gepubliceerd op 02 april 2019
Besluit van de Waalse Regering tot invoering van een verzekering tegen het risico van inkomensverlies wegens verlies van betrekking of arbeidsongeschiktheid
21 FEBRUARI 2019. - Besluit van de Waalse Regering tot invoering van een verzekering tegen het risico van inkomensverlies wegens verlies van betrekking of arbeidsongeschiktheid
De Waalse Regering, Gelet op het Waalse Wetboek van Huisvesting en Duurzaam Wonen, artikel 14, § § 4, 6°, 5 en 7, gewijzigd bij het decreet van 17 juni 2017;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 21 januari 1999Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 21/01/1999 pub. 25/02/1999 numac 1999027110 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering tot invoering van een verzekering tegen het risico van inkomensverlies wegens verlies van betrekking of arbeidsongeschiktheid sluiten tot invoering van een verzekering tegen het risico van inkomensverlies wegens verlies van betrekking of arbeidsongeschiktheid;
Gelet op het ministerieel besluit van 22 februari 1999Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 22/02/1999 pub. 21/04/1999 numac 1999027291 bron ministerie van het waalse gewest Ministerieel besluit houdende uitvoering van de artikelen 4, § 2, en 5, § 3, van het besluit van de Waalse Regering van 21 januari 1999 tot invoering van een verzekering tegen het risico van inkomensverlies wegens verlies van betrekking of arbeidsongeschiktheid sluiten tot uitvoering van de artikelen 4, § 2, en 5, § 3, van het besluit van de Waalse Regering van 21 januari 1999Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 21/01/1999 pub. 25/02/1999 numac 1999027110 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering tot invoering van een verzekering tegen het risico van inkomensverlies wegens verlies van betrekking of arbeidsongeschiktheid sluiten tot invoering van een verzekering tegen het risico van inkomensverlies wegens verlies van betrekking of arbeidsongeschiktheid;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 8 oktober 2018;
Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 11 oktober 2018;
Gelet op het rapport van 8 oktober 2018, opgemaakt overeenkomstig artikel 3, 2°, van het decreet van 11 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/04/2014 pub. 06/06/2014 numac 2014203532 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen sluiten houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen;
Gelet op advies nr. 22/2019 van de Gegevensbeschermingsautoriteit, gegeven op 6 februari 2019;
Gelet op de aanvraag om adviesverlening binnen een termijn van 30 dagen, gericht aan de Raad van State op 27 december 2018, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Gelet op het gebrek aan adviesverlening binnen die termijn;
Gelet op artikel 84, § 4, tweede lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Gelet op het advies van de beleidsgroep "Huisvesting", gegeven op 13 november 2018;
Op de voordracht van de Minister van Huisvesting;
Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Begripsomschrijving
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit verstaat men onder: 1° Administratie: het Departement Wonen van het Operationeel Directoraat-generaal Ruimtelijke Ordening, Wonen, Erfgoed en Energie van de Waalse Overheidsdienst;2° verzekerde : elke natuurlijke persoon die geniet van de verzekering tegen het risico van inkomensverlies;3° lener: de natuurlijke persoon die een hypothecaire lening ondertekent bij een instelling bedoeld in 4°; 4° kredietinstelling: een instelling bedoeld in artikel I.9, 34°, van het Wetboek van economisch recht; 5° woning: het individuele huis of het appartement dat hoofdzakelijk voor bewoning bestemd is, zowel wat betreft de oppervlakte ervan als in fiscale zaken en dat één of meer lokalen voor