27 APRIL 2007. - Ministerieel besluit tot bepaling van de prioritaire zones als autonome saneringsgebieden en van de planning van het onderzoek naar die zones

De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, Gelet op Richtlijn 91/271/EEG van de Raad van 21 mei 1991 inzake de behandeling van stedelijk afvalwater;

Gelet op Richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid;

Gelet op boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, zoals gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 6 december 2006, inzonderheid op de artikelen R.233, 11°bis, en 30°, en R.279, § 2;

Gelet op de noodzaak om de doelstelling van een goede algemene kwalitatieve toestand van de waterlichamen te bereiken tegen 22 december 2015 overeenkomstig de vereisten van Richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid;

Overwegende dat de Regering, om die doelstelling te bereiken, geleidelijk de vervaltermijnen voor de maatregelen die getroffen dienen te worden op het gebied van de autonome sanering zal toepassen voortvloeiende uit de onderzoeken naar die zones die verricht moeten worden voor de waterlichamen die als risicogebieden worden gekenmerkt of die onder een bijzonder beschermingsstatuut staan (zwemwater, bescherming van de waterwinningen, Natura 2000), samengebracht onder de uitdrukking "prioritaire zones";

Overwegende dat de waterlichamen waarop de nodige maatregelen van toepassing zijn in verband met de doelstelling die tegen 2015 bereikt moet worden, vernoemd zijn in de survey en de economische analyse per internationaal district, door de Waalse Regering goedgekeurd op 17 maart 2005;

Overwegende dat het overeenkomstig het Waterwetboek de taak van de Minister bevoegd voor Waterbeleid is om in de autonome saneringsregeling de prioritaire zones te bepalen die aan een zone-onderzoek onderworpen moeten worden en de uitvoering van die onderzoeken te plannen;

Gelet op het gezamenlijk verslag van de "S.P.G.E." en het Directoraat-generaal Natuurlijke Hulpstoffen en Leefmilieu d.d. 5 april 2007 met betrekking tot de selectie van de prioritaire zones en tot het voorstel tot planning van de onderzoeken naar die zones;

Overwegende dat dat verslag moet dienen om de afwaterende gebieden van de waterlichamen die onder een bijzonder beschermingsstatuut staan en de oppervlaktewaterlichamen die risicodragend zijn volgens Richtlijn 2000/60/EG waarvan de nuttige landbouwoppervlakte van het stroomgebied lager is dan 60 % van de totale oppervlakte en waar de autonome sanering slaat op meer dan 50 % van de bevolking van het waterlichaam, als prioritair aan te wijzen;

Overwegende dat de fasering over drie jaar, zoals in dat verslag voorgesteld door de "S.P.G.E.", strookt met de prioriteiten voor de zwemzones, met een homogene spreiding in de ruimte en een spreiding in de tijd van de uit te voeren onderzoeken, Besluit :

Artikel 1.Prioritaire zones in de zin van artikel R.279, § 2, van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, zijn : - de zwemzones en de stroomopwaarts gelegen gebieden, bepaald in bijlage IX bij Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, en de afwaterende stroomgebieden tot hoogstens 10 km stroomopwaarts gelegen ten opzichte van de zwemgebieden; - de preventiegebieden bepaald overeenkomstig artikel D.172, § 2, van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt; - de waterlichamen die specifieke maatregelen vereisen in verband met de bescherming van de diersoorten waarvan sprake in het Natura 2000-net, vermeld in bijlage 1 bij dit besluit; - de waterlichamen vermeld in bijlage 2 bij dit besluit als risicodragende waterlichamen.

Art. 2.De onderzoeken naar de prioritaire zones bepaald in artikel 1 worden uitgevoerd volgens de fasering over drie jaar, ingaand één maand na ondertekening van dit besluit : - fase 1 (eerste jaar) : onderstroomgebieden van de Amel, de Ourthe, de Samber, de Schelde en de Leie, de Zenne en de Moesel; - fase 2 (tweede jaar) : onderstroomgebieden van de Maas stroomopwaarts, van de Semois en de Chiers, de Vesder, de Dender en de Oise; - fase 3 (derde jaar) : onderstroomgebieden van de Lesse, van de Maas stroomafwaarts, van de Haine en de Dijle en de Gete.

Namen, 27 april 2007.

B. LUTGEN

Bijlage 1 - Waterlichamen Natura 2000 - Prioritaire zones Stroomgebied van de Maas.

Onderstroomgebied van de Ourthe : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Onderstroomgebied van de Semois en de Chiers : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Stroomdistrict van de Rijn : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 27 april 2007 tot bepaling van de prioritaire zones als autonome saneringsgebieden en van de planificatie van het onderzoek naar die gebieden.

Namen, 27 april 2007.

De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, B. LUTGEN

Bijlage 2 - Risicodragende waterlichamen - Prioritaire zones Stroomgebied van de Maas.

Onderstroomgebied van de Amel : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Onderstroomgebied van de Lesse : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Onderstroomgebied van de Maas stroomopwaarts : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Onderstroomgebied van de Maas stroomafwaarts : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Onderstroomgebied van de Ourthe : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Onderstroomgebied van de Vesder : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Stroomdistrict van de Seine.

Onderstroomgebied van de Oise : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 27 april 2007 tot bepaling van de prioritaire zones als autonome saneringsgebieden en van de planificatie van het onderzoek naar die gebieden.

Namen, 27 april 2007.

De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, B. LUTGEN