gepubliceerd op 15 september 2023
Ministerieel besluit van 1 september 2023 tot invoeging van bijlagen IV en V in het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 juni 2007 betreffende de kenmerken waartoe het onderzoek van bepaalde rassen van landbouw- en groentegewassen zich ten minste moet uitstrekken, en de minimumeisen voor dat onderzoek
1 SEPTEMBER 2023. - Ministerieel besluit van 1 september 2023 tot invoeging van bijlagen IV en V in het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 juni 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 21/06/2007 pub. 27/07/2007 numac 2007031309 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de kenmerken waartoe het onderzoek van bepaalde rassen van landbouw- en groentegewassen zich ten minste moet uitstrekken, en de minimumeisen voor dat onderzoek sluiten betreffende de kenmerken waartoe het onderzoek van bepaalde rassen van landbouw- en groentegewassen zich ten minste moet uitstrekken, en de minimumeisen voor dat onderzoek
De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor het Landbouwbeleid, Gelet op de wet van 11 juli 1969 betreffende de bestrijdingsmiddelen en grondstoffen voor de landbouw, tuinbouw, bosbouw en veeteelt, artikel 2, § 1;
Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 juni 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 21/06/2007 pub. 27/07/2007 numac 2007031309 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de kenmerken waartoe het onderzoek van bepaalde rassen van landbouw- en groentegewassen zich ten minste moet uitstrekken, en de minimumeisen voor dat onderzoek sluiten betreffende de kenmerken waartoe het onderzoek van bepaalde rassen van landbouw- en groentegewassen zich ten minste moet uitstrekken, en de minimumeisen voor dat onderzoek, artikel 4 Gelet op het overleg tussen de gewesten en de federale overheid op 15 juin 2023, goedgekeurd op 11 juli 2023;
Gelet op de adviesaanvraag binnen 30 dagen, die op 17 juli 2023 bij de Raad van State is ingediend, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973 ;
Overwegende dat het advies niet is meegedeeld binnen die termijn;
Gelet op artikel 84, § 4, tweede lid van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973 ;
Gelet op artikel 2, § 3, 6° van de ordonnantie van 4 oktober 2018 tot invoering van de gelijkekansentest, waarbij geen evaluatieverslag moet worden opgesteld voor een wetgevend of reglementair ontwerp dat geen rechtstreekse of onrechtstreekse invloed heeft op natuurlijke personen;
Besluit :
Artikel 1.Dit besluit voorziet in de gedeeltelijke omzetting van de uitvoeringsrichtlijn (EU) 2022/1647 van de Commissie van 23 september 2022 tot wijziging van Richtlijn 2003/90/EG wat betreft een afwijking voor biologische rassen van landbouwgewassen die geschikt zijn voor biologische teelt en de uitvoeringsrichtlijn (EU) 2022/1648 van de Commissie van 23 september 2022 tot wijziging van Richtlijn 2003/91/EG wat betreft een afwijking voor biologische rassen van groentegewassen die geschikt zijn voor biologische teelt.
Art. 2.In het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 juni 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 21/06/2007 pub. 27/07/2007 numac 2007031309 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de kenmerken waartoe het onderzoek van bepaalde rassen van landbouw- en groentegewassen zich ten minste moet uitstrekken, en de minimumeisen voor dat onderzoek sluiten betreffende de kenmerken waartoe het onderzoek van bepaalde rassen van landbouw- en groentegewassen zich ten minste moet uitstrekken, en de minimumeisen voor dat onderzoek, worden de bijlagen IV en V ingevoegd, die als bijlagen I en II bij dit besluit gaan.
Art. 3.Dit besluit treedt in werking op 30 juni 2023.
Brussel, 1 september 2023.
