23 NOVEMBER 2020. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 3 februari 1975 genomen ter uitvoering van het koninklijk besluit van 15 januari 1962 tot vaststelling van het vergoedingsstelsel toepasselijk op de militairen die dienstreizen volbrengen in het buitenland

De Minister van Defensie, Gelet op de wet van 20 mei 1994 betreffende de geldelijke rechten van de militairen, artikel 10bis, ingevoegd bij de wet van 27 maart 2003 en gewijzigd bij de wetten van 20 juli 2005, 10 januari 2010 en 31 juli 2013;

Gelet op het koninklijk besluit van 15 januari 1962 tot vaststelling van het vergoedingsstelsel toepasselijk op de militairen die dienstreizen volbrengen in het buitenland, de artikelen 4 en 5, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 29 januari 2016 en 15 november 2020;

Gelet op het ministerieel besluit van 3 februari 1975 genomen ter uitvoering van het koninklijk besluit van 15 januari 1962 tot vaststelling van het vergoedingsstelsel toepasselijk op de militairen die dienstreizen volbrengen in het buitenland;

Gelet op het protocol N-490 van onderhandelingen van het Onderhandelingscomité van het militair personeel, gesloten op 7 juni 2019;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 24 januari 2020;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, d.d. 31 juli 2020;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Ambtenarenzaken, d.d. 31 juli 2020;

Gelet op advies 67.931 van de Raad van State, gegeven op 30 september 2020, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, Besluit :

Artikel 1.In artikel 1, § 1, van het ministerieel besluit van 3 februari 1975 genomen ter uitvoering van het koninklijk besluit van 15 januari 1962 tot vaststelling van het vergoedingsstelsel toepasselijk op de militairen die dienstreizen volbrengen in het buitenland, vervangen bij het ministerieel besluit van 10 januari 1978, worden de woorden "in tijdelijke opdracht," ingevoegd tussen de woorden "De militair" en de woorden "die tijdens een dienstreis".

Art. 2.In artikel 1ter van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het ministerieel besluit van 1 februari 1980 en gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 4 juni 2008 en 14 juni 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het eerste lid wordt vervangen als volgt: "Wanneer de door de militair gemaakte kosten tijdens een tijdelijke opdracht naar euro moeten worden omgezet, worden die berekend tegen de koers van de maand van de tijdelijke opdracht die vastgesteld wordt voor de referentieperiode door de chef van de ondersectie geldelijke reglementering van de algemene directie human resources."; 2° het vierde en vijfde lid worden opgeheven.

Art. 3.In artikel 2 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 17 september 1982 wordt paragraaf 3 opgeheven.

Art. 4.In artikel 5 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 10 januari 1978, 1 februari 1980, 4 juni 2008 en 14 juni 2018 worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 worden de woorden "binnen de grenzen van de bedragen vastgesteld in tabel 1.b. van de bijlage bij dit besluit" vervangen door de woorden "tot maximaal 100 euro"; 2° in paragraaf 2 worden de woorden "procent en twintig procent van de bedragen vastgesteld in tabel 1.b. van de bijlage bij dit besluit" vervangen door de woorden "euro en twintig euro".

Art. 5.Hoofdstuk II van hetzelfde besluit, dat de artikelen 6 tot 14 bevat, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 3 februari 1975, 14 april 1978, 7 juli 1978, 1 februari 1980, 23 juli 1984, 10 december 1985, 1 juli 1986, 16 februari 1990, 7 december 1992, 30 november 1998, 18 april 2010 en 18 juni 2018 wordt opgeheven.

Art. 6.Artikel 17 van hetzelfde besluit, vervangen bij het ministerieel besluit van 14 april 1978 wordt opgeheven.

Art. 7.Artikel 22 van hetzelfde besluit, vervangen bij het ministerieel besluit van 1 februari 1980 wordt opgeheven.

Art. 8.In de bijlage van hetzelfde besluit, laatstelijk gewijzigd bij het ministerieel besluit van 14 juni 2018Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 14/06/2018 pub. 22/06/2018 numac 2018012586 bron federale overheidsdienst financien Besluit van de Voorzitter van het Directiecomité tot vaststelling van de werkzaamheden die als bevuilend moeten worden beschouwd in de zin van artikel 5, tweede lid, van het ministerieel besluit van 12 april 1965 betreffende de toekenning van sommige vergoedingen aan verschillende personeelsleden van de Federale Overheidsdienst Financiën sluiten worden de tabellen 1.b., 2.a., 2.b., 2.c., 3.a., 3.b., 4.a. en 4.b. opgeheven.

Art. 9.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2021.

Brussel, 23 november 2020.

L. DEDONDER