gepubliceerd op 21 april 1999
Ministerieel besluit houdende uitvoering van de artikelen 4, § 2, en 5, § 3, van het besluit van de Waalse Regering van 21 januari 1999 tot invoering van een verzekering tegen het risico van inkomensverlies wegens verlies van betrekking of arbeidsongeschiktheid
22 FEBRUARI 1999. - Ministerieel besluit houdende uitvoering van de artikelen 4, § 2, en 5, § 3, van het besluit van de Waalse Regering van 21 januari 1999 tot invoering van een verzekering tegen het risico van inkomensverlies wegens verlies van betrekking of arbeidsongeschiktheid
De Minister van Sociale Actie, Huisvesting en Gezondheid, Gelet op de Huisvestingscode, inzonderheid op artikel 23, § 1, 5°;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 21 januari 1999 tot invoering van een verzekering tegen het risico van inkomensverlies wegens verlies van betrekking of arbeidsongeschiktheid;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gegrond op de inwerkingtreding van de Waalse Huisvestingscode op 1 maart 1999 en op het besluit van de Waalse Regering van 21 januari 1999 tot invoering van een verzekering tegen het risico van inkomensverlies wegens verlies van betrekking of arbeidsongeschiktheid;
Overwegende dat aanvragen voor een verzekering tegen het inkomensverlies op 1 maart 1999 aan de hand van de nieuwe regelgeving behandeld dienen te worden, wat noodzakelijkerwijs inhoudt dat de voorwaarden voor de tegemoetkoming door de verzekering vóór die datum bepaald moeten zijn, Besluit :
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit dient te worden verstaan onder : 1° begunstigde : elke kredietinstelling bepaald in artikel 1, 4°, van het besluit van de Waalse Regering van 21 januari 1999 tot invoering van een verzekering tegen het risico van inkomensverlies wegens verlies van betrekking of arbeidsongeschiktheid;2° verzekerde : elke natuurlijke persoon bedoeld in artikel 3 van bovenbedoeld besluit van de Waalse Regering van 21 januari 1999;3° deeltijdse betrekking : de betrekking die minstens overeenstemt met de helft van een voltijdse betrekking en die voldoet aan de voorwaarden voorzien bij artikel 171sexies van het koninklijk besluit van 20 december 1963 betreffende arbeidsvoorziening en werkloosheid, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 3 juli 1985;4° terbeschikkingstelling : de stand van non-activiteit van wie een statutaire betrekking bekleedt : a) wegens het afschaffen van de betrekking in het belang van de dienst;b) wegens ziekte of gebrekkigheid waaruit geen definitieve dienstonbekwaamheid ontstaat, maar die aanleiding geeft tot een langere afwezigheid dan bij verlof wegens ziekte of gebrekkigheid;5° bruto beroepsinkomsten : de maandelijkse gemiddelde bruto beroepsinkomsten van de drie laatste maanden van volledig werk of van werkbekwaamheid wat de werknemers en de statutaire personeelsleden betreft en de maandelijkse gemiddelde bruto beroepsinkomsten van het laatst afgesloten boekjaar die, wat de zelfstandigen betreft, op de belastingaangifte voorkomen.
Art. 2.Doel van de verzekering is de terugbetaling van de lasten omschreven in artikel 3 en die betrekking hebben op de periode waarin de verzekerde zijn beroepsinkomens wegens werkloosheid, terbeschikkingstelling of arbeidsongeschiktheid verliest.
Art. 3.Onder lasten dienen uitsluitend te worden verstaan alle financiële lasten die de verzekerden verschuldigd zijn tijdens één dekkingsjaar wegens de hypotheeklening en de levensverzekering die er in voorkomend geval mee verbonden is.