beroepsuitoefening kan bevatten;6° indisponibiliteitsstelling : de stand van non-activiteit van een statutair personeelslid: a) wegens ambtsontheffing in het belang van de dienst;b) wegens ziekte of gebrekkigheid, waaruit geen definitieve dienstongeschiktheid ontstaat, maar die aanleiding geeft tot langere afwezigheid dan voor verlof wegens ziekte of gebrekkigheid;7° de bruto-beroepsinkomsten: de maandelijkse gemiddelde bruto beroepsinkomsten van de drie laatste maanden van volledig werk of van werkbekwaamheid wat de werknemers en de statutaire personeelsleden betreft en de maandelijkse gemiddelde bruto beroepsinkomsten van het laatst afgesloten boekjaar die, wat de zelfstandigen betreft, op de belastingaangifte voorkomen;8° deeltijdse betrekking: de betrekking die minstens overeenstemt met de helft van een voltijdse betrekking en die voldoet aan de voorwaarden bedoeld in artikel 29 van het koninklijk besluit van 25 november 1991Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 06/11/2020 numac 2020015855 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie. - Deel V type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 05/11/2018 numac 2018014576 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie - Deel I type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 24/05/2019 numac 2019012364 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie - Deel II type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 14/12/2020 numac 2020043849 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie. - Deel VI type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 04/11/2021 numac 2021033562 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie. - Deel VIII sluiten houdende de werkloosheidsreglementering. HOOFDSTUK II. - Toepassingsgebied en voorwaarden
Art. 2.§ 1. Aan de natuurlijke personen die uiterlijk twaalf maanden na het verlijden van de leningsakte bedoeld in artikel 3 daarom verzoeken, wordt onder de in dit besluit vastgestelde voorwaarden een verzekering toegekend, in geval van verlies van beroepsinkomsten die de betaling van de lasten i.v.m de hypothecaire leningen garandeert, die door hen zijn aangegaan voor de uitvoering van vastgoedtransacties.
Indien de termijn van twaalf maanden bedoeld in het eerste lid niet in acht wordt genomen, wordt de aanvraag verworpen. § 2. De lasten bedoeld in paragraaf 1 zijn het geheel van de financiële lasten die de verzekerden verschuldigd zijn tijdens één dekkingsjaar wegens de hypotheeklening en de levensverzekering die er in voorkomend geval mee verbonden is.
In die lasten zijn begrepen : 1° indien de lening met een gemengde levensverzekering verbonden is : a) de interesten die volgens de termijnen zoals vastgesteld in de leningsakte betaald moeten worden;b) de premie of de premiegedeelten voor de gemengde levensverzekering;2° in de andere gevallen: a) de interesten die volgens de termijnen zoals vastgesteld in de leningsakte betaald moeten worden;b) de terugbetaling of de wedersamenstelling van het kapitaal;c) de premie of de premiegedeelten voor de gebeurlijke levensverzekering.
Art. 3.§ 1. In aanmerking voor het genieten van bedoelde verzekering komen de natuurlijke personen die één van de hierna vermelde vastgoedtransacties verrichten voor zover ze worden gefinancierd door middel van een hypothecaire lening, toegestaan door een kredietinstelling: als ze voor eigen rekening een woning bouwen of verwerven krachtens een met een privé-onderneming gesloten overeenkomst, ongeacht de aard en de kwalificatie van deze overeenkomst en voor zover de woning nooit betrokken is; 2° als ze voor eigen rekening een bestaande woning kopen. § 2. Er wordt geen verzekering verleend aan wie een aanvullende lening aangaat, behalve bij woningbouw, indien met de lening in eerste rang de aankoop van het terrein is gefinancierd.
