gepubliceerd op 27 september 2000
Omzendbrief ZPZ 7. - Politiehervorming. - Gebouwen en infrastructuur van de politie van gemeenten die behoren tot meergemeentezones van de lokale politie
MINISTERIE VAN BINNENLANDSE ZAKEN
6 SEPTEMBER 2000. - Omzendbrief ZPZ 7. - Politiehervorming. - Gebouwen en infrastructuur van de politie van gemeenten die behoren tot meergemeentezones van de lokale politie
Aan de Dames en Heren Provinciegouverneurs Aan Mevrouw de Gouverneur van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad Ter informatie : Aan de Dames en Heren Arrondissementscommissarissen Aan de Dames en Heren Burgemeesters Mevrouw, Mijnheer de Gouverneur, Zoals reeds vermeld in mijn omzendbrief GPI 1, is de politiehervorming al bezig sinds 5 januari 1999, publicatiedatum van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus. Deze hervorming houdt verschillende wijzigingen of aanpassingen in en vereist een goede samenwerking van de gemeenten om tot een harmonieuze hervorming te kunnen komen.
Om dat te doen, heb ik verschillende werkgroepen op stapel gezet, waaronder de groep 3B « Gebouwen en infrastructuur » die vooral belast is met het vaststellen van de normen voor de gebouwen van de toekomstige lokale en federale politie. Er is een aanzienlijke inspanning nodig om deze materie te concretiseren. In afwachting van resultaten, spreekt het voor zich dat het belangrijk is om alle financiële investeringen hieromtrent tot een minimum te beperken.
Eenmaal de wet van 7 december 1998 van toepassing zal zijn op de lokale politie, zullen de politiezones alle huisvestingskosten op zich moeten nemen, ofwel door een gebouw te huren van de gemeente of van de Regie der Gebouwen, ofwel door een gebouw te kopen of een nieuwbouw te zetten. De nodige kredieten zullen voorzien worden in de aan de zone toegekende federale dotatie en gemeentelijke dotaties op basis van een forfaitair bedrag.
In afwachting kunnen er overeenkomsten worden aangegaan met de rijkswacht betreffende formules voor cohabitatie, hetzij in het kader van de pilootzones hetzij in de andere zones. In deze gevallen, en als de gemeentepolitie in een gebouw van de Staat gehuisvest is, zal er een huurcontract worden opgesteld en de gemeente zal de inrichtings-, de huur- en de verzekeringskosten op zich nemen. Indien het pilootprojecten betreft zal de gemeente een symbolische huur betalen aan de Regie. Om de integratieervaringen te stimuleren, zullen dezelfde principes voortaan ook gelden voor de cohabitatieformules buiten de pilootzones.
Dezelfde principes gelden wanneer een gebouw van de gemeente door de rijkswacht wordt gebruikt : een huurcontract zal worden opgesteld en de Regie zal samen met de rijkswacht de inrichtings-, de huur-, de verzekeringskosten en de betaling van een symbolische huur op zich nemen.
Er werd mij meegedeeld dat bepaalde tot de meergemeentezones behorende gemeenten, belangrijke investeringen overwegen in de bouw of de inrichting van nieuwe commissariaten.
Ik wens dan ook ten stelligste de aandacht te vestigen van de gemeentelijke overheden op het feit dat dergelijke situatie slechts te rechtvaardigen is als in die projecten rekening wordt gehouden met de toekomstige configuratie van de lokale politie, met het personeelskader, met de organisatie van de diensten en in het bijzonder hun onderverdeling in het toekomstige hoofdcommissariaat en de gemeentelijke posten.
De meeste van deze factoren zijn momenteel niet gekend. De organisatie van de lokale politie zal gebeuren door de toekomstige overheden van de lokale politie, namelijk het college van Burgemeesters en de politieraad.
Daaruit volgt dat het niet opportuun is om nu over te gaan tot belangrijke investeringen, behalve als er een duidelijk en stabiel akkoord zou bestaan tussen de gemeentelijke overheden die betrokken zijn bij het kader en de organisatie van de toekomstige lokale politie. Het doel van de hervorming bestaat er inderdaad in om tot een optimale politiedienst te komen voor de burger, die nochtans zowel voor de Staat als voor de gemeenten financieel houdbaar is.
Ik verzoek u het voorgaande mee te delen aan alle burgemeesters van uw ambtsgebied, te willen toezien op de naleving van deze omzendbrief en mij, indien dit zich zou voordoen, te willen informeren over omstreden gevallen.
Gelieve, Mevrouw, Mijnheer de Gouverneur, de datum waarop deze omzendbrief in het Belgisch Staatsblad wordt gepubliceerd, in het Bestuursmemoriaal te willen vermelden.
De Minister van Binnenlandse Zaken, A. Duquesne.