gepubliceerd op 25 juli 2000
Ministeriële omzendbrief PZ 5 betreffende de financiële hulp voor de ondersteuning van pilootpolitiezones
4 JULI 2000. - Ministeriële omzendbrief PZ 5 betreffende de financiële hulp voor de ondersteuning van pilootpolitiezones
Aan mevrouw en de heren provinciegouverneurs, Ter informatie : Aan de leden van de provinciale ondersteuningsteam Aan de dames en heren arrondissementscommissarissen, Aan de dames en heren burgemeesters, Mevrouw de gouverneur, Mijnheer de gouverneur, I. Algemeen In de ministeriële omzendbrief PZ 1 "Opstart van lokale politie Verdere uitwerking geïntegreerde politie gestructureerd op twee niveaus" van 10 april 2000, werd aangekondigd dat de regering ongeveer 200 miljoen BEF ter beschikking stelt voor de werking van de eerste fase pilootpolitiezones. Het gaat om de 22 pilootpolitiezones zoals vermeld in de ministeriële omzendbrief PZ 1.
II. Toekenning van de toelage 1. Toepassingsgebied De gemeente(n) die tot een pilootpolitiezone (fase 1) behoren, kunnen een financiële toelage bekomen voor investerings- en werkingskosten gemaakt in het kader van een maximaal geïntegreerde werking van de pilootpolitiezone.Personeelkosten en normale werkingskosten van de bestaande politiediensten, noch herstellingkosten van het (betoelaagde) materieel en uitrusting komen in aanmerking voor deze betoelaging.
De pilootpolitiezone streeft, in de geest van de wet van 7 december 1998, een maximaal geïntegreerde werking na van de bestaande politiediensten en dit voor alle functionaliteiten van de basispolitiezorg, zoals vooropgesteld in de betrokken pilootpolitiezone.
De toelage wordt enkel aangewend voor de kosten die een rechtstreeks verband houden met het integratieproces. Het kan geenszins de bedoeling zijn van deze toelage om het gebrek aan vroeger gemaakte investeringen te compenseren.
De kosten die de volgende aspecten van de geïntegreerde werking van de pilootpolitiezone dekken, kunnen worden gesubsidieerd : - acties en studies ter bevordering van de geïntegreerde werking van de bestaande politiediensten in de betrokken pilootpolitiezone en dit voor alle functionaliteiten van de basispolitiezorg, zoals vooropgesteld in de betrokken pilootpolitiezone; uit de doelstelling van deze acties/studies moet duidelijk blijken dat ze een hulp/meerwaarde zijn bij het implementeren van de geïntegreerde werking (1); - het verstrekken van gezamenlijke opleidingen aan de toekomstige leden van de lokale politie (zowel de leden van de rijkswacht als deze van de gemeentepolitie); - het organiseren van procesbegeleiding (al dan niet via externe consultants) opdat met het oog op de realisatie van een gemeenschapsgerichte politiezorg, de meest gewenste organisatiecultuur en model kan worden uitgewerkt (2); - het aanbrengen van het nieuwe logo op de politieuitrusting (op voertuigen, gebouwen, uniformen,...), conform de ministeriële omzendbrief PZ 3 "Politiehervorming Pilootprojecten Gebruik van het logo van de nieuwe geïntegreerde politie, gestructureerd op 2 niveaus" van 10 mei 2000; - het migreren naar een gezamenlijk informaticasysteem; - het migreren naar een gezamenlijk radio- en communicatiesysteem (3). 2. Toekenningsvoorwaarden Om deze geïntegreerde werking te realiseren, heeft de pilootpolitiezone, conform de richtlijnen van de ministeriële omzendbrief PZ 1, een directiecomité of een groep operationeel overleg opgericht.Het directiecomité dient deze geïntegreerde werking op een progressieve en gefaseerde wijze in plaats te stellen. Hiertoe heeft het een stappenplan uitgewerkt waarin de organisatie van de geïntegreerde werking van alle functionaliteiten van de basispolitiezorg in de betrokken pilootpolitiezone methodologisch bepaald is en in tijd en ruimte voorzien is.