Art. 4.§ 1. In aanmerking voor het genieten van bedoelde verzekering komen de leners die op de datum van ondertekening van de leningsakte bedoeld in artikel 3: een voltijdse of deeltijdse betrekking in het kader van een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur, zonder ontbindende voorwaarde, als arbeider of bediende bekleden en de proefperiode of in voorkomend geval de stageperiode hebben beëindigd en niet in een opzeggingsperiode zijn; 2° een betrekking als vastbenoemd ambtenaar in een administratie of in een openbare of daarmee gelijkgestelde instelling bekleden en de eventuele stageperiode beëindigd hebben en niet in een opzeggingsperiode zijn;3° een tijdelijke betrekking in het onderwijs bekleden en vier jaar dienstanciënniteit kunnen voorleggen;4° in hoofdberoep als zelfstandige werken en onderworpen zijn aan een stelsel van verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering in toepassing van hoofdstuk 1 van het koninklijk besluit nr.38 van 27 juli 1967 houdende het statuut van de zelfstandigen. § 2. De leners moeten bovendien aan de volgende voorwaarden voldoen : 1° arbeidsgeschikt zijn en bij de ondertekening van de in artikel 3 van dit besluit bedoelde leningsakte niet gedekt zijn door een medisch getuigschrift voor een periode van meer dan drie maanden;2° in de leningsakte voorkomen als schuldenaar of als hoofdelijke en/of ondeelbare medeschuldenaar, op voorwaarde dat elke medeschuldenaar de woning gedurende de dekkingsperiode van de verzekering in gebruik neemt;3° geen aanvraag hebben ingediend overeenkomstig artikel 8, § 3, van het besluit van de Waalse Regering van 21 januari 1999Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 21/01/1999 pub. 25/02/1999 numac 1999027110 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering tot invoering van een verzekering tegen het risico van inkomensverlies wegens verlies van betrekking of arbeidsongeschiktheid sluiten tot invoering van een verzekering tegen het risico van inkomensverlies wegens verlies van betrekking of arbeidsongeschiktheid en die het voorwerp heef uitgemaakt van een aanvaarding door het Waalse Gewest binnen twee jaar vóór de datum van ondertekening van de leningsakte bedoeld in artikel 3. § 3. Indien van beroepsstelsel verandert wordt, blijft het genot van de verzekering verworven en wordt ze bepaald naar gelang van het stelsel dat gold op het ogenblik dat de aanvraag om tegemoetkoming is ingediend
Art. 5.Het genot van de verzekering wordt toegekend bij verlies van beroepsinkomsten in de volgende omstandigheden en onder de volgende voorwaarden: 1° het totale en definitieve onvrijwillige verlies van een voltijdse of deeltijdse betrekking voor onbepaalde duur, van contractuele of statutaire aard, voor zover de verzekerde op grond van de wets- en verordeningsbepalingen die het onvrijwillige verlies van betrekking regelen, recht heeft op toelagen of vergoedingen of op het gedeeltelijke behoud van zijn loon 2° het totale en definitieve onvrijwillige verlies van een voltijdse of deeltijdse tijdelijke betrekking in het onderwijs, voor zover de verzekerde enerzijds het bewijs kan leveren dat hij ten minste vier jaar dienstanciënniteit heeft, en anderzijds op grond van de wets- en verordeningsbepalingen die het onvrijwillige verlies van betrekking regelen, recht heeft op toelagen of vergoedingen of op het gedeeltelijke behoud van zijn loon;3° de onvrijwillige en totale arbeidsongeschiktheid die recht geeft op een wettelijke vergoeding inzake ziekte en ongeschiktheid.
Art. 6.Door de verzekering wordt niet gedekt een arbeidsongeschiktheid : 1° die het gevolg is van een ongeval of een niet door medisch onderzoek controleerbare ziekte of in verband staat met een zenuw- of geestesaandoening die geen objectieve symptomen vertoont, uitgezonderd indien het bestaan ervan duidelijk is en tegelijk door de behandelende geneesheer en de geneesheer van de verzekeraar wordt erkend;2° die het gevolg is van een ziekte of een ongeval overkomen aan de verzekerde: a) in staat van dronkenschap, van alcoholvergiftiging of onder invloed van drugs, van narcotische of verdovende middelen die zonder doktersvoorschrift worden gebruikt, behalve : (1) indien de verzekerde het bewijs levert dat er geen oorzakelijk verband bestaat tussen de ziekte en het ongeval en de omstandigheden ervan;(2) indien de verzekerde het bewijs levert dat hij uit onwetendheid dranken of verdovende middelen gebruikt heeft of dat hij door een derde wordt verplicht die middelen te gebruiken;b) door rechtstreeks of onrechtstreeks alcoholmisbruik, toxicomanie of door overmatig gebruik van geneesmiddelen;3° door kwaadwillig opzet van de verzekerde;4° door zelfverminking of een zelfmoordpoging;5° door een oorlogsgebeurtenis waaraan de verzekerde als burger of als militair onderworpen was, burgerlijke onlusten of oproer indien de verzekerde er geen werkzaam aandeel aan had of in geval van zelfverdediging;6° door het beroepshalve uitoefenen van een sport;7° door de deelname aan een sportwedstrijd waarvoor het gebruik van motorvoertuigen noodzakelijk was;8° door een in competitieverband uitgeoefende wintersport;9° door de rechtstreekse of onrechtstreekse weerslag van radioactieve stoffen of kunstmatige versnellingsprocédés van atoomdeeltjes;10° door misdaden of pogingen tot misdaad;11° door roekeloze daden, weddenschappen of uitdagingen;12° door een beroepsziekte of een arbeidsongeval in het geval van loontrekkers en statutaire personeelsleden. De verzekering wordt opgeschort tijdens het wettelijke bevallingsverlof en tijdens de periodes van loopbaanonderbreking.
