gepubliceerd op 29 februari 2000
Ministerieel besluit tot vaststelling van de modellen van de documenten bedoeld in artikel 43, § 6, van het koninklijk besluit van 2 juni 1999 houdende de algemene regeling van de provinciale boekhouding
MINISTERIE VAN BINNENLANDSE ZAKEN
31 JANUARI 2000. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de modellen van de documenten bedoeld in artikel 43, § 6, van het koninklijk besluit van 2 juni 1999 houdende de algemene regeling van de provinciale boekhouding
De Minister van Binnenlandse Zaken, Gelet op de provinciewet, inzonderheid op de artikelen 66, § 1, en 114, eerste lid, gewijzigd bij de wet van 25 juni 1997;
Gelet op het koninklijk besluit van 2 juni 1999 houdende de algemene regeling van de provinciale boekhouding, inzonderheid op artikel 43, § 6;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 2 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat artikel 43 van het koninklijk besluit van 2 juni 1999 houdende de algemene regeling van de provinciale boekhouding in werking is getreden op de dag van de bekendmaking van het besluit in het Belgisch Staatsblad, namelijk op 18 juni 1999;
Overwegende dat de modellen bedoeld in artikel 43, § 6, dringend moeten worden vastgesteld, Besluit : Enig artikel. De modellen bedoeld in artikel 43, § 6, van het koninklijk besluit van 2 juni 1999 houdende de algemene regeling van de provinciale boekhouding worden in de bijlagen van dit besluit vastgesteld.
Brussel, 31 januari 2000.
A. DUQUESNE {ABRA} BIJLAGE 1 (1) (2) (3) REKENING OVER HET BEHEER TIJDENS HET JAAR (4) die overeenkomstig artikel 112bis van de provinciewet en artikel 49, § 2, van het koninklijk besluit van 2 juni 1999 wordt afgelegd aan het Rekenhof door (5) + (6) bijzondere ontvanger voor (2) + (2bis) betreffende de geïnde ontvangsten en de uitgaven gedurende de beheerperiode van (7) tot (8) verricht op financiële rekening nr.(9) ONTVANGSTEN 1. Kasvoorraad bij de aanvang van het beheer : De kasvooraad aan het einde van het vorig beheer, overeenkomstig de rekening, afgelegd door (5) + (6) op (10) bedraagt (11) 2.Ontvangsten : Tijdens de beheerperiode heeft de bijzondere ontvanger de totale som geïnd van (11) De onderstaande tabel geeft een gedetailleerd overzicht van deze ontvangsten.
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld