gepubliceerd op 29 juli 1999
Ministerieel besluit betreffende de inbeslagname van vers vlees en van sommige producten van dierlijke oorsprong afkomstig van runderen
28 JULI 1999. - Ministerieel besluit betreffende de inbeslagname van vers vlees en van sommige producten van dierlijke oorsprong afkomstig van runderen
De Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, Gelet op de wet van 24 januari 1977 betreffende de bescherming van de gezondheid van de verbruikers op het stuk van de voedingsmiddelen en andere producten, inzonderheid op artikel 6bis;
Gelet op de Beschikking 1999/449/EG van de Commissie van 9 juli 1999 tot vaststelling van beschermende maatregelen met betrekking tot dioxineverontreiniging van bepaalde voor menselijke consumptie of vervoedering bestemde producten van dierlijke oorsprong;
Gelet op het koninklijk besluit van 3 januari 1975 betreffende voedingswaren en stoffen die gelden als schadelijk verklaard;
Gelet op het koninklijk besluit van 30 december 1992 betreffende de erkenning en de inrichtingsvoorwaarden van de slachthuizen en andere inrichtingen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 25 februari 1994, 11 april 1995, 19 augustus 1997, 11 oktober 1997, 24 oktober 1997 en 9 oktober 1998;
Gelet op het koninklijk besluit van 4 juli 1996 betreffende de algemene en bijzondere exploitatievoorwaarden van de slachthuizen en andere inrichtingen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 11 oktober 1997 en 22 december 1997;
Gelet op het ministerieel besluit van 2 juli 1999 tot instelling van een vergoedingsregeling voor sommige producten van dierlijke oorsprong in het kader van de verontreiniging met dioxine;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat uit resultaten van laboratoriumanalyses blijkt dat onverwijld aangepaste maatregelen moeten worden genomen om elk risico op dioxinevergiftiging bij de consument te vermijden, Besluit : Afdeling 1. - Vers vlees van runderen
Artikel 1.Het vers vlees van runderen, hierna vers vlees genoemd, bekomen van slachtingen tot 23 juli 1999 en dat aanwezig is in de slachthuizen en andere inrichtingen, erkend overeenkomstig het koninklijk besluit van 30 december 1992 betreffende de erkenning en de inrichtingsvoorwaarden van de slachthuizen en andere inrichtingen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 25 februari 1994, 11 april 1995, 19 augustus 1997, 11 oktober 1997, 24 oktober 1997 en 9 oktober 1998, wordt onder bewarend beslag geplaatst.
Art. 2.§ 1. Het is verboden het in artikel 1 bedoelde vers vlees te verhandelen dan nadat : 1° er de inventaris is van opgesteld door de exploitant van de inrichting;2° de exploitant van de inrichting ter afsluiting van de inventaris een door hem ondertekende verklaring aflegt waarin hij de volledigheid en correctheid ervan bevestigt evenals zijn kennisname van dit besluit;3° de eigenaar van het vers vlees, indien hij niet de exploitant van de inrichting is waar het zich bevindt, een gelijkaardige verklaring heeft afgelegd als bedoeld in 2°, evenwel beperkt tot de hoeveelheden die zijn eigendom zijn;4° de inventaris en de verklaringen correct en volledig zijn bevonden door een toezichthoudende dierenarts van het Instituut voor veterinaire keuring;5° aan de toezichthoudende dierenarts uiterlijk op 31 augustus 1999 het bewijs wordt voorgelegd dat voldaan is aan één van de voorwaarden van artikel 3, onverminderd de bepalingen van artikel 5. § 2. De inventaris en de verklaringen bedoeld in § 1, 1° tot 3°, dienen verplicht opgesteld evenals een kopie ervan gezonden aan het hoofd van de keurkring binnen tien dagen na de inwerkingtreding van dit besluit.
Art. 3.De voorwaarden bedoeld in artikel 2, § 1, 5° zijn : 1° het vers vlees is bekomen van runderen, geslacht vóór 15 januari 1999 of na 23 juli 1999;2° het vers vlees is van buitenlandse oorsprong;3° het vers vlees kan getraceerd worden als zijnde niet van oorsprong van een landbouwbedrijf waarvoor op 11 juni 1999 door de Minister van Landbouw een maatregel was genomen in verband met mogelijke dioxineverontreiniging noch van een landbouwbedrijf waarvoor er sedertdien een dergelijke maatregel is genomen, tenzij de runderen waarvan het vers vlees is bekomen, zouden zijn geslacht nadat de maatregel was opgeheven;4° het resultaat van laboratoriumanalyses als bedoeld in artikel 2, c van het ministerieel besluit van 5 juni 1999 houdende maatregelen betreffende sommige producten van dierlijke oorsprong afkomstig van runderen en varkens, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 12 juni 1999, uitgevoerd op het vers vlees overeenkomstig het ministerieel besluit van 12 juni 1999 tot vaststelling van de modaliteiten van monsterneming en de technische competentie van de laboratoria voor het opsporen van residuen van PCB/dioxines in sommige producten van dierlijke oorsprong, heeft een gunstig advies opgeleverd van de Opvolgingscommissie voor de opheffing van de bewarende maatregelen inzake dioxinecontaminatie.