Indien de arbeidsongeschiktheid langer duurt dan die periodes, heeft de dekking zijn normale uitwerking.
Art. 7.Ondanks de uitsluiting voorzien bij punt 7° van artikel 6 geldt de waarborg voor de arbeidsongeschiktheid die voortvloeit uit het gebruik van alle landelijke, rivier-, zee- en luchtvervoermiddelen.
Wat betreft het luchtvervoer, worden enkel gewaarborgd de soorten arbeidsongeschiktheid die zouden voortvloeien uit het gebruik door de verzekerde als passagier van alle vliegtuigen, watervliegtuigen of helikopters die behoorlijk gemachtigd zijn voor het vervoer van personen voor zover de verzekerde geen bemanningslid is of hij tijdens de vlucht geen beroepsactiviteit of andere in betrekking met het vliegtuig of de vlucht uitoefent.
Art. 8.De in artikel 6 bedoelde uitkeringen ingevolge van de arbeidsongeschiktheid worden alleen toegekend onder voorbehoud dat de verzekeraar in voorkomend geval de arbeidsgeschiktheid van de verzekerde door een door hem erkend geneesheer kan controleren.
In geval van meningsverschil tussen de geneesheer van de verzekerde en de geneesheer van de verzekeraar zullen de partijen een derde geneesheer kiezen die een beslissing zal treffen.
Bij gebrek aan overeenstemming over die aanwijzing zal de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg van de woonplaats van de verzekerde de derde geneesheer kiezen.
De derde geneesheer zal definitief en onherroepelijk beslissen.
De aanwijzingskosten van de derde geneesheer en de vereffening van zijn honorarium zullen voor de helft door de twee partijen worden betaald. HOOFDSTUK III. - Genot van de verzekering
Art. 9.§ 1. Het genot van de verzekering gaat in op de datum van ondertekening van de leningsakte zoals bedoeld in artikel 3 en garandeert de betaling van drie jaar hypothecaire lasten indien het verlies aan beroepsinkomsten bedoeld in artikel 5, § 1, plaatsvindt binnen de eerste acht jaar na de ondertekening van de leningsakte. § 2. Het genot van de verzekering is beperkt tot 9.000 euro per tegemoetkomingsjaar. De totale tegemoetkoming voor het geheel van de periodes van inkomensverlies wordt beperkt tot driemaal de jaarlijkse hypothecaire lasten, met een maximum van 27.000 euro. § 3. Het genot van de verzekering wordt bepaald naar gelang van de vervanginkomens en mag met het vervanginkomen samengeteld niet meer bedragen dan het bruto beroepsinkomen dat de verzekerde zou hebben ontvangen als hij geen inkomensverlies had geleden. § 4. Het verzekeringsjaar wordt voor elke verzekerde gespreid over een periode van twaalf maanden vanaf de uitwerkingsdatum van de dekking en op elke jaarlijkse vervaldatum van de dekking. § 5. Het bedrag van de tegemoetkoming wordt rechtstreeks betaald aan de kredietinstelling die de in artikel 3 bedoelde lening heeft verstrekt.
Art. 10.Het recht op gewaarborgde uitkeringen eindigt: 1° acht jaar na het begin van de dekking en uiterlijk op de normale leeftijd van het wettelijk pensioen van de verzekerde;2° wanneer het maximumbedrag van de tegemoetkoming door de verzekering voorzien bij artikel 9, § 2, bereikt is;3° wanneer de verzekerde overlijdt;4° wanneer de lening geheel afbetaald is, behalve in geval van herfinanciering of afkoop, met inachtneming van de oorspronkelijke voorwaarden voor de toekenning van de verzekering en op basis van de oorspronkelijke bedragen. Indien één van de verzekerden en die dezelfde lasten verschuldigd zijn, overlijdt, geldt de tegemoetkoming van de verzekering voor de afbetaling van de hypothecaire lasten die door de langstlevende echtgenoot verschuldigd zijn naar rata van het gedeelte van zijn inkomsten in het totaalbedrag van de beroepsinkomsten van het gezin voor het overlijden;
Art. 11.Het genot van de verzekering is gelijk aan 1/12 van de jaarlijkse lasten per volledige kalendermaand werkloosheid, terbeschikkingstelling of arbeidsongeschiktheid.
