2 JULI 1999. - Ministerieel besluit tot instelling van een vergoedingsregeling voor sommige producten van dierlijke oorsprong in het kader van de verontreiniging met dioxine

De Vice-Eerste Minister en Minister van Binnenlandse Zaken, belast met Volksgezondheid, Gelet op de wet van 5 september 1952 betreffende de vleeskeuring en de vleeshandel, inzonderheid op artikel 33, § 2, gewijzigd bij de wet van 15 april 1965;

Gelet op de wet van 15 april 1965 betreffende de keuring van en de handel in vis, gevogelte, konijnen en wild en tot wijziging van de wet van 5 september 1952 betreffende de vleeskeuring en de vleeshandel, inzonderheid op artikel 8, gewijzigd bij de wetten van 15 april 1965 en 27 mei 1997;

Gelet op de wet van 24 januari 1977 betreffende de bescherming van de gezondheid van de verbruikers op het stuk van de voedingsmiddelen en andere producten, inzonderheid op artikel 6bis, ingevoegd bij de wet van 22 maart 1989, en op artikel 18, gewijzigd bij de wet van 22 maart 1989;

Gelet op het koninklijk besluit van 3 januari 1975 betreffende voedingswaren en stoffen die gelden als schadelijk verklaard;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 30 juni 1999;

Gelet op het akkoord van Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting, gegeven op 2 juli 1999;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat het noodzakelijk is, om het wegwerken van de dioxinecontaminatie te bespoedigen, de geschikte maatregelen te voorzien betreffende de vergoeding van de eigenaars voor de te vernietigen producten, Besluit :

Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de voedingsmiddelen van dierlijke oorsprong bedoeld in de ministeriële besluiten van 31 mei 1999 houdende maatregelen betreffende sommige producten van dierlijke oorsprong en 5 juni 1999 houdende maatregelen betreffende sommige producten van dierlijke oorsprong afkomstig van runderen en varkens.

Art. 2.§ 1. De eigenaars van voedingsmiddelen van dierlijke oorsprong bedoeld in artikel 1 die zich op het Belgisch grondgebied bevinden en waarvan de houdbaarheidstermijn verstreken is of waarvan laboratoriumonderzoek contaminatie door dioxines heeft aangetoond, kunnen een vergoeding bekomen van de kosten voor : - het vervoer; - de stockage in afwachting van de vernietiging; - de vernietiging. § 2. In afwijking van het bepaalde in § 1 wordt geen vergoeding uitbetaald wanneer de waarde van de totaliteit van de te vernietigen producten lager is dan 50 000 F.

Art. 3.De eigenaars bedoeld in artikel 1 sturen hun aanvraag tot vergoeding aan de Kanselarij van de Eerste Minister, ter attentie van de heer Van Hemelrijck, Directeur-Generaal, Wetstraat 16, te 1000 Brussel.

De vergoeding zal worden uitbetaald op voorwaarde dat de instructies van de bevoegde diensten werden nageleefd en mits voorlegging van : - het bewijs dat de producten vallen onder de toepassing van de in artikel 1 bedoelde besluiten; - het bewijs van contaminatie of overschrijding van de uiterste datum van houdbaarheid; - het bewijs van de in artikel 1 bedoelde kosten; - het bewijs van vernietiging.

De betalingen zullen worden aangerekend op de basisallocatie 54.1.5.1201 van het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu.

Art. 4.§ 1. Wanneer onregelmatigheden worden vastgesteld, kunnen de eigenaars bedoeld in artikel 1 geheel of gedeeltelijk worden uitgesloten van de voordelen voorzien in dit besluit. § 2. De eigenaars bedoeld in artikel 1 waarvan definitief vaststaat dat zij strafbare feiten hebben gepleegd die verband houden met de dioxinecrisis, zijn uitgesloten van de toepassing van dit besluit.

Brussel, 2 juli 1999.

L. VAN DEN BOSSCHE