Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 28 januari 2009
gepubliceerd op 04 februari 2009

Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 17 december 2008 houdende tijdelijke aanvullende maatregelen voor het behoud van de visbestanden in zee

bron
vlaamse overheid
numac
2009035039
pub.
04/02/2009
prom.
28/01/2009
ELI
eli/besluit/2009/01/28/2009035039/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

VLAAMSE OVERHEID

Landbouw en Visserij


28 JANUARI 2009. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 17 december 2008 houdende tijdelijke aanvullende maatregelen voor het behoud van de visbestanden in zee


De Vlaamse minister van Institutionele Hervormingen, Bestuurszaken, Buitenlands Beleid, Media, Toerisme, Havens, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid, Gelet op de wet van 12 april 1957 waarbij de koning wordt gemachtigd maatregelen voor te schrijven ter bescherming van de biologische hulpbronnen van de zee, gewijzigd bij de wetten van 23 februari 1971, 18 juli 1973, 22 april 1999 en 3 mei 1999;

Gelet op de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijproducten, gewijzigd bij de wetten van 11 april 1983, 29 december 1990, 5 februari 1999, 22 april 1999 en 1 maart 2007 en bij de koninklijke besluiten van 25 oktober 1995 en 22 februari 2001;

Gelet op de wet van 3 mei 2003 tot regeling van de arbeidsovereenkomst wegens scheepsdienst voor de zeevisserij en tot verbetering van het sociaal statuut van de zeevisser, inzonderheid op artikel 30, § 2;

Gelet op het koninklijk besluit van 17 februari 2005 tot uitvoering van de bepalingen van de wet van 3 mei 2003 tot regeling van de arbeidsovereenkomst wegens scheepsdienst voor de zeevisserij en tot verbetering van het sociaal statuut van de zeevisser, inzonderheid op artikel 19;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 27 juli 2004 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 15 oktober 2004, 23 december 2005, 19 mei 2006, 30 juni 2006, 1 september 2006, 15 juni 2007, 28 juni 2007, 10 oktober 2007, 14 november 2007, 5 september 2008, 22 september 2008 en 6 januari 2009;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 16 december 2005 tot de instelling van een visvergunning en houdende tijdelijke maatregelen voor de uitvoering van de communautaire regeling inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden, inzonderheid op artikel 18;

Gelet op het ministerieel besluit van 17 december 2008 houdende tijdelijke aanvullende maatregelen voor het behoud van de visbestanden in zee;

Gelet op verordening (EG) nr. 40/2008 van de Raad van 16 januari 2008 tot vaststelling voor 2008, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Gemeenschap en, voor vaartuigen van de Gemeenschap, in andere wateren met vangstbeperkingen van toepassing zijn, en tot vaststelling van de bij de visserij in acht te nemen voorschriften, inzonderheid op de bijlagen IIa en IIc;

Gelet op de verordening (EG) van de Raad van december 2008 tot vaststelling voor 2009, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Gemeenschap en, voor vaartuigen van de Gemeenschap, in andere wateren met vangstbeperkingen van toepassing zijn, en tot vaststelling van de bij de visserij in acht te nemen voorschriften, inzonderheid op de bijlagen IIa en IIc;

Gelet op verordening (EG) nr. 388/2006 van de Raad van 23 februari 2006 tot vaststelling van een meerjarenplan voor de duurzame exploitatie van het tongbestand in de Golf van Biskaje;

Gelet op verordening (EG) nr. 509/2007 van de Raad van 7 mei 2007 tot vaststelling van een meerjarenplan voor de duurzame exploitatie van het tongbestand in het westelijk Kanaal;

Gelet op verordening (EG) nr. 676/2007 van de Raad van 11 juni 2007 tot vaststelling van een beheersplan voor de bevissing van de schol- en tongbestanden in de Noordzee;

Gelet op verordening (EG) nr. 1342/2008 van de Raad van 18 december 2008 tot vaststelling van een langetermijnplan voor kabeljauwbestanden en de bevissing van deze bestanden, en tot intrekking van verordening (EG) nr. 423/2004;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat voor het jaar 2009 vangstbeperkingen moeten worden vastgesteld om de aanvoer te spreiden, en er bijgevolg zonder verwijl behoudsmaatregelen moeten worden getroffen om de door de EG toegestane vangsten niet te overschrijden;