Voor delen van maanden is de verzekeraar geen enkele tegemoetkoming verschuldigd.
Art. 12.§ 1. Wanneer de duur van de werkloosheids-, de terbeschikkingstellings- of de arbeidsongeschiktheidsperiode lager is dan of gelijk is aan de wachttijd, wordt door de verzekeraar geen enkele betaling verschuldigd voor die periode.
De wachttijd bedoeld in het eerste lid komt overeen met de periode die aanvangt de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin de betrekking verloren werd, de terbeschikkingstelling of de arbeidsongeschiktheid voorvielen en die eindigt de laatste dag van de derde kalendermaand die volgt. § 2. Indien de werkloosheids-, de terbeschikkingstellings- of de arbeidsongeschiktheidsperiode bedoeld in artikel 1, 6°, a) langer duurt dan de wachttijd, is de tegemoetkoming van de verzekeraar voor de twee laatste maanden van die wachttijd gelijk aan 2/12 van de jaarlijkse lasten omschreven in artikel 3.
Indien tussen twee periodes van werkloosheid of van terbeschikkingstelling waarvan de eerste aanleiding heeft gegeven tot een tegemoetkoming van de verzekeraar minder dan drie maanden zijn verlopen, is de wachttijd voor die nieuwe periode overbodig. § 3. Indien de arbeidsongeschiktheids- of de terbeschikkingstellingsperiode bedoeld in artikel 1, 6°, b), langer duurt dan de wachttijd, wordt de tegemoetkoming van de verzekeraar als volgt berekend : 1° voor loontrekkers: 1/12 van de jaarlijkse lasten voor de laatste maand van de wachttijd;2° voor statutaire personeelsleden en zelfstandigen : 2/12 van de jaarlijkse lasten voor de twee laatste kalendermaanden van de wachttijd. Indien er tussen twee arbeidsongeschiktheids- of terbeschikkingstellingsperiodes waarvan de eerste aanleiding gegeven heeft tot een tegemoetkoming van de verzekeraar minder dan drie maanden verliepen, wordt voor de nieuwe periode de wachttijd overbodig.
Art. 13.§ 1. Wanneer de verzekerden dezelfde hypothecaire lasten verschuldigd zijn en wanneer één van hen zijn inkomsten om één van de door dit besluit bedoelde redenen verliest, wordt de tegemoetkoming van de verzekeraar berekend naar rata van het gedeelte dat gelijkstaat met het verloren beroepsinkomen van het gezin in het geheel van de bruto beroepsinkomsten van het gezin, rekening houdende met de vervangingsinkomsten. § 2. De dekking geldt enkel voor de periodes waarin de verzekerde werkloos, ter beschikking gesteld of arbeidsongeschikt is en die ingaan voor het aflopen van de periode van acht jaar bedoeld in artikel 9.
De verzekering blijft uitwerking hebben binnen de perken bedoeld in artikel 9, voor elke periode van werkloosheid, van terbeschikkingstelling of van arbeidsongeschiktheid die tijdens die periode van acht jaar begint en onafgebroken doorgaat na die termijn.
Art. 14.§ 1. Op de datum van ondertekening van de leningsakte bedoeld in artikel 3 en in de loop van de periode van twee jaar voorafgaand aan deze datum, mag (mogen) de lener(s), geen volle eigenaar(s) of vruchtgebruiker(s) zijn of zijn geweest, alleen of samen, van een andere woning in haar geheel. § 2. Van deze voorwaarde bedoeld in paragraaf 1 wordt afgeweken wanneer het om een onverbeterbare of onbewoonbare woning gaat en voor zover deze woning door de lener(s) tijdens de laatste zes maanden voorafgaand aan de datum van ondertekening van de leningsakte bedoeld in artikel 3 betrokken werd.
