gepubliceerd op 27 juli 2007
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de kenmerken waartoe het onderzoek van bepaalde rassen van landbouw- en groentegewassen zich ten minste moet uitstrekken, en de minimumeisen voor dat onderzoek
21 JUNI 2007. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de kenmerken waartoe het onderzoek van bepaalde rassen van landbouw- en groentegewassen zich ten minste moet uitstrekken, en de minimumeisen voor dat onderzoek
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de wet van 11 juli 1969 betreffende pesticiden en grondstoffen voor de landbouw, tuinbouw, bosbouw en veeteelt, inzonderheid op artikel 2, § 1, gewijzigd bij de wetten van 21 december 1998, 5 februari 1999 en 1 maart 2007;
Gelet op het koninklijk besluit van 8 juli 2001 betreffende de nationale rassencatalogi voor landbouwgewassen en groentegewassen, inzonderheid op artikel 7, § 2;
Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 27 mei 2004 houdende omzetting van richtlijn 2003/90/EG van de Commissie van 6 oktober 2003 houdende bepalingen ter uitvoering van artikel 7 van richtlijn 2002/55/EG van de Raad wat betreft de kenmerken waartoe het onderzoek van bepaalde rassen van landbouwgewassen zich ten minste moet uitstrekken, en de minimumeisen voor dat onderzoek, gewijzigd bij besluit van 9 november 2006;
Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 27 mei 2004 houdende omzetting van richtlijn 2003/91/EG van de Commissie van 6 oktober 2003 houdende bepalingen ter uitvoering van artikel 7 van richtlijn 2002/55/EG van de Raad wat betreft de kenmerken waartoe het onderzoek van bepaalde rassen van groentegewassen zich ten minste moet uitstrekken, en de minimumeisen voor dat onderzoek;
Overwegende dat de richtlijn 2003/90/EG van de Raad van 6 oktober 2003 houdende bepalingen ter uitvoering van artikel 7 van de richtlijn 2002/53/EG van de Raad met betrekking tot de kenmerken waartoe het onderzoek van bepaalde rassen van landbouwgewassen zich ten minste moet uitstrekken, en de minimumeisen voor dat onderzoek, laatst gewijzigd werd door de richtlijn 2005/91 van de Commissie van 16 december 2005, en dat die richtlijnen een verplichting inhouden om er zich binnen de voorgeschreven termijn naar te schikken;
Overwegende dat de richtlijn 2003/91/EG van de Commissie van 6 oktober 2003 houdende bepalingen ter uitvoering van artikel 7 van richtlijn 2002/55/EG van de Raad met betrekking tot de kenmerken waartoe het onderzoek van bepaalde rassen van groentegewassen zich ten minste moet uitstrekken, en de minimumeisen voor dat onderzoek, laatst gewijzigd werd door de richtlijn 2006/127/EG van de Commissie van 7 december 2006 en dat die richtlijnen een verplichting inhouden om er zich binnen de voorgeschreven termijn naar te schikken;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 14 maart 2007;
Gelet op het overleg tussen de gewesten en de federale overheid op 1 maart 2007;
Gelet op advies nr. 42.865/3 van de Raad van State, gegeven op 8 mei 2007, bij toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, l', van de gecoôrdineerde wetten op de Raad van State, Op voorstel van de Minister belast met het Landbouwbeleid, Besluit :
Artikel 1.§ 1. De officiële onderzoeken bij de toelating van rassen van landbouw en groentegewassen, voor wat betreft het onderzoek van onderscheidbaarheid, bestendigheid en homogeniteit, voldoen aan hetzij aan de "Protocollen inzake het onderzoek op onderscheidbaarheid, homogeniteit en bestendigheid " van de raad van bestuur van het Communautair Bureau voor plantenrassen (CBP), hetzij aan de richtsnoeren voor het uitvoeren van tests inzake onderscheidbaarheid, homogeniteit en bestendigheid, van de Internationale Unie tot Bescherming van Kweekproducten (UPOV).