Overwegende dat er een minimum aanvoerlengte voor roggen dient te worden vastgelegd teneinde een optimale benutting van de toegewezen quota te verwezenlijken;

Overwegende dat in het kader van het kabeljauwherstelplan de voorwaarden vastgelegd moeten worden voor de toewijzing van visserijinspanning per inspanningsgroep;

Overwegende dat de toewijzing van visserijinspanning kan gebeuren door het vastleggen van het maximaal aantal te presteren zeedagen per vaartuig in de beschermde gebieden;

Overwegende dat het gebruik van twee soorten vistuig tijdens dezelfde visreis moet verboden worden teneinde te snelle opname van visserijinspanning te vermijden;

Overwegende dat er vangstbeperkingen voor de kabeljauwvisserij in de i.c.e.s. gebieden IIa, IV (Noordzee en Schelde-estuarium) en in het i.c.e.s.-gebied VIId per kwartaal moeten worden vastgesteld in functie van de vangsten in de referentieperiode 2005-2007;

Overwegende dat een afzonderlijk kabeljauwquotum voor i.c.e.s.-gebied VIId pas in 2009 wordt toegewezen maar dat redelijkerwijze een verdeelsleutel per kwartaal mag gehanteerd worden in functie van de vangsten in de westelijke wateren in de referentieperiode 2005-2007;

Overwegende dat een betere spreiding van de aanvoer van wijting in de i.c.e.s.-gebieden II, IV bewerkstelligd kan worden door het aanpassen van maximale vangsten per zeereis, gerekend per vaartdag aanwezigheid in het gebied in kwestie;

Overwegende dat een betere spreiding van de aanvoer van rog in de i.c.e.s.-gebieden II, IV en VIId bewerkstelligd kan worden door het aanpassen van maximale vangsten per zeereis, gerekend per vaartdag aanwezigheid in het gebied in kwestie;

Overwegende dat het systeem van inruilen van dagen teneinde minimale overschrijdingen van dagplafonds te regulariseren, dient beperkt te worden voor die soorten waarvoor er een bijvangstregeling is uitgewerkt, Besluit :

Artikel 1.In artikel 1 van het ministerieel besluit van 17 december 2008 houdende tijdelijke aanvullende maatregelen voor het behoud van de visbestanden in zee, wordt een nieuw lid toegevoegd dat luidt als volgt : « 15° inspanningsgroep : inspanningsgroep zoals gedefinieerd in bijlage I van verordening (EG) nr. 1342/2008 van de Raad van 18 december 2008 tot vaststelling van een langetermijnplan voor kabeljauwbestanden en de bevissing van deze bestanden, en tot intrekking van verordening (EG) nr. 423/2004. »

Art. 2.In artikel 7 van hetzelfde besluit wordt vanaf 21 januari in het eerste lid volgende zinsnede ingevoegd : « Roggen : 50 cm aanvoerlengte »

