gepubliceerd op 12 januari 2000
Ministerieel besluit houdende vrijstelling van de verplichting om stagiairs aan te werven voor de ondernemingen die voor hun werknemers onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf vallen
22 NOVEMBER 1999. - Ministerieel besluit houdende vrijstelling van de verplichting om stagiairs aan te werven voor de ondernemingen die voor hun werknemers onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf vallen (1)
De Minister van Tewerkstelling, Gelet op het koninklijk besluit nr. 230 van 21 december 1983 betreffende de stage en de inschakeling van jongeren in het arbeidsproces, bekrachtigd door de wet van 6 december 1984, inzonderheid op artikel 10bis ingevoegd door de wet van 3 april 1995 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 27 januari 1997 en door de wet van 26 maart 1999;
Gelet op het koninklijk besluit van 2 februari 1998 tot uitvoering van artikel 10bis van het koninklijk besluit nr. 230 van 21 december 1983 betreffende de stage en de inschakeling van jongeren in het arbeidsproces;
Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 mei 1999;
Gelet op de vraag van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf van 27 mei 1999;
Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening gegeven op 2 september 1999, Besluit :
Artikel 1.De ondernemingen die voor hun werknemers onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf vallen zijn, overeenkomstig artikel 10bis van het koninklijk besluit nr. 230 van 21 december 1983 betreffende de stage en de inschakeling van jongeren in het arbeidsproces, vrijgesteld van de verplichting stagiairs aan te werven voor de periode van 1 januari 1999 tot en met 31 december 2000.
Deze vrijstelling is niet van toepassing op de ondernemingen die een overeenkomst voor de tewerkstelling van jongeren, gebaseerd op artikel 10 van bovengenoemd koninklijk besluit nr. 230, met de Minister van Werkgelegenheid hebben gesloten en die uitdrukkelijk vragen om van die vrijstelling uitgesloten te zijn.
Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1999.
Brussel, 22 november 1999.
Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Koninklijk besluit nr.230 van 21 december 1983, Belgisch Staatsblad van 28 december 1983, erratum Belgisch Staatsblad van 2 februari 1984 en 19 oktober 1984;
Wet van 6 december 1984, Belgisch Staatsblad van 18 december 1984;
Wet van 3 april 1995, Belgisch Staatsblad van 12 april 1995;
Wet van 26 maart 1999, Belgisch Staatsblad van 1 april 1999;
Koninklijk besluit van 2 februari 1998, Belgisch Staatsblad van 27 maart 1998.