gepubliceerd op 07 april 2001
Ministerieel besluit houdende de bijzondere maatregelen inzake het uitrijden van dierlijke mest tot uitvoering van artikel 17, § 6, 1°, a) van het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen
30 MAART 2001. - Ministerieel besluit houdende de bijzondere maatregelen inzake het uitrijden van dierlijke mest tot uitvoering van artikel 17, § 6, 1°, a) van het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen
De Vlaamse minister van Leefmilieu en Landbouw, Gelet op het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen, zoals gewijzigd bij de decreten van 15 juni 1992, van 22 december 1993, 20 december 1995, van 19 december 1997, van 11 mei 1999,van 3 maart 2000 en 8 december 2000;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 13 juli 1999 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse regering, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 15 oktober 1999 en van 14 april 2000;
Gelet op het ministerieel besluit van 19 maart 2001 houdende tijdelijke maatregelen ter bestrijding van mond- en klauwzeer;
Gelet op het ministerieel besluit van 21 maart 2001 houdende de bijzondere maatregelen inzake het uitrijden van dierlijke mest tot uitvoering van artikel 17, § 6, 1°, c) van het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen;
Overwegende de hoger dan normale regenneerslag in het voorjaar 2001, Besluit :
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder : het decreet: het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen.
Art. 2.§ 1. Ter uitvoering van artikel 17, § 6, 1°, a) van het decreet en in afwijking van artikel 17, § 1, 3° van het decreet wordt de opbrenging van dierlijke mest toegestaan op zaterdagen in de periode tussen 1 april 2001 en 15 mei 2001. § 2. De afwijking zoals bedoeld in § 1 geldt evenwel niet voor die gebieden waarvoor een uitrijverbod van kracht is conform het ministerieel besluit van 21 maart 2001 houdende de bijzondere maatregelen inzake het uitrijden van dierlijke mest tot uitvoering van artikel 17, § 6, 1°, c) van het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen. § 3. De afwijking zoals bedoeld in § 1 geldt eveneens niet voor de gebieden bedoeld in artikel 17, § 2 en § 3 van het decreet. § 4. De dierlijke mest dient conform artikel 17, § 4 van het decreet emissie-arm te worden opgebracht, waarbij de inwerkverplichting zoals bedoeld in artikel 17, § 4, 3°, b) van het decreet wordt verstrengd op zaterdag tot onmiddellijke inwerking in plaats van inwerking binnen de vier uur na het uitspreiden van de mest.
Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 april 2001.
Brussel, 30 maart 2001.
Mevr. V. DUA