

B. Regeringscontrole Art. 175.16. § 1. De « Société » is onderworpen aan de controlebevoegdheid van de Regering.

Die controle wordt uitgeoefend door toedoen van twee door de Regering benoemde commissarissen.

De Regering regelt de uitoefening van de opdrachten van diens commissarissen en bepaalt de hen toegekende vergoeding. § 2. De Regeringscommissarissen waken over de naleving, door de organen van de « Société », van de wetgeving, de regelgeving, de statuten, het beheerscontract en het algemeen belang. § 3. Het ambt van commissaris is niet verenigbaar met de ambten van bestuurder, directeur-beheerder of personeelslid van een « Guichet », noch met die van bestuurder, personeelslid van de « Société » en commissaris als bedoeld in artikel 175.15. § 4. De commissarissen worden opgeroepen voor en wonen alle vergaderingen van de raad van bestuur, van de algemene vergadering en van de andere bestuurs- en controleorganen van de « Société » met raadgevende stem bij. § 5. Zij hebben de ruimste bevoegdheden om hun opdrachten te volbrengen.

Zij kunnen te allen tijde ter plaatse kennis nemen van elk stuk dat nuttig is voor de uitoefening van hun opdracht.

Zij kunnen van elke bestuurder of van elk personeelslid uitleg of inlichtingen eisen en elke verificatie verrichten die hen noodzakelijk lijkt voor de uitoefening van hun mandaat.

Daarnaast kunnen zij elk vraagstuk dat betrekking heeft op de uitoefening van hun opdracht bij de raad van bestuur laten agenderen. § 6. Elke commissaris beschikt over een termijn van vier volle dagen om in beroep te gaan bij de Regering tegen elke beslissing die hij strijdig acht met de wetgeving, de regelgeving, de statuten, het beheerscontract en het algemeen belang. Het beroep is opschortend. Het wordt bij de Regering ingediend.

Die termijn loopt vanaf de dag van de vergadering waarop de beslissing is getroffen, voor zover de commissaris die heeft bijgewoond of, in het tegenovergestelde geval, vanaf de dag waarop hij daar kennis van heeft genomen.

Als de Regering de nietigverklaring binnen een termijn van dertig volle dagen die aanvangt dezelfde dag als de termijn bedoeld in het tweede lid van deze paragraaf, niet heeft uitgesproken, wordt de beslissing definitief.

De beslissing tot nietigverklaring wordt bij ter post aangetekend schrijven aan de « Société » medegedeeld. § 7. De Regeringscommissarissen is het verboden aanwezig te zijn bij beraadslagingen die betrekking hebben op voorwerpen waarin zijn een rechtstreeks belang hebben of waarin hun bloed- of aanverwanten tot en met de vierde graad een persoonlijk en rechstreeks belang hebben.

Onderafdeling 7. - Beheerscontract A. Begripsomschrijving en inhoud.

Art. 175.17. § 1. De bijzondere regels en voorwaarden die gelden voor de uitoefening door de « Société », van de haar bij deze Code toevertrouwde opdrachten van openbare dienst zijn vastgesteld in een beheerscontract dat afgesloten is tussen de « Société » en de Regering. § 2. Het beheerscontract regelt meer bepaald volgende aangelegenheden : 1° de fundamentele beleidslijnen en -keuzes die de « Société » zal moeten blijven aanhouden tijdens de door het contract gedekte jaren; 2° de taken die de « Société » waarneemt met het oog op de uitvoering van haar opdrachten van openbare dienst, meer bepaald die bedoeld in artikel 175.2, §§ 3 en 5; 3° de algemene en specifieke doelstellingen die de « Société » worden toegewezen, de doelstellingen met betrekking tot de financiële structuur van de « Société », evenals de termijnen waarbinnen die doelstellingen bereikt dienen te worden;4° de middelen die aangewend worden en, in voorkomend geval, aangewend dienen te worden om de vastgelegde doelstellingen te bereiken;5° de beginselen die de voor de prestaties ingestelde tarieven beheersen;6° de voorwaarden voor de terbeschikkingstellingen, de berekeningswijze, de vaststelling en wijze van betaling van de eventuele subsidies en dotaties die ten laste gaan van de algemene uitgavenbegroting van het Gewest;7° de wijze van besteding en controle over de besteding van de inkomsten, met inbegrip van de regels met betrekking tot de besteding van de overschotten en tot het beleggingsbeleid;8° de regels en de systemen voor sanctionering en aanmoediging, al naar gelang van de graad van verwezenlijking van de doelstellingen en de verbintenissen;9° de beginselen voor het bepalen en het toekennen van vergoedingen ten gunste van de « Guichets du Crédit social » bedoeld in afdeling 2 van dit hoofdstuk, met inbegrip van de regels met het oog op de instelling van een systeem om de « Guichets du Crédit social » ertoe aan te moedigen leningen toe te staan aan gezinnen die in een precaire toestand verkeren, aan gezinnen met een bescheiden of een gemiddeld inkomen;10° de systemen en de criteria voor de evaluatie van het beheerscontract; 11° de bestanddelen die de inhoud van het jaarlijks evaluatieverslag bedoeld in artikel 175.19 nader bepalen; 12° de regels met betrekking tot het beheerscontract, met inbegrip van : a) de duur van het beheerscontract;b) de bepalingen van onvoorzienbaarheid waardoor bepaalde parameters gewijzigd en het beheerscontract aangepast kan worden wegens toeval en overmacht;13° gedragsregels en regels voor de informatieverstrekking aan meer bepaald de gebruikers van de prestaties. § 3. Elke uitdrukkelijke ontbindende voorwaarde in het beheerscontract is geacht ongeschreven te zijn.

Artikel 1184 van het Burgerlijk Wetboek is niet van toepassing op het beheerscontract. De partij ten opzichte van wie een verplichting uit het beheerscontract niet is uitgevoerd kan enkel de tenuitvoerlegging van de verplichting vorderen en, in voorkomend geval, schadevergoeding vorderen, onverminderd de toepassing van elke speciale bij het beheerscontract bepaalde sanctie. § 4. Het beheerscontract vormt geen akte of reglement als bedoeld in artikel 14 van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973. Alle clausules ervan zijn geacht van contractuele aard te zijn.

B. Afsluiting, goedkeuring, inwerkingtreding, duur en niet-bestaan van een beheerscontract Art. 175.18. § 1. Om over het beheerscontract te onderhandelen, wordt de « Société » vertegenwoordigd door de voorzitter van de raad van bestuur en de directeur-generaal en door personen die ten dien einde zijn aangewezen door de raad van bestuur. Het beheerscontract wordt ter instemming voorgelegd aan de raad van bestuur die beslist met twee derde van de uitgebrachte stemmen. § 2. Het beheerscontract treedt enkel in werking na de instemming te hebben gekregen van de Waalse Regering, en op de datum die bij die instemming is vastgelegd.

Het wordt ter inlichting overgemaakt aan de Waalse Gewestraad. § 3. Het beheerscontract wordt afgesloten voor een duur van minstens drie en hoogstens vijf jaar. § 4. Bij verstrijken van het lopende beheerscontract kan de Regering, indien er geen instemming bestaat over de inhoud van een nieuw beheerscontract, voor de duur van één begrotingsjaar bepalingen vaststellen waarvan de inhoud overeenstemt met de inhoud bepaald bij paragraaf 2 van artikel 175.17. Indien dat niet het geval is, blijft het verstreken beheerscontract van toepassing volgens dezelfde beginselen, nadere regels en voorwaarden die toepassing vonden tijdens het laatste jaar van het beheerscontract.

C. Evaluatie van het beheerscontract Art. 175.19. Onverminderd andere evaluatieprocessen die door de Regering zijn bepaald, maken de raad van bestuur van de « Société » en de Regeringscommissarissen bedoeld in artikel 175.16 een jaarlijks evaluatieverslag over het beheerscontract aan de Regering over tegen 1 juli van het jaar volgend op het werkingsjaar waarop het betrekking heeft.

De Regering bepaalt de voornaamste bestanddelen die in dat jaarverslag opgenomen dienen te worden. Het beheerscontract van de « Société » kan de inhoud ervan bepalen.

Dat verslag wordt ter inlichting door de Regering aan de Waalse Gewestraad overgemaakt, binnen een termijn van één maand te rekenen van de ontvangst ervan. Afdeling 2. - « Guichets du Crédit social »

Onderafdeling 1. - Algemeen

Art. 176.1. § 1. De « Guichets » du Crédit social zijn rechtspersonen die als opdracht hebben het sociale hypothecair krediet aan te leveren, te beheren en te bevorderen en die in aanmerking komen voor een erkenning door het Gewest. § 2. De « Guichets du Crédit social » kunnen deelnemen aan de oprichting, het beheer en de werking van de rechtspersonen die betrokken zijn bij de uitvoering van de doelstellingen van het gewestbeleid, met toelating van de « Société ». De Regering stelt de termijn vast die de « Société » opgelegd wordt om te beslissen. Bij verstrijken van die termijn is de machtiging geacht gegeven te zijn aan de « Guichet du Crédit social ». § 3. Onverminderd de statutaire bepalingen of een andersluidende, met redenen omklede beslissing van de « Guichet du Crédit social » is het elke persoon toegelaten op diens kapitaal in te schrijven. De « Guichet » kan de inschrijving van het Gewest op diens kapitaal niet verhinderen. § 4. Het Gewest beschikt van rechtswege over een zetel als bestuurder in de raad van bestuur van elk « Guichet du Crédit social ».

Art. 176.2. § 1. De « Société » kan de erkenning van het Gewest toekennen aan elke rechtspersoon die beantwoordt aan de erkenningsvoorwaarden die in het algemene erkenningsreglement bedoeld in paragraaf 3 van hetzelfde artikel zijn vastgesteld. § 2. Onverminderd de toepassing van artikel 178.2 wordt de erkenning toegestaan voor een hernieuwbare periode van vijf jaar. § 3. De Regering stelt een algemeen reglement vast met betrekking tot de erkenning van de « Guichets du Crédit social ».

Hij bepaalt : 1° voorwaarden voor de erkenning en het behoud van de erkenning. Die voorwaarden hebben hoofdzakelijk betrekking op : a) de aard en de vorm van de rechtspersoon;b) de inhoud van de statuten van de rechtspersoon;c) verbintenissen die de rechtspersoon dient aan te gaan, betreffende de naleving van de bepalingen van de Code, van diens uitvoeringsbesluiten en de reglementen van de « Société », de inlichtingen die aan de « Société » overgemaakt dienen te worden en de waarborgen die ten voordele van de « Société » gesteld dienen te worden;d) criteria van financiële orde en in verband met de activiteit;2° de procedure voor en de wijze van toekenning van de erkenning en hernieuwing ervan. Hij bepaalt meer bepaald de termijn die de « Société » opgelegd wordt om zich uit te spreken over de aanvragen tot erkenning.

Bij verstrijken van die termijn wordt de erkenning, indien de « Société » zich niet uitgesproken heeft, geacht aan de indiener van de aanvraag geweigerd te zijn.

De beslissing van de « Société » heeft uitwerking vanaf de datum van kennisgeving aan de indiener van de aanvraag. Daarvan wordt hem bij ter post aangetekend schrijven kennis gegeven. 3° De beroepsprocedure tegen een beslissing om een erkenning of de hernieuwing ervan te weigeren. De Regering neemt kennis van de verzoeken tot nietigverklaring van de beslissingen om de erkenning of de hernieuwing ervan te weigeren.

Hij bepaalt meer bepaald de termijn die hem is opgelegd om zich daarover uit te spreken.

Bij verstrijken van die termijn wordt de erkenning, indien de Regering zich niet uitgesproken heeft, geacht toegekend of behouden te zijn ten voordele van de indiener van de aanvraag.

Het beroep dat bij de Regering ingediend wordt tegen een beslissing om de erkenning te weigeren is niet opschortend voor de omstreden beslissing.

Het beroep dat bij de Regering ingediend wordt tegen een beslissing om de hernieuwing van de erkenning te weigeren is opschortend voor de omstreden beslissing.

De erkenning waarvan de weigering tot hernieuwing omstreden is, blijft uitwerking hebben zolang de hernieuwingsaanvraag niet aanleiding gegeven heeft tot een definitieve beslissing, behalve in de gevallen waarin de aanvraag tot hernieuwing van de erkenning door de « Guichet du Crédit social » na verstrijken van de termijn aan de « Société » zou zijn overgemaakt.

De beslissing van de Regering heeft uitwerking vanaf de datum waarop daarvan aan de indiener van de aanvraag kennis is gegeven.

Daarvan wordt aan de indiener van de aanvraag en aan de « Société » kennis gegeven bij ter post aangetekend schrijven.

Art. 176.3. De financiële middelen van de « Guichets du Crédit social » zijn de volgende : 1° de inkomsten die verbonden zijn met hun activiteiten; 2° de vergoedingen bedoeld in artikel 175.2, § 3, 8° en 9°; 3° de kredieten die door de « Société » zijn toegekend als bedoeld in artikel 175.2, § 3, 2°.

Onderafdeling 2. - Controle op de « Guichets »

Art. 177.1. § 1. Elk « Guichet » is ertoe verplicht een beroep te doen op een revisor die gekozen wordt uit de leden van het Instituut der Bedrijfsrevisoren, die belast is met de controle op de financiële toestand, de jaarrekeningen en de regelmatigheid van de verrichtingen die in de jaarrekeningen vastgesteld dienen te worden. § 2. Het ontslag van de revisor op initiatief van de « Guichet du Crédit social » wordt ter goedkeuring aan de Regering voorgelegd. § 3. De revisor richt ten minste één keer per jaar aan de « Société » op grond van een bestek dat door laatstgenoemde is opgemaakt, een verslag over de actieve en passieve toestand, evenals over de resultaten van het boekjaar, ter gelegenheid van de balansopmaak en de opmaak van de winst- en verliesrekening. § 4. De revisor wijst de « Société » onverwijld op elke nalatigheid, onregelmatigheid of toestand die de liquiditeit en de solvabiliteit van de « Guichet » in het gedrang zouden kunnen brengen, evenals op elke onregelmatigheid die vastgesteld wordt ten opzichte van de Waalse Huisvestingscode en diens uitvoeringsbesluiten, met inbegrip van de erkenningsvoorwaarden. Hij valideert de financiële en bestuurlijke informatie die door de « Guichets » aan de « Société », aan het kredietcomité bij de « Guichets » en aan de belanghebbende personen is overgemaakt. § 5. De emolumenten die aan de revisor zijn toegekend worden door de « Guichet du Crédit social » gedragen.