Art. 3.In artikel 10 van hetzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht vanaf 1 februari 2009 : 1° § 1 wordt vervangen door volgende bepaling : « § 1.De toekenning van visserijinspanning aan inspanningsgroepen gebeurt door toewijzing van zeedagen. Het is voor vissersvaartuigen verboden in de periode 1 februari 2009 tot en met 31 januari 2010 meer dan 180 zeedagen te presteren in de i.c.e.s.-gebieden IV, VIId en VIIa. Van die toegekende hoeveelheid mogen vaartuigen met een motorvermogen groter dan 221 kW met vistuig bodemtrawls en zegen of boomkor maximaal 150 zeedagen presteren in de i.c.e.s.-gebieden IV en VIId. » 2° § 6 wordt vervangen door volgende bepaling : « § 6.Vissersvaartuigen die in 2006 of in 2007 gevist hebben in de i.c.e.s.-gebieden IV en VIId krijgen een speciaal visdocument 2009 voor het kabeljauwherstelgebied IV en VIId. De vissersvaartuigen die dit speciaal visdocument niet hebben, mogen niet in de i.c.e.s.-gebieden IV en VIId vissen. » 3° § 7 wordt vervangen door volgende bepaling : « § 7.Vissersvaartuigen die of in 2006 of in 2007 gevist hebben in het i.c.e.s.-gebied VIIa krijgen een speciaal visdocument 2009 voor het kabeljauwherstelgebied VIIa. De vissersvaartuigen die dit speciaal visdocument niet hebben, mogen niet in het i.c.e.s.-gebied VIIa vissen. » 4° § 8 wordt vervangen door volgende bepaling : « § 8.Teneinde een speciaal visdocument te kunnen ontvangen dienen reders voor 10 februari 2009 de keuze van de door hun vaartuig te gebruiken vistuigen in de periode 1 februari 2009 tot en met 31 januari 2010, bij de dienst aan te melden. Veranderingen van vistuig binnen die beheersperiode dienen eveneens aangemeld te worden. » 5° er wordt een § 9 toegevoegd dat luidt als volgt : « § 9.Voor volgende inspanningsgroepen kan visserijinspanning worden toegekend : i.c.e.s.-gebieden IV en VIId : TR2, BT1, BT2, GN1 en GT1 i.c.e.s.-gebied VIIa : TR2 en BT2 Tijdens dezelfde visreis is het verboden vistuig te gebruiken dat tot verschillende inspanningsgroepen behoort. »

Art. 4.In artikel 14 van hetzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 3 wordt het getal « 35 » vervangen door het getal « 40 », 2° in § 4 wordt het getal « 11 » vervangen door het getal « 12 » en wordt het getal « 30 » vervangen door het getal « 34 », 3° in § 4 wordt de zinsnede « Van die toegekende hoeveelheid mag er per vaartuig maximaal 50 % vóór 31 maart 2009 worden opgevist » geschrapt.

Art. 5.In artikel 18 van hetzelfde besluit wordt een § 3 toegevoegd dat luidt als volgt : « § 3. Van de krachtens de verordening (EG) van de Raad van december 2008 tot vaststelling voor 2009, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Gemeenschap en, voor vaartuigen van de Gemeenschap, in andere wateren met vangstbeperkingen van toepassing zijn, en tot vaststelling van de bij de visserij in acht te nemen voorschriften toegekende vangstmogelijkheden voor kabeljauw in i.c.e.s.-gebieden IIa, IV, desgevallend vermeerderd met de hoeveelheden afkomstig van de quotaruilen mag er op eind maart 2009 maximaal 15 %, op eind juni 2009 maximaal 30 % en op eind september 2009 maximaal 70 % worden opgevist.

De dienst berekent de overeenstemmende hoeveelheden die als drempelwaarden fungeren.

Als de drempelwaarden van de eerste drie kwartalen, verhoogd met 10 %, worden overschreden, dienen vissersvaartuigen van betrokken inspanningsgroepen technische aanpassingen door te voeren op aanwijzen van de dienst, teneinde de drempelwaarden van het volgende kwartaal niet te overschrijden. »

Art. 6.In artikel 19 van hetzelfde besluit wordt een § 2 toegevoegd dat luidt als volgt : « § 2. Van de krachtens de verordening (EG) van de Raad van december 2008 toegekende vangstmogelijkheden voor kabeljauw in het i.c.e.s.-gebied VIId, desgevallend vermeerderd met de hoeveelheden afkomstig van de quotaruilen mag er op eind maart 2009 maximaal 50 %, op eind juni 2009 maximaal 75 % en op eind september 2009 maximaal 85 % worden opgevist. De dienst berekent de overeenstemmende hoeveelheden die als drempelwaarden fungeren.

