23 DECEMBER 1999. - Ministerieel besluit betreffende een inventaris van sommige producten van dierlijke oorsprong verkregen van varkens of van gevogelte

De Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, Gelet op de wet van 24 januari 1977 betreffende de bescherming van de gezondheid van de verbruikers op het stuk van de voedingsmiddelen en andere producten, inzonderheid op artikel 6bis;

Gelet op de Beschikking 1999/788/EG van de Commissie van 3 december 1999 tot vaststelling van beschermende maatregelen met betrekking tot dioxineverontreiniging van bepaalde voor menselijke consumptie of voor vervoedering bestemde producten, afkomstig van varkens en van pluimvee;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat het nodig is zonder uitstel de informatie te bekomen omtrent de toestand op het vlak van de beschermingsmaatregelen ten aanzien van dioxineverontreiniging van sommige in België aanwezige voedingsmiddelen verkregen van pluimvee en van varkens met het oog op de voorlichting van de Europese Commissie evenals op eventueel te nemen bijkomende maatregelen teneinde te streven naar de afschaffing van de actuele certificeringsverplichting bij verzending naar Lid-Staten of naar derde landen van de bedoelde voedingsmiddelen, Besluit :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° producten : de onderstaande voor menselijke consumptie bestemde waren verkregen van kippen, kalkoenen, parelhoenders, eenden, ganzen en varkens, die in België zijn gehouden in de periode sedert 15 januari 1999 : - vers vlees; - separatorvlees; - gehakt vlees; - vleesbereidingen; - vleesproducten; - volgende bijproducten van dierlijke oorsprong : vleesextract, gesmolten dierlijk vet, kanen, vleesmeel, zwoerd in poeder; 2° partij : een hoeveelheid producten die tot éénzelfde categorie overeenkomstig de bijlage I behoren en die beantwoorden aan één van de criteria vermeld in de streepjesverdeling onder 1° en ofwel hetzelfde lotnummer dan wel geen lotnummer dragen wanneer de vermelding van een lotnummer niet is opgelegd;3° inrichting : een inrichting die is erkend krachtens het koninklijk besluit van 30 december 1992 betreffende de erkenning en de inrichtingsvoorwaarden van de slachthuizen en andere inrichtingen.

Art. 2.§ 1. De eigenaars dienen, in de periode vanaf 1 tot 15 januari 2000, per inrichting waar zich van hun producten bevinden, een gedateerde inventaris op te stellen van alle partijen van hun producten, verkregen van kippen, kalkoenen, parelhoenders, eenden, ganzen en varkens die in België zijn gehouden na 15 januari 1999 en geslacht vóór 20 september 1999. § 2. De inventaris bedoeld in § 1 wordt, wat betreft de producten die niet in beslag zijn genomen, beperkt tot de producten die een keurmerk of identificatie-merkteken dragen waarmee ze in aanmerking komen voor verzending naar Lid-Staten van de E.U. of naar derde landen.

Art. 3.§ 1. De inventaris wordt opgesteld overeenkomstig de categorieën vermeld in de bijlage I en aangevuld met de bewijsstukken, of leesbare kopieën daarvan, die daarin zijn opgesomd. § 2. De waren dienen in de inventaris per partij te worden omschreven naar hun aard, hoeveelheid, voorkomen, individualisatie. § 3. De inventaris bevat eveneens de identificatie van de eigenaar die ondermeer zijn BTW-nummer omvat. De eigenaar geeft bovendien aan elk van zijn inventarissen een volgnummer. § 4. Elke inventaris dient ondertekend door de eigenaar of zijn vertegenwoordiger die zijn handtekening laat voorafgaan door de eigenhandig geschreven woorden : « voor echt en volledig verklaard ».

Hij legt de inventaris voor controle en medeondertekening over aan een erkend boekhouder, een accountant of een bedrijfsrevisor.

