Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 30 december 2002
gepubliceerd op 31 december 2002

Ministerieel besluit tot uitvoering van het koninklijk besluit van 27 december 2002 betreffende het fiscaal stelsel van sigaretten en zware stookolie

bron
ministerie van financien
numac
2002003565
pub.
31/12/2002
prom.
30/12/2002
ELI
eli/besluit/2002/12/30/2002003565/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

30 DECEMBER 2002. - Ministerieel besluit tot uitvoering van het koninklijk besluit van 27 december 2002 betreffende het fiscaal stelsel van sigaretten en zware stookolie


De Minister van Financiën, Gelet op de wet van 22 oktober 1997 betreffende de structuur en de accijnstarieven inzake minerale olie, inzonderheid artikel 14;

Gelet op het koninklijk besluit van betreffende het fiscaal stelsel van sigaretten en zware stookolie, inzonderheid artikel 4;

Gelet op het advies van de douaneraad van de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd door de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid, overwegende het feit dat dit besluit de toepassingsmodaliteiten regelt van het koninklijk besluit van 27 december 2002 betreffende het fiscaal stelsel van sigaretten en zware stookolie, inzonderheid wat de belasting van de voorraden betreft; dat deze uitvoeringsmaatregelen noodzakelijkerwijze op dezelfde dag in werking moeten treden; dat in die omstandigheden dit besluit zonder uitstel moet worden genomen, Besluit :

Artikel 1.§ 1. Met inachtneming van het bepaalde in § 3 en onverminderd de bepalingen betreffende de vrijstellingen voorzien bij artikel 16 van de wet van 22 oktober 1997 betreffende de structuur en de accijnstarieven inzake minerale olie, is de zware stookolie van de GN-codes 2710 0074 tot 2710 0078 die op de dag van de tariefverhoging bedoeld bij artikel 2 van het koninklijk besluit van 27 december 2002 betreffende het fiscaal stelsel van sigaretten en zware stookolie te 0 uur na inverbruikstelling hier te lande voorhanden is in de inrichtingen van fabrikanten, van grossiers en half-grossiers en van de depothouders of onderweg is met bestemming naar genoemde inrichtingen onderworpen aan een aanvullende accijns gelijk aan de ingestelde tariefverhoging. § 2. Voor de toepassing van § 1 worden verstaan onder : 1° grossiers en half-grossiers : zij die minerale olie als bedoeld in § 1 hebben geleverd aan een wederverkoper;2° depothouders : alle personen die, in welke hoedanigheid ook houder zijn van de bij § 1 bedoelde minerale olie waarvan zij niet kunnen bewijzen dat zij die olie hebben aangekocht om door henzelf te worden gebruikt of om te worden geleverd anders dan aan wederverkopers, inzonderheid in het kader van de kleinhandel.Dat bewijs wordt geacht niet te zijn geleverd wanneer genoemde olie zich bevindt in tanks, vergaarbakken of andere recipiënten waarvan de betrokkene niet kan aantonen : - ofwel, dat hij ze sedert 1 oktober 2002 doorlopend heeft aangewend voor het opslaan van voor eigen gebruik of voor de behoeften van zijn kleinhandel betrokken minerale olie van dezelfde soort als de opgeslagen olie; - ofwel, dat hij ze heeft ingericht om blijvend te worden aangewend voor het opslaan van voor eigen gebruik of voor de behoeften van zijn kleinhandel bestemde minerale oliën. § 3. Wordt nochtans niet belast, de bij § 1 bedoelde minerale olie die de fabrikanten, grossiers of half-grossiers na inverbruikstelling hier te lande voorhanden hebben in aparte inrichtingen waar zij een bedrijvigheid uitoefenen die niet van aard is de exploitant te doen aanmerken als grossier of half-grossier in de betekenis van § 2.

Art. 2.De aanvullende accijns bedoeld bij artikel 1, § 1, is verschuldigd door diegene die de minerale olie die aan dat recht onderworpen is op de dag van de betrokken tariefverhoging voorhanden heeft.

Voor de onderweg zijnde minerale olie is de aanvullende accijns verschuldigd door de geadresseerde.

Art. 3.De bij artikel 1, § 1, vastgestelde aanvullende accijns wordt slechts geheven in de mate dat de belastbare hoeveelheid 1.000 kg overtreft.

Art. 4.§ 1. Voor elke plaats waar zij minerale oliën voorhanden hebben die belastbaar zijn krachtens artikel 1, § 1, moeten de fabrikanten, de grossiers, de half-grossiers en de depothouders, uiterlijk de dag die volgt op de dag van de verhoging van de accijns een gedateerde en ondertekende voorraadaangifte in tweevoud opmaken waarop de hoeveelheden minerale olie zijn vermeld bedoeld bij artikel 1, § 1, die hier te lande in verbruik werden gesteld : 1° die zij voorhanden hadden te 0 uur op de dag van de tariefverhoging;2° die hen werden toegezonden voor de dag van de tariefverhoging maar pas tussen de datum van verhoging van het tarief en de datum van indiening van de overeenkomstige voorraadaangifte zijn toegekomen. § 2. Geen voorraadaangifte hoeft te worden gedaan wanneer het totaal van de in § 1, 1° en 2° bedoelde hoeveelheden minerale olie 1.000 kg niet overtreft.

Art. 5.§ 1. Een exemplaar van de voorraadaangifte moet uiterlijk de donderdag van de week die volgt op de week van de tariefverhoging in het bezit zijn van de ontvanger der accijnzen of der douane en accijnzen van het gebied van de inrichting; het tweede exemplaar van deze aangifte moet ter beschikking zijn van de accijnsambtenaren op de plaats waar de belastbare producten voorhanden zijn.

De aangevers schrijven op het tweede exemplaar, in voorkomend geval, de hier te lande in verbruik gestelde hoeveelheden minerale olie bij die hen werden toegezonden vóór de dag van de tariefverhoging doch die pas na het indienen van hun aangifte zijn toegekomen. § 2. De vrijstelling van 1.000 kg voorzien in artikel 3 wordt gegund voor elke plaats waar belastbare minerale olie voorhanden is.

Art. 6.Wie overeenkomstig artikel 4 een voorraadaangifte heeft ingediend moet : 1° bij die aangifte een opgave voegen van de personen of de firma's - met uitzondering van de kleinhandelaars - aan wie zij sinds 1 oktober 2002, meer dan 10.000 kg belastbare zware stookolie hebben geleverd, die het voorwerp waren van een inverbruikstelling hier te lande. Die opgave vermeldt de naam en het adres van bedoelde personen of firma's en de hen geleverde hoeveelheden. In voorkomend geval wordt een nihilopgave opgemaakt; 2° desgevraagd alle documenten, bescheiden en andere stukken overleggen waaruit de juistheid van die aangifte en van vorenbedoelde opgave kan blijken.

Art. 7.De accijnsambtenaren begeven zich, steekproefsgewijze, naar de in artikel 4 bedoelde personen voor de opneming van de voorraden belastbare minerale olie.

Art. 8.De bij toepassing van dit besluit verschuldigde sommen moeten worden voldaan op het kantoor der accijnzen waar de voorraadaangiften werden ingediend, uiterlijk de laatste donderdag van de maand die volgt op de maand van de tariefverhoging.

Art. 9.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Brussel, 30 december 2002 D. REYNDERS

^