De lijst van gewassen die moeten voldoen aan de CBP testrichtsnoeren is opgenomen in bijlage I. De lijst van gewassen die moeten voldoen aan de UPOV testrichtsnoeren in opgenomen in bijlage Il. § 2. Alle raskenmerken in de in bijlage I vermelde testrichtsnoeren en alle met een asterisk (*) aangegeven raskenmerken in de bijlage II vermelde testrichtsnoeren worden in aanmerking genomen, tenzij de waarneming van een bepaald kenmerk onmogelijk wordt gemaakt door de expressie van een ander kenmerk, of de expressie van een kenmerk wordt verhinderd door de omstandigheden waaronder de test plaatsvindt. § 3. Bij het onderzoek van de in bijlagen I en II opgenomen gewassen wordt voldaan aan de minimumeisen betreffende het verrichten van het onderzoek met betrekking tot proefopzet en teeltomstandigheden, die zijn opgenomen in de in die bijlagen vermelde testrichtsnoeren.
Art. 2.De officiële onderzoeken bij de toelating van rassen van landbouwgewassen en industriële cichorei voor wat betreft het onderzoek van de cultuur en gebruikswaarde, strekken zich tenminste uit tot de in bijlage III vermelde kenmerken, met behoud van de toepassing van artikel 4, § 2, van het koninklijk besluit van 8 juli 2001 betreffende de nationale rassencatalogi voor landbouwgewassen en groentegewassen.
Art. 3.Onderzoeken die voor 1 juli 2007 zijn begonnen, vallen onder toepassing van respectievelijk bijlage 1, a), en bijlage 11, b).
Art. 4.De Minister, bevoegd voor het Landbouwbeleid kan de bijlagen van dit besluit aanvullen en wijzigen overeenkomstig de beslissingen van de instellingen van de Europese Gemeenschap.
Art. 5.Het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 27 mei 2004 omzettend van richtlijn 2003/90/EG van de Commissie van 6 oktober 2003 houdende bepalingen ter uitvoering van artikel 7 van richtlijn 2002/55/EG van de Raad wat betreft de kenmerken waartoe het onderzoek van bepaalde rassen van landbouwgewassen zich ten minste moet uitstrekken, en de minimumeisen voor dat onderzoek, gewijzigd bij het besluit van 9 november 2006, wordt opgeheven.
Het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 27 mei 2004 omzettend richtlijn 2003/91/EG van de Commissie van 6 oktober 2003 houdende bepalingen ter uitvoering van artikel 7 van richtlijn 2002/55/EG van de Raad wat betreft de kenmerken waartoe het onderzoek van bepaalde rassen van groentegewassen zich ten minste moet uitstrekken, en de minimumeisen voor dat onderzoek, wordt opgeheven.
Art. 6.De Minister, bevoegd voor het Landbouwbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 21 juni 2007.
De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Ch. PICQUE De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor het Landbouwbeleid.
B. CEREXHE