Art. 4.De eigenaar dient, uiterlijk op 17 januari 2000, de inventaris die betrekking heeft op een bepaalde inrichting, inclusief de aanvullende bewijsstukken, te bezorgen aan de dierenarts van het Instituut voor veterinaire keuring belast met het toezicht in de inrichting waar de producten zich bevinden.

Een electronische versie van de inventaris, zonder de aanvullende bewijsstukken, wordt eveneens bezorgd aan het Instituut voor veterinaire keuring. Het electronisch model zal aangeboden worden via het internet.

Art. 5.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Brussel, 23 december 1999.

Mevr. M. AELVOET

Bijlage I Voor de toepassing van de definities in artikel 1, 1°, dient men de begrippen te hanteren zoals door de EG-dioxinebeschikkingen bedoeld en zoals ze in het algemeen vanuit de EG-regelgeving zijn omgezet in Belgisch recht, met name in het koninklijk besluit van 4 juli 1996 betreffende de algemene en bijzondere exploitatievoorwaarden van de slachthuizen en andere inrichtingen.

Worden door dit besluit niet geviseerd en dienen dus niet in de inventaris opgenomen, de waren die buiten de omschrijving van artikel 1, 1° vallen zoals bv. deze - die weliswaar beantwoorden aan de criteria vermeld in de streepjesverdeling van artikel 1, 1°, doch die exclusief zijn verkregen van kippen, kalkoenen, parelhoenders, eenden, ganzen of varkens, geslacht vóór 15 januari 1999; - die weliswaar beantwoorden aan de criteria vermeld in de streepjesverdeling van artikel 1, 1°, doch die exclusief zijn verkregen van kippen, kalkoenen, parelhoenders, eenden, ganzen of varkens, die sedert 15 januari 1999 niet in België zijn gehouden; - die weliswaar van kippen, kalkoenen, parelhoenders, eenden, ganzen of varkens zijn verkregen, doch buiten de criteria vermeld in de streepjesverdeling van artikel 1, 1° vallen : bv. darmen, magen, blazen, gezouten of gedroogd bloed of bloedplasma, eieren, eiproducten, . ; - voedingsmiddelen die bijproducten van dierlijke oorsprong of eieren of eiproducten bevatten.

Worden door dit besluit, op grond van artikel 2, evenmin geviseerd : - de producten die zich in de detailhandel bevinden (geen erkende inrichting, geen export van daaruit); - de producten die bekleed zijn met een ander dan het ovale EEG-keurmerk of -identificatiemerkteken (komen niet in aanmerking voor export).

Worden, rekening houdend met het bovenstaande, door dit besluit wel geviseerd en dienen dus opgenomen in de inventaris : Categorie 1 : producten, verkregen van varkens gehouden in België sedert 15 januari 1999, die nooit onder een beslagmaatregel op grond van één of meer van de ministeriële besluiten vermeld in bijlage II zijn gevallen. - categorie 1, a : de varkens zijn geslacht vanaf 15 januari 1999 tot 5 juni 1999 (het kan hierbij uitsluitend gaan om zgn. niet vette producten die minder dan 20 % vet bevatten en die niet behoren tot de opsomming in het ministerieel besluit 5 juni 1999); - categorie 1, b : de varkens zijn geslacht vanaf 6 juni 1999 tot 23 juli 1999 (het kan hierbij uitsluitend gaan om zgn. niet vette producten die minder dan 20 % vet bevatten en die niet behoren tot de opsomming in het ministerieel besluit 5 juni 1999, behalve vers vlees aangetroffen in erkende inrichtingen na 30 juli 1999); - categorie 1, c : de varkens zijn geslacht vanaf 24 juli 1999 tot 20 september 1999 : * subcategorie 1, c, 1 : er bestaan voor de producten gunstige analyseresultaten, hetzij na onderzoek op de dieren, hetzij op de producten zelf; * subcategorie 1, c, 2 : producten zijn vrij op basis van herkomst der dieren (tracabiliteit); - categorie 1, d : de varkens zijn geslacht na 20 september 1999.