De woning wordt als onverbeterbaar of onbewoonbaar verklaard door de Administratie of bij een besluit van de burgemeester.
Art. 15.§ 1. De verzekerde moet de hele woning betrekken waarvoor de lening is aangegaan en er zijn hoofdverblijfplaats van maken, en dit, in geval van aankoop, uiterlijk binnen twaalf maanden na de ondertekening van de leningsakte bedoeld in artikel 3, of, in geval van bouw, binnen de vierentwintig maanden na de ondertekening van de leningsakte bedoeld in artikel 3. § 2. Vóór het verstrijken van deze termijn kan de verzekerde de Administratie een met redenen omkleed verzoek om verlenging van deze termijn met 12 maanden toezenden, die slechts eenmaal kan worden verlengd. § 3. De verplichting bedoeld in paragraaf 1 eindigt aan het einde van de door de verzekering gedekte periode. § 4. De verzekerde verliest het genot van de verzekering in geval van gehele of gedeeltelijke verkoop of verhuur van de woning tijdens de door de verzekering gedekte periode. HOOFDSTUK IV. - Indiening en behandeling van de aanvraag
Art. 16.§ 1. De aanvraag wordt binnen twaalf maanden na de ondertekening van de leningsakte als bedoeld in artikel 3 aan de administratie gericht door middel van het door de administratie afgeleverde formulier.
De Administratie verstrekt de aanvrager een bericht van ontvangst van zijn aanvraag binnen vijftien dagen na ontvangst van zijn aanvraag en, in voorkomend geval, wordt de aanvrager verzocht elk document toe te sturen dat nuttig is om de aanvraag aan te vullen.
Om het geheel van de aangevraagde documenten over te maken beschikt de aanvrager over een termijn van drie maanden die begint te lopen de dag na de zending van de informatie-aanvraag.
Bij gebrek aan overmaking van de aangevraagde documenten binnen de in het derde lid voorgeschreven termijn wordt het dossier gesloten. § 2. Bij het onderzoek van de aanvraag moet de Administratie over de volgende informatie beschikken: 1° een uittreksel uit het bevolkingsregister met de gezinssamenstelling van de aanvrager dat van minder dan drie maanden dateert op de datum van de aanvraag; 2 een getuigschrift van de bevoegde administratie van de Federale Overheidsdienst Financiën waaruit blijkt of de lener(s) gedurende de in artikel 6 bedoelde periode de titularissen van de volledige eigendom of het vruchtgebruik van een of meer woningen zijn of zijn geweest; 3° een afschrift van het leningsaanbod van de kredietinstelling;4° een afschrift van de akte van lening zoals bedoeld in artikel 3, die door de instrumenterende notaris opgemaakt is, alsmede, in voorkomend geval het daarop betrekking hebbende hypothecair mandaat of een afschrift van de ontwerp-leningsakte vergezeld van een attest van de notaris met betrekking tot de datum van het verlijden van de leningsakte;5° de geschreven verbintenis van de aanvragers om de verplichting van betrekking en van niet-vervreemding van de woning in acht te nemen;6° de attesten van de leners, de werkgever of de mutualiteit van de aanvrager met betrekking tot de naleving van de voorwaarden vermeld in artikel 4, § 1 en § 2, 1°;7° het attest van de kredietinstelling met betrekking tot haar bankgegevens;8° in voorkomend geval, een afschrift van de koopakte vergezeld van een eigendomsattest opgemaakt door de instrumenterende notaris en de arbeidsovereenkomst van de aanvrager. Als de Minister van Huisvesting acht dat de Administratie de nodige gegevens voor het onderzoek van de aanvraag rechtstreeks bij authentieke bronnen van andere administraties of instellingen kan verkrijgen, kan hij de aanvrager van de verplichting ontslaan die gegevens aan de Administratie over te maken. § 3. Als datum van de aanvraag geldt die van de stempel die voorkomt op de verzending die alle vereiste documenten bevat of, in voorkomend geval, het (de) laatste document(en) die de aanvraag aanvullen.
Art. 17.§ 1. Binnen drie maanden na de datum van de aanvraag, zoals gedefinieerd in artikel 16, § 3, stelt de Administratie de aanvrager ervan in kennis dat zijn verzoek is aanvaard of afgewezen. § 2. De aanvrager beschikt over een termijn van dertig dagen na de kennisgeving van de beslissing om een beroep tegen de weigering tot toekenning van de verzekering bij ter post aangetekend schrijven bij de Administratie in te dienen.
De Administratie verzoekt de aanvrager om binnen zeventig dagen alle bewijsstukken en -elementen die het als nodig acht voor het heronderzoek van de aanvraag over te maken. Bij gebrek aan overmaking van de aangevraagde elementen binnen deze termijn wordt de oorspronkelijke beslissing tot weigering bevestigd.
De Administratie beslist binnen drie maanden na ontvangst van het geheel van de elementen die nodig zijn voor het heronderzoek van de aanvraag.
Indien de beslissing niet binnen de in het tweede lid bedoelde termijn aan de aanvrager wordt medegedeeld, wordt ervan uitgegaan dat beslist is om de tegemoetkoming te verlenen. § 3. Wanneer het verzoek wordt geacht te zijn aangenomen, verstrekt de Administratie de verzekeraar de gegevens die nodig zijn voor de sluiting en uitvoering van het verzekeringscontract. HOOFDSTUK V. - Indeplaatsstelling
Art. 18.De verzekeraar treedt in alle rechten en handelingen van de verzekerden, gesteld tegen elke persoon die aansprakelijk is voor een schadegeval dat recht geeft tot een tegemoetkoming toegekend krachtens dit besluit. HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen
Art. 19.Worden opgeheven: 1° het besluit van de Waalse Regering van 21 januari 1999Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 21/01/1999 pub. 25/02/1999 numac 1999027110 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering tot invoering van een verzekering tegen het risico van inkomensverlies wegens verlies van betrekking of arbeidsongeschiktheid sluiten tot invoering van een verzekering tegen het risico van inkomensverlies wegens verlies van betrekking of arbeidsongeschiktheid, gewijzigd bij de besluiten van de Waalse Regering van 20 juli 2000, 27 maart 2001, 13 december 2001 en 19 december 2008;2° het ministerieel besluit van 22 februari 1999Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 22/02/1999 pub. 21/04/1999 numac 1999027291 bron ministerie van het waalse gewest Ministerieel besluit houdende uitvoering van de artikelen 4, § 2, en 5, § 3, van het besluit van de Waalse Regering van 21 januari 1999 tot invoering van een verzekering tegen het risico van inkomensverlies wegens verlies van betrekking of arbeidsongeschiktheid sluiten tot uitvoering van de artikelen 4, § 2, en 5, § 3, van het besluit van de Waalse Regering van 21 januari 1999Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 21/01/1999 pub. 25/02/1999 numac 1999027110 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering tot invoering van een verzekering tegen het risico van inkomensverlies wegens verlies van betrekking of arbeidsongeschiktheid sluiten tot invoering van een verzekering tegen het risico van inkomensverlies wegens verlies van betrekking of arbeidsongeschiktheid, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 28 augustus 2000 en 23 december 2008.
Art. 20.De besluiten bedoeld in artikel 19 blijven echter van toepassing op de aanvragen die vóór de datum van inwerkingtreding van dit besluit worden ingediend overeenkomstig artikel 8, § 1, van het besluit van de Waalse Regering van 21 januari 1999Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 21/01/1999 pub. 25/02/1999 numac 1999027110 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering tot invoering van een verzekering tegen het risico van inkomensverlies wegens verlies van betrekking of arbeidsongeschiktheid sluiten tot invoering van een verzekering tegen het risico van inkomensverlies wegens verlies van betrekking of arbeidsongeschiktheid.
Art. 21.Dit besluit treedt in werking op 1 maart 2019 en wordt toegepast op elke aanvraag ingediend na deze datum.
Art. 22.De Minister van Huisvesting is belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 21 februari 2019.
Voor de Regering : De Minister-President, W. BORSUS De Minister van de Plaatselijke Besturen, Huisvesting en Sportinfrastructuren, V. DE BUE