Art. 177.2. De « Société » kan te allen tijde kennis ter plaatse nemen van elk stuk dat nuttig is met het oog op de controle over een « Guichet ».

Zij kan van elke bestuurder of van elk personeelslid uitleg en inlichtingen eisen en alle verificaties verrichten die haar nodig lijken bij de uitvoering van haar controletaak.

Onderafdeling 3. - Sancties Art. 178.1. § 1. Bij niet-naleving door de « Guichet du Crédit social » van de Waalse Huisvestingscode, diens uitvoeringsbesluiten of de reglementen van de « Société » of indien er verkeerde informatie door de « Guichet du Crédit social » aan de « Société » is overgemaakt, kan de « Société », na een aanmaning aan de « Guichet » te hebben gericht : 1° ofwel hem financiële sancties opleggen in de vorm van administratieve geldboetes of dwangsommen, waarvan het bedrag vastgesteld wordt door de Regering op voorstel van de « Société »;2° ofwel hem onder toezicht plaatsen overeenkomstig paragraaf 2;3° ofwel de erkenning intrekken, in voorkomend geval, na beslist te hebben de activiteiten van de « Guichet du Crédit social » op te schorten. De intrekking van de erkenning kan gepaard gaan met een financiële sanctie, in de vorm van een administratieve geldboete die door de Regering wordt vastgesteld op voorstel van de « Société ». § 2. Het onder toezicht plaatsen bedoeld in paragraaf 1 bestaat er concreet in, een bijzondere commissaris naar de « Guichet du Crédit social » te sturen.

De Regering beslist op voorstel van de « Société » om de « Guichet du Crédit social » onder toezicht te plaatsen.

Hij treft zijn beslissing binnen een termijn van dertig volle dagen te rekenen van de kennisgeving van dat voorstel.

Bij verstrijken van die termijn wordt het sanctievoorstel geacht geweigerd te zijn.

Hij stelt op voorstel van de « Société » de omvang van de taak van de bijzondere commissaris en de duur ervan vast.

Op beslissing van de Regering kan de bijzondere commissaris zich in de plaats stellen van de bestuursorganen van de « Guichet du Crédit social ».

De Regering bepaalt de emolumenten van de bijzondere commissaris. § 3. De beslissing, bedoeld in paragraaf 1, om de activiteiten van de « Guichet du Crédit social » op te schorten, betreft enkel de activiteiten van bedoeld « Guichet » die betrekking hebben op de toekenning van sociale hypothecaire kredieten. Bedoelde beslissing laat onverkort het recht van de « Guichet » om de verrichtingen van het sociale hypothecaire krediet verder te zetten die ingezet zijn vóór de datum van kennisgeving van de opschorting, op voorwaarde dat die verrichtingen verwezenlijkt zijn overeenkomstig de wets- en regelgevende bepalingen, noch schade toebrengen aan het beheer van vroegere kredieten. § 4. Van de beslissing om een sanctie op te leggen wordt aan de « Guichet du Crédit social » kennis gegeven bij ter post aangetekend schrijven en zij heeft uitwerking vanaf de datum van kennisgeving. § 5. Vóór er een sanctie wordt opgelegd, dient de « Guichet du Crédit social », indien gewenst, te worden gehoord. § 6. De Regering stelt de procedures vast voor het opleggen van de sanctie. § 7. De Regering neemt kennis van de verzoeken tot nietigverklaring van de beslissingen om een sanctie op te leggen en de bedrijvigheid op te schorten en stelt de procedures vast waarbij beslissingen van die aard aangevochten worden.

Hij bepaalt meer bepaald de termijn die hem is opgelegd om zich daarover uit te spreken.

Bij verstrijken van die termijn wordt de beslissing om een sanctie op te leggen, indien de Regering zich niet uitgesproken heeft, geacht ongegrond te zijn en wordt nietig verklaard.

Met uitzondering van het beroep dat is ingediend tegen een beslissing met betrekking tot de opschorting van de activiteiten van de « Guichet du Crédit social », is het verzoek tot nietigverklaring opschortend voor de omstreden beslissing.

De beslissing van de Regering heeft uitwerking op de datum van kennisgeving aan de indiener van de aanvraag.

Daarvan wordt bij ter post aangetekend schrijven kennis gegeven aan de indiener van de aanvraag en aan de « Société ».

Onderafdeling 4. - Verlies van de erkenning Art. 178.2. § 1. De erkenning gaat verloren : 1° ofwel op verzoek van de raad van bestuur van de « Guichet », middels een vooropzeg van zes maanden waarvan aan de « Société » bij ter post aangetekend schrijven kennis wordt gegeven;2° ofwel bij verstrijken ervan;3° ofwel bij de vereffening van de rechtspersoon;4° ofwel wegens het faillissement van de rechtspersoon; 5° ofwel wegens de intrekking van de erkenning bedoeld in artikel 178.1 of niet-hernieuwing ervan. § 2. Bij verlies van de erkenning is de rechtspersoon ertoe verplicht zich te schikken naar de bewarende maatregelen en de nadere regels voor de beëindiging van de erkenning die de Regering heeft vastgesteld. »

Art. 110.In artikel 179 van de Code wordt punt 1° vervangen door volgende tekst : « 1° de grote gezinnen met een gemiddeld of bescheiden inkomen of die in een precaire toestand verkeren, de middelen bezorgen om een eerste woning, die voor het persoonlijk gebruik bestemd is, te renoveren, te herstructureren, aan te passen, aan te kopen, op te bouwen of de eigendom ervan te vrijwaren; ».

In hetzelfde artikel wordt punt 3° vervangen door volgende tekst : « 3° de Regering de erkenning voor te stellen van de sociale instellingen bedoeld in hoofdstuk VI van deze titel, ze van raad te voorzien, ze te controleren, in hun coördinatie en financiering te voorzien; ».

In hetzelfde artikel wordt er een punt 4° ingevoegd, met volgende tekst : « 4° de experimentatie en de reflectie te bevorderen in die gebieden en de Regering nieuwe beleidslijnen voor te stellen. » Hetzelfde artikel wordt ten slotte aangevuld met volgend lid : « Het Fonds deelt jaarlijks zijn begroting aan de Regering ter inlichting mee, vóór uitwerking van de uitgavenbegroting van het Waalse Gewest. De Regering deelt hem ter inlichting aan de Waalse Gewestraad mee, samen met het ontwerp van de uitgavenbegroting. »