Bijlage 1. - Lijst van gewassen die moeten voldoeu aan de CBP testrichtsnoeren. a) tot en met 30 juni 2007 Landbouwgewassen voedererwt, protocol TP 7/1 van 6-11-2003 koolzaad, protocol TP36/1 van 25-3-2004 zonnebloem, protocol TP 81/1 van 31-10-2002 haver, protocol TP 20/1 van 6-11-2003 gerst, protocol TP 19/2 van 6-Il-2003 rijst, protocol TP 16/1 van 18-11-2004 rogge, protocol TP 58/1 van 31-10-200 triticale, protocol TP 121/1 van 6-11-2003 tarwe, protocol TP 3/3 van 6-11-2003 harde tarwe, protocol TP 120/2 van 6-11-2003 maïs, protocol TP 2/2 van 15-11-2001 aardappel, protocol TP 23/1 van 27-3-2002 Groentegewassen Prei, protocol TP/85/1 van 15-11-2001 asperge, protocol TP/130/1 van 27-3-2002 bloemkool, protocol TP/45/1 van 15-11-2001 broccoli, protocol TP/151/1 van 27-3-2002 spruitkool, protocol TP/54/1 van 27-3-2002 savooiekool, protocol TP/48/1 van 15-11-2001 witte kool, protocol TP/48/1 van 15-11-2001 rodekool, protocol TP/4811 van 15-11-2001 paprika/Spaanse peper, protocol TP/76/1 van 27-3-2002 krulandijvie/andijvie, protocol TP/118/1 van 27-3-2002 meloen, protocol TP/104/1 van 27-3-2002 komkommer/augurk, protocol TP/61/1 van 27-3-2002 wortel, protocol TP/49/6 van 27-3-2002 sla, protocol TP/13/1 van 15-11-2001 tomaat, protocol TP/44/2 van 15-11-2001 boon, protocol TP/12/1 van 15-11-2001 radijs/rammenas, protocol TP/64/6 van 27-3-2002 spinazie, protocol TP/55/6 van 27-3-2002 veldsla, protocol TP/75/6 van 27-3-2002 b) vanaf 1 juli 2007 Landbouwgewassen. voedererwt, protocol TP 7/1 van 6-11-2003 koolzaad, protocol TP 36/1 van 25-3-2004 zonnebloem, protocol TP 81 / 1 van 31-10-2002 haver, protocol TP 20/1 van 6-11-2003 gerst, protocol TP 19/2 van 6-11-2003 rijst, protocol TP 16/1 van 18-11-2004 rogge, protocol TP 58/1 van 31-10-2002 triticale, protocol TP 121/1 van 6-11-2003 tarwe, protocol TP 3/3 van 6-Il-2003 harde tarwe, protocol TP 120/2 van 6-11-2003 maïs, protocol TP 2/2 van 15-11-2001 aardappel, protocol TP 23/ 1 van 27-3-2002 Groentegewassen ui en echalion, protocol TP/46/1 van 14-6-2005 sjalot, protocol TP/46/1 van 14-6-2005 prei, protocol TP/85/1 van 15-11-2001 knoflook, protocol TP/162/1 van 25-3-2004 asperge, protocol TP/130/1 van 27-3-2002 bloemkool, protocol TP/45/1 van 15-11-2001 broccoli, protocol TP/151/1 van 27-3-2002 spruitkool, protocol TP/5412 van 1-12-2005 koolrabi, protocol TP/65/1 van 25-3-2004 savooiekool, protocol TP/48/2 van 1-12-2005 witte kool, protocol TP/48/2 van 1-12-2005 rodekool, protocol TP/48/2 van 1-12-2005 paprika/Spaanse peper, protocol TP/76/1 van 27-3-2002 krulandijvie/andijvie, protocol TP/118/1 van 1-12-2005 cichorei voor de industrie, protocol TP/172/2 van 1-12-2005 witlof, protocol TP/173/1 van 25-3-2004 meloen, protocol TP/104/1 van 27-3-2002 komkommer/augurk, protocol TP/61/1 van 27-3-2002 courgette, protocol TP/119/1 van 25-3-2004 artisjok en kardoen, protocol TP 184/1 van 25-3-2004 wortel en voederwortel, protocol TP/49/2 van 1-12-2005 knolvenkel, protocol TP/183/1 van 25-3-2004 sla, protocol TP/13/2 van 1-12-2005 tomaat, protocol TP/44/2 van 15-11-2001 stamboon en stokboon, protocol TP/12/2 van 1-12-2005 kreukzadige doperwt,rondzadige doperwt en peul, protocol TP/07/1 van 6-11-2003 radijs/rammenas, protocol TP/64/6 van 27-3-2002 spinazie, protocol TP/55/6 van 27-3-2002 veldsla, protocol TP/75/6 van 27-3-2002 tuinboon, protocol TP Broadbean/1 van 25-3-2004 suikermaïs en pofinaïs, protocol TP 2/2 van 15-11-2001 De tekst van deze protocollen is te vinden op de website van het CBP (www.cpvo.europa.eu).
Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 juni 2007 betreffende de kenmerken waartoe het onderzoek van bepaalde rassen van landbouw en groentegewassen zich ten minste moet uitstrekken, en de minimumeisen voor dat onderzoek, De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Ch. PICQUE De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor het Landbouwbeleid, B. CEREXHE
Bijlage II. - Lijst van gewassen die moeten voldoen aan de UPOV testrichtsnoeren. a) tot en met 30 juni 2007 Landbouwgewassen voederbieten, richtsnoer TG/150/3 van 4-11-1994 kruipend struisgras/heidestruisgras, richtsnoer TG/30/6 van 12-10-1990 hoog struisgras, richtsnoer TG/30/6 van 12-10-1990 wit struisgras, richtsnoer TG/30/6 van 12-10-1990 gewoon struisgras, richtsnoer TG/30/6 van 12-10-1990 paardengras, richtsnoer TG/180/3 van 4-4-2001 alaskadravik, richtsnoer TG/180/3 van 4-4-2001 kropaar, richtsnoer TG/31/8 van 17-4-2002 rietzwenkgras, richtsnoer TG/39/8 van 17-4-2002 schapegras, richtsnoer TG/67/4 van 12-11-1980 beemdlangbloem, richtsnoer TG/39/8 van 17-4-2002 roodzwenkgras, richtsnoer TG/67/4 van 12-11-1980 Italiaans raaigras, richtsnoer TG/4/7 van 12-10-1990 engels migras, richtsnoer TG/4/7 van 12-10-1990 gekruist migras, richtsnoer TG/4/7 van 12-10-1990 kleine timothee, richtsnoer TG/34/6 van 7-11-1984 veldbeemdgras, richtsnoer TG/33/6 van 12-10-1990 witte lupine, richtsnoer TG/66/3 van 14-11-1979 blauwe lupine, richtsnoer TG/66/3 van 14-11-1979 gele lupine, richtsnoer TG/66/3 van 14-11-1979 luzerne, richtsnoer TG/6/4 van 21-10-1988 rode klaver, richtsnoer TG/5/7 van 4-4-2001 witte klaver, richtsnoer TG/38/7 van 9-4-2003 paardenboonNcldboon, richtsnoer TG/8/6 van 17-4-2002 voederwikke, richtsnoer TG/32/6 van 21-10-1988 koolraap, richtsnoer TG/89/6 van 4-4-2001 bladrammenas, richtsnoer TG/178/3 van 4-4-2001 grondnoot, richtsnoer TG/93/3 van 13-11-1985 raapzaad,richtsnoer TG/185/3 van 17-4-2002 saffloer, richtsnoer TG/134/3 van 12-10-1990 katoen, richtsnoer TG/88/6 van 4-4-2001 vlas, richtsnoer TG/57/6 van 20-10-1995 blauwmaanzaad, richtsnoer TG/166/3 van 24-3-1999 gele mosterd, richtsnoer TG/179/3 van 4-4-2001 soja, richtsnoer TG/80/6 van 1-4-1998 sorgho, richtsnoer TG/122/3 van 6-10-1989 Groentegewassen bieslook, richtsnoer TG/161/3 van 1-4-1998 knoflook, richtsnoer TG/162/4 van 4-4-2001 selderij, richtsnoer TG/82/4 van 17-4-2002 snijbiet, richtsnoer TG/106/3 van 7-10-1987 rode bieten, richtsnoer TG/60/6 van 18-10-1996 boerenkool, richtsnoer TG/90/6 van 17-4-2002 koolrabi, richtsnoer TG/65/4 van 17-4-2002 Chinese kool, richtsnoer TG/105/4 van 9-4-2003 meiraap/stoppelknol, richtsnoer TG/37/10 van 4-4-2001 witlof, richtsnoer TG/173/3 van 5-4-2000 bladcichorei, richtsnoer TG/154/3 van 18-10-1996 cichorei voor de industrie, richtsnoer TG/172/3 van 4-4-2001 watermeloen, richtsnoer TG/142/3 van 26-10-1993 pompoen, richtsnoer TG/155/3 van 18-10-1996 courgette, richtsnoer TG/119/4 van 17-4-2002 artisjok, richtsnoer TG/184/3 van 4-4-2001 venkel, richtsnoer TG/183/3 van 4-4-2001 peterselie, richtsnoer TG/136/4 van 18-10-1991 pronkboon, richtsnoer TG/9/5 van 9-4-2003 erwt, richtsnoer TG/7/9 van 4-11-1994 (+ rectificatie 18-10-1996) rabarber, richtsnoer TG/62/6 van 24-3-1999 schorseneer, richtsnoer TG/116/3 van 21-10-1988 aubergine, richtsnoer TG/117/4 van 17-4-2002 tuinboon, richtsnoer TG/206/1 van 9-4-2003 b) vanaf 1 juli 2007 Landbouwgewassen voederbieten, richtsnoer TG/150/3 van 4-11-1994 kruipend struisgras/heidestruisgras, richtsnoer TG/30/6 van 12-10-1990 hoog struisgras, richtsnoer TG/30/6 van 12-10-1990 wit struisgras, richtsnoer