In die lasten zijn begrepen : 1° indien de lening met een gemengde levensverzekering verbonden is : a) de interest die volgens de termijnen zoals vastgesteld in de leningsakte betaald moeten worden;b) de premie of de premiegedeelten voor de gemengde levensverzekering;2° in de andere gevallen : a) de interest die volgens de termijnen zoals vastgesteld in de leningsakte betaald moeten worden;b) de terugbetaling of de wedersamenstelling van het kapitaal;c) de premie of de premiegedeelten voor de gebeurlijke levensverzekering.
Art. 4.Voor iedere verzekerde geldt de dekking vanaf de dag waarop de afbetaling van de hypotheeklening ingaat.
Het verzekeringsjaar geldt voor iedere verzekerde over een periode van twaalf maanden, die ingaat op de datum waarop de dekking uitwerking heeft en op elke jaarlijkse vervaldag van die dekking.
De verzekering wordt beëindigd acht jaar na het begin van de dekking en uiterlijk op de normale leeftijd van het wettelijk pensioen van de verzekerden, onverminderd de gevallen opgesomd in artikel 8 van dit besluit.
Art. 5.§ 1. Door de verzekering worden de personen gedekt die op de datum waarop de aanvraag wordt ingediend of die op de datum waarop de leningsakte verleden wordt indien de akte wordt verleden nadat de aanvraag is ingediend : 1° een voltijdse of deeltijdse betrekking in het kader van een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur als arbeider of bediende bekleden en de proefperiode of in voorkomend geval de stageperiode hebben beëindigd;2° een betrekking als vastbenoemd ambtenaar in een administratie of in een openbare of daarmee gelijkgestelde instelling bekleden en de eventuele stageperiode beëindigd hebben : 3° een tijdelijke betrekking in het onderwijs bekleden en acht jaar dienstanciënniteit kunnen voorleggen;4° of in hoofdberoep als zelfstandige werken en onderworpen zijn aan een stelsel van verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering in toepassing van hoofdstuk 1 van het koninklijk besluit nr.38 van 27 juli 1967 houdende het statuut van de zelfstandigen. § 2. De verzekerden moeten bovendien aan de volgende voorwaarden voldoen : 1° arbeidsgeschikt zijn;2° een hypotheeklening hebben afgesloten bij een kredietinstelling bedoeld in artikel 1, 4°, van bovenbedoeld besluit van de Waalse Regering van 21 januari 1999;die lening moet voldoen aan de voorwaarden opgesomd in artikel 3 van bedoeld besluit; 3° in de leningsakte voorkomen als voornaamste schuldenaar van de lasten of als enige hoofdelijke en/of ondeelbare medeschuldenaar van zijn samenwonende echtgenoot of van de persoon met wie hij ongehuwd samenwoont. § 3. Indien van beroepsstelsel verandert wordt, blijft de tegemoetkoming van de verzekeraar verworven en wordt ze bepaald naar gelang van het stelsel dat gold op het ogenblik dat de aanvraag om tegemoetkoming werd ingediend.
Art. 6.Onder voorbehoud van wat in artikel 7 voorzien is betreffende de wachttijd, is de tegemoetkoming van de verzekeraar gelijk aan 1/12 van de jaarlijkse lasten per volledige kalendermaand werkloosheid, terbeschikkingstelling of arbeidsongeschiktheid. Voor delen van maanden is de verzekeraar geen enkele tegemoetkoming verschuldigd.
Art. 7.§ 1. Onder wachttijd dient te worden verstaan de periode die aanvangt de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin de betrekking verloren werd, de terbeschikkingstelling of de arbeidsongeschiktheid voorvielen en die eindigt de laatste dag van de derde kalendermaand die volgt.
Wanneer de duur van de werkloosheids-, de terbeschikkingstellings- of de arbeidsongeschiktheidsperiode lager is dan of gelijk is aan de wachttijd, wordt door de verzekeraar geen enkele betaling verschuldigd voor die periode. § 2. Indien de werkloosheids-, de terbeschikkingstellings- of de arbeidsongeschiktheidsperiode langer duurt dan de wachttijd, is de tegemoetkoming door de verzekeraar voor de twee laatste kalendermaanden van die wachttijd gelijk aan 2/12 van de jaarlijkse lasten omschreven in artikel 3.