Art. 4.De toezichthoudende dierenarts beslist per partij vers vlees op basis van het hem voorgelegde bewijs bedoeld in artikel 2, § 1, 5°, tot de vrijgave of tot het definitief beslag van het vers vlees.
Indien de eigenaar van het vers vlees zich niet kan verenigen met de beslissing van de toezichthoudende dierenarts beschikt hij over een termijn van 24 uur om dit schriftelijk mee te delen aan het hoofd van de keurkring. Deze laatste of de door hem aangestelde dierenarts-ambtenaar, neemt binnen de drie daaropvolgende dagen een definitieve beslissing op grond van de voorgelegde bewijzen.
Art. 5.Door de Inspectiedienst van het Instituut voor veterinaire keuring zal in elk geval worden onderzocht of het vers vlees niet vóór 15 januari 1999 is bekomen of niet van buitenlandse oorsprong is.
Door de Inspectiedienst van het Instituut voor veterinaire keuring zal in elk geval een onderzoek worden uitgevoerd op de aangetroffen karkassen of halve karkassen of kwartieren om uit te maken of ze beantwoorden aan de voorwaarden van art. 3, 3°.
Indien de hierboven bedoelde onderzoeken tot een gunstige conclusie leiden, wordt het vers vlees vrijgegeven voor de handel.
Art. 6.Indien het traceringsonderzoek of de resultaten van laboratoriumanalyses tot ongunstige conclusie leiden of indien ten laatste op 31 augustus 1999 de vrijgave voor de handel niet kan worden gegeven, wordt het vers vlees definitief in beslag genomen en vernietigd.
Art. 7.Vóór 31 augustus 1999 kan de eigenaar het vers vlees op zijn verzoek door de overheid definitief in beslag laten nemen voor vernietiging, tenzij een onderzoek op grond van artikel 5, tot de vrijgave voor de handel leidt.
Art. 8.Het vers vlees bedoeld in artikel 1, waarvoor ten laatste op 31 augustus 1999 geen bewijs als bedoeld in artikel 2, § 1, 5° wordt bekomen, wordt ambtshalve definitief in beslag genomen en vernietigd. Afdeling 2. - Producten van rundvlees
Art. 9.Producten van rundvlees die zich ingevolge het ministerieel besluit van 5 juni 1999 op de datum van de inwerkingtreding van dit besluit nog onder bewarend beslag bevinden en niet ten laatste op 31 augustus 1999 kunnen worden vrijgegeven op grond van een traceringsonderzoek of van gunstige resultaten van laboratoriumanalyses uitgevoerd overeenkomstig het ministerieel besluit van 12 juni 1999 tot vaststelling van de modaliteiten van monsterneming en de technische competentie van de laboratoria voor het opsporen van residuen van PCB/dioxines in sommige producten van dierlijke oorsprong, worden ambtshalve definitief in beslag genomen en vernietigd.
Art. 10.Vóór 31 augustus 1999 kan de eigenaar de producten van rundvlees bedoeld in artikel 9 op zijn verzoek door de overheid definitief in beslag laten nemen voor vernietiging, tenzij een traceringsonderzoek tot de vrijgave voor de handel leidt. Afdeling 3. - Vers vlees en producten van rundvlees in het buitenland
Art. 11.De eigenaar van vers vlees of van producten rundvlees die in het buitenland door de bevoegde autoriteit geweigerd werden en waarvoor een traceringsonderzoek of laboratoriumanalyses uitgevoerd overeenkomstig het ministerieel besluit van 12 juni 1999 tot vaststelling van de modaliteiten van monsterneming en de technische competentie van de laboratoria voor het opsporen van residuen van PCB/dioxines in sommige producten van dierlijke oorsprong een aangevraagde laboratoriumanalyse inzake residuen van PCB/dioxine niet vóór 31 augustus 1999 tot een gunstig resultaat hebben geleid, kan het vers vlees of de producten van varkensvlees ofwel in het land van bestemming laten vernietigen, ofwel, mits is voldaan aan de invoerreglementering, ze naar België laten terugbrengen waar ze in beslag worden genomen en vernietigd.
Art. 12.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Brussel, 28 juli 1999.
M. AELVOET