Het ingediende subsidiedossier draagt de goedkeuring weg van het directiecomité of de groep operationeel overleg, alsook van de burgemeesters van de gemeente(n) van de pilootpolitiezone. (zie ook punt III.1 en model in bijlage).
De gemeente(n) van de pilootpolitiezones engageert (engageren) zich om de formatie en het kader van het operationeel en van het administratief en logistiek personeel van het lokaal politiekorps, overeenkomstig de door de Koning vast te stellen minimumnormen, in te vullen (4).
Het beheer van de toelage gebeurt door één gemeente per pilootpolitiezone.
Het gebruik van de toelage dient te gebeuren met inachtneming van de wetgeving op de overheidsopdrachten.
De begunstigde gemeenten (pilootpolitiezones) moeten het gebruik dat van de toelage gemaakt is, kunnen aantonen ten laatste voor het jaar dat volgt op dat van de toekenning van de toelage. 3. Verdelingswijze van krediet Het beschikbare krediet van ongeveer 200 miljoen BEF wordt verdeeld onder de gemeenten die voldoen aan de voorwaarden gesteld in punt II.1., op grond van de volgende verdeelsleutel : - voor de meergemeentenzones een forfaitaire start van 1 000 000 BEF; - voor de rest van het totale bedrag volgens een verdelingscoëfficiënt die voor 50 % steunt op het bevolkingsaantal in de pilootpolitiezone(s) en voor 50 % op het politie-effectief (personeelsterkte) van de pilootpolitiezone(s).
Het politie-effectief dat in aanmerking wordt genomen, is dat van 31 december 1999 (APSD/PBO). Het bestaat uit de leden van de gemeentepolitie en de rijkswacht in de betrokken pilootpolitiezone.
Rekening houdend met deze verdeelsleutels wordt per pilootpolitiezone de financiële toelage vastgelegd op een maximumbedrag. Hieronder vindt u per pilootpolitiezone de vastgelegde maximumbedragen : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld III. Toekenningsprocedure 1. Subsidieaanvraag De belangstellende pilootpolitiezones stellen een gemotiveerde subsidieaanvraag (subsidiedossier) op en dienen ze in bij de Minister van Binnenlandse Zaken, Koningsstraat 60-62, 1000 Brussel.Een kopie van dit subsidiedossier wordt overgemaakt aan de Algemene Directie van de Algemene Rijkspolitie, Koningsstraat 56, 1000 Brussel.
De subsidieaanvraag bevat een voorstelling en motivering van het of de projecten en de uitvoering ervan (met de vermelding van de eigen inbreng van de gemeente(n) en de gevraagde inbreng voor de toelage).
Evenals de naam van de gemeente die voor de pilootpolitiezone als beheerder optreedt (zeker in die gevallen waar het gaat om meergemeentenpilootpolitiezones).
De aanvraag tot subsidiëring moet ingediend worden voor 15 september 2000. Bij ontstentenis van een aanvraag kan (kunnen) de gemeente(n) niet van de toelage genieten, zelfs niet indien de gemeente(n) voorkomt (voorkomen) op de lijst van pilootpolitiezones zoals opgenomen in de ministeriële omzendbrief PZ 1. Het inzenden van het aanvraagformulier houdt in dat de gemeente de toelage aanvaardt en zich ertoe verbindt de reglementaire bepalingen (bestemming van de toelage, toezicht, . ) na te leven. 2. Selectie en adviesprocedure De ingediende projecten worden beoordeeld door een selectiecommissie. De selectiecommissie bestaat uit vertegenwoordiger(s) van het steunteam politiezones, van de provinciale ondersteuningsteams en van de werkgroepen politiehervorming. De commissie zal mij, een maand later, een gemotiveerd advies uitbrengen over de subsidieaanvraag.
