gepubliceerd op 22 juni 2018
Besluit van de Voorzitter van het Directiecomité tot vaststelling van de werkzaamheden die als bevuilend moeten worden beschouwd in de zin van artikel 5, tweede lid, van het ministerieel besluit van 12 april 1965 betreffende de toekenning van sommige vergoedingen aan verschillende personeelsleden van de Federale Overheidsdienst Financiën
14 JUNI 2018. - Besluit van de Voorzitter van het Directiecomité tot vaststelling van de werkzaamheden die als bevuilend moeten worden beschouwd in de zin van artikel 5, tweede lid, van het ministerieel besluit van 12 april 1965 betreffende de toekenning van sommige vergoedingen aan verschillende personeelsleden van de Federale Overheidsdienst Financiën
De Voorzitter van het Directiecomité, Gelet op het ministerieel besluit van 12 april 1965 betreffende de toekenning van sommige vergoedingen aan verschillende personeelsleden van de Federale Overheidsdienst Financiën, artikel 5, tweede lid, vervangen bij het ministerieel besluit van 12 november 2017;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 7 juli 2017;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister belast met Ambtenarenzaken, d.d. 6 november 2017;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, d.d. 24 november 2017;
Gelet op het protocol van onderhandelingen nr. D.I. 337/D/106-3 van het Sectorcomité II - Financiën, gesloten op 25 april 2018, Besluit:
Artikel 1.In uitvoering van artikel 5, tweede lid, van het ministerieel besluit van 12 april 1965 betreffende de toekenning van sommige vergoedingen aan verschillende personeelsleden van de Federale Overheidsdienst Financiën, worden de hierna opgesomde werken als bevuilend beschouwd, bij de Algemene Administratie van de Douane en Accijnzen: 1° de verificatie, de controle en de opneming in belastingentrepots voor minerale olie;2° vaststellingen verrichten inzake opbrengstpercentages en verliezen in benzeentanken;3° het toezicht op heringebruikname van benzeen;4° de controle van creosoot;5° de verificatie van diesel bij controles op de openbare weg;6° controleactiviteiten uitgeoefend in petroleumraffinaderijen, petrochemische fabrieken, bunkerfirma's en opslagbedrijven van minerale olie;7° behandeling van verlaten goederen en verbeurdverklaarde goederen in kapittel XII van een hulpkantoor;8° het toevoegen van herkenningsmiddelen aan minerale olie; 9° a) op commerciële vaartuigen: a.1. de controle van de machinekamer; a.2. de controle van de ballasttanks op de eventuele aanwezigheid van minerale oliën; a.3. de controle van de sanitaire installatie; a.4. de controle van de laadruimte van bunkerschepen; a.5. de controle van afgesloten ruimten; b) op pleziervaartuigen: b.1. de controle van motoren; b.2. de controle van ballasttanks op de eventuele aanwezigheid van minerale oliën; b.3. de controle van de sanitaire installatie; b.4. de controle van brandstoftank(s) - verificatie van de accijnstoestand van de brandstof; 10° het werken met of zorg dragen voor een erkende hond, door een hondengeleider.
Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2018.
Brussel, 14 juni 2018.
Hans D'HONDT