24 DECEMBER 2004. - Ministerieel besluit houdende vaststelling van de personeelsformatie van de Vlaamse Landmaatschappij

De Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, Gelet op het decreet van 21 december 1988 houdende oprichting van de Vlaamse Landmaatschappij, inzonderheid op artikel 9, gewijzigd bij decreet van 7 juli 1998;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 6 september 1995 houdende vaststelling van de personeelsformatie van de Vlaamse Landmaatschappij, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 10 maart 1998 en 12 oktober 2001;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 27 juli 2004 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering, inzonderheid op artikel 7, 10°;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 15 oktober 2004 tot vaststelling van regelen betreffende het algemeen beleid inzake personeel en het specifiek beleid inzake personeel in de diensten van de Vlaamse Regering en in de Vlaamse openbare instellingen en agentschappen;

Gelet op het advies van het Tussenoverlegcomité van de Vlaamse Landmaatschappij, gegeven op 7 juni 2004;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de ambtenarenzaken, gegeven op 30 juni 2004;

Gelet op het advies van de raad van bestuur van de Vlaamse Landmaatschappij, gegeven op 14 juli 2004;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 21 juni 2004 (VLM) en 23 juni 2004 (OC GIS-Vlaanderen), Besluit :

Artikel 1.De personeelsformatie van de Vlaamse Landmaatschappij wordt als volgt vastgelegd : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 2.De personeelsformatie van de Vlaamse Landmaatschappij, bedoeld in artikel 1, omvat de kolommen A, B en C. De stagiairs of ambtenaren die deel uitmaken van de Vlaamse Landmaatschappij worden toegewezen aan een met hun graad overeenstemmende betrekking in de kolommen A, B of C van de personeelsformatie, bedoeld in artikel 1.

Art. 3.De stagiairs of ambtenaren die niet kunnen aangewezen worden voor een betrekking in de kolom A van de personeelsformatie, bedoeld in artikel 1, worden aangewezen voor een betrekking die voorkomt in de kolom B van de personeelsformatie, bedoeld in artikel 1. Deze stagiairs of ambtenaren die voor een betrekking in de kolom B zijn aangewezen, blokkeren een gelijk aantal betrekkingen van hetzelfde of een ander niveau in de kolom A van de personeelsformatie, bedoeld in artikel 1. Deze titularissen van een betrekking in de kolom B van de personeelsformatie, bedoeld in artikel 1, komen onverminderd de overige statutaire vereisten, in aanmerking voor een bevordering in een vacant verklaarde betrekking van de kolom A van de personeelsformatie, bedoeld in artikel 1.

De betrekkingen in de kolom B van de personeelsformatie, bedoeld in artikel 1, zijn uitdovend. Elke betrekking vermeld in de kolom B wordt opgeheven uiterlijk bij het vertrek van de titularis.

Art. 4.De betrekkingen in kolom C kunnen initieel enkel worden ingenomen door stagiairs of ambtenaren van de afdeling Land van het ministerie van de Vlaamse gemeenschap die in het kader van de reorganisatie van de Vlaamse administratie naar de Vlaamse Landmaatschappij worden overgeplaatst. Deze titularissen van een betrekking in de kolom C van de personeelsformatie, bedoeld in artikel 1, komen na hun overplaatsing naar de Vlaamse Landmaatschappij, onverminderd de overige statutaire vereisten, in aanmerking voor een bevordering in een vacant verklaarde betrekking van de kolom A van de personeelsformatie, bedoeld in artikel 1.

De betrekkingen in de kolom C van de personeelsformatie, bedoeld in artikel 1, zijn niet uitdovend. Elke betrekking die werd ingenomen door overplaatsing van een stagiair of ambtenaar van de afdeling Land van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap kan bij het vertrek van de titularis worden toegewezen aan een stagiair of ambtenaar die deel uitmaakt van de Vlaamse Landmaatschappij.

Art. 5.Het besluit van de Vlaamse Regering van 6 september 1995 houdende vaststelling van de personeelsformatie van de Vlaamse Landmaatschappij, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 10 maart 1998 en 12 oktober 2001, wordt opgeheven.

Art. 6.Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

Brussel, 24 december 2004.

K. PEETERS