Dit gemotiveerd advies houdt, enerzijds, het algemeen advies in van het steunteam politiezones en dat van de Provinciale Ondersteuningsteam met betrekking tot de algemene doelstellingen van de pilootpolitiezones en, anderzijds, een specifiek technisch advies voor de volgende materies inzake de informatica, de radiocommunicatie, de procesbegeleiding, de gemeenschappelijke opleidingen, de applicatie van het logo. In deze gevallen wordt bijkomend het technisch advies van de betrokken werkgroepen politiehervorming gevraagd. 3. Goedkeuringsprocedure Na ontvangst van het hierboven vermeld advies, zal ik een beslissing nemen omtrent de financiële tussenkomst die aan de gemeente wordt verleend onder de vorm van een rechtstreekse toelage. Het bedrag dat aan iedere gemeente (pilootpolitiezone) wordt toegekend, wordt vastgesteld in een koninklijk besluit.
IV. Controle en sancties De minister van Binnenlandse Zaken of zijn afgevaardigde kan op ieder moment controles uitvoeren om zich ter plaatse van de correcte uitvoering van het toelagebesluit te vergewissen.
Bovendien kunnen de minister van Binnenlandse Zaken of zijn afgevaardigde, op eenvoudig verzoek, op ieder ogenblik ter plaatse alle stukken raadplegen die een bewijs vormen dat de pilootpolitiezone het toelagebesluit correct uitvoert en dat de uitgaven die met de verleende financiële hulp verricht werden aan het toelagebesluit beantwoorden.
Bij niet-naleving van het toelagebesluit door een betoelaagde pilootpolitiezone en bij het verkeerd gebruik van de toegekende toelage en/of het betoelaagde materieel en/of de betoelaagde diensten zal de toelage geheel of gedeeltelijk worden teruggevorderd.
De Minister van Binnenlandse Zaken, A. Duquesne _______ Nota (1) Om dubbelgebruik te vermijden zal steeds nagegaan worden of in dit kader bepaalde initiatieven en studies reeds door het federaal niveau voorzien zijn.(2) In het kader van werkgroep 10 "Overgangsmaatregelen" werkt een subwerkgroep een voorstel uit omtrent de procesbegeleiding (UIA-onderzoek en externe consultancy) in de pilootpolitiezones. Gezien bepaalde pilootpolitiezones op dit vlak al initiatieven genomen hebben, wordt aan deze zones toch de mogelijkheid gegeven om deze eigen initiatieven via dit budget te laten (mede)financieren.
Daarnaast wordt in samenwerking met de wetenschappelijke onderzoeksploegen Lentic de Liège en Cita de Namur, aan de pilootpolitiezones een méér "inhoudelijke" procesbegeleiding voor de functionaliteiten van de basispolitiezorg voorgesteld. (3) Verwijzend naar het project ASTRID inzake een radio- en communicatiesysteem op provinciaal niveau, lijkt het wenselijk bij de aankoop van dergelijk materiaal een compatibiliteit met het ASTRID-systeem te voorzien, zodanig dat indien er later geopteerd wordt om in het ASTRID-project te participeren, het aangekochte materiaal kan blijven dienen.(4) Aan de KULeuven is de opdracht gegeven om op basis van een regressie-analyse deze minimumnormen vast te leggen. BIJLAGE : MODEL SUBSIDIEAANVRAAG
Art. 1.Ondergetekende . . . . . (hoedanigheid) . . . . . verzoekt namens de pilootpolitiezone . . . . . om de toekenning van de financiële tegemoetkoming voor de pilootpolitiezone voor de geïntegreerde werking van de bestaande politiediensten in de betrokken pilootpolitiezone.
Art. 2.Hierbij vindt u een globaal overzicht van de subsidieaanvragen. De meer gedetailleerde aanvragen met motiveringen worden hierna toegevoegd.
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 3.(Praktische informatie) Naam en telefoonnummer van de contactpersoon . . . . .
Rekeningnummer van de gemeente (beheerder voor deze toelage) . . . . .
Art. 4.(Enkel voor meergemeentepolitiezone) Deze subsidieaanvraag wordt goedgekeurd door alle gemeenten van de betrokken pilootpolitiezone.
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 5.(Weergeven van het advies van Directiecomité of Groep Operationeel Overleg van de Pilootpolitiezone.) (...) Voor echt verklaard, Gedaan te . . . . . , op . . . . .
Naam burgemeester beheerder voor betrokken toelage