Indien tussen twee periodes van werkloosheid of van terbeschikkingstelling waarvan de eerste aanleiding heeft gegeven tot een tegemoetkoming van de verzekeraar minder dan drie maanden zijn verlopen, is de wachttijd voor die nieuwe periode overbodig. § 3. Indien de arbeidsongeschiktheids- of de terbeschikkingstellingsperiode langer duurt dan de wachttijd, wordt de tegemoetkoming door de verzekeraar als volgt berekend : 1° voor loontrekkers : 1/12 van de jaarlijkse lasten voor de laatste kalendermaand van de wachttijd;2° voor statutaire personeelsleden en zelfstandigen : 2/12 van de jaarlijkse lasten voor de twee laatste kalendermaanden van de wachttijd. Indien er tussen twee arbeidsongeschiktheids- of terbeschikkingstellingsperiodes waarvan de eerste aanleiding gegeven heeft tot een tegemoetkoming van de verzekeraar minder dan drie maanden verliepen, wordt voor de nieuwe periode de wachttijd overbodig. § 4. Wanneer de echtgenoten of twee personen die ongehuwd samenwonen dezelfde hypotheeklasten verschuldigd zijn en wanneer één van hen zijn inkomsten om één van de door dit besluit bedoelde redenen verliest, wordt de tegemoetkoming van de verzekeraar berekend naar rata van het gedeelte dat gelijkstaat met het verloren beroepsinkomen van het gezin in het geheel van de bruto beroepsinkomsten van het gezin, rekening houdende met de vervangingsinkomsten. § 5. De dekking geldt enkel voor de periodes waarin de verzekerde werkloos, ter beschikking gesteld of arbeidsongeschikt is en die ingaan voor het aflopen van de periode van acht jaar bedoeld in artikel 4.
De verzekering blijft uitwerking hebben binnen de perken van dit artikel voor elke periode van werkloosheid, van terbeschikkingstelling of van arbeidsongeschiktheid die tijdens die periode van acht jaar begint en onafgebroken doorgaat na die termijn.
Art. 8.Het recht op gewaarborgde uitkeringen eindigt : 1° wanneer het maximumbedrag van de tegemoetkoming door de verzekering voorzien bij artikel 5, § 2, van bovenbedoeld besluit van de Waalse Regering van 21 januari 1999 bereikt is;2° wanneer de verzekerde overlijdt; Indien één van de verzekerde echtgenoten of één van twee ongehuwd samenlevende personen die dezelfde lasten verschuldigd zijn, overlijdt, geldt de tegemoetkoming van de verzekering de afbetaling van de hypotheeklasten die door de langstlevende echtgenoot verschuldigd zijn naar rata van het gedeelte van zijn inkomsten in het totaalbedrag van de beroepsinkomsten van het gezin voor het overlijden; 3° wanneer de lening geheel afbetaald is.