Art. 111.Artikel 180 van de Code wordt vervangen door volgende bepaling : « Art.180. § 1. De bijzondere regels en voorwaarden die het Fonds ertoe leiden de opdrachten van openbaar nutuit te oefenen die hem bij deze Code zijn toevertrouwd, worden in een beheerscontract vastgesteld dat tussen het Fonds en de Waalse Regering wordt afgesloten. § 2. Het beheerscontract regelt meer bepaald volgende aangelegenheden : 1° de fundamentele beleidslijnen en -keuzes die het Fonds tijdens de door het contract gedekte jaren zal dienen te vervolgen;2° de algemene en specifieke doelstellingen die het Fonds worden toegewezen, de doelstellingen met betrekking tot diens financiële structuur, evenals de termijnen waarin die doelstellingen bereikt dienen te worden;3° de ingezette middelen en, in voorkomend geval, de middelen die ingezet dienen te worden om de vooropgestelde doelstellingen te bereiken;4° de voorwaarden voor de terbeschikkingstellingen, de berekeningswijze, de vaststelling en de wijze van betaling van de subsidies en dotaties die gedragen worden door de algemene uitgavenbegroting van het Gewest;5° in voorkomend geval, de wijze van gebruik en de controle op het gebruik van de inkomsten;6° in voorkomend geval, de regels met betrekking tot de verdeling van de nettowinst;7° de regels en de systemen voor de sanctionering en de aanmoediging, naar gelang van de graad van verwezenlijking van de doelstellingen en de verbintenissen;8° de systemen en de criteria voor de evaluatie van het beheerscontract;9° de bestanddelen die de inhoud van het jaarlijkse evaluatieverslag bedoeld in artikel 182 nader bepalen;10° de regels met betrekking tot het beheerscontract, met inbegrip van de bepalingen van onvoorzienbaarheid waardoor bepaalde parameters gewijzigd en het beheerscontract aangepast kan worden wegens toeval en overmacht;11° de soorten leningen, de rentevoeten en de rentestructuur;12° de gedragsregels en informatieverstrekkingsregels ten opzichte van de gebruikers van de prestaties. § 3. Elke uitdrukkelijke ontbindende voorwaarde in het beheerscontract is geacht ongeschreven te zijn.

Artikel 1184 van het Burgerlijk Wetboek is niet van toepassing op het beheerscontract. De partij ten opzichte van wie een verplichting uit het beheerscontract niet is uitgevoerd kan enkel de tenuitvoerlegging van de verplichting vorderen en, in voorkomend geval, schadevergoeding vorderen, onverminderd de toepassing van elke speciale bij het beheerscontract bepaalde sanctie. § 4. Het beheerscontract vormt geen akte of reglement als bedoeld in artikel 14 van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973. Alle clausules ervan zijn geacht van contractuele aard te zijn. § 5. Om over het beheerscontract te onderhandelen, bepaalt de raad van bestuur van het Fonds zijn vertegenwoordiging.

Het beheerscontract wordt ter instemming voorgelegd aan de raad van bestuur. § 6. Het beheerscontract treedt pas in werking na de instemming te hebben gekregen van de Waalse Regering, en op de bij die instemming bepaalde datum.

Het wordt ter inlichting overgemaakt aan de Waalse Gewestraad. § 7. Het beheerscontract wordt voor een duur van vijf jaar afgesloten. § 8. Bij verstrijken van het lopende beheerscontract kan de Regering, indien er geen instemming bestaat over de inhoud van een nieuw beheerscontract, voor de duur van één begrotingsjaar bepalingen vastleggen waarvan de inhoud overeenstemt met de inhoud bepaald bij paragraaf 2.

Indien dat niet het geval is, blijft het verstreken beheerscontract volgens dezelfde beginselen, nadere regels en voorwaarden als die toegepast tijdens het laatste jaar van het beheerscontract, van toepassing. » Artikel 181 van de Code wordt opgeheven.

Art. 112.Artikel 182 van de Code wordt vervangen door volgende bepaling : «

Art. 182.Onverminderd andere, door de Regering bepaalde evaluatieprocessen, maken het Fonds en de Regeringscommissarissen een jaarlijks evaluatieverslag van het beheerscontract aan de Regering over tegen 1 juli van het jaar volgend op het begrotingsjaar waarop het betrekking heeft.

De Regering bepaalt de voornaamste bestanddelen die in dat jaarverslag opgenomen dienen te worden.

De inhoud ervan kan door het beheerscontract van het Fonds nader bepaald worden.

Dat verslag wordt ter inlichting door de Regering aan de Waalse Gewestraad overgemaakt binnen een termijn van één maand te rekenen van de ontvangst ervan. »

Art. 113.In artikel 183, § 2, van de Code wordt het tweede lid opgeheven.

Art. 114.In artikel 184, eerste lid, van de Code wordt het woord « twaalf » vervangen door het woord « dertien » en wordt punt 2° vervangen door volgende tekst : « 2° vijf leden die benoemd worden op voordracht van de "Ligue des Familles"; ».

Art. 115.Er wordt een artikel 184bis in de Code ingevoegd, luidend als volgt : «

Art. 184bis.Om deel te nemen aan de uitoefening van de opdrachten van openbaar nut bedoeld in artikel 179, 3°, wordt een comité voor het sociaal beleid bij het Fonds opgericht.

Dat comité heeft als opdracht : 1° wat betreft de erkenning van de sociale instellingen : a) te onderzoeken of de erkenningsvoorwaarden door de instellingen worden nageleefd;b) zijn visum te geven aan de raad van bestuur van het Fonds over de voorstellen tot erkenningsaanvragen die de Regering krijgt;2° wat de sancties opgelegd aan de sociale instellingen betreft : a) te onderzoeken of de voorwaarden voor het opleggen van de sancties aan de instellingen nageleefd worden;b) zijn visum te geven aan de raad van bestuur van het Fonds over de voorstellen tot aanvragen tot het opleggen van sancties die de Regering krijgt;3° de evolutie op te volgen van de sociale instellingen, en meer bepaald de omvang van het beheerde woningenbestand en de nodige middelen;4° de jaarverslagen van die instellingen in te zien;5° elk voorstel te formuleren dat het nuttig acht, bij de raad van bestuur van het Fonds. De Regering kan het comité op voorstel van het Fonds bijkomende opdrachten met betrekking tot de sociale instellingen toevertrouwen.

De werkingswijze van het comité wordt door de Regering vastgesteld op voorstel van het Fonds.

Het comité bestaat uit één vertegenwoordiger van het bestuur, drie vertegenwoordigers van de « Société wallonne du Logement », één vertegenwoordiger van de v.z.w. « Association du Logement social », één vertegenwoordiger van het « FOREm », één vertegenwoordiger van het Secretariaat-generaal van het Ministerie van het Waalse Gewest, vier vertegenwoordigers van het Fonds. »

Art. 116.Artikel 185 van de Code wordt vervangen door volgende bepaling : «

Art. 185.§ 1. Het Fonds wordt onderworpen aan de controlebevoegdheid van de Regering.

Die controle wordt uitgeoefend door toedoen van twee commissarissen, die door de Regering benoemd en ontslagen worden.

De Regering regelt de uitoefening van de opdrachten van zijn commissarissen en bepaalt de vergoeding die hen wordt toegewezen. § 2. De Regeringscommissarissen waken over de naleving, door de organen van het Fonds, van de wetgeving, de regelgeving, de statuten, het beheerscontract en het algemeen belang. § 3. Het ambt van commissaris kan niet gecumuleerd worden met de ambten van bestuurder, directeur-beheerder of personeelslid van een agentschap voor sociale huisvesting, van een buurtregie of een vereniging ter bevordering van de huisvesting, noch met die van bestuurder, personeelslid van het Fonds.