Categorie 2 : producten, verkregen van kippen, kalkoenen, parelhoenders, eenden, ganzen, gehouden in België sedert 15 januari 1999, die nooit onder een beslagmaatregel op grond van één of meer van de ministeriële besluiten vermeld in bijlage II zijn gevallen - categorie 2, a : nihil; - categorie 2, b : de dieren zijn geslacht na 31 mei 1999 tot 23 juli 1999, behalve vers vlees aangetroffen in erkende inrichtingen na 30 juli 1999; - categorie 2, c : de dieren zijn geslacht vanaf 24 juli 1999 tot 20 september 1999 : subcategorie 2, c, 1 : er bestaan voor de producten gunstige analyseresultaten, hetzij na onderzoek op de dieren, hetzij op de producten zelf; subcategorie 2, c, 2 : producten zijn vrij op grond van herkomst der dieren (tracabiliteit); - categorie 2, d : de dieren zijn geslacht na 20 september 1999.

Categorie 3 : de producten zijn teruggezonden uit het buitenland zonder dat daar een analyse was verricht - categorie 3, a : er is nog steeds geen analyse verricht; - categorie 3, b : er is een analyse verricht met gunstig resultaat.

Categorie 4 : de producten zijn ooit onder toepassing van een beslagmaatregel gevallen op grond van één of meer van de ministeriële besluiten vermeld in bijlage II, doch ondertussen vrijgegeven (tenzij voor vers vlees een vrijgave op basis van tracabiliteit gegeven voor 30 juli 1999 en nadien niet hernieuwd) - categorie 4, a : vrijgave op grond van gunstige analyseresultaten; - categorie 4, b : vrijgave op grond van herkomst der dieren (tracabiliteit).

Categorie 5 : de producten zijn onder definitief beslag, maar nog niet verzonden naar het destructiebedrijf.

Elke categorie of subcategorie dient in de inventaris nog onderverdeeld te worden volgens de criteria vermeld in de streepjesverdeling van artikel 1, 1°.

Indien het om producten gaat die bestaan uit diverse grondstoffen die tot verschillende van de hierboven vermelde categorieën behoren, behalve tot categorie 5, dan worden zij geklasseerd onder deze categorie waartoe de grondstof behoort die op gewichtsbasis het belangrijkst aanwezig is in het eindproduct. Indien dit moeilijk te bepalen is, dan mag de eigenaar en keuze maken, maar dan moet hij dit ook aangeven door het plaatsen van de hoofdletter K na de identificatie van de kwestieuze partij producten.

In de aldus gevormde rubrieken worden de onderscheiden partijen telkens opgenomen met vermelding van hun aard, hoeveelheid, voorkomen en individualisatie.

Voor partijen waar een beslag- of vrijgavefiche voor bestaat dient een kopie gevoegd. Hetzelfde geldt voor de partijen waarvoor een laboratoriumanalyseresultaat voorhanden is.

Per inrichting waar zich producten bevinden die hem toebehoren, dient de eigenaar een afzonderlijke inventaris op te stellen.

Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 23 december 1999.

Mevr. M. AELVOET

Bijlage II 1° Ministerieel besluit van 31 mei 1999 houdende maatregelen betreffende sommige producten van dierlijke oorsprong;2° Ministerieel besluit van 3 juni 1999 houdende maatregelen betreffende sommige producten van dierlijke oorsprong voor de sector gevogelte;3° Ministerieel besluit van 5 juni 1999 houdende maatregelen betreffende sommige producten van dierlijke oorsprong afkomstig van runderen en varkens;4° Ministerieel besluit van 28 juli 1999 betreffende de inbeslagname van vers vlees en van sommige producten van dierlijke oorsprong afkomstig van varkens;5° Ministerieel besluit van 29 juli 1999 betreffende de inbeslagname van vers vlees en van sommige producten van dierlijke oorsprong afkomstig van gevogelte. Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 23 december 1999.

Mevr. M. AELVOET