Als de drempelwaarden van het tweede en derde kwartaal, verhoogd met 10 %, worden overschreden, dienen vissersvaartuigen van betrokken inspanningsgroepen technische aanpassingen door te voeren op aanwijzen van de dienst of kunnen sluitingen in real time doorgevoerd worden, teneinde de drempelwaarden van het volgende kwartaal niet te overschrijden. »

Art. 7.In artikel 26 van hetzelfde besluit worden vanaf 21 februari 2009 volgende §§ toegevoegd, die genummerd worden van 8 tot 13 : « § 8. In de periode van 1 februari 2009 tot en met 31 december 2009 is het in de i.c.e.s.-gebieden II, IV (Noordzee en Schelde-estuarium) voor een vissersvaartuig met een motorvermogen van 221 kW of minder, verboden bij de vangsten van wijting per zeereis een hoeveelheid te overschrijden die gelijk is aan 50 kg, vermenigvuldigd met het aantal vaartdagen gerealiseerd tijdens die zeereis in de desbetreffende i.c.e.s.-gebieden. § 9. In de periode van 1 februari 2009 tot en met 31 december 2009 is het in de i.c.e.s.-gebieden II, IV (Noordzee en Schelde-estuarium) voor een vissersvaartuig met een motorvermogen van meer dan 221 kW, verboden bij de vangsten van wijting per zeereis een hoeveelheid te overschrijden die gelijk is aan 100 kg, vermenigvuldigd met het aantal vaartdagen gerealiseerd tijdens die zeereis in de desbetreffende i.c.e.s.-gebieden. § 10. In de periode van 21 januari 2009 tot en met 31 december 2009 is het in de i.c.e.s.-gebieden II, IV (Noordzee en Schelde-estuarium) voor een vissersvaartuig met een motorvermogen van 221 kW of minder, verboden bij de rogvangsten per zeereis een hoeveelheid te overschrijden die gelijk is aan 100 kg, vermenigvuldigd met het aantal vaartdagen gerealiseerd tijdens die zeereis in de desbetreffende i.c.e.s.-gebieden. § 11. In de periode van 21 januari 2009 tot en met 31 december 2009 is het in de i.c.e.s.-gebieden II, IV (Noordzee en Schelde-estuarium) voor een vissersvaartuig met een motorvermogen van meer dan 221 kW, verboden bij de rogvangsten per zeereis een hoeveelheid te overschrijden die gelijk is aan 200 kg, vermenigvuldigd met het aantal vaartdagen gerealiseerd tijdens die zeereis in de desbetreffende i.c.e.s.-gebieden. § 12. In de periode van 21 januari 2009 tot en met 31 december 2009 is het in de i.c.e.s.-gebied VIId voor een vissersvaartuig met een motorvermogen van 221 kW of minder, verboden bij de rogvangsten per zeereis een hoeveelheid te overschrijden die gelijk is aan 40 kg, vermenigvuldigd met het aantal vaartdagen gerealiseerd tijdens die zeereis in het desbetreffende i.c.e.s.-gebied. § 13. In de periode van 21 januari 2009 tot en met 31 december 2009 is het in de i.c.e.s.-gebieden VIId voor een vissersvaartuig met een motorvermogen van meer dan 221 kW, verboden bij de rogvangsten per zeereis een hoeveelheid te overschrijden die gelijk is aan 80 kg, vermenigvuldigd met het aantal vaartdagen gerealiseerd tijdens die zeereis in het desbetreffende i.c.e.s.-gebied. »

Art. 8.In artikel 27 worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 worden de getallen « 22, 23 » geschrapt, 2° wordt er een § 5 toegevoegd dat luidt als volgt : « § 5.De aantallen communautaire zeedagen in de kabeljauwherstelgebieden toegekend voor de periode 1 februari 2009 tot en met 31 januari 2010 bij artikel 10 van dit besluit worden verminderd met het aantal surplusdagen. »

Art. 9.Dit besluit treedt in werking op 1 februari 2009 met uitzondering van artikelen 2 en 7, die in werking treden op 21 januari 2009 en houdt op van kracht te zijn op 1 januari 2010, met uitzondering van artikel 3 dat ophoudt van kracht te zijn op 1 februari 2010.

Brussel, 28 januari 2009.

De Vlaamse minister voor Institutionele Hervormingen, Bestuurszaken, Buitenlands Beleid, Media, Toerisme, Havens, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid, K. PEETERS

^