Andere oorzaken van onverenigbaarheid kunnen door de Regering worden vastgesteld. § 4. De commissarissen worden opgeroepen en wonen met raadgevende stem alle vergaderingen bij van de raad van bestuur, van de algemene vergadering en van de andere bestuurs- en controleorganen van het Fonds. § 5. Zij hebben de ruimste bevoegdheden om hun opdracht te vervullen.

Zij kunnen te allen tijde ter plaatse kennis nemen van elk stuk dat nuttig is voor de uitoefening van hun opdracht.

Zij kunnen van elke bestuurder of van elk personeelslid uitleg of informatie eisen en alle controles verrichten die hen noodzakelijk lijken voor de uitvoering van hun mandaat.

Daarnaast kunnen zij elk vraagstuk bij de raad van bestuur laten agenderen dat verband houdt met de vervulling van hun opdracht. § 6. Elke commissaris beschikt over een termijn van vier volle dagen om een beroep bij de Regering in te dienen tegen elke beslissing die hij strijdig acht met de wetgeving, de regelgeving, de statuten, het beheerscontract en het algemeen belang. Het beroep is opschortend. Het wordt bij de Regering ingediend.

Die termijn loopt vanaf de dag van de vergadering waarop de beslissing is getroffen, voorzover de commissaris ze heeft bijgewoond of, in het tegenovergestelde geval, vanaf de dag waarop hij daar kennis van gekregen heeft.

Als de Regering de nietigverklaring niet binnen een termijn van dertig volle dagen, die aanvangt op dezelfde dag als de termijn bepaald bij het tweede lid van deze paragraaf, heeft uitgesproken, wordt de beslissing definitief.

Van de beslissing tot nietigverklaring wordt bij ter post aangetekend schrijven aan het Fonds kennis gegeven. § 7. Het is de Regeringscommissarissen verboden aanwezig te zijn op beraadslagingen met betrekking tot voorwerpen waarin zij een rechstreeks belang hebben of waarin hun bloed- of aanverwanten tot en met de vierde graad een persoonlijk en rechtstreeks belang hebben. »

Art. 117.Er wordt een artikel 185bis in de Code ingevoegd, luidend als volgt : «

Art. 185bis.§ 1. De controle over de financiële toestand, de jaarrekeningen en de regelmatigheid van de verrichtingen die in de jaarrekeningen vastgesteld dienen te worden, meer bepaald ten opzichte van het Wetboek van vennootschappen en van de statuten van de « Société », wordt toevertrouwd aan meerdere revisoren en aan één vertegenwoordiger van het Rekenhof, die collegiaal handelen. § 2. De revisoren worden door de algemene vergadering uit de leden, natuurlijke of rechtspersonen, van het Instituut der Bedrijfsrevisoren benoemd.

De vertegenwoordiger van Rekenhof wordt door de algemene vergadering op voordracht van laatstgenoemde aangewezen. § 3. Het verslag bedoeld in artikel 143 van het Wetboek van vennootschappen wordt tegelijkertijd als het aan de raad van bestuur van de « Société » wordt overgemaakt, aan de Regering overgemaakt. »

Art. 118.Artikel 186 van de Code wordt opgeheven.

Art. 119.Er wordt in titel III, hoofdstuk IV, van de Code een afdeling 5 ingevoegd, luidend als volgt : « Afdeling 5. - Oriëntatiecomité van het Fonds

Art. 186.Er wordt bij het Fonds een oriëntatiecomité opgericht.

Dat oriëntatiecomité heeft een adviserende bevoegdheid over elke ontwerpbeslissing van de raad van bestuur van het fonds dat van invloed is op het huisvestingsbeleid, met uitzondering van de beslissingen die dossiers met een individuele draagwijdte betreffen.

Dat comité kan eveneens op eigen initiatief advies uitbrengen over elke aangelegenheid die het algemene beleid van het Fonds betreft.

Het oriëntatiecomité, met tien leden die door de Regering worden aangewezen, bestaat uit vier leden die de « Conseil économique et social de la Région wallonne » vertegenwoordigen, drie leden die respectievelijk de agentschappen voor sociale huisvesting, de buurtregieën en de verenigingen ter bevordering van de huisvesting vertegenwoordigen, twee leden die de v.z.w. « Union des Villes et Communes de Wallonie » en één lid dat de v.z.w. « Association des provinces wallonnes » vertegenwoordigt.

De nadere regels voor organisatie en werking worden door de Regering vastgesteld, op voorstel van het Fonds. »

Art. 120.In artikel 188 van de Code wordt paragraaf 2 aangevuld met volgende leden : « Indien een gemeenteraad niet beraadslaagt over een programma binnen een door de Regering vastgestelde termijn, richt de Regering een aanmaning waarbij hij de gemeenteraad verzoekt om binnen de door eerstgenoemde vastgestelde termijn over dat programma te beraadslagen.

De aanmaning wordt bij ter post aangetekend schrijven opgestuurd.

De Regering stelt de maatregelen vast die getroffen dienen te worden indien de beraadslaging door een gemeenteraad over een programma alsnog uitblijft na verstrijken van de termijn van de aanmaning waarbij aan het verzoek om te beraadslagen zoals bedoeld in vorig lid herinnerd wordt.

De door de Regering vastgestelde maatregelen waarbij investeringen worden bepaald op het grondgebied van de gemeente worden enkel op eensluidend advies van die gemeente uitgevoerd. »

Art. 121.In artikel 189 van de Code wordt paragraaf 2 vervangen door volgende bepaling : « § 2. Mocht het programma acties inhouden die door het Gewest gesubsidieerd zouden kunnen worden, wordt dat programma gevoegd bij de beraadslaging van de gemeenteraad en wordt het aan de « Société wallonne du Logement » gericht, die haar advies uitbrengt binnen de negentig dagen na ontvangst van het gemeentelijk dossier. De « Société wallonne du Logement » maakt het dossier samen met haar advies aan de Regering over. » In artikel 198 van de Code wordt paragraaf 3 vervangen door volgende bepaling : « § 3. Binnen de negentig dagen die volgen op de ontvangst van het gemeentelijk programma geeft de Regering kennis aan de gemeente en aan de « Société wallonne du Logement » van zijn beslissing om zijn gehele of gedeeltelijke goedkeuring te verlenen. »

Art. 122.Artikel 190 van de Code wordt vervangen door volgende bepaling : «

Art. 190.§ 1. Binnen de perken van de in de begroting ingeschreven kredieten, bepaalt de Regering voor elke programma dat hij goedkeurt, meer bepaald : 1° de doelstellingen die de rechtspersonen bedoeld in het programma toegekend worden;2° de termijnen voor de verwezenlijking van de doelstellingen;3° de middelen die ingezet dienen te worden om ze te bereiken;4° de criteria voor de evaluatie van de tot stand gebrachte beleidspunten. § 2. Elke gemeente waarvan het programma geheel of gedeeltelijk is goedgekeurd door de Regering, is ertoe verplicht : 1° over een gemeentelijke huisvestingsdienst te beschikken;2° een permanente inventaris van de onbewoonde woningen in de zin van artikel 80 bij te houden;3° een permanente inventaris van de bouwgronden bij te houden.»

Art. 123.Artikel 191 van de Code wordt vervangen door volgende bepaling : «

Art. 191.§ 1. De Regering kan op voorstel van het « Fonds du Logement des Familles nombreuses de Wallonie » sociale instellingen erkennen als agentschap voor sociale huisvesting, buurtregie of vereniging ter bevordering van de huisvesting. § 2. De Regering stelt op voorstel van het « Fonds du Logement des Familles nombreuses de Wallonie » reglementen vast met betrekking tot de erkenning van de agentschappen voor sociale huisvesting, de buurtregieën en de verenigingen ter bevordering van de huisvesting.

In die reglementen stelt hij vast : A. Voorwaarden voor de erkenning die hoofdzakelijk verband houden met : 1° de aard en de rechtsvorm van de rechtspersoon die om de erkenning verzoekt;2° de statuten en het maatschappelijk doel van de rechtspersoon die om de erkenning verzoekt;3° de samenstelling van de beheersorganen van de rechtspersoon die om de erkenning verzoekt;4° criteria van financiële orde, beheers- en werkingsnormen die toegepast dienen te worden door de rechtspersoon die om de erkenning verzoekt;5° het grondgebied waarop de bedrijvigheid uitgeoefend wordt. B. De procedure en de nadere regels voor de toekenning van de erkenning.

Hij stelt meer bepaald de termijnen vast die de Regering opgelegd worden om zich uit te spreken over de erkenningsaanvragen. Bij verstrijken van die termijn wordt de erkenning geacht geweigerd te zijn aan de rechtspersoon die om de erkenning verzoekt.

De beslissing van de Regering heeft uitwerking op de datum waarop daar kennis van wordt gegeven aan de rechtspersoon die om de erkenning verzoekt. Daar wordt kennis van gegeven aan die rechtspersoon en aan het « Fonds du Logement des Familles nombreuses de Wallonie », bij ter post aangetekend schrijven.

C. De beroepsprocedure tegen een beslissing tot weigering van de erkenning.

De Regering neemt kennis van de verzoeken om nietigverklaring van de weigeringsbeslissingen.

Hij stelt de termijn vast die hem is opgelegd om zich daarover uit te spreken.

Bij verstrijken van die termijn wordt de erkenning geacht toegekend te zijn aan de rechtspersoon.

Het beroep bij de Regering is niet opschortend voor de omstreden beslissing.

De beslissing van de Regering heeft uitwerking vanaf de datum waarop daar kennis van wordt gegeven aan de rechtspersoon die om de erkenning verzoekt. Daar wordt kennis van gegeven aan die rechtspersoon en aan het « Fonds du Logement des Familles nombreuses de Wallonie », bij ter post aangetekend schrijven. § 3. De erkenning wordt toegekend voor een duur van vijf jaar en is hernieuwbaar. § 4. In geval van niet-naleving door het agentschap voor sociale huisvesting, de buurtregie of de vereniging ter bevordering van de huisvesting van de Waalse Huisvestingcode en diens uitvoeringsbepalingen of indien er verkeerde informatie wordt overgemaakt aan dat Fonds, kan de Regering, op voorstel van het « Fonds du Logement des Familles nombreuses de Wallonie » : 1° het terechtwijzen;2° het een financiële sanctie opleggen waarvan het bedrag voorgesteld wordt door het « Fonds du Logement des Familles nombreuses de Wallonie »;3° diens erkenning intrekken. De intrekking van de erkenning kan gepaard gaan met een financiële sanctie. § 5. Van de beslissing tot santionering wordt kennis gegeven bij ter post aangetekend schrijven aan, naar gelang het geval, het agentschap voor sociale huisvesting, de buurtregie of de vereniging ter bevordering van de huisvesting en heeft uitwerking vanaf de datum van die kennisgeving. Daar wordt eveneens kennis van gegeven aan het « Fonds du Logement des Familles nombreuses de Wallonie », bij ter post aangetekend schrijven. § 6. Vóór toepassing van een sanctie kan de sociale instelling als, naar gelang het geval, agentschap voor sociale huisvesting, buurtregie of vereniging ter bevordering van de huisvesting, gehoord worden. § 7. De Regering stelt de procedures vast die tot de toepassing van de sancties leiden. § 8. Hij neemt kennis van de verzoeken tot nietigverklaring tegen de sanctiebeslissingen en stelt de beroepsprocedures tegen die beslissingen vast.

Hij bepaalt meer bepaald de termijn die hem wordt opgelegd om zich over die beroepen uit te spreken.

Bij verstrijken van die termijn wordt de beslissing tot sanctionering geacht ongegrond en nietig verklaard te zijn.

Met uitzondering van het beroep tegen een beslissing betreffende de opschorting van de erkenning, is het verzoek tot nietigverklaring van een sanctiebeslissing opschortend voor de omstreden beslissing.

De beslissing van de Regering heeft uitwerking vanaf kennisgeving ervan aan verzoekster. Daar wordt aan verzoekster en aan het « Fonds du Logement des Familles nombreuses de Wallonie » bij ter post aangetekend schrijven kennis van gegeven. § 9. Het « Fonds du Logement des Familles nombreuses de Wallonie » kan onder de voorwaarden en op de wijze die door de Regering zijn vastgesteld : 1° van elke bestuurder of van elk personeelslid van een agentschap voor sociale huisvesting, van een buurtregie of van een vereniging ter bevordering van de huisvesting uitleg, stukken of informatie die voor de uitoefening zijn opdracht nuttig zijn, eisen;2° al dan niet ter plaatse alle controles verrichten die hem nuttig lijken voor de uitvoering van zijn opdracht. § 10. De erkenning gaat verloren : 1° ofwel op vraag van de raad van bestuur van de rechtspersoon, middels een vooropzeg van zes maanden waarvan kennis wordt gegeven aan het « Fonds du Logement des Familles nombreuses de Wallonie » en aan de Regering;2° ofwel bij vrijwillige of gerechtelijke vereffening van de rechtspersoon;3° ofwel wegens het faillissement van de rechtspersoon;4° ofwel bij de intrekking of niet-hernieuwing van de erkenning. Bij verlies van de erkenning is de rechtspersoon ertoe verplicht zich te schikken naar de bewarende maatregelen en de nadere regels voor de beëindiging van de erkenning die de Waalse Regering heeft vastgesteld. »

Art. 124.In artikel 193 van de Code worden de woorden « of een bescheiden inkomen hebbende » ingevoegd na de woorden « in een precaire toestand verkerende ».

Art. 125.Artikel 194 van de Code wordt opgeheven.

Art. 126.Het opschrift van afdeling 3 van hoofdstuk VI van titel III van de Code wordt vervangen door volgend opschrift : « Afdeling 3. - Bepalingen die specifiek gelden voor de buurtregieën »

Art. 127.Artikel 195 van de Code wordt vervangen door volgende bepaling : «

Art. 195.De buurtregie heeft als doel het verbeteren van de levensomstandigheden van de inwoners van één of verschillende buurten die zich in één van de door de Regering vastgestelde gebieden bevinden. Daartoe voert zij acties uit die de verbetering van het leefkader, het levendig maken, het goede buurschap en de uitoefening van de burgerzin begunstigen. Zij draagt bij tot de integratie in het maatschappelijk en het beroepsleven van werkzoekenden of begunstigen van maatschappelijke hulp waarbij laatstgenoemden een inleidende vorming aangeboden wordt door een team van vakmensen. »

Art. 128.In artikel 196 van de Code worden de woorden « de sociale buurtregie » vervangen door de woorden « de buurtregie » en de woorden « of voert haar opdracht uit als specifieke dienst van een openbare huisvestingsmaatschappij, onder de door de "Société wallonne du Logement" vastgestelde voorwaarden en op de door haar bepaalde wijze » worden geschrapt.