De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met klimaattransitie, leefmilieu, energie en participatieve democratie;
A. MARON
Bijlage I bij het ministerieel besluit van 1 september 2023 tot invoeging van bijlagen IV en IV in het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 juni 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 21/06/2007 pub. 27/07/2007 numac 2007031309 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de kenmerken waartoe het onderzoek van bepaalde rassen van landbouw- en groentegewassen zich ten minste moet uitstrekken, en de minimumeisen voor dat onderzoek sluiten betreffende de kenmerken waartoe het onderzoek van bepaalde rassen van landbouw- en groentegewassen zich ten minste moet uitstrekken, en de minimumeisen voor dat onderzoek Bijlage IV bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 juni 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 21/06/2007 pub. 27/07/2007 numac 2007031309 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de kenmerken waartoe het onderzoek van bepaalde rassen van landbouw- en groentegewassen zich ten minste moet uitstrekken, en de minimumeisen voor dat onderzoek sluiten betreffende de kenmerken waartoe het onderzoek van bepaalde rassen van landbouw- en groentegewassen zich ten minste moet uitstrekken, en de minimumeisen voor dat onderzoek DEEL A Lijst van de in artikel 1, paragraaf 4, bedoelde gewassen 1° Landbouwgewassen Gerst Maïs Rogge Tarwe 2° Groentegewassen Wortel Koolrabi DEEL B Specifieke bepalingen met betrekking tot tests inzake onderscheidbaarheid, homogeniteit en bestendigheid van biologische rassen van landbouwgewassen en van groentegewassen die geschikt zijn voor de biologische teelt 1.Algemene regel Het volgende is van toepassing op biologische rassen van landbouwgewassen en van groentegewassen die geschikt zijn voor de biologische teelt: 1.1. wat betreft onderscheidbaarheid en bestendigheid moeten alle kenmerken van de in de bijlagen I en II genoemde protocollen en richtsnoeren worden nageleefd en beschreven; 1.2. wat betreft homogeniteit moeten alle kenmerken van de in de bijlagen I en II genoemde protocollen en richtsnoeren worden nageleefd en beschreven, en is het volgende van toepassing voor de in punt 2 genoemde kenmerken: a) die kenmerken mogen minder streng worden beoordeeld;b) indien voor die kenmerken een afwijking van het desbetreffende technische protocol in punt 2 is voorzien, is het homogeniteitsniveau binnen het ras vergelijkbaar met het homogeniteitsniveau van vergelijkbare, algemeen bekende rassen in de Unie. 2. Afwijking van technische protocollen 2.1. Landbouwgewassen 2.1.1. Gerst Voor de rassen van het gewas gerst (Hordeum vulgare L.) mogen de volgende kenmerken wat betreft onderscheidbaarheid, homogeniteit en bestendigheid van CPVO-protocol CPVO/TP-019/5 van het geteste ras voor homogeniteit afwijken van de volgende eisen voor onderscheidbaarheid, homogeniteit en bestendigheid: CPVO nr. 5 - vlagblad: anthocyaankleuring van de oortjes CPVO nr. 8 - vlagblad: mate waarin de bladschede met een waas is bedekt CPVO nr. 9 - kafnaalden: anthocyaankleuring van de toppen CPVO nr. 10 - aar: mate van bedekking met een waas CPVO nr. 12 - graankorrel: anthocyaankleuring van de nerven van de lemma's CPVO nr. 16 - steriel aartje: stand CPVO nr. 17 - aar: vorm CPVO nr. 20 - kafnaald: lengte CPVO nr. 21 - aarspil: lengte van het eerste segment CPVO nr. 22 - aarspil: kromming van het eerste segment CPVO nr. 23 - middelste aartje: lengte van het kelkkafje en de kafnaald in verhouding tot de graankorrel CPVO nr. 25 - graankorrel: vertakking van de zijnerven aan de binnenkant van de dorsale zijde van de lemma's 2.1.2. Maïs Voor de rassen van het gewas maïs (Zea mays L.) mogen de volgende kenmerken wat betreft onderscheidbaarheid, homogeniteit en bestendigheid van CPVO-protocol CPVO/TP-002/3 van het geteste ras voor homogeniteit afwijken van de volgende eisen voor onderscheidbaarheid, homogeniteit en bestendigheid: CPVO nr. 1 - eerste blad: anthocyaankleuring van de bladschede CPVO nr. 2 - eerste blad: vorm van de top CPVO nr. 8 - pluim: anthocyaankleuring van het kelkkafje, met uitzondering van de basis CPVO nr. 9 - pluim: anthocyaankleuring van de helmknoppen CPVO nr. 10 - pluim: de hoek tussen de hoofdtak en de zijtakken CPVO nr. 11 - pluim: kromming van zijtakken CPVO nr. 15 - stengel: anthocyaankleuring van de steunwortels CPVO nr. 16 - pluim: dichtheid van de aartjes CPVO nr. 