Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 24 maart 2003
gepubliceerd op 31 maart 2003

Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 16 april 1998 betreffende het varend personeel van de krijgsmacht

bron
ministerie van landsverdediging
numac
2003007089
pub.
31/03/2003
prom.
24/03/2003
ELI
eli/besluit/2003/03/24/2003007089/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

24 MAART 2003. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 16 april 1998 betreffende het varend personeel van de krijgsmacht


De Minister van Landsverdediging, Gelet op de wet van 27 december 1961 betreffende het statuut van de onderofficieren van het actief kader van de krijgsmacht, inzonderheid op artikel 47bis , ingevoegd bij de wet van 20 mei 1994;

Gelet op de wet van 12 juli 1973 betreffende het statuut van de vrijwilligers van het actief kader van de krijgsmacht, inzonderheid op artikel 22ter , ingevoegd bij de wet van 20 mei 1994;

Gelet op de wet van 18 februari 1987 betreffende het statuut van de reserveonderofficieren van de krijgsmacht, inzonderheid op artikel 44bis , ingevoegd bij de wet van 20 mei 1994;

Gelet op het koninklijk besluit van 16 april 1998 betreffende het varend personeel van de krijgsmacht, inzonderheid op de artikelen 7, derde lid, 17, tweede lid, 18, eerste lid, en 21;

Gelet op het ministerieel besluit van 16 april 1998 betreffende het varend personeel van de krijgsmacht, inzonderheid op artikel 2, artikel 3, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 1 september 2000, en de artikelen 4 en 5;

Gelet op het protocol van het Onderhandelingscomité van het militair personeel van de krijgsmacht, afgesloten op 6 september 2001;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 22 oktober 2002;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen, gegeven op 5 december 2002;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 5 februari 2003;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat deze maatregelen de attractiviteit van het beroep van militair verbeteren en het moreel van de leden van de krijgsmacht consolideren;

Overwegende dat deze maatregelen een geldelijke incentive inhouden waarmee de boordschutters van de helikopters A109 ingezet in operaties, gevaloriseerd worden voor hun prestaties;

Overwegende de dwingende noodzaak om de bepalingen van dit besluit zo snel mogelijk ingang te laten vinden omdat boordschutters binnenkort in Macedonië ingezet moeten worden, Besluit :

Artikel 1.In artikel 2 van het ministerieel besluit van 16 april 1998 betreffende het varend personeel van de krijgsmacht, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de bepaling onder 4° wordt vervangen als volgt : « 4° "redder-duiker aan boord van opzoekings- en reddingsluchtvaartuigen ";"; 2° de bepaling onder 8° wordt vervangen als volgt : « 8° "ambulancier en kandidaat-ambulancier aan boord van opzoekings- en reddingsluchtvaartuigen";»; 3° er wordt een bepaling onder 9° bijgevoegd, luidende : « 9° "boordschutter" in de deelstand "in operationele inzet".»

Art. 2.In artikel 3 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 1 september 2000, wordt tussen het eerste en het tweede lid het volgende lid ingevoegd : « De boordschutters worden evenwel automatisch opgenomen in de categorie van het tijdelijk varend personeel voor de duur van de periode in de loop waarvan zij zich in de deelstand "in operationele inzet" bevinden. »

Art. 3.Artikel 4 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «

Artikel 4.De volgende functies uit de categorie van het tijdelijk varend personeel verlenen toegang tot het brevet van cabinepersoneel : 1 ° "loadmaster"; 2° "redder-duiker aan boord van opzoekings- en reddingsluchtvaartuigen ";3° "ambulancier aan boord van opzoekings- en reddingsluchtvaartuigen". »

Art. 4.Artikel 5, eerste lid, l', wordt aangevuld als volgt : « g) "boordschutter"; ».

Art. 5.Dit besluit treedt in werking de eerste dag van het trimester volgend op dit gedurende welke het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt met uitzondering van artikelen 1, 3°, en 2, die uitwerking hebben met ingang van 1 augustus 1998.

Brussel, 24 maart 2003.

A. FLAHAUT

^