Art. 129.De artikelen 197 en 199 van de Code worden opgeheven.

Art. 130.In artikel 198 van de Code wordt onder punt 1° het woord « aangepaste » vervangen door het woord « decente ».

Art. 131.Het opschrift van hoofdstuk VII van titel III van de Code wordt vervangen door volgend opschrift : « HOOFDSTUK VII. - Hoge huisvestingsraad »

Art. 132.Artikel 200 van de Code wordt vervangen door volgende bepaling : «

Art. 200.Er wordt een Hoge Huisvestingsraad opgericht, dat er meer bepaald mee belast wordt : 1° de stand van zaken op de woningenmarkt, de hoeveelheid woningen en hun kwaliteit te evalueren;2° vooranalyses uit te werken waardoor vooruitgelopen kan worden op de behoeften aan woningen;3° gegevensbanken op te stellen met informatie over de huisvesting en het huisvestingsbeleid;4° studies en diagnoses uit te werken en te publiceren;5° bij te dragen tot de ontwikkeling en de verspreiding van de kennis inzake huisvesting, door onderzoeksactiviteiten te voeren naar thema's die hij of de Regering bepalen;6° op eigen initiatief adviezen te formuleren ter attentie van de Regering;7° op vraag van de Regering advies uit te brengen over ontwerp-decreten en over bepalingen met een regelgevende draagwijdte en die de huisvesting betreffen;8° jaarlijks een activiteitenverslag op te stellen, dat hij uiterlijk tegen 31 mei aan de Regering overmaakt.De Regering maakt dat jaarverslag binnen de maand volgend op ontvangst ervan aan de Waalse Gewestraad over.

De Regering bepaalt de werkings- en financieringswijze van de Hoge Huisvestingsraad.

De Hoge Huisvestingsraad bestaat uit twee vertegenwoordigers van de « Société wallonne du Logement », twee vertegenwoordigers van de « Société wallonne du Crédit social », twee vertegenwoordigers van het « Fonds du Logement des Familles nombreuses de Wallonie », twee vertegenwoordigers van de openbare huisvestingsmaatschappijen, twee vertegenwoordigers van de « Guichets du Crédit social », drie vertegenwoordigers van de sociale instellingen, vijf vertegenwoordigers van de plaatselijke besturen, drie vertegenwoordigers van de universiteiten, twee vertegenwoordigers van eigenaars en huurders, twee vertegenwoordigers uit het verenigingsleven en twee vertegenwoordigers van de sociale partners. »

Art. 133.Artikel 203 van de Code wordt vervangen door volgende bepaling : «

Art. 203.De Regering stelt de wijze van indexering van de bedragen bedoeld in artikel 1 aan de evolutie van de levensduurte vast. »

Art. 134.Artikel 3 van het decreet van 29 oktober 1998 tot invoering van de Waalse Huisvestingscode wordt vervangen door volgende bepaling : «

Art. 3.De openbare bouwmaatschappijnen die erkend zijn op 1 maart 1999 worden voor de toepassing van de bepalingen van de Waalse Huivestingscode gelijkgesteld met openbare huisvestingsmaatschappijen.

Zij behouden het voordeel van hun erkenning tot en met 31 december 2002, behalve indien zij hun aandeel in de « Société wallonne du Logement » bij ter post aangetekend schrijven opzeggen of indien de hernieuwing geweigerd of hun erkenning ingetrokken wordt door de « Société wallonne du Logement ».

In afwijking van vorig lid en bij wijze van overgangsmaatregel blijven de openbare bouw- of huisvestingsmaatschappijen die hun bedrijvigheid toegespitst hebben op artikel 131, 3° en/of 4°, van de Code, die huisvestingsmaatschappijen van het type « aankoop » worden genoemd, en die in aanmerking komen voor erkenning door de « Société wallonne du Logement » op 31 december 2002, alsook de kredietinstellingen die voor een erkenning door het Gewest in aanmerking komen op dezelfde datum, in aanmerking komen voor die erkenning tot en met de datum waarop ze de gewestelijke erkenning door de « Société wallonne du Crédit social » als « guichet du Crédit social » krijgen of uiterlijk tot drie kalendermaanden na inwerkingtreding van het besluit van de Waalse Regering waarbij de algemene erkenningsregeling van de « Guichets du Crédit social » worden vastgesteld, behalve indien zij hun aandeel in de « Société wallonne du Logement » bij ter post aangetekend schrijven opzeggen of indien de hernieuwing geweigerd of hun erkenning ingetrokken wordt door de « Société wallonne du Logement ».

De sociale instellingen bedoeld in hoofdstuk VI van titel III van de Waalse Huisvestingscode die in aanmerking komen voor een erkenning als agentschap voor sociale huisvesting of sociale buurtregie behouden het voordeel van hun erkenning tot en met de datum waarop zij de gewestelijke erkenning in de hoedanigheid van agentschap voor sociale huisvesting of als buurtregie krijgen of tot uiterlijk drie kalendermaanden na inwerkingtreding van het besluit van de Waalse Regering waarbij de algemene erkenningsregeling voor de agentschappen voor sociale huisvesting, de buurtregieën en de verenigingen ter bevordering van de huisvesting worden vastgesteld, behalve indien zij van de opzegging van hun aandeel bij ter post aangetekend schrijven aan de Regering kennis geven of behalve intrekking van hun erkenning. »

Art. 135.Er wordt in het decreet van 29 oktober 1998 tot invoering van de Waalse Huisvestingscode een artikel 7 luidend als volgt ingevoegd : «

Art. 7.De saneringsplannen bedoeld bij het decreet van 25 oktober 1984 tot invoering van de Waalse gewestelijke huisvestingsmaatschappij worden gelijkgesteld met beheersplannen voor de toepassing van de Waalse Huisvestingscode. »

Art. 136.Er wordt in het decreet van 29 oktober 1998 tot invoering van de Waalse Huisvestingscode een artikel 8 luidend als volgt ingevoegd : «

Art. 8.Het eerste beheerscontract tussen het Waalse Gewest en de « Société wallonne du Crédit social » dient uiterlijk tegen 1 januari 2004 in werking te treden.

Er dient een nieuw beheerscontract tussen het Waalse Gewest en de « Société wallonne du Logement » uiterlijk tegen 1 januari 2004 in werking te treden.

Er dient een nieuw beheerscontract tussen het Waalse Gewest en de « Société wallonne du Logement des Familles nombreuses de Wallonie » uiterlijk tegen 1 januari 2004 in werking te treden.

Indien er geen overeenstemming bestaat tegen die data over de inhoud van een beheerscontract, kan de Regering voor de duur van één begrotingsjaar bepalingen vastleggen waarvan de inhoud overeenstemt met de inhoud van de artikelen 109, § 1, 175.17, § 2, 180, § 2. »

Art. 137.Er wordt in het decreet van 29 oktober 1998 tot invoering van de Waalse Huisvestingscode een artikel 9 luidend als volgt ingevoegd : «

Art. 9.Binnen de perken van de betrekkingen waarin de personeelsformatie van de « Société wallonne du Crédit social » voorziet en op de wijze en tegen de voorwaarden die door de Regering worden vastgesteld, kunnen personeelsleden van de « Société wallonne du Logement » naar de « Société wallonne du Crédit social » overgeheveld worden.

