Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 26 januari 2007
gepubliceerd op 31 januari 2007

Ministerieel besluit van 26 januari 2007 houdende de principes inzake de vergoeding van de voorzitter en de leden van het directiecomité van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas en tot bepaling van de vergoeding voorzien in artikel 2 van het koninklijk besluit van 3 mei 1999 tot vaststelling van de regels toepasselijk op de voorzitter en de leden van het directiecomité van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas inzake onverenigbaarheden en belangenconflicten

bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
numac
2007011047
pub.
31/01/2007
prom.
26/01/2007
ELI
eli/besluit/2007/01/26/2007011047/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

26 JANUARI 2007. - Ministerieel besluit van 26 januari 2007 houdende de principes inzake de vergoeding van de voorzitter en de leden van het directiecomité van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas en tot bepaling van de vergoeding voorzien in artikel 2 van het koninklijk besluit van 3 mei 1999 tot vaststelling van de regels toepasselijk op de voorzitter en de leden van het directiecomité van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas inzake onverenigbaarheden en belangenconflicten


De Minister van Energie, Gelet op de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, inzonderheid op artikel 24, § 2, laatste lid;

Gelet op de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen, inzonderheid op artikel 15/15, § 5, ingevoegd door de wet van 29 april 1999;

Gelet op het koninklijk besluit van 3 mei 1999 tot vaststelling van de regels toepasselijk op de voorzitter en de leden van het directiecomité van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het gas inzake onverenigbaarheden en belangenconflicten, inzonderheid artikel 2, laatste lid;

Gelet op het koninklijk besluit van 23 oktober 2006 waarbij de minister die bevoegd is voor Energie, gemachtigd wordt om de bezoldiging te bepalen van de voorzitter en de leden van het directiecomité van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de dringende noodzakelijkheid voortvloeit uit het feit dat artikel 134, 2° van de Wet van 20 juli 2006 houdende diverse bepalingen en het koninklijk besluit van 23 oktober 2006 waarbij de minister die bevoegd is voor Energie, gemachtigd wordt om de bezoldiging te bepalen van de voorzitter en de leden van het directiecomité van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas, welke beide in werking zijn getreden op 11 december 2006, vereisen dat de bezoldiging van de voorzitter en van de leden van het directiecomité van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas door de Minister voor Energie wordt vastgelegd, na overleg met de voorzitter en de leden van het directiecomité;

Overwegende dat artikel 25 van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, zoals gewijzigd door artikel 135 van de wet van 20 juli 2006 houdende diverse bepalingen, in werking getreden door middel van het koninklijk besluit van 21 december 2006, met ingang op de dag van publicatie in het Belgisch Staatsblad, de verdeling van de bevoegdheden tussen de leden van het directiecomité van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas heeft gewijzigd en het aantal leden van dit directiecomité heeft herleid van zes leden naar drie leden en een voorzitter; Dat bijgevolg de geschikte kandidaten dienden gezocht te worden om deze gewijzigde mandaten uit te oefenen;

Overwegende dat de inwerkingtreding op 11 december 2006 van het artikel 134, 2° van de wet van 20 juli 2006 en van het koninklijk besluit van 23 oktober 2006, en de inwerkingtreding bij publicatie in het Belgisch Staatsblad van het koninklijk besluit van 21 december 2006 van artikel 135 van de wet van 20 juli 2006, om deze redenen tot gevolg heeft dat een Ministerieel Besluit dient aangenomen te worden tot vastlegging van de bezoldiging van de voorzitter en de leden van het directiecomité, zodat de Koning de directeurs van de gewijzigde directies en de voorzitter van het directiecomité dringend kan benoemen;

Overwegende dat het overleg met de voorzitter en de leden van het directiecomité over de bezoldiging voorzien in het koninklijk besluit van 23 oktober 2006 dan ook pas kon aanvangen eens de identiteit van de personen die deze mandaten zullen uitoefenen gekend was;

Overwegende dat de continuïteit van de openbare dienst vereist dat deze personen zo snel als mogelijk worden benoemd, en dat bijgevolg dringend hun bezoldiging dient te worden vastgelegd;

Overwegende dat dit besluit bijgevolg onverwijld moet worden aangenomen, Besluit :

Artikel 1.Het bedrag van de vergoeding van de voorzitter en van die van de leden van het directiecomité van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas wordt vastgelegd in een bijzondere overeenkomst afgesloten tussen enerzijds de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas en anderzijds de voorzitter en elk van de leden van het directiecomité.

Die overeenkomst, welke louter de modaliteiten waarin de betrokkene zijn mandaat uitoefent regelt en dus geen arbeidsovereenkomst uitmaakt, wordt voor de voorzitter en voor elk lid afzonderlijk schriftelijk vastgesteld.

Bij het onderhandelen over en de ondertekening van deze overeenkomst wordt de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas vertegenwoordigd door de federale Minister bevoegd voor Energie.

Worden als bezoldiging in de zin van dit besluit beschouwd, niet enkel de bezoldiging in de strikte betekenis en de voordelen voorzien in de artikelen 3 en 4, maar ook elk voordeel of elke vergoeding die aan de voorzitter en de leden van het directiecomité van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas toegekend worden wegens of naar aanleiding van de uitoefening van hun mandaat overeenkomstig de in het eerste lid voorziene bijzondere overeenkomst.

Art. 2.Met uitzondering van de voorzitter beschikken de leden van het directiecomité over een identieke vergoeding.

Art. 3.De vergoedingen van de voorzitter en van de leden van het directiecomité zijn gekoppeld aan de schommelingen van de gezondheidsindex. Zij zijn gekoppeld aan de spilindex 104,14 (basis 2004).

Art. 4.De voorzitter en de leden van het directiecomité van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas zullen genieten van een verzekering die voorziet in een aanvullende dekking bij één of meerdere takken van de sociale zekerheid, volgens de modaliteiten voorzien door de bijzondere overeenkomst bedoeld in artikel 1 en door de groepsverzekeringspolis die door de Minister van Energie namens de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas zal worden afgesloten.

Art. 5.Ter compensatie van het verbod bedoeld in artikel 2 van het koninklijk besluit van 3 mei 1999 tot vaststelling van de regels toepasselijk op de voorzitter en de leden van het directiecomité van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas inzake onverenigbaarheden en belangenconflicten, wordt aan de voorzitter of aan het betrokken lid, bij de beëindiging van zijn mandaat, een schadeloosstelling toegekend die gelijk is aan zijn brutobezoldiging voor een periode van zes maanden. De bijzondere overeenkomst bedoeld in punt 1 zal de verdere modaliteiten hieromtrent vastleggen.

Art. 6.Dit besluit treedt in werking op de dag dat het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Brussel, 26 januari 2007.

M. VERWILGHEN

^