TG/30/6 van 12-10-1990 gewoon struisgras, richtsnoer TG/30/6 van 12-10-1990 paardengras, richtsnoer TG/180/3 van 4-4-2001 alaskadravik, richtsnoer TG/180/3 van 4-4-2001 kropaar, richtsnoer TG/3118 van 17-4-2002 rietzwenkgras, richtsnoer TG/39/8 van 17-4-2002 schapegras, richtsnoer TG/67/4 van 12-11-1980 beemdlangbloem, richtsnoer TG/39/8 van 17-4-2002 roodzwenkgras, richtsnoer TG/67/4 van 12-11-1980 Italiaans raaigras, richtsnoer TG/4/7 van 12-10-1990 Engels raaigras, richtsnoer TG/4/7 van 12-10-1990 gekruist migras, richtsnoer TG/4/7 van 12-10-1990 kleine timothee, richtsnoer TG/34/6 van 7-11-1984 veldbeemdgras, richtsnoer TG/33/6 van 12-10-1990 witte lupine, richtsnoer TG/66/3 van 14-11-1979 blauwe lupine, richtsnoer TG/66/3 van 14-11-1979 gele lupine, richtsnoer TG/66/3 van 14-11-1979 luzerne, richtsnoer TG/6/4 van 21-10-1988 rode klaver, richtsnoer TG/5/7 van 4-4-2001 witte klaver, richtsnoer TG/38/7 van 9-4-2003 paardenboon Neldboon, richtsnoer TG/8/6 van 17-4-2002 voederwikke, richtsnoer TG/32/6 van 21-10-1988 koolraap, richtsnoer TG/89/6 van 4-4-2001 bladrammenas, richtsnoer TG/178/3 van 4-4-2001 grondnoot, richtsnoer TG/93/3 van 13-11-1985 raapzaad, richtsnoer TG/185/3 van 17-4-2002 saffloer, richtsnoer TG/134/3 van 12-10-1990 katoen, richtsnoer TG/88/6 van 4-4-2001 vlas, richtsnoer TG/57/6 van 20-10-1995 blauwmaanzaad, richtsnoer TG/166/3 van 24-3-1999 gele mosterd, richtsnoer TG/179/3 van 4-4-2001 soja, richtsnoer TG/80/6 van 1-4-1998 sorgho, richtsnoer TG/122/3 van 6-10-1989 Groentegewassen stengelui, richtsnoer TG/161/3 van 1-4-1998 bieslook, richtsnoer TG/198/1 van 9-4-2003 bleekselderij, richtsnoer TG/82/4 van 17-4-2002 knolselderij, richtsnoer TG/74/4 torr.van 17-4-2002 + 5-42006 snijbiet, richtsnoer TG/106/4 van 31-3-2004 rode biet, inclusief Cheltenham beet, richtsnoer TG/60/6 van 18-10-1996 boerenkool, richtsnoer TG/90/6 van 31-3-2004 Chinese kool, richtsnoer TG/105/4 van 9-4-2003 miraap/stoppelknol, richtsnoer TG/37/10 van 4-4-2001 bladcichorei, richtsnoer TG/154/3 van 18-10-1996 watermeloen, richtsnoer TG/142/4 van 31-3-2004 pompoen, richtsnoer TG/15513 van 18-10-1996 peterselie, richtsnoer TG/136/5 van 6-4-2005 pronkboon, richtsnoer TG/9/5 van 9-4-2003 rammenas, richtsnoer TG/63/6 van 24-3-1999 rabarber, richtsnoer TG/62/6 van 24-3-1999 schorseneer, richtsnoer TG/116/3 van 21-10-1988 aubergine, richtsnoer TG/1 17/4 van 17-4-2002 De tekst van deze richtsnoeren is te vinden op de website van het UPOV (www.upov.int).
Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Brusselse hoofdstedelijke regering van 21 juni 2007 betreffende de kenmerken waartoe het onderzoek van bepaalde rassen van landbouw en groentegewassen zich ten minste moet uitstrekken, en de minimumeisen voor dat onderzoek, De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Ch. PICQUE De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor het Landbouwbeleid, B. CEREXHE
Bijlage III. - Kenmerken aan de hand waarvan de cultuur en gebruikswaarde wordt onderzocht. 1. Opbrengst 2.Resistentie tegen schadelijke organismen 3. Gedrag ten opzicht van milieufactoren 4.Kwaliteit Bij de indiening van de resultaten moeten de toegepaste methoden worden vermeld.
Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 juni 2007 betreffende de kenmerken waartoe het onderzoek van bepaalde rassen van landbouw en groentegewassen zich ten minste moet uitstrekken, en de minimumeisen voor dat onderzoek, De Minister-Voorzitter van de Brussels Hoofdstedelijke Regering, Ch. PICQUE De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor het Landbouwbeleid, B. CEREXHE