De aldus overgehevelde personeelsleden worden overgeheveld met behoud van hun graad of in een gelijkwaardige graad. Zij behouden minstens de bezoldigingsrechten en de anciënniteit die zij hadden of zouden hebben gehad indien zij het ambt dat zij betrokken op het ogenblik van hun overheveling waren blijven uitoefenen in hun oorspronkelijke dienst. »

Art. 138.Er wordt in het decreet van 29 oktober 1998 tot invoering van de Waalse Huisvestingscode een artikel 10 luidend als volgt ingevoegd : «

Art. 10.De « Société wallonne du Crédit social » n.v., publiekrechtelijke rechtspersoon, neemt de rechten en verplichtingen van de « Société wallonne du Crédit social » n.v., privaatrechtelijke rechtspersoon, over.

Zij neemt de rechten en de verplichtingen die verbonden zijn met de activiteiten van de hypothecaire leningen die waren uitgeoefend door de « Société wallonne du Logement » over. »

Art. 139.Niettegenstaande artikel 100, eerste lid, van de Code, wordt het ambt van de bestuurders van de « Société wallonne du Logement » beëindigd bij de inwerkingtreding van artikel 71 van het decreet.

Art. 140.Er wordt in het decreet van 29 oktober 1998 tot invoering van de Waalse Huisvestingscode een artikel 11 luidend als volgt ingevoegd : «

Art. 11.Niettegenstaande artikel 176.2 kan een voorlopige erkenning voor een duur van minder dan drie jaar worden toegekend aan de rechtspersonen die binnen de twee maanden na inwerkingtreding van het besluit van de Waalse Regering waarbij de algemene erkenningsregeling van de « Guichets du Crédit social » vastgesteld wordt, hun erkenning in de hoedanigheid van « Guichet du Crédit social » aanvragen.

Die voorlopige erkenning wordt toegekend mits naleving van de voorwaarden die hoofdzakelijk betrekking hebben op : 1° de aard en de vorm van de rechtspersoon;2° de inhoud van de statuten van de rechtspersoon;3° verbintenissen die door de rechtspersoon aangegaan dienen te worden, met betrekking tot de naleving van de bepalingen van de Code, diens uitvoeringsbepalingen en de waarborgen die ten gunste van de « Société » gesteld dienen te worden;4° criteria van financiële ordre.»

Art. 141.Er wordt in het decreet van 29 oktober tot invoering van de Waalse Huivestingscode een artikel 12 luidend als volgt ingevoegd : «

Art. 12.Het Gewest is gemachtigd om kapitaalparticipaties te nemen in het « Fonds du Logement des Familles nombreuses de Wallonie ». »

Art. 142.Artikel 174 van het WWROS wordt vervangen door volgende bepaling : «

Art. 174.§ 1. Om sommige tegemoetkomingen van boek II van dit Wetboek toe te kennen of aan te passen, bakent de Regering naar gelang van de door hem bepaalde criteria : 1° de woonkernen;2° de bevoorrechte initiatiefgebieden af. § 2. De woonkernen bedoeld in het eerste lid zijn geografische gebieden waar op grond van de gegevens van het Nationale Instituut voor de Statistiek een minimumaantal inwoners en een bevolkingsdichtheid als door de Regering bepaald gelden of die beantwoorden aan milieucriteria, alsook aan criteria inzake ruimtelijke ordening en stedenbouw als door de Regering bepaald. § 3. De bevoorrechte initiatiefgebieden bedoeld in paragraaf 1 zijn van tweeërlei soort : a) gebieden die onderhevig zijn aan een hoge vastgoeddruk waar de prijs van de bouwgrond hoger is dan het gemiddelde in het Waalse Gewest in een door de Regering te bepalen verhouding;b) gebieden met te herkwalificeren woonkernen die gekenmerkt zijn door enerzijds afgetakelde woningen en anderzijds een op sociaal-economisch vlak kwetsbare bevolkingsgroep. § 4. Bij de afbakening van een woonkern of van een bevoorrecht initiatiefgebied kan de Regering van de criteria afwijken die vastgelegd zijn voor de bepaling, om rekening te houden met de bouwkenmerken van de betrokken woningen, van hun uitrusting of hun bestemming. § 5. Op de door hem vastgestelde wijze bepaalt de Regering de verrichtingen die hij nuttig acht in de woonkernen en de bevoorrechte initiatiefgebieden. »

Art. 143.Dit decreet treedt in werking de dag van diens bekendmaking in het Belgisch Staatsblad , met uitzondering van de volgende artikelen, die in werking treden op de door de Regering bepaalde datum : de artikelen 2, 11, 23, 61, 71, 72 en 142.

Artikel 12 van dit decreet treedt voor wat de gebouwde woningen betreft, in werking drie jaar na inwerkingtreding van dit decreet.

Voor wat betreft de op te trekken woningen, treedt hij in werking de dag van de bekendmaking van dit decreet in het Belgisch Staatsblad .

Artikel 89 van dit decreet treedt, in de mate waarin het artikel 127 van de Code en het decreet van 22 januari 1998 wijzigt, in werking de dag van de bekendmaking van het besluit van de Regering betreffende het specifieke personeelsstatuut dat van toepassing is op de « Société wallonne du Logement ».

Artikel 89 van dit decreet treedt, in de mate waarin het artikel 127 van de Code wijzigt, in werking de dag van diens bekendmaking in het Belgisch Staatsblad .

Artikel 175.1, § 6, van de Code, ingevoegd bij artikel 109 van dit decreet, treedt in werking zes maanden na inwerkingtreding van dit decreet.

Onmiddellijk na de inwerkingtreding van dit decreet en onverminderd de statutaire bepalingen of een andersluidende beslissing van de « Société wallonne du Crédit social » is het evenwel elke persoon toegelaten kapitaalparticipaties te nemen in die « Société ». Het nemen van participaties is onderworpen aan de toelating door de Regering.

Het kapitaal van de « Société » is voor minstens 90 % in handen van publiekrechtelijke rechtspersonen.

Artikel 175.5 van de Code, ingevoegd bij artikel 109 van dit decreet, treedt in werking op de door de Regering bepaalde datum.

Kondigen dit decreet af en bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Namen, 15 mei 2003.

De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Economie, K.M.O.'s, Onderzoek en Nieuwe Technologieën, S. KUBLA De Minister van Vervoer, Mobiliteit en Energie, J. DARAS De Minister van Begroting, Huisvesting, Uitrusting en Openbare Werken, M. DAERDEN De Minister van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Leefmilieu, M. FORET De Minister van Landbouw en Landelijke Aangelegenheden, J. HAPPART De Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken, Ch. MICHEL De Minister van Sociale Aangelegenheden en Gezondheid, Th. DETIENNE De Minister van Tewerkstelling en Vorming, Mevr. M. ARENA _______ Nota (1) Zitting 2002-2003. Stukken van de Raad. - 472 (2002-2003) nrs. 1 tot en met 23.

Volledig verslag. - Openbare vergadering van 30 april 2003. Bespreking - Stemming.

^