17 - blad: anthocyaankleuring van de bladschede CPVO nr. 18 - stengel: anthocyaankleuring van de stengelleden CPVO nr. 19 - pluim: lengte van de hoofdtak boven de laagste zijtak CPVO nr. 20 - pluim: lengte van de hoofdtak boven de hoogste zijtak CPVO nr. 21 - pluim: lengte van de zijtak 2.1.3. Rogge Voor de rassen van het gewas rogge (Secale cereale L.) mogen de volgende kenmerken wat betreft onderscheidbaarheid, homogeniteit en bestendigheid van CPVO-protocol CPVO/TP/058/1 van het geteste ras voor homogeniteit afwijken van de volgende eisen voor onderscheidbaarheid, homogeniteit en bestendigheid: CPVO nr. 3 - pluimschede (coleoptiel): anthocyaankleuring CPVO nr. 4 - pluimschede: lengte CPVO nr. 5 - eerste blad: lengte van de bladschede CPVO nr. 6 - eerste blad: lengte van de bladschijf CPVO nr. 8 - vlagblad: mate waarin de bladschede met een waas is bedekt CPVO nr. 10 - blad naast het vlagblad: lengte van de bladschijf CPVO nr. 11 - blad naast het vlagblad: breedte van de bladschijf CPVO nr. 12 - aar: mate van bedekking met een waas CPVO nr. 13 - stengel: beharing onder de aar 2.1.4. Froment (blé) Voor de rassen van het gewas tarwe (Triticum aestivum L. subsp. aestivum) mogen de volgende kenmerken wat betreft onderscheidbaarheid, homogeniteit en bestendigheid van CPVO-protocol CPVO/TP/003/5 van het geteste ras voor homogeniteit afwijken van de volgende eisen voor onderscheidbaarheid, homogeniteit en bestendigheid: CPVO nr. 3 - pluimschede: anthocyaankleuring CPVO nr. 6 - vlagblad: anthocyaankleuring van de oortjes CPVO nr. 8 - vlagblad: mate waarin de bladschede met een waas is bedekt CPVO nr. 9 - vlagblad: mate waarin de bladspiegel met een waas is bedekt CPVO nr. 10 - aar: mate van bedekking met een waas CPVO nr. 11 - halm: mate waarin de nek met een waas is bedekt CPVO nr. 20 - aar: vorm in zijaanzicht CPVO nr. 21 - bovenste segment aarspil: behaarde gebied op het convexe oppervlak CPVO nr. 22 - onderste kelkkafje: breedte van de schouder CPVO nr. 23 - onderste kelkkafje: vorm van de schouder CPVO nr. 24 - onderste kelkkafje: lengte van de punt CPVO nr. 25 - onderste kelkkafje: vorm van de punt CPVO nr. 26 - onderste kelkkafje: behaarde gebied op het binnenoppervlak 2.2. Groentegewassen 2.2.1. Wortel Voor de rassen van de soort "wortel" (Daucus carota L.) mogen de volgende kenmerken inzake onderscheidbaarheid, homogeniteit en bestendigheid van CPVO-protocol CPVO-TP/049/3 van het geteste ras afwijken van de volgende vereisten inzake homogeniteit: CPVO nr. 4 - Blad: vertakking CPVO nr. 5 - Blad: intensiteit van groene kleur CPVO nr. 19 - Wortels: diameter van kern in verhouding tot totale diameter CPVO nr. 20 - Wortels: kleur van kern CPVO nr. 21 - Met uitzondering van rassen met witte kern; Wortels: intensiteit van de kleur van de kern CPVO nr. 28 - Wortels: tijd van kleuring van de punt CPVO nr. 29 - Plant: hoogte van het primaire bloemscherm ten tijde van de bloei 2.2.2. Koolrabi Voor de rassen van de soort "koolrabi" (Brassica oleracea L.) mogen de volgende kenmerken inzake onderscheidbaarheid, homogeniteit en bestendigheid van CPVO-protocol CPVO-TP/065/1 Rev. van het geteste ras afwijken van de volgende vereisten inzake homogeniteit van het desbetreffende technische protocol van het CPVO: CPVO nr. 2 - Kiemplant: intensiteit van de groene kleuring van de navelbladeren CPVO nr. 6 - Bladsteel: stand CPVO nr. 8 - Bladschijf: lengte CPVO nr. 9 - Bladschijf: breedte CPVO nr. 10 - Bladschijf: vorm van de punt CPVO nr. 11 - Bladschijf: vertakking tot aan de hoofdnerf (onderste deel van het blad) CPVO nr. 12 - Bladschijf: aantal inkepingen (bovenste deel van het blad) CPVO nr. 13 - Bladschijf: diepte van de inkepingen (bovenste deel van het blad) CPVO nr. 14 - Bladschijf: vorm in doorsnee CPVO nr. 19 - Koolrabi: aantal binnenbladeren Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 1 september 2023 tot invoeging van bijlagen IV en IV in het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 juni 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 21/06/2007 pub. 27/07/2007 numac 2007031309 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de kenmerken waartoe het onderzoek van bepaalde rassen van landbouw- en groentegewassen zich ten minste moet uitstrekken, en de minimumeisen voor dat onderzoek sluiten betreffende de kenmerken waartoe het onderzoek van bepaalde rassen van landbouw- en groentegewassen zich ten minste moet uitstrekken, en de minimumeisen voor dat onderzoek.
Brussel, 1 september 2023.
De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor het Landbouwbeleid A. MARON
Bijlage II bij het ministerieel besluit van 1 september 2023 tot invoeging van bijlagen IV en IV in het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 juni 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 21/06/2007 pub. 27/07/2007 numac 2007031309 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de kenmerken waartoe het onderzoek van bepaalde rassen van landbouw- en groentegewassen zich ten minste moet uitstrekken, en de minimumeisen voor dat onderzoek sluiten betreffende de kenmerken waartoe het onderzoek van bepaalde rassen van landbouw- en groentegewassen zich ten minste moet uitstrekken, en de minimumeisen voor dat onderzoek Bijlage V bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 juni 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 21/06/2007 pub. 27/07/2007 numac 2007031309 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de kenmerken waartoe het onderzoek van bepaalde rassen van landbouw- en groentegewassen zich ten minste moet uitstrekken, en de minimumeisen voor dat onderzoek sluiten betreffende de kenmerken waartoe het onderzoek van bepaalde rassen van landbouw- en groentegewassen zich ten minste moet uitstrekken, en de minimumeisen voor dat onderzoek DEEL A Lijst van de in artikel 2, tweede alinea, bedoelde gewassen Gerst Maïs Rogge Tarwe Voorwaarden waaraan moet worden voldaan - cultuur- en gebruikswaarde van biologische rassen die geschikt zijn voor de biologische teelt Het onderzoek naar cultuur- en gebruik wordt onder biologische omstandigheden uitgevoerd, overeenkomstig de bepalingen van Verordening (EU) 2018/848, en met name de algemene beginselen van artikel 5, punten d), e), f) en g), en de voorschriften voor de plantaardige productie uit hoofde van artikel 12.
Bij het rassenonderzoek en bij de evaluatie van de onderzoeksresultaten wordt rekening gehouden met de specifieke behoeften en doelstellingen van biologische landbouw. Er wordt onderzoek gedaan naar de weerstand tegen of de tolerantie voor ziekten en naar de aanpassing aan de verschillende plaatselijke bodem- en klimaatomstandigheden.
Indien de bevoegde autoriteiten niet in staat zijn te voorzien in een onderzoek onder biologische omstandigheden of in het onderzoek van bepaalde kenmerken - waaronder de vatbaarheid voor ziekten - kunnen tests worden uitgevoerd overeenkomstig een van de volgende punten: a) onder toezicht van de bevoegde autoriteit bij bedrijven van biologische kwekers of biologische landbouwbedrijven;b) onder omstandigheden die weinig productiemiddelen en minimale behandelingen vergen;c) in een andere lidstaat, indien er bilaterale overeenkomsten tussen lidstaten zijn gesloten om tests onder biologische omstandigheden te verrichten. Een ras bezit voldoende cultuur- of gebruikswaarde wanneer het ten opzichte van de andere in de lijst van de betrokken lidstaat opgenomen voor biologische teelt geschikte biologische rassen door het geheel van zijn hoedanigheden, ten minste voor de productie in een bepaald gebied, een duidelijke verbetering betekent, hetzij voor de teelt, hetzij voor de valorisatie van de oogst of van de daaruit verkregen producten. Voor het onderzoek naar de cultuur- en gebruikswaarde worden superieure kenmerken voor de landbouwproductie - wat betreft landbouwpraktijken en de productie van levensmiddelen of diervoeders, die voordelen bieden voor biologische landbouw - als bijzonder waardevol beschouwd. 4.De bevoegde autoriteit voorziet in verschillende onderzoeksomstandigheden die op de specifieke behoeften van de biologische landbouw zijn afgestemd, en onderzoekt afhankelijk van haar capaciteit, op verzoek van de aanvrager, specifieke eigenschappen en kenmerken, indien reproduceerbare methoden beschikbaar zijn.
Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 1 september 2023 tot invoeging van bijlagen IV en IV in het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 juni 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 21/06/2007 pub. 27/07/2007 numac 2007031309 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de kenmerken waartoe het onderzoek van bepaalde rassen van landbouw- en groentegewassen zich ten minste moet uitstrekken, en de minimumeisen voor dat onderzoek sluiten betreffende de kenmerken waartoe het onderzoek van bepaalde rassen van landbouw- en groentegewassen zich ten minste moet uitstrekken, en de minimumeisen voor dat onderzoek.
Brussel, 1 september 2023.
De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor het Landbouwbeleid A. MARON