Art. 9.Door polis wordt niet gedekt, een arbeidsongeschiktheid : 1° die het gevolg is van een ongeval of een niet door medisch onderzoek controleerbare ziekte of in verband staat met een zenuw- of geestesaandoening die geen objectieve symptomen vertoont, uitgezonderd indien het bestaan ervan duidelijk is en tegelijk door de behandelende geneesheer en de geneesheer van de verzekeraar wordt erkend;2° die het gevolg is van een ziekte of een ongeval overkomen aan de verzekerde : a) in staat van dronkenschap, van alcoholvergiftiging of onder invloed van drugs, van narcotische of verdovende middelen die zonder doktersvoorschrift worden gebruikt, behalve : - indien de verzekerde het bewijs levert dat er geen oorzakelijk verband bestaat tussen de ziekte en het ongeval en de omstandigheden ervan; - indien de verzekerde het bewijs levert dat hij uit onwetendheid dranken of verdovende middelen gebruikt heeft of dat hij door een derde wordt verplicht die middelen te gebruiken; b) door rechtstreeks of onrechtstreeks alcoholmisbruik, toxicomanie of door overmatig gebruik van geneesmiddelen;3° door kwaadwillig opzet van de verzekerde;4° door zelfverminking of een zelfmoordpoging;5° door een oorlogsgebeurtenis waaraan de verzekerde als burger of als militair onderworpen was;burgerlijke onlusten of oproer indien de verzekerde er geen werkzaam aandeel aan had of in geval van zelfverdediging; 6° door het beroepshalve uitoefenen van een sport;7° door de deelname aan een sportwedstrijd waarvoor het gebruik van motorvoertuigen noodzakelijk was;8° door een in competitieverband uitgeoefende wintersport;9° door de rechtstreekse of onrechtstreekse weerslag van radioactieve stoffen of kunstmatige versnellingsprocédés van atoomdeeltjes;10° door misdaden of pogingen tot misdaad;11° door roekeloze daden, weddenschappen of uitdagingen;12° door een beroepsziekte of een arbeidsongeval in het geval van loontrekkers en statutaire personeelsleden. De verzekering wordt opgeschort tijdens het wettelijke bevallingsverlof en tijdens de periodes van loopbaanonderbreking.
Indien de arbeidsongeschiktheid langer duurt dan die periodes, heeft de dekking zijn normale uitwerking.
Art. 10.Ondanks de uitsluiting voorzien bij punt 7° van artikel 9 geldt de waarborg voor de arbeidsongeschiktheid die voortvloeit uit het gebruik van alle landelijke, rivier-, zee- en luchtvervoermiddelen.
Wat betreft het luchtvervoer, worden enkel gewaarborgd de soorten arbeidsongeschiktheid die zouden voortvloeien uit het gebruik door de verzekerde als passagier van alle vliegtuigen, watervliegtuigen of helikopters die behoorlijk gemachtigd zijn voor het vervoer van personen voor zover de verzekerde geen bemanningslid is of hij tijdens de vlucht geen beroepsactiviteit of andere in betrekking met het vliegtuig of de vlucht uitoefent.
Art. 11.De in artikel 6 bedoelde uitkeringen ingevolge van de arbeidsongeschiktheid worden alleen toegekend onder voorbehoud dat de verzekeraar in voorkomend geval de arbeidsgeschiktheid van de verzekerde door een door hem erkend geneesheer kan controleren.
In geval van meningsverschil tussen de geneesheer van de verzekerde en de geneesheer van de verzekeraar zullen de partijen een derde geneesheer kiezen die een beslissing zal treffen. Bij gebrek aan overeenstemming over die aanwijzing zal de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg van de woonplaats van de verzekerde de derde geneesheer kiezen. De derde geneesheer zal definitief en onherroepelijk beslissen. De aanwijzingskosten van de derde geneesheer en de vereffening van zijn honorarium zullen voor de helft door de twee partijen worden betaald.
Art. 12.De verzekeraar treedt in alle rechten en handelingen van de verzekerden, gesteld tegen elke persoon die aansprakelijk is voor een schadegeval dat recht geeft tot een tegemoetkoming ongeacht de reden waarom die tegemoetkoming plaatsvindt.
Art. 13.Het ministerieel besluit van 31 december 1986 houdende uitvoering van de artikelen 4, § 2, en 5, § 3, van het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 20 november 1986 tot instelling van een verzekering tegen het risico van inkomensverlies ingevolge van verlies van betrekking of arbeidsongeschiktheid wordt opgeheven. Dat besluit blijft echter van toepassing voor aanvragen die werden ingediend vóór de datum van inwerkingtreding van dit besluit.
Art. 14.Dit besluit treedt in werking op 1 maart 1999.
Namen, 22 februari 1